AH Groentecentrale Barendrecht pagina 12 Flitsen Langzaam, zonder horten of stoten, rijdt een chauffeur zijn 18 meter lange vracht 11 agencombii ïatie achteruit en parkeert hem feilloos tussen twee vluchtheuvelljes tegen het perron van de AH Groentecentrale in Barendrecht. De rust waarmee dit gebeurt typeert het werkterrein van Europa's grootste groente- en fruitveiling, waar dok de All Groen tecet jtrale is gei 'estigd. ondanks dat de gen eldige combinaties af en aan rijden Wellicht is het de wijdsheid van dit immense complex die deze rust uitstraalt. In het kantoor van de heer H. Büscher (63) geurt de koffie en heerst de sfeer van een man die zijn zaken onder eontrole heeft. Als één van zijn medewerkers binnenloopt en zegt: „Zaandam belde met de mededeling dat één van de concurrenten de rosaki's een stuk heeft afgeprijsd. Ik heb gezegd dat we wel een stukje meegaan maar niet helemaal. Is dat goed?", knikt de voortvarende Rotterdammer instemmend. „Zo gaat het hier iedere dag", zegt hij. „Ik ben dan wel de baas maar mijn medewerkers kunnen allemaal meebeslissen en dat maakt het werden met deze ploeg ideaal." Henk Büscher, al dertig jaar bij Albert Heijn in groente en fruit, is een doorgewinterde in het vak. Aan de Waalhaven in Rotterdam begonnen, toen werd het nog Kleverpa genoemd (kleinverpakking, red.ging hij in 1975 naar Tilburg maar wel met het vingertje in de hoogte van: Als er in Rotterdam of omgeving iets te doen is, dan sta ik op de stoep." Zo volgde in 1981 Barendrecht waar hij binnen afzienbare tijd zijn pensioen hoopt te halen. „Maar zover is het nog niet en ik hoop de komende paar jaar nog het nodige te doen voor de groentecentrale. In 1981 verzonden we 56.000 colli per week en nu. vier jaar later, tussen de 90.000 en 95.000 colli." Naast de kostenbewaking heeft de belevering van de filialen de meeste aandacht van de baas van Barendrecht. ,Je moet probleemloos met je klanten kunnen omgaan. Er moet een sfeer heersen van: „In Barendrecht kan alles". Als het nodig is stap ik zelf in de wagen om nog een nabestelling bij één van de filialen af te leveren." Goodwill staat bij de heer Büscher hoog in het vaandel geschreven. Daarom vindt hij het nodig dat het contact tussen groentecentrale en filialen optimaal is. Over zijn vak zegt de heer Büscher: „Kijk, zo gauw het produkt van het land is „loopt het van je af', wat wil zeggen dat de groente of het fruit geen natuurlijk voedsel meer krijgt en dus zo snel mogelijk dient te worden verwerkt. Vers is bij AH een gevleugeld woord en wat AGF betreft staan wij vooraan. Met dat produkt moet je flexibel zijn, ook wat de werktijden betreft. Hier wordt in twee ploegen gewerkt die elkaar overlappen. De eerste begint in de zomer om 6 uur en gaat om half drie naar huis, maar de tweede komt al om half elf op. Om in te kopen moet je filosoferen met de weersverwachting. Hartje zomer koop je geen of weinig peen en uien. Dat begrijpt iedereen. Het ligt meer op het dagelijkse vlak. De afgelopen zomer bijvoorbeeld. Regen, wind en nog net geen sneeuw. Maar is het dan een mooie dag, dan kun je de sla, tomaten en komkommers niet aangesleept krijgen. Dat is wat ik bedoel met filosoferen met de weersverwachting. Zorgen dat je twaalf uur vroeger weet dan de consument wat ze denken te eten. Daar maken we natuurlijk ook wel eens een miskleun mee. maar dat is incidenteel, heel erg incidenteel zelfs." Nu staat de heer Büscher kort voor zijn pensioen. Hij maakt er geen punt van. „Voor hobby's heb ik in mijn leven geen tijd gehad. Het klinkt wat ongeloofwaardig voor jonge mensen, maar direct na de oorlog begonnen we om 7 uur en gingen soms 's nachts om twee uur naar huis. Gelukkig is dat verleden tijd. Ik rijd graag auto en heb een schat van een kleindochter. En wat mij bijzonder interesseert is relatievorming. Klantenbinding vind ik een punt van de hoogste orde. Wanneer men mij over een paar jaar zou vragen: „Henk, zou jij voor de AH-filialcn „goodwill- ambassadeur" willen worden, dan zou ik geen moment nadenken. Dat is nu eenmaal mijn hobby." Zeven uur de deur uit om 's avonds om dezelfde tijd er weer in te komen, „beldame" mevrouw T. Loppersum-van Noorloos. „Zeg maar Tilly, dat praat makkelijker", zegt de rasechte Barendrechtse die door haar huwelijk in het Brabantse Klundert terecht kwam. Zes beldames telt de afdeling waar Tilly werkt. Drie maal per weck worden de filialen gebeld voor bestellingen, maar ook worden ze op de hoogte gesteld van de aanbiedingen. Het contact loopt begrijpelijk meestal over de chef AGF en de dames hebben dan ook een speciale band met deze collega's in de filialen. Tilly werkt nu vier jaar in de groentecentrale en rap, alsof ze ons groenten moet leveren, vertelt ze over het contact met de filialen. Dat contact is voor Tilly heel erg belangrijk. „Ik moet er niet aan denken een baan te hebben waar ik niet met mensen zou kunnen praten. Al is het dan veelal door de telefoon, op den duur ontstaat er toch zo'n band dat je over meer praat dan over tomaten en komkommers en dat komt het werk alleen maar ten goede. Wanneer wij iets leuks in de aanbieding hebben, dan heeft de man of vrouw in het filiaal maar een half woord nodig. Ze weten dat wij alle zes weten waar we over praten en met verstand van zaken, al klinkt dat wat eigengereid. Wanneer er een nieuw soort groente op de markt komt, zoals kort geleden „paksoi", 1 dan proberen we het eerst zelf zodat we kunnen vertellen hoe het bereid wordt en hoe het smaakt." De persoonlijke contacten krijgen van Tilly een „dikke plus". Hobby's heeft Tilly Loppersum genoeg. Eén ervan is kijken bij de concurrent. „Ik ben altijd geboeid hoe daar de waren zijn uitgestald. Soms zijn het schilderijtjes maar je komt er ook tegen waar de tranen je in de ogen schieten. Groen ligt dan bij groen en rood bij rood. Met een beetje goede wil en een beetje liefde voor je vak kun je er toch zo'n leuke uitstalling van maken." Tilly tennist graag, noemt zichzelf een leesfanaat en loopt iedere dag een halfuur hard. „Voor de lijn", zegt de slanke beldame. Wensen? Nog jaren bij de groentecentrale werken en volgend jaar een lange hete zomer. Piet Rozendaal (27) is getrouwd en woont in Numansdorp. Afkomstig uit het boerenbedrijf - zijn vader heeft een boerderij - is Piet bekend met de „vruchten des velds". Na 3 jaar areakantoor Hoogvliet is hij bij de groentecentrale aangesteld als meewerkend voorman. Dat betekent met een team van 10 mensen werken. De afhaallijsten van de filialen controleren, mede- de kwaliteit bewaken - „al hebben we hier een uitstekende keurmeester" - de buitenlandse wagens controleren, met name de temperatuur, en zo nodig waarschuwen dat de lading volgens hem niet optimaal is. Opvallend is hoe de dertig mensen die bij de AH Groente-centrale Barendrecht werken, van hoog tot laag en van jong tot oud, betrokken zijn bij de kwaliteit van de produkten. „Dat is logisch", vindt Piet Rozendaal, „we werken hier met dagverse produkten en daar mag niets aan mankeren, anders krijgen we het op ons eigen hoofd terug." Lachend vertelt hij dat hij al jong in de handel „zat". Met groenten en bloemen venten. „Ik doe het af en toe nog wel eens. maar dan voor de leut." Piet, die MDS heeft gedaan, volgde al een groot aantal cursussen bij Albert Heijn. Nu doet hij „Middel Management" en vindt de cursussen van AH prima verzorgd. De goedlachse „Eilander" wil best kwijt dat hij dol is op motorraces - „nee ik rijd zelf geen motor" - graag vaart met zijn zwager, altijd in is voor een personeelsfeestje en wintersport ideaal vindt. Martin Pakasi Piet Rozendaal Toekomstverwachtingen? ,Ja, me hier waar maken en proberen bij Albert Heijn vooruit te komen." Mels de Vroed (38) woont in een leuke flat in Bolnes, een plaatsje onder de rook van Barendrecht en werkt twee jaar bij de groentecentrale. „Het was eerst wel wennen. Ik ben scheepstimmerman, maar daar is geen werk meer voor. Toen ik hier begon, ben ik zaterdags gaan oefenen met een BT, een elektrische lorrie. Spannend hoor. Voordat je het weet draai je als een tol in het rond. Maar ja, alles went en inmiddels kan ik er aardig mee overweg." Mels werkt in het magazijn en rijdt met zijn BT de bestellingen uit de cel naar de grote hal waar de filialen op nummer staan. Met een scheepstimmerman zit je al gauw op het water. Mels werkte 22 jaar bij Boele's scheepswerf in Bolnes. Teakdekken inleggen en hutten betimmeren. Het is hem aan te zien dat hij zijn vak met liefde heeft beoefend. „Ik heb al mijn gereedschap nog. Timmerlui moesten vroeger hun eigen gereedschap meebrengen. Snap je?" Wij snappen het en wij snappen ook dat het voor een vakman uit een nagenoeg verdwenen vak in het begin niet mee viel om iets anders te doen. „Maar het bevalt me hier best. Ik werk in een fijn team. Dat is ook heel wat waard. Daarbij komt dat vers vers is en dat de produkten zo snel en zorgvuldig mogelijk moeten worden verwerkt. Dit in tegenstelling met de werf. Daar kon je 's avond nog wel eens denken: „Dat schip ligt er morgen nog". Dat is hier niet het geval." Mels timmert nog steeds graag, houdt van voetballen en heeft nog steeds een lang gekoesterde wens: eenmaal een proefvaart meemaken. „Maar dat zal er nu helemaal nooit meer van komen", verzucht hij. Last but not least. Martin Pakasi (20), de benjamin van de groentecentrale. Hij woont bij zijn ouders in Ridderkerk en is ingedeeld bij de fust-sorteerders. Gemiddeld 9-000 kratten per dag van allerlei kleuren en veilingen uit het hele land, die ontdaan moeten worden van het grove vuil en per kleur en veiling opgestapeld. Wanneer je thuis je bloemkooltje eet, denk je er niet bij na dat de fust-sorteerders ook een belangrijk steentje bijdragen aan onze goed verzorgde maaltijden. Zeven mensen zijn er dagelijks voor nodig en Martin is er één van. Martin, die de LEAO heeft gevolgd, zegt liever buiten te werken dan binnen. „Lekker bruin worden in de baas z'n tijd", zegt hij grinnikend. „Maar als het nodig is werk ik ook binnen", voegt hij er aan toe. Martin werkt bijna 2 jaar bij de groentecentrale. Begonnen als uitzendkracht, is hij op 1 januari jl, in vaste dienst gekomen en is van plan er voorlopig nog een paar jaar aan toe te voegen. Al die kleuren en tinten van de kratten vindt hij niet erg. maar dat de appels- en perenkratten verschillend zijn, irriteert hem. „Het moet toch mogelijk zijn ze allemaal even diep te maken", zegt hij. Martin is dol op muziek. Op zijn repertoire staat disco, reggea, soul, hard rock en klassiek. Hij heeft twee platenspelers en twee cassettedecks. Zijn platenarsenaal bestaat uit een meter singles en een halve meter Ip's. Om die muziek tot leven te brengen, heeft hij twee boxen met een vermogen van 50 watt. „Dat mag ik thuis niet voluit draaien maar in mijn auto heb ik nu ook een goede installatie en dan kun je me van ver horen aankomen." Bij Albert Heijn vindt hij het werken „een klasse beter" dan bij de baas waar hij in zijn schooltijd werkte. „Daar werd ik honds behandeld." Eens hoopt Martin bij een bewakingsdienst te kunnen werken. „Ik denk dat dat lekker spannend is", besluit hij. Tilly Loppersum Henk. Büscher Mets de Vroed

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 12