AHOLD OVERLEG VERGADERING MET VEEL NIEUWE GEZICHTEN Medewerkers ZB en SM leren van elkaar Beleid oudere medewerkers onderdeel van leidinggeven pagina 6 Flitsen Projectgroep beleid oudere werknemers Onder voorzitterschap van drs. P. J. van Dun, lid van de Raad van Bestuur, vond op 17 september jl. een Ahold overlegvergadering plaats. De grote vergaderruimte van het hoofdkantoor was goed gevuld, want behalve de vrijwel voltallige COR zaten er nog al wat.gasten" aan tafel. Bekende gezichten waren die van de commissarissen mr. G. van 't Huil en drs. A. Spaander. Andere gezichten waren nog minder bekend, maar dat zal snel veranderen. Eén ervan was dat van drs. C.H. van der Hoeven. De heer Van der Hoeven is op 26 augustus 1985 bij Ahold in dienst getreden met de bedoeling na verloop van tijd drs. L. Coren als lid van de Raad van Bestuur op te volgen. De gezondheidstoestand van de heer Coren is zodanig, dat hij geen volledige werktaak kan verrichten. AOV-voorzitter Van Dun vertolkte zeker de gedachten van de COR toen hij voorstelde de heer Coren alle beterschap toe te wensen. Het terrein van de financiën is voor drs. Van der Hoeven zeer bekend. Binnen de Koninklijke Shell-groep was dii ook zijn werkterrein. Voor deze vergadering was de kennismaking tussen COR en de heer Van der Hoeven geagendeerd. Deze stelde de COR voor om de verdere kennismaking plaats te laten vinden aan de hand van vragen en antwoorden op aan de orde komende punten. Als reactie op een vraag uit de COR zei de heer Van der Hoeven dat hij nu al zowel verschillen als overeenkomsten tussen Shell en Ahold kon waarnemen. ,Ze zijn wel erg persoonlijk en dus erg subjectief. De Shell is een enorme onderneming met vrij veel decentralisatie, maar toch ook een duidelijk rode draad. Dat is hier ook, wellicht mmder sterk gedecentraliseerd, maar tegelijkertijd komt het bij mij over als een zeer flexibel bedrijf met veel persoonlijke en vriendschappelijke relaties. De Shell is een onderneming op het gebied van energievoorziening. Dat vraagt om planning op lange termijn. Je moet daar 20 jaar vooruit denken en dat is vanzelfsprekend heel anders dan de verhoudingsgewijze korte termijn die past bij de detailhandel. Overeenkomstig is iets wat een detail lijkt: een aantal jaren geleden voerden wij bij de Shell een nieuw grootboeksysteem in; dat systeem gaat tot mijn genoegen nu ook hier ingevoerd worden. Ahold en de hele detailhandel werken met kleine marges. Dat ligt in de oliehandel anders, omdat de investeringen en de risico's daar groter zijn. Ahold is daarop met gericht maar heeft juist in de branche met korte termijn en kleine marges een enorme kracht en kennis. Diversificatie is goed, maar vaak genoeg hebben we al gezien dat wie ver van zijn bed investeert op den duur toch fout gaat. Vaak hoor je dan als reactie: schoenmaker, blijf bij je leest. Daar schuilt veel waars in, maar het is geen Onder verantwoording van de COR wet van Meden en Perzen. Onze kracht is detailhandel en het succes van de Amerikaanse bedrijven draagt bij aan het succes van de Nederlandse activiteiten.Dat waren voorlopig de laatste woorden ter introductie van de heer Van der Hoeven. Introducties waren er die middag nog meer, zelfs binnen de COR. Door de overname door Ahold van Kok-Ede en de daarbij behorende zusteronderneming Instel zijn twee zeer goede loten aan de stam" toegevoegd, zoals de heer Van Dun het noemde. Hij vertelde onder de indruk te zijn van hetgeen hij gezien had tijdens een bezoek, dat de Raad van Bestuur bracht aan Kok-Ede. Die uitbreiding van Ahold heeft vanzelfsprekend ook gevolgen voor de samenstelling van de COR. Beide ondernemingen hebben inmiddels een waarnemer naar de COR afgevaardigd. De heer Van Dun zei het zeer op prijs te stellen de heer F. van Grinsven namens Instel bv en de heer C.C.M. van der Meer namens Kok-Ede bv in de COR te kunnen verwelkomen. Agenda Op de agenda stond de behandeling van de halfjaarcijfers, maar deze werden in verband met de publikatiedatum van 18 september slechts summier behandeld. Besloten werd een extra vergadering in te lassen op 19 september om het tussentijds bericht en de halfjaarcijfers te bespreken. Een ander agendapunt betrof de indiening door de Raad van Bestuur van een adviesaanvrage. Die heeft betrekking op Ahorn bv. Dat is een vennootschap welke een deel van het onroerend goed van Ahold financiert. Ahorn is een vennootschap die voor de helft eigendom is van Ahold en voor de andere helft van Rodamco, een bedrijf dat zich specialiseert in de belegging in onroerend goed. Ahorn wordt geheel in de Ahold jaarcijfers opgenomen. Ook wordt de directie door Ahold gevoerd. De bedrijfsbelangen van Ahold en Rodamco lopen niet geheel parallel. Als gevolg daarvan heeft de Raad van Bestuur het voornemen om de helft van de aandelen die eigendom zijn van Rodamco over te nemen. Dat is iets waarover de COR zich moet uitspreken. De overlegvergadering werd besloten met het afscheid van het COR-lid Verberg. Hij zat namens Miro in de COR, maar als beheerder van een Miro-slijterij heeft hij inmiddels de overstap gemaakt naar Alberto. De heer Van Dun vond het jammer dat Jacques Verberg de COR verliet. ,U bent een man met een grote inzet: in de COR, in de Miro-OR, in het Miro-platformoverleg tussen Miro, de Raad van Bestuur en de vakbonden, u was actief in de COR-werkgroep Sociaal Beleid en daarvoor in de COR- werkgroep Organisatie/Communicatie. Jammer dat u vertrekt, want u heeft nu wel de lasten meegemaakt, maar heeft niet de kans de lusten ook mee te maken." Aldus de heer Van Dun die als blijk van dank het bekende COR-plastiek overhandigde aan de scheidende Miro- vertegenwoordiger. Over een opvolger in de COR namens Miro is helaas nog niets bekend. Jacques Verberg maakte als laatste spreker in de Ahold overlegvergadering van de gelegenheid gebruik om zijn zorgen te uiten over de verhouding tussen full timers en part-timers en over de verhouding tussen personeel met een dienstverband voor bepaalde en voor onbepaalde tijd. Voorzitter Van Dun zèi daarop terug te willen komen bij de behandeling van het jaarverslag over 1985. Per 1 januari jl. zijn de organisaties van Albert Heijn's zelfbedieningszaken (ZB) en Supermarts (SM) op area (niveau) in elkaar geschoven. Nu, na ruim negen maanden, spreekt Flitsen met area- manager R.J. Schreuder. Hij was nauw betrokken bij deze operatie, waarvan hij het resultaat nog niet in elk opzicht een succes noemt. Vooral in de zones waarin voornamelijk ZB's zijn gevestigd wordt aangekeken tegen een achter stand in zowel kwaliteit als kwantiteit in het ka der. „Maar dat is een kwestie van tijd; de komen de jaren zal daarin zeker verbetering komen." De integratie van de krap 200 ZB's en de ruim 200 SM's is met name gericht op een soepeler organisatorisch beleid. In de loop der jaren, waarin beide winkelvormen een zelfstandig leven hadden geleid, was ook een steeds duidelijker uiteengroeien waarneembaar. Er werd niet meer geprofiteerd van el- kaars aanwezigheid en dat terwijl op een aantal terrei nen onderlinge versterking juist duidelijk tot de moge lijkheden behoorde. De heer Schreuder:.Je kreeg bijvoorbeeld de zotte situa tie bij promotie-activiteiten dat de ene Albert Heijn-win- kel wel meedeed en dat een paar honderd meter verder op een winkel met dezelfde naam op de gevel de klant moest teleurstellen. Ook kwam het voor dat beide or ganisaties inmiddels filialen van gelijk type. en dus zwaarte, kenden!" Niet minder hinderlijk noemt hij de „onderliggende positie" waarin de ZB-orga- nisatie was gekomen. In de doorgaans kleinere zaken werd in het streven naar ren dementsverbetering nogal eens nadruk gelegd op be zuiniging. Dat leidde dan weer tot een tekort aan ge schoold kader hetgeen zich steeds meer begon te wre ken. „In feite was er sprake van een vicieuze cirkel. De oplei dingsmogelijkheden werden in de ZB-organisatie steeds schaarser. En juist nu we in de Randstad, waar veel voor malige ZB's staan, zo'n tekort aan kader hebben breekt ons dat op. We moeten via goede scholing proberen de men sen bij ons te houden en dat lijkt na de integratie beter te lukken." De heer Schreuder maakt in zijn beoordeling van de in eenschuiving een duidelijk onderscheid tussen de zoge naamde mix-zones (waar ZB's en SM's qua aantal in re delijke verhouding tot elkaar staan) en de zones vooral in de grote steden die vrij wel uitsluitend bestaan uit ex-ZB's. „In de eerstgenoemde sector is de integratie, ook op zone niveau, bijzonder soepel ver lopen. Zelfs de problemen die we voorzagen bleken in de praktijk kleiner van om vang. Namens mijn mede- areamanagers kan ik zeggen dat het integratieproces voorspoedig verloopt. Mede werkers van de SM's leren van hun ZB-collega's wat het is op meer dan één plaats in zetbaar te zijn. ZB-kader en met name de bedrijfsleiders - leren hun organisatorisch blikveld te verruimen. De angst van de ZB's om te wor den ondergesneeuwd door de SM-organisatie is dan ook beslist niet bewaarheid." Het proces verloopt langza mer in de zones waarin de ZB's domineren. In grote ste den betreft dat soms een groep van zo'n 20 winkels. Daar is het, volgens de heer Schreuder, veel moeilijker de achterstand in opleidings niveau en vacatures op te heffen. Maar echt somber is hij daar niet over. „Er wordt hard gewerkt om hierin ver betering te brengen, o.m. door extra inspanning ten aanzien van wervings- en op leidingsactiviteiten. De mo gelijkheden daartoe zijn door de samenvoeging im mers ook veel groter gewor den. Een echte oplossing van dit typische ZB-probleem zal echter nog enige jaren ver gen. Immers kwaliteitsver hoging is een proces dat tijd en aandacht vraagt." (Vervolg van pagina 5) Beijers: „De grondhouding van een mens - professor Zwart wijst daar ook op - is voor z'n functioneren van groot belang. Is er ten diep ste sprake van een negatieve of van een positieve instel ling? Hoe kijk je tegen het le ven aan? En tegen je werk? Doe je het met plezier of ga je elke ochtend naar je werk plek omdat het nu eenmaal moet voor het verkrijgen van een goedbelegde boter ham? Er is vandaag-de-dag niet zo bar veel voor nodig om een negatieve of zelfs depressie ve grondhouding te krijgen: je hoeft bij wijze van spre ken daarvoor alleen maar al le ellende in de wereld op de voet te volgen. Persoonlijk zou ik echter onmogelijk kunnen werken met mensen die voortdurend van een ne gatieve instelling blijk geven. Eigenlijk heb ik medelijden met zulke mensen, want zij maken het niet alleen zich zelf onnodig moeilijk, zij kunnen ook op hun collega's een kwalijke invloed uitoefe nen en de sfeer danig verzie ken. Als er in een manage mentteam een echte negatie veling zit, dan moet zo ie mand geholpen worden of er onherroepelijk uit, want an ders kan je niet werken; dan gaat er van alles en nog wat mis", aldus All's directeur Operationele Zaken. Om het beleid „nieu we stijl" ten behoeve van de oudere werkne mers bij Albert Heijn in goede banen te lei den, is een project groep gevormd. Daar in hebben zitting de heren W. Hoogen- boom, hoofd functie bezetting en loopbaan ontwikkeling (project leider); A.HJ. v.d. Put ten, areamanager; CA. Brouwer, area-perso- neelchef; G. de Vries, medewerker van de af deling Opleidingen en natuurlijk prof. dr. GJ. Zwart. De taken van de pro jectgroep bestaan on der meer uit het ont wikkelen en uitwer ken van voorstellen die moeten leiden tót het inpassen van de practica-ervaringen in de AH-organisatie, zo als bijvoorbeeld: de uitwerking naar andere functies en dis ciplines; het opnemen van practica in de normale opleidingsprogram ma's; het ontwikkelen van voorstellen met betrekking tot menta- liteitsbeïnvloeding; het onderzoeken van mogelijkheden om o.a. de beoOrde- lingssystematiek en het mutatiebeleid (be ter) af te stemmen op het „ouderenbeleid". Aan elk practicum wordt deelgenomen door een lid van de projectgroep-

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 6