CENTRALE AFDELING OPLEIDINGEN AHOLD
ZET PROGRAMMA'S VERDER OP HUN KOP
15 Miro-medewerkers geslaagd
voor vakdiploma vis
Flitsen
pagina 7
Trainingen
individueler
en
praktischer
Cursus stimuleert creativiteit
„De laatste jaren lag bij
trainingen voor Ahold-
medewerkers het ac
cent vooral op kennis,
vaardigheid en inzicht,
stuk voor stuk belang
rijke elementen die po
sitief worden ervaren.
Maar het bleef de vraag:
kun je hier zelf en in
de organisatie voldoen
de mee doen? Door
sommigen werd het
opleiden als „schools"
ervaren. Daarom gaan
we nu de programma's
nog verder op hun kop
zetten. Volgens ons
leer je meer van eigen
onderzoek en ervaring
dan wanneer iemand je
twee uur lang iets ver
telt. Trainingen moe
ten we meer op het in
dividu en meer op de
praktijk richten. Wat
wij vooral zoeken, is
een trainingsvorm
waarin de cursist iets
aan zichzelf kan toe
voegen: zijn denkpa
tronen verleggen, zijn
visie verbreden."
Aan het woord is J.J. Wessel
(44), hoofd van de centrale
afdeling Opleidingen. In zijn
kamer, gevestigd op de veer
tiende verdieping van het
Ahold-hoofdkantoor te Zaan
dam. legt hij uit waarom in
de afgelopen maand septem
ber een volledig nieuwe op
leiding van start ging: het
Praktisch Programma Man
agement (PPM). Negen cur
sisten, allen actief in kader-
functies bij Ahold, kwamen
onlangs drie dagen bijeen.
Tijdens die bijeenkomst kre
gen zij informatie over een
onderdeel van één van de
Ahold-werkmaatschappijen.
Eindconclusie hierbij was:
als we niets doen gaat het
niet goed. Vraag aan de deel
nemers: wat zou je doen als
je zelf die zaak zou runnen?
Met deze vraag zullen de
deelnemers de komende zes
maanden zelfstandig aan het
werk moeten.
Deze werkwijze heeft twee
belangrijke voordelen, aldus
de heer Wessel. „De cursis
ten, die soms sterk gecon
centreerd zijn op hun dage
lijkse werkzaamheden, zijn
gedwongen hun telelens te
vervangen door een groot
hoeklens. Ze worden ge
dwongen over de grenzen te
kijken. De training zorgt
voor afstand en moet hun
creatief vermogen vrij ma
ken. Zo'n praktijkopdracht
noopt de deelnemer reke
ning te houden met externe
factoren en onderzoek te
plegen. Hij dient daarbij
eventuele problemen te sig
naleren en-op te lossen.
Haardvuur
Bovendien leert hij risico's
te nemen; in de organisatie
weet je immers ook niet al
les van tevoren. Essentieel
verschil met veel opleidin
gen is dat het hier niet gaat
om een gefantaseerde situa
tie maar om de werkelijk
heid.
Het heeft niet veel zin ab
stracte dingen in een trai
ning te brengen. Een cursist
kan er niets mee doen. Hij
moet de kennis die hij krijgt
praktisch kunnen gebruiken.
Zo kunnen allerlei nieuwe
ervaringen stapsgewijs in de
eigen werkwijze worden op
genomen. Pas geleden las ik
een definitie over opvoeden.
„Opvoeden is geen emmer
vullen maar een haardvuur
ontsteken". Zo zien wij op
leiden ook, een haardvuur
ontsteken dat cursisten zelf
brandend moeten houden.
Geen nieuwe ontdekking
misschien, maar wel een
werkvorm waarvan wij den
ken dat-ie binnen Ahold
past", meent de heer Wessel.
Behalve dat cursisten van de
praktische, projectmatige
aanpak meer opsteken, is de
gewijzigde trainingsmetho
diek ook gunstiger voor
Ahold, zo stelt het hoofd van
de afdeling Opleidingen. „De
organisatie wil het rende
ment weten. In de winkel
kun je dat moeilijk bereke
nen. Maar bij een training
ligt dat anders. Meten is
moeilijk, maar je kan wel za
ken zichtbaar maken. Het ad
vies dat bijvoorbeeld door
het onderzoeken van zo'n
praktijksituatie is opgesteld,
kun je toetsen. Je kan de
aanpak door de cursisten be
kijken en aan de hand daar
van een oordeel geven. Je
kan zien of resultaten beant
woorden aan je doelstelling,
en eventueel aanpassen",
legt de heer Wessel uit. Het
lopende PPM zal overigens
in februari 1986 worden af
gerond.
Marktonderzoeker LJ. van der Herberg
De centrale afdeling
Opleidingen van
Ahold bestaat uit zes
medewerkers. „De or
ganisatie heeft duide
lijk behoefte aan trai
ningen", constateert
de heer Wessel. „Wij
merken dat aan het
aantal cursusaanvra-
gen, maar ook aan de
reacties op nieuwe
programma's. Zo is
bijv. ook het Praktisch
Programma Manage
ment ontwikkeld. In
die training leren ze
omgaan met nieuwe
ideeën, worden gecon
fronteerd met risico
mijdend gedrag, wordt
innovatief denken ge
stimuleerd. Dat is goed
voor de deelnemers en
voor de organisatie."
De heer Wessel: „Op
leidingen zijn enorm
dynamisch. Er veran
dert in de maatschap
pij van alles, en dus
moet je je training ver
anderen. In 1985 krij
gen bijna 400 Ahold-
medewerkers een trai
ning van onze afdeling
Opleidingen. In 1986
rekenen we minimaal
op een zelfde aantal.
Om in de markt te blij
ven worden hoge ei
sen gesteld aan kwali
teit en service. Dat
vraagt om grote moti
vatie van mensen in de
organisatie waaraan
opleidingen een be
langrijke bijdrage kun
nen leveren."
L. J. van der Herberg
(38), marktonderzoe-
j ker voor Ahold, is één
j van de negen deelne
mers aan de PPM-cur-
sus. Hij noemt de com-
j binatie van theorie en
praktijk door te
werken aan een con
crete opdracht een
heel goede aanpak.
,Je krijgt op hoog ni
veau kennis, waarvan
de praktische toepas
baarheid vrijwel direct
te toetsen is. Je ont
moet Ahold-mensen
en disciplines die je
anders niet treft. Zo
krijg je contacten door
de hele organisatie;
ook één van de doel
stellingen van de cur
sus. Daarnaast werk je
een half jaar lang in
tensief aan een op
dracht voor Ahold, zo
dat die activiteiten ook
direct aan het bedrijf
ten goede komen. Óf
het geleerde dadelijk
in je eigen werk is toe
te passen, kan ik na
tuurlijk pas achteraf
beoordelen."
De heer Van der Her
berg en zijn mede-cur
sisten begonnen hun
PPM-training met een
bijeenkomst in Bergen
op 4, 5 en 6 september.
Daar werden ze be
stookt met inleidingen
van externe functiona
rissen (specialisten in
systeem-management,
project-management,
strategisch manage
ment) en van interne
deskundigen (onder
andere een controller
en een Ahold-direc-
teur). Ze kregen te
vens een probleem
voorgelegd waarover
advies moet worden
opgesteld. Een werk
plan werd opgesteld
en de taken verdeeld.
In twee commissies
wordt nu gewerkt aan
de gevraagde toe
komstvisie. Een inter
ne richt zich op pro-
duktie en organisatie;
een externe doet
marktonderzoek en
beoordeelt de com
merciële opties. Tus
sentijds worden de er
varingen uitgewisseld.
De heer Van der Her
berg noemt het een
uitdaging: „Wanneer je
met zo'n praktisch pro
bleem bezig bent, kom
je een veelheid aan as
pecten tegen. In mijn
eigen functie ben ik al
bezig met het analyse
ren van problemen
van sociale, commer
ciële en organisatori
sche aard, maar bijv.
een personeelchef be
kijkt zo'n project met
heel andere ogen.
Maar dat is juist het
aardige van deze werk
wijze. Het stimuleert
de creativiteit In een
bepaalde fase laat je al
lerlei gekke ideeën de
revue passeren. Je
vindt allerlei verschil
lende invalshoeken; je
bent samen meer all
round."
Het ligt in de bedoe
ling het in PPM-ver-
band ontwikkelde ad
vies eind februari aan
de opdrachtgever te
presenteren. Of het
daadwerkelijk in de
praktijk zal worden ge
bracht hangt af van het
advies op zichzelf en
financiële en organisa
torische gevolgen.
„Het advies staat ter
discussie. Maar de
Raad van Bestuur is in
ieder geval bijzonder
geïnteresseerd", weet
de heer Van der Her
berg. „En wat de cur
sus betreft, de eerste
evaluatie was behoor
lijk positief."
In dezeven vestigingen, waar
Miro vis in eigen beheer ver-
koopt, heeft men de beschik
king over een aantal vak
mensen. De 'sectormanagers
zijn van buitenaf aangetrok
ken en stuk voor stuk afkom
stig uit de vishandel. Daar
naast zijn er nog eens 15
mensen uit eigen gelederen
opgeleid. Op 23 augustus jl.
legden zij allen met goed ge
volg examen, af Dit bestaat,
uit een theoretisch deel en
een praktisch deel, waar de
behendigheid in bet fileren
van diverse vissoorten wordt
getoetst.
De Miro-mensen, die nu in
hel bezit zijn van het diplo
ma Vakbekwaamheid Vis,
zijn G. Bergh, L. Geelen, E.
Zimmerman, M. Weegels-Be
rm (Weert); M.G. Munz van
der Wall, H.M.T. Dassen, Y.
Beers, G.J. de Lange (Beek);
G.J. Barhuyzen, AF.MA
Keersemerckeers, C. ter Meer,
J.H.W. Hermans (Maastricht);
B. Nicola i (Asen); J.G.J.M.
Tuyp (Fleerhugowaard).
Daarnaast deed ook. AH-er
M.M.C. v.d. Ruit (filiaal 1134)
aan het examen mee, ook hij
slaagde.
J.J. Wessel
PPM is in wezen een experi
ment, maar de heer Wessel
lijkt niet te twijfelen aan het
welslagen. „Ook in andere
trainingen zullen we meer
zelfwerkzaamheid brengen.
De deelnemers krijgen op
drachten, moeten zelf onder
zoek verrichten en rapport
uitbrengen. De bestaande
opleidingen zijn we goed
aan het doorspitten en - naar
gelang de behoefte - wijzi
gen. Want we hebben te ma
ken met een doelgroep die
zelfstandig wil, kan en moet
werken en denken."
Niet alleen de onderwijs
technische kant moet in
1986 ingrijpend worden
herzien; de heer Wessel
streeft ook een grotere wis
selwerking tussen zijn afde
ling en de lijnmanagers na.
„Centrale vraag bij alle trai
ningen is: kan ons program
ma de organisatie verder hel
pen? Om daarop een ant
woord te krijgen, dienen de
lijnmanagers nog meer bij de
opleidingen te worden be
trokken", vindt de heer Wes
sel. „Samen kunnen we tot
een goede programmatuur
komen. We moeten hier niet
op afstand dingen bedenken.
Terugkoppeling is essen
tieel. Een baas, die een van
zijn mensen een tijd wegens
training heeft moeten mis
sen, moet weten wat de
„output" is. Op die manier
heeft de opleiding, via de
deelnemer, ook haar uitstra
ling in de werkomgeving.
Door de contacten tussen
trainers en de lijn zijn wij be
ter in staat ons in de positie
van kaderpersoneel te ver
plaatsen. Dan ga je anders,
niet-theoretisch, over lei
dinggeven denken.
Wij moeten er steeds naar
streven de behoefte aan op
leiding adequaat te blijven
peilen om daar vervolgens
op te kunnen inspelen. Dat
behoeftepatroon verandert
voortdurend. In concreto
betekent dit dan dat we sa
men met deelnemers in de
lijn inhoud en vorm van een
training bepalen", aldus de
heer Wessel.