SP?lJi „De Museum winkel dat was een mooie klus' „Er is niets beter voor de conditie dan lopen" Flitsen pagina 9 „Culturele ruimte" Timmerman J. van het Kaar (68): SIMON GOEDE (60) HEEFT 40.000 KILOMETER GEWANDELD InAH-filiaal 1430 in Tilburg is een „culturele ruimte" in gebruik genomen. De bewo ners van de wijk Reeshof kunnen vrij gebruik maken van deze ruimte. Volgens bedrijfsleider J. van de Goorbergh zullen vooral de organisaties voor jeugd- en jongerenwerk daar ge bruik van maken. Er is al een foto-expositie gehouden en voor de komende weken staan een ruilbeurs en een kantklosdemonstratie op het programma. zelf betalen. Eerst kostten ze 1.50, nu meestal al vijf gul den, dat wordt me te gek. Ik betaal bij de meeste tochten alleen de administratiekos ten en alleen van heel bij zondere tochten, zoals de Vierdaagse, spaar ik nog me dailles. Een enkele keer loop ik wei eens in het buitenland, maar dat kan niet zo vaak want dan wordt het te duur. Je moet altijd met het openbaar vervoer ergens naartoe en dat gaat in de papieren lo pen. Ik heb wel een daluren- kaart, maar toch... Zelf toch ten uitstippelen doen we niet. De uitgestippelde rou tes zijn zo mooi, daar kun je nooit tegenop." Blaren Is er wel eens iemand van de groep uitgevallen wegens vermoeidheid? „Nee, nooit, we zijn aan de afstanden ge wend. Ik heb zelfs nooit bla ren, terwijl ik toch op m'n gewone, dagelijkse schoe nen loop. Al die peperdure schoenen zijn niets waard; je loopt er alleen maar in te soppen als hét regent. Het komt weieens voor dat we met mooi weer ergens stoppen om te picknicken en ik heb één keer meegemaakt dat ik van hogerhand moest stoppen omdat het te warm was. Maar dat is een uitzon dering, Het grote voordeel van wandelen is namelijk dat je niet van het weer afhanke lijk bent. Als het erg stormt kun je niet fietsen, maar wel wandelen. Ook van regen hoef je je niets aan te trek ken; het meeste valt er toch naast. Daardoor komt het ook dat je zo'n goede condi tie krijgt. Ik werk nu 38 jaar en ik heb nog nooit één dag wegens ziekte hoeven ver zuimen. Ik geloof dat het li chaam sterker wordt als je altijd door weer en wind gaat. Zo lang ik nog adem heb, ga ik rustig door met wandelen. Ik hoop de 50.000 kilometer nog vol te maken. Het gaat me niet om de prestatie, maar om het plezier in het wandelen en de mooie na tuur. Een marathon lopen zou ik nooit doen, dat is spotten met de gezondheid. En dat snelwandelen vind ik gewoon beschamend voor de wandelsport; het is net of ze met hun ellebogen werken. Geef mij maar de toeristische wandelingen, dan zie je nog eens wat on derweg." De heer Van het Kaar werkzaam in de museumwinkel van Albert Heijn in de Zaanse Schans. Praten over zichzelf doet hij niet graag, nee. „Het zit niet in z'n natuur", zegt z'n vrouw. De heer J. van het Kaar (68) vertelt over de 50 jaren die hij als timmerman bij AH volmaakte. Hij woont in een „Ahold-straat" in Zaandam. ,Ja, het zijn allemaal Ahold-mensen, hier. Ik geloof dat er één tussen woont die niet van Albert Heijn komt. Een vreemde eend in de bijt, dus." De heer Van het Kaar kwam op 10 augustus 1931 als krullenjongen in dienst. „M'n vader stuur de me het timmermans- werk in. Ik kwam van de ambachtsschool. Het meeste wat ik in het begin kreeg te doen was bood schappen halen. Tot 1940 heb ik grotendeels aan de Oostzijde in Zaandam ge werkt. Daar stonden toen alleen de chocolade- en de suikerwerkfabriek, de koek en de fourage-afde- ling. Als fabriekstimmer man werkte je door de he le fabriek. Van 1940 tot 1943 heb ik in de melkfa briek gewerkt achter het Olympisch Stadion te Am sterdam. Ik moest erheen voor de verbouwing van de fabriek. Daarna werd de tijd slechter. Toen de oorlog uitbrak was ik 24." „Ik ben toen zelfs nog eens op pad geweest om een win kel op te knappen, Het was in Nijmegen. Na een bom bardement door de Engel sen. In de trein was controle. Heeft zo'n Duitser wel vijf minuten op m'n papieren staan turen. Toen kneep ik hem wel. Het was een rot- tijd." Na de oorlog werkte de heer Van het Kaar zo'n 25 jaar in de filialen van AH. Hij kwam overal in het land. Hij maak te het binnenwerk, de stel lingen, toonbanken, etala ges „In de eerste zelfbedienings zaak in Schiedam ben ik ook geweest. Later kreeg je de supermarts, daar werkte je dan zo'n week of zes met een plaatselijke aannemer. Voor m'n vrouw was het niet zo'n prettige tijd. Ik was de hele week van huis. Na 25 jaar heb ik dan ook gezegd: nu zet ik er een punt achter. Ik wist onderhand de vertrek tijden van de meeste treinen in Nederland." Omstreeks 1975 werd de heer Van het Kaar meewer kend hoofd van de timmer werkplaats. „Wat z'n ogen zien, maken z'n handen" is weieens over de heer Van het Kaar gezegd. En dat hij zijn vak verstond blijkt wel uit het feit dat hij het inte rieur van de AH-winkel op de Zaanse Schans heeft ge maakt. „Dat was een mooie klus. Ik kom er nog weieens langs en dan denk ik: nou, dat was een aardig stukje werk." In het Noordhollandse dorp Den lip staat hij bekend als „Siem de wandelaar". Iedereen weet wie hij is en zelfs de PTT kan een ansicht kaart, gericht aan „S. Goede, wandelaar, Noord-Holland" op het juiste adres bezorgen. Zijn collega's bij AH in Landsmeer weten alles af van zijn hobby. Als iemand vraagt: „Waar is Simon?", dan luidt het antwoord steevast: „Een eindje wandelen". Simon Goede houdt zó van wrandelen, dat hij in 35 jaar tijd 40.000 kilo meter te voet heeft af- gelegd. „Dat is ongeveer de aarde rond", stelt hij met trots vast. „Dit jaar heb ik voor de 23ste keer de Vierdaagse van Nijmegen gelopen en in juni heb ik voor de 25ste keer de Rondé van Limburg gedaan. Met Limburg stop ik nu; die heuvels hangen me zo lang zamerhand de keel uit. Ik hou van afwisseling en ik vond 25 keer een mooie af ronding. Een paar maanden geleden heb ik met mijn groep de Ronde van de oude Zuiderzee gelopen. Dat is 405 kilometer, inclusief de Afsluitdijk. Nee, niet achter elkaar natuurlijk, maar in etappes van zo'n 25 kilome ter per dag. Iedere veertien dagen gingen we met de trein naar het punt waar we de keer daarvoor waren geëindigd. Het zogenaamde Pieterpad zit er ook op. Dat is van Pieterburen in Gronin gen naar de Pietersberg in Maastricht, in totaal zo'n 460 kilometer." Wandeldames Als Simon Goede over „we" praat, dan heeft hij het over het vaste groepje alleen staanden van vier vrouwen en acht mannen, waar hij ie dere veertien dagen mee op stap gaat. Hij is met zijn zes tig jaren de jongste van het stel en de oudste is 83. Loopt die ook nog zoveel? ,Ja, met gemak. Het is niet aan leeftijd gebonden, als je maar zorgt dat je conditie goed is. En dat gebeurt van zelf als je regelmatig loopt; er is niets beter voor de con ditie dan lopen. Vooral de vrouwen verdienen een pluimpje, want dat zijn echte doorzetsters; echte, oude wandeldames die nog kwie ker lopen dan de mannen. Ik vind het jammer dat het wandelen bij de jongeren niet meer zo in trek is. Ze gaan allemaal maar surfen of crossfietsen... ik begrijp niet wat ze er aan vinden. Mis schien is het een leuk idee om bij AH een wandelsport vereniging op te zetten! Zelf ben ik 25 jaar lid ge weest van een wandelsport vereniging uit Purmerend, maar toen de jongeren de af standen steeds korter gingen maken ben ik eruit gestapt. Wat is nou tien kilometer per dag? Je moet de hele dag kunnen lopen, dan haal je minstens 25 kilometer. Tien jaar geleden ben ik in m'n eentje verder gegaan en in de loop der jaren is ons groepje vanzelf ontstaan. Je komt onderweg iemand te gen die ook alleen is en dan sluit je je bij elkaar aan. Een maal in de veertien dagen bel ik de anderen op om af te spreken wat we gaan lopen en waar we elkaar ontmoe ten. Ik bepaal altijd waar we naar toe gaan en dat vinden de anderen wel makkelijk. Medailles Hoe weet Simon Goede zo precies dat hij er 40.000 ki lometer op heeft zitten? „Dat hou ik bij met wandel boekjes. Het gaat heus wel officieel hoor, het wordt al lemaal gecontroleerd door de wandelbonden. We lopen alleen maar uitgestippelde routes die we aan het begin en het einde bij de plaatselij ke horeca of zo kunnen laten afstempelen. Een boekje is vol als er duizend kilometer in staat; ik ben dus bezig aan mijn 4 lste boekje en ik heb ze allemaal bewaard. Ik heb inmiddels vijfhonderd medailles, ik zou er mijn ka mer mee kunnen behangen. Daarom hoeven die medail les niet meer zo voor mij. Wat moet ik met nog meer, je moet ze tenslotte allemaal

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 9