De COR en hel jaarverslag
Motivatie en betrokkenheid
;Sï:l 5i Hl:
Flitsen
pagina 7
ai, i
ADV
Werkgelegenheid
Winstdelingsregeling
Flexibilisering
Motivatie
<t*t
itit e
i i
Onder verantwoording van de COR
Op 16 april was de COR bijeen in een
.speciaal aan het jaarverslag gewijde
Ahold Overlegvergadering.
De bijeenkomst stond onder
voorzitterschap van de heer A. Heijn; uit
de Raad van Bestuur was tevens
aanwezig de heer L. Coren. Ook
aanwezig waren de heren De Soet en
Nelissen, beiden commissaris van
Ahold nv. Om het plaatje af te maken:
de laatste gast was de heer F.W. Hent,
hoofd van het bureau
Bedrijfseconomische Zaken, die een
uitgebreide presentatie aan de COR
verzorgde.
De heer Coren hield voor de COR in feite
dezelfde presentatie die hij een week
daarvoor had gehouden. Toen had de
financieel-economische pers zich op het
hoofdkantoor verzameld voor de
presentatie van hét jaarverslag.
Daarbij werden de jaaromzetten, de
resultaten, de diverse kosten en
belastingen toegelicht, met name in hun
relatie tot elkaar. Voor met name Etos
was 1984 een erg slecht jaar, zo luidde
een vap de opmerkingen, maar dat zat
hem vooral in het slechte weer. De COR
keek wel op van de invloed van dat weer
en was van mening dat dit ons toch niet
zo sterk mag verrassen.
De heer Heijn reageerde met de
opmerking dat „behalve voor Etos, het
weer ook voor AC Restaurants, Toko en
Ostara van bijzonder grote invloed kan
zijn en volstrekt onberekenbaar blijft."
De cijfers die passeerden sloegen niet
alleen op omzetten, resultaten e.d., maar
ook op de aantallen medewerkers.
Daarover maakte COR(-lid) Schoon de
opmerking dat,bij de Centrale Diensten
het aantal fulltime-equivalenten daalt,
terwijl de loonkosten stijgen. Hebben wij
zulke dure jongens in huis?" De heer
Hent reageerde hierop door met name te
verwijzen naar de
automatiseringssector. Daar zijn al-
langdurig een aantal vacatures voor
specialistische functies. Doordat er maar
weinig van de gezochte specialisten
beschikbaar zijn is dit probleem nog
steeds niet opgelost. Daarom worden die
functies nu vervuld door specialisten van
uitzendbureaus en die zijn niet
goedkoop.
Veel van de onderwerpen die aan de
COR en aan de pers werden
gepresenteerd zijn ook opgenomen in de
.Jaarverslageditie" van Flitsen, die in de
week na Pasen verscheen.
De heer Coren vestigde in zijn
presentatie toch nog even de aandacht
op een aantal speciale punten, zoals de
lagere belastingdruk, die mede heeft
bijgedragen aan de
resultaatverbetering
Die lagere belastingen zijn een
combinatie van het lagere tarief van de
vennootschapsbelasting (was 48%; is nu
43%) en de toepassing van
vermogensaftrek en voorraadaftrek.
Daarover was de COR al in 1984
geïnformeerd.
De heer Hent stipte in zijn presentatie ook
nogal wat cijfers aan; de meeste daarvan
echter zijn aan de COR onder
geheimhouding ter inzage gegeven. Zijn
cijfers leidde hij in met een korte schets
van de ontwikkelingen in de markt, met
name van die op het gebied van
voedings- en genotmiddelen. Daar is een
Onder verantwoording van de COR
volumedaling van 4% opgetreden. Het
marktaandeel van Ahold is in Nederland
niettemin gestegen. Op het gebied van
kruidenierswaren is de landelijke omzet
gestegen met 4,9%; bij Ahold was dat
zelfs 9,4%. De Ahold-cijfers lieten
vervolgens zien hoe, zij het soms in
meerdere of mindere mate, tegen de
verdrukking in een groei gerealiseerd
kon worden.
COR-lid Pieter Kruyswijk ziet die groei
niet als een ontwikkeling waar de
Nederlandse werknemer direct voordeel
van heeft. We zien de dollarbelangen
stijgen. Waarom zoekt u wèl in de
Verenigde Staten en niet in eigen land of
in de ons omringende landen?"
De heer Heijn: ,,Wij zoeken inderdaad in
de VS. Dat kost, zoals u al gemerkt heeft,
tijd. Je kan nu eenmaal wel gericht
zoeken, maar niet gericht vinden.
Vergroting van ons marktaandeel in
Nederland is alleen mogelijk tegen
verhoudingsgewijze hoge kosten en
daarbij moet je je dan ook nog afvragen
of het wel goed is voor je imago. We
hebben ook in Duitsland gekeken; ook
daar blijven we open voor
ontwikkelingen.
Cor Schoon meende uit de berichten in
Op 2 april heeft de COR zich in aanwe
zigheid van leden van de Raad van Be
stuur en de Raad van Commissarissen
gebogen over het Sociaal Jaarverslag
van Ahold nv.
Behalve Ahold-president A. Heijn waren
ook aanwezig de heer P. J. van Dun, die
in de Raad van Bestuur de sociale zaken -
behartigt, mevr. N. Rempt-Halmmans de
Jongh en de heer D. Vethaak, leden van
de Raad van Commissarissen.
COR-voorzitter Schoon opende met de
opmerking dat de COR zich niet alleen
heeft gebogen over het Sociaal Jaarver
slag, maar ook over de Sociale Toekomst
verkenning voor de jaren 1985-1987. De
COR heeft daar voor zichzelf een priori
teit uit gehaald, die in verband met de
arbeidsduurverkorting en de positie van
de vrouwen binnen Ahold als erg be
langrijk wordt gezien. Het thema van die
prioriteit luidt: Motivatie en betrokken
heid.
Raad van Bestuur-lid Van Dun was erg
gelukkig met deze openingsuitspraak, zo
als ook later uit zijn presentatie zou blij
ken. Dit door de COR gekozen thema is
naar zijn mening de kern van wat er de
komende jaren zal spelen, willen wij on
ze medewerkers betrokken houden bij de
onderneming.
Want u heeft gezien dat het Sociaal
Jaarverslag weer dikker is geworden; je
kunt door de bomen het bos niet meer
zien,- maar aan de door u ingediende
vragen kan ik zien dat u zich er goed op
heeft voorbereid."
Je kunt het sociaal jaarverslag in vier
onderwerpen splitsen:
1Arbeidsduurverkorting;
2. Werkgelegenheid;
3. Bedrijfsresultaat en
4. Flexibilisering" aldus de heer Van
Dun.
In de voornaamste CAO's binnen Ahold
is nu afgesproken dat de ADV wordt
uitgebreid. Verhoudingsgewijze lopen
we nog wel achter bij andere bedrijven,
maar de verdere ontwikkeling is beperkt.
Wat we nu doen is een versneld
inhaalwerk. Op een 36-urige werkweek
in 1986 hoeven we niet te rekenen.
Het is moeilijk om het effect van de ADV
zichtbaar te maken. Dat komt door tal
van factoren, zowel negatieve als
positieve. Daarbij valt te denken aan
winkelsluitingen, automatisering,
efficiencyverbeteringen en overwerk,
maar ook aan loonbeheersing, hogere
omzetten etc. Dat maakt het ADV-effect
bijna onmeetbaar. De bonden zijn
akkoord met het volgen van de
de pers nogal sterk de indruk gekregen te
hebben dat het resultaat van Ahold
vooral bereikt is door fiscale voordeeltjes
en koersverschillen.
De heer Heijn begreep die reactie. Hij
zei: ,,Wij zijn natuurlijk geen
beleggingsmaatschappij of iets
dergelijks. De resultaten moeten in
hoofdzaak komen uit de
bedrijfsactiviteiten van de
werkmaatschappijen. Maar we zouden
slechte ondernemers zijn als we niet
zouden pakken wat er langs komt.
Commissaris Nelissen schoot daar op in:
,De hoofdzaak wordt gevormd door de
commercie. Pas als dat resultaat heeft, is
het zinnig te praten over fiscale
voordelen. De commercie blijft toch de
voornaamste omzet- en resultaatvormer.
En met die dollar hebben we
tegenwoordig allemaal te maken."
,Het is een normale zaak dat je
zorgvuldig bezig bent met
belastingtechnische zaken", zo vulde
commissaris De Soet aan. ,De invloed
van de dollar op het eindresultaat wordt
steeds groter. Dat is bij Ahold zo en ook
bij mij, de KLM zo. En wat Ahold in de
moeilijke Nederlandse markt presteert is
ongelooflijk knap.
ontwikkelingen binnen Ahold in plaats
van het controleren van percentages.
Gemiddeld is er sprake van een
herbezetting van 50%, maar dat zegt
niets over de herbezetting per werkplek.
„Doelstelling van Ahold is het behoud
van werkgelegenheid. We hebben 1984
beëindigd met een positief saldo. Dat
komt door opening van nieuwe filialen
en vergroting van bestaande en door
Onder verantwoording van de COR
bijv. de opening van het Albert Heijn
Distributiecentrum in Zwolle. De
verwachtingen voor 1985 zijn positief,
maar lager dan in 1984", aldus de heer
Van Dun. „Die verwachting komt
natuurlijk ook door de ontwikkelingen
rond de Miro. De gegevens daarvan
staan nog niet vast en er wordt nu nog
gesleuteld aan de organisatievorm. De
toename in 1984 bedroeg circa 2000
koppen. Dat is 5,8%; in fulltime
equivalenten komen we dan uit op
5,2%."
Op een ingediende vraag van de COR
kwam de heer Van Dun met het volgende
cijferstaatje over de verdeling:
Het percentage werknemers met een
contract voor onbepaalde tijd bedroeg in
1984 86,7 (in 1983 was dat 87,6%); het
aantal met een contract voor bepaalde
tijd bedroeg 5,4 (in 1983 3,4%); en het
percentage los personeel bedroeg 7,9
(was in 1983 9%).
Dat betekent een daling van ,LP'ers en
OT'ers" en een stijging van de ,BT'ers".
Daarvoor zijn een aantal oorzaken aan te
geven:
- in het noorden en zuiden is sprake van
een omzetstagnatie
- BT'ers zijn ook zaterdaghulpen
- flexibiliteit in de detailhandel is
noodzaak. Men zal deze vorm dus altijd
tegen blijven komen. Maar we moeten
Vanzelfsprekend kwam ook de
winstdelingsregeling aan de orde. Bij
een gepubliceerde winst van 108,6
miljoen (23 miljoen meer dan vorig jaar)
zijn de verwachtingen hooggespannen.
De winstdelingsregeling is echter vooral
gebaseerd op het bereikte rendement,
dat dit jaar 15,33% bedroeg (in 1983 was
dit 15,49%).
Omdat in december 1984 al een
vooruitbetaling had plaatsgevonden zou
nu sprake zijn van een nabetaling van
0,58%. De uitbetaling daarvan wordt nu
doorgeschoven naar december 1985.
waken voor misbruik, want het is nooit
bedoeld als een verlenging van de
proeftijd. LP'ers en BT'ers zijn
noodzakelijk om de werkgelegenheid
van de OT'ers te waarborgen. Het
overwerk bedraagt overigens minder
dan 1%. Bovendien moeten we niet
vergeten dat Ahold als één der weinigen
ook aan part-timers het minimumloon
betaalt.
„We moeten erg oppassen voor
begripsverwarring", aldus de heer Van
Dun.De omzet daalt in volume. Dat
terugpakken kost ook geld. En daarbij is
motivatie van erg groot belang. Dat
verhoogt de produktiviteit en daarom
ben ik zo blij met uw initiatief. Dat heeft
op termijn zekér effect op het
bedrijfsresultaat. Of dat ook effeci heeft
op de nettowinst en het rendement, dat
kunnen we nu natuurlijk nog niet
zeggen."
Flexibilisering slaat op arbeidstijden, op
contracten met werknemers en op
arbeidsvoorwaarden
Bedrijfstijdverlenging kan een
mogelijkheid worden, maar we moeten
ook denken aan groeicontracten.
Daarmee doen we bij Albert Heijn in de
jeugdfilialen nu ervaring op. Bij
beoordeling van het effect van
arbeidstijden kijk je natuurlijk ook naar
verzuim. Uiteindelijk valt dat wel mee.
Van al het verzuim is 78,7% voor 1 week
of korter en slechts 6,3% betreft verzuim
van 3 weken of langer.
Commissaris mevr. Rempt haakte in op
de motivatie, die in de vergadering
meermalen werd genoemd. Zij was van
mening dat motivatie erg belangrijk is
ook in de relatie tot de klant. Het
klantgericht bezig zijn is de belangrijkste
opgave en motivatie is daartoe van
essentieel belang. Kijk naar de actie die
de KLM intern heeft gevoerd onder de
naam Kwaliteit '85. Het resultaat is nu al
merkbaar.
Overigens kan dit sociaal jaarverslag
model staan voor vele bedrijven. Het
gaat goed in op allerlei problemen en op
lopende zaken", aldus mevrouw Rempt.
De heer Van Dun sloot af met de
opmerking: „Motivatie grijpt ook in in de
stijl van leidinggeven. Daarvoor kunnen
wij de voorwaarden scheppen, dat
kunnen we sturen, inspireren en
begeleiden. Als u als COR dus de
motivatie oppakt vindt u ons aan uw
kant."