Beoordelen is ook ontdekken van kansen op carrière Door Leifo veel behoefte aan nieuwe opleidingen CERTIFICAAT pagina 6 Flitsen Drs. W. Hoogenboont: naar verhouding veel te weinig vrouwelijke afdelingschefs Voorjaarstijd: beoordelingstijd. Duizenden mede werkers in de Albert Heijn-fïlialen zitten de ko mende weken weer in spanning: „Vindt de chef mij zwak, matig of goed? Of zou hij mij zeer goed, misschien zelfs uitstekend vinden?" Want dat zijn de vijf mogelijkheden in het AH-beoordelings- systeem dat vorig jaar werd geïntroduceerd en waarmee inmiddels goede ervaringen zijn opge daan. Drs. W. Hoogenboom, hoofd Functiebezetting en Loop baanontwikkeling bij Albert Heijn: „Het systeem dat we voordien hanteerden, bleek in de praktijk niet geheel te voldoen. Vooral omdat er op bepaalde onderdelen ver schillende interpretaties mo gelijk waren en dat moet na tuurlijk zoveel mogelijk wor den voorkomen. Een func- tionerings-beoordeling moet helder zijn; beide partijen (zowel de betrokken werk nemer als afdelingschef of bedrijfsleider) moeten pre cies -van elkaar- weten waar ze aan toe zijn." Onbenutte kansen Dat is vooral belangrijk om dat de kwaliteiten en de mo gelijkheden van de mede werkers dan beter „in kaart" kunnen worden gebracht en vervolgens in de juiste rich ting ontplooid worden. Hoo genboom: „Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel on benutte of onvoldoende be nutte mogelijkheden liggen. Kansen op carrière die niet worden ontdekt en dus ook niet worden gegrepen of ge boden. Dat is jammer, zowel voor de medewerkers als voor de werkorganisatie. Dit geldt in het bijzonder ook voor vrouwen. Er zijn naar verhouding veel minder vrouwelijke afdelingschefs dan mannelijke, terwijl een vrouw die functie in princi pe natuurlijk even goed (en in een aantal gevallen wel licht beter) kan bekleden als een man." Wel, door middel van een juiste beoordeling én het daarop volgende gesprek kan bijvoorbeeld ontdekt worden of een bepaalde me dewerker geschikt is om te zijner tijd afdelingschef te worden, of men dat wel of niet wil en zo ja, wat er dan verder moet gebeuren (in de opleidingssfeer bijvoor beeld om het beoogde doel te bereiken." Zorgvuldig De jaarlijkse beoordeling van medewerkers met het functieniveau I en II (verko pers 12 en 3 en caissières 1 2 en 3) is inmiddels weer voorbereid. De afdelings chefs en de bedrijfsleiders zijn goed geïnstrueerd en de hulpformulieren voor de te beoordelen medewerkers liggen klaar of zijn inmiddels al uitgereikt. Op die voorbereidingsfor mulieren staat o.m. vermeld wat er beoordeeld wordt, na melijk: 1. De vaktechnische kennis en het gebruik daarvan (is de voor de functie be nodigde vakkennis aan wezig en wordt die ook gebruikt?). 2. Instructies en regels van het huis (de wijze waarop die instructies en regels worden nageleefd). 3. Betrokkenheid (beoorde ling van de interesse en de betrokkenheid bij het werk). 4. Zorgvuldig en netjes werken (de mate waarin dat gebeurt). 5- Klantgericht handelen (beoordeling van de aan dacht voor en de houding ten opzichte van de klan ten). 6. Collegialiteit (de wijze waarop met de teamge noten wordt samenge werkt). 7. Persoonlijke verzorging (beoordeling op grond van hygiënische en alge meen maatschappelijke normen in relatie tot het werk). Voor de caissière III en ver koper III worden daaraan nog de volgende beoorde lingspunten toegevoegd: 8. Opleiden (de wijze waar op geassisteerd wordt bij de opleiding van mede werkers binnen het team). 9. Vervangen (de manier waarop gezorgd wordt voor een normale voort gang van de werkzaamhe den tijdens kortdurende afwezigheid van de hoofdcaissière of afde lingschef. Zelfbeoordeling Van de te beoordelen mede werkers wordt verwacht, zo vertelt de heer Hoogen boom, dat zij zich op het beoordelingsgesprek met de afdelingschef of de be drijfsleider ook voorberei den door zichzelf te beoor delen en bovendien een me ning hebben over de bege leiding e.d. van de chef. Het voorbereidingsformulier bevat met dat doel de vol gende vragen: a. Vindt u dat u in het afge lopen jaar goed hebt kun nen werken? b. Vindt u dat u in uw werk voldoende begeleiding heeft gehad? c. Is er naar uw opvatting een goede samenwerking binnen de afdeling? d. Is uw opleidingsplan uit gevoerd? e. Vindt u dat u voldoende informatie krijgt over de ontwikkelingen binnen Albert Heijn? De beoordeelde medewer ker hoeft „het" dus niet met de beoordelaar eens te zijn, want de „schuld" van niet goed functioneren kan voor hetzelfde geld bij de afde lingschef of de bedrijfsleider liggen. De uiteindelijke werkbeoordeling is dan ook met een aantal waarborgen omringd. De beoordeling wordt voorgelegd aan de „naast hogere chef'. Daar naast kan de betrokken me dewerker, indien hij dat wenst bij zijn personeelfunc tionaris een vervolggesprek over zijn beoordeling vra gen. Afspraken Drs. Hoogenboom: „Het gaat erom, dat er ten slotte een zuivere werkbeoordeling uit de bus komt, waarmee ook de medewerker zelf kan in stemmen. Dat is van groot belang voor beide partijen, want op grond van de uitein delijke beoordeling wordt een zogenaamd afspraken- blad ingevuld, waarop pre cies wordt aangegeven wel ke eigen AH-opIeidingen zul len worden gevolgd en wel ke studie (algemeen of vak gericht) zal worden gevolgd om dichter bij het afgespro ken doel te komen. „Op dat formulier worden ook afspraken vastgelegd over de manier waarop ge tracht zal worden eventuele „zwakheden" te verbeteren en over de begeleiding en ondersteuning daarbij door de directe chef. En bij de beoordeling van het volgen de jaar wordt nagegaan in hoeverre die afspraken ook daadwerkelijk zijn nageko men." Het hoofd Functiebezetting en Loopbaanontwikkeling vindt het jammer dat nog niet in alle AH-filialen de jaarlijkse beoordeling voor de volle honderd procent plaatsvindt, soms omdat de chefs of bedrijfsleiders me nen er geen tijd voor te heb ben. „Dat is jammer, want, kijkend naar het kadertekort, is het duidelijk dat carrière kansen voor medewerkers niet langer onbenut mogen blijven." Daarnaast is mis schien nóg belangrijker dat chef en medewerkers van el kaar weten hoe gedacht wordt over de uitoefening van de functie. Het functio neringsgesprek biedt daar toe een uitstekende ingang. De laatste tijd heerst er binnen Albert Heijn weer een drukte van belang rond de oplei dingen. Meer dan ooit te voren, en dat komt vooral omdat er met de invoering van Leifo grote behoefte bleek te bestaan aan nieuwe op leidingen voor alle functies in de filialen- organisatie. Dat blijkt uit een gesprekje met Marga Jonker, oplei dingsfunctionaris bij Albert Heijn. Voor zij op de afdeling Opleidingen kwam, was zij gedurende anderhalf jaar werkzaam als sector-chef Kassa in het AH-fdiaal aan de Helmholtzstraat in Amster dam. Die ervaring komt haar goed van pas, want zij weet nu precies welke behoeften er in de dagelijkse praktijk bestaan. Overigens moet die extra behoefte aan opleidingen niet alleen gezocht wórden bij Leifo. Ook het vorig jaar gestarte nieuwe beoorde lingssysteem bij Albert Heijn (zie boven) brengt veel nieuwe of aanvullende be hoeften aan kennis en erva ring aan het licht. Alle niveaus Dat geldt in meerdere of mindere mate voor alle ni veaus in de filiaal-organisa tie. De afdeling Opleidingen van Albert Heijn houdt zich dan ook bezig met vrijwel al le opleidingen zowel inhou delijk als organisatorisch). Voor caissières I, II en III en voor verkopers I, II en III als mede met de daarop aanslui tende cursussen voor afde lingschefs, hoofdcaissières en bedrijfsleiders. Marga Jonker zelf houdt zich vooral bezig met de opleidingen op het gebied van de kassa- groep. De opleidingen voor hoofd caissière (Hoka) hebben evenwel haar bijzondere aandacht. Niet alleen omdat zij zelf geruime tijd in een dergelijke functie gewerkt heeft, maar vooral omdat de Hoka-functie naar haar me ning lange tijd ondergewaar deerd is geweest. In de nieu we omschrijving zit de func tie op hetzelfde niveau als die van de afdelingschef. Weinig vrouwen „Daar komt nog bij," zo ver telt zij, „dat er naar verhou ding weinig vrouwen in het midden-kader zitten (vooral afdelingschefs, maar ook be drijfsleiders). Er zijn binnen de hele Albert Heijn-organi- satie bijvoorbeeld maar twee vrouwelijke bedrijfsleiders (in Wageningen en Hille- gom, red.). Ik gooi er bij de opleidingen wel eens een balletje over op en dan is het opvallend dat, als je aan de afdelingschefs vraagt wie er eigenlijk wel bedrijfsleider zou willen worden, onge veer 50 procent van het aan tal mannen met „ja" ant woordt, terwijl de Hoka's daarop nauwelijks of geen antwoord hebben. Die mo gelijkheid komt gewoon niet bij hen op..." (Zoals bekend komt dit soort problemen ook aan de orde in het on derzoekproject „Vrouwen binnen Ahold". Per werk maatschappij is inmiddels een werkgroep gestart om die problemen in kaart te brengen en er zo mogelijk een oplossing voor te vin den). Zeer uitgebreid Voor de functies caissière I en verkoper I is er een alge mene basisopleiding van 4 maanden. Gemiddeld 8 maanden na indiensttreding kunnen nieuwe medewer kers dan de functie II berei ken. Zowel voor de functie I Eén van de certificaten die na het goed doorlopen van de eigen Albert Heijn-oplei- dingen verkregen kunnen worden. als II bestaan er niet minder dan 20 opleidingsboeken (uiteraard uitgesplitst naar assortimentsgróepen e.d.) waarin de medewerkers stap voor stap, maar zeer uitge breid naar meer zelfstandig heid, meer routine en grote re vakkennis worden geleid. Daarbij is het uiteraard heel belangrijk, dat de theorie da gelijks op de werkvloer in praktijk kan worden ge bracht. Ook een goede bege leiding (door de afdelings chef of het hoofd van de kas- sagroep) is van groot belang: de begeleiders worden daar voor speciaal opgeleid. Daar naast hebben ze de beschik king over begeleidingsin structies waarin precies be schreven wordt hoe iemand goed opgeleid kan worden. De opbouw van de opleiding voor bedrijfsleiders is qua opzet gelijk aan de midden kader opleidingen. Wanneer iemand caissière II of verkoper II is, bestaat er voor enkelen de mogelijk heid om door te gaan als caissière III of verkoper III. Aan deze medewerkers wor den aanzienlijk zwaardere ei sen gesteld omdat de „drietjes" de afdelingschef of de bedrijfsleider moeten kunnen vervangen indien deze tijdelijk afwezig is. Marga Jonker: „De medewer kers in de functie III moeten er echt „uitspringen" als het gaat om het signaleren van fouten of onregelmatighe den, het nemen van initiatie ven, het kunnen omgaan met mensen (zowel collega's als klanten) en het organiseren, zoals het omgaan met dag schema's, voorraadbeheer, e.d. Ook hiervoor beschik ken wij over speciale oplei dingsboeken. Terwijl daar naast caissières III, die zich daadwerkelijk bezighouden met het opleiden van caissiè res I, nog de mogelijkheid hebben de tweedaagse cur sus „Opleiden" te bezoeken. Opbouw middenkader opleidingen Ja, en daarna is er voor dege nen die daarvoor in aanmer king komen (en dat ook wil len natuurlijk) een heel spe ciale opleiding voor Hoka en afdelingschef met respectie velijk 5 en 6 cursusblokken van 3, 4 en 5 dagen buiten de deur. Ook hiervoor heeft Albert Heijn een eigen oplei ding waarin alle onderwer pen behandeld worden die nodig zijn voor het uitoefe nen van de betreffende func tie. Deze opleiding wordt begeleid door een cursuslei der (meestal een BL). De cursusleider krijgt weer on dersteuning van de afdeling opleidingen. Tevens komen er tijdens de hele opleidings periode specialisten die be paalde onderwerpen behan delen. Een ZPOF vertelt dan wat over personeelbeleid, terwijl de ZM het commer cieel beleid komt toelichten. Met deze opleidingen (in vervolg dus op die voor de functies III) is gemiddeld on geveer driekwart jaar ge moeid, waarbij een hele vor- mingsweek is inbegrepen. Een zwaar programma dus en daarom de vraag: „Zijn er veel afvallers?" Marga Jonker: „De cursisten zijn verdeeld in groepen van 12 personen. Van elke groep vallen er tussentijds gemid deld 1 of 2 af. Voor hen blijkt het cursusprogramma dan wel de praktijk te zwaar. Dat wil niet zeggen, dat die afval lers na verloop van tijd niet tóch geschikt kunnen blij ken: zij kunnen bijvoorbeeld nog te jong zijn of nog een paar jaar meer ervaring no dig hebben. De afvallers worden dan ook zeker niet "voor altijd" afgeschreven, integendeel, de personeel- dienst houdt ze goed in de gaten!"

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 6