Brussel heel belangrijk voorAhold HIRA verhuist naar Oostzijde Colofon pagina 2 Flitsen Hoofd Externe Betrekkingen, mr. A. Th. van Ewijk: „Het belang van Brussel wordt door sommigen onderschat. Wanneer er aan belangrijke besluiten wordt gewerkt, zie je uit bepaalde landen nie mand opdraven. Dat is gewoon ontzettend dom. En je moet niet achteraf komen klagen, als je niet mee hebt willen praten." Mr. A. Th. van Ewijk, hoofd Externe Betrekkingen bij Ahold, laat er geen twijfel over bestaan: „Het is van groot belang dat de detail handel, en dus ook Ahold, zijn stem laat horen. Niet al leen in Nederland, maar ook binnen de EEG. Er worden in Nederland en in het EEG- centrum Brussel immers zó veel beslissingen genomen en regels opgesteld die in vloed hebben op de detail handel." Namens Ahold (of via Ahold als vertegenwoor diger van een organisatie) tracht Van Ewijk de belan gen van het winkelbedrijf te behartigen. Hij schat het aan tal organisaties waarin hij zit ting heeft op ruim twintig. Organisaties Zo heeft hij ondermeer con tacten met de Stichting Cen traal Bureau Levensmidde lenhandel (CBL), en verte genwoordigt hij Ahold in de Vereniging van Grootbedrij ven in Levensmiddelen (VGL) en in het Verbond van Nederlandse Ondernemers (VNO). Van Ewijk zit na mens de Nederlandse detail handel de Raad voor het Filiaal- en Grootwinkelbe drijf in dit geval tevens in de overkoepelende Europe se CECD: de Conféderation Européenne du Commerce de Detail. Ingewikkeld? Het wordt nog erger. Van Ewijk: „Via de organisaties kun je in Nederland afgevaardigd zijn naar bedrijfs- en produkt- schappen. Zelf zit ik in het bestuur van het Produkt- schap voor Groenten en Fruit en daarmee trouwens onmiddellijk in vijf commis sies. Dat lidmaatschap is tijd rovend maar erg belangrijk." Het zou te ver voeren om al le instanties op te noemen waarin Ahold, via Van Ewijk, actief is. „Wij draven bij elke belangrijke organisatie op", vat het hoofd Externe Be trekkingen samen. ,Je moet waar mogelijk contacten met de overheid en de orga nisaties behouden. Je moet nationaal en Europees bezig zijn. Ervaringen uitwisselen en vaststellen welke actie moet worden ondernomen." Die actie bestaat de ene keer uit het uitwisselen van infor matie met politici, ambtena ren en vertegenwoordigers van allerlei instellingen door Van Ewijk zelf, een andere keer echter zorgt Van Ewijk dat een vertegenwoordiger van Ahold, of één van de or ganisaties die hij vertegen woordigt, kan meepraten over bepaalde specialisti sche problemen. Op reis Hoewel werkzaam binnen tal van Nederlandse organi saties besteedt Van Ewijk daar gemiddeld 20 procent van zijn tijd aan. Eén dag per week brengt hij door op zijn kantoor op het HK in Zaan dam, terwijl de resterende 60 procent in de EEG-activi- teiten wordt gestoken. Van Ewijk bereist met de regel maat van de klok de verschil lende EEG-lidstaten. Door dat reizen beslaat zijn werk week al gauw tachtig tot honderd uur. Het EEG-be- stuurscentrum Brussel blijft evenwel het centrale punt. Van Ewijk: „De EEG is be langrijk voor de landbouw. En de Ahold-werkmaat- schappijen verkopen in hoofdzaak landbouwproduk- FLITSEN Personeelsblad Ahold nv januari 1985 42-ste jaargang no. 1 verschijnt 11 x per jaar Oplage: 33.000 Redactie secretariaat: Ankersmidplein 2 Kamer 1703 1506CK ZAANDAM Tel.: 075-592519 REDACTIE FLITSEN Mw. T. Plooijer (hoofdred.) Public Relations HK 1701,075-593026 Mw. S. Eijben Directiesecretariaat Miro MK 402, 075-592721 P. Hesp AH-filiaal 1135 Floridaplein 2037 AK Haarlem, 023-330016 N. Th. M. Huijsman Product Managing Marvelo P430,075-592551 N. Hupkens Filialenbureau AH HK 803,075- 593076 J. J. M. Jongstra Directoraat P&O HK 1304, 075-592524 E. Muller Public Relations HK 1703, 075-592519 A. de Roo (Bureau Van Hulzen) F. Visser Marketing AC Restaurants W 407, 075-592932 ten of verwerkte Iandbouw- produkten. De wetgeving op dit gebied komt uit Brussel. Je moet er dus met je neus bovenop zitten als er rege lingen worden gemaakt." Voorbeeld Hij geeft een voorbeeld: „De Europese commissie was be zig een richtlijn te ontwer pen voor diepvriesproduk- ten. Men wilde een tempera tuur van min 18 graden Cel sius in de vrieskasten. Voor Ahold zou dat niet eens zo'n probleem zijn, maar in Groot Brittannië wordt in de win kels min 12 graden aange houden. Als nu iedereen ver plicht zou worden om op zeer korte termijn in z'n win kel diepvriesprodukten bij min 18 graden te bewaren, zou dat een ramp zijn. Alleen in Engeland al zou dat miljar den aan nieuwe apparatuur gaan kosten. Kijk. het is lo gisch dat je in een pakhuis, waar sommige produkten een jaar blijven bewaard, min 18 graden verplicht. Maar in de winkel, waar de spullen toch snel worden verkocht, is dat niet nodig. En nu hebben we dus toch zoveel van ons standpunt kunnen inbrengen dat er een compromis is gevonden: er komt een overgangsperiode van tien jaar in de ontwerp richtlijn. Zo doet het nie mand pijn. Als je nu niet in Brussel zou hebben meege praat, dan zou je zijn over vallen door zo'n nieuwe re gel", vertelt Van Ewijk. Ahold-probleem In dit geval is de hele bran che geholpen, maar soms is Van Ewijk in EEG-verband ook met specifieke Ahold- problemen bezig. „Zo zijn we nu met betrekking tot Belgische jenever in een procedure voor het Europe se Hof van Justitie in Luxem burg verwikkeld. Omdat we het niet eens zijn met de be perkingen die ons door de Nederlandse overheid zijn opgelegd bij de verkoop. Als we hierin gelijk krijgen, pro fiteren anderen trouwens ook van onze inspanningen. Maar het komt natuurlijk heel vaak voor dat Ahold's belangen dezelfde zijn als die van de rest van de be drijfstak." Iets wat ook een typische Ahold-zaak is, zijn de proble men die Albert Heijn onder vond bij de verkoop van Duitse appelmoes. Op de blikken stond „Apfelmus". De Keuringsdienst van Wa ren maakte procesverbaal op omdat AH niet aan de Neder landse etikettering zou vol doen. Een EEG-richtlijn zegt echter dat de aanduiding op een produkt „in voor de con sument begrijpelijke taal" moet zijn gesteld. Nederland heeft daarvan gemaakt: „in de Nederlandse taal". Met als gevolg dat AH handenvol geld zou moeten uitgeven Mr. A. Tb. van Ewijk aan het opnieuw stickeren. „Er is expres „begrijpelijke taal" gezet, om de internatio nale handel gemakkelijker te maken. Dat is althans onze mening", zegt Van Ewijk. „En Apfelmus wordt heel goed begrepen in Nederland. Daarom proberen we nu bin nen de EEG ons recht te ha len." Zo is Van Ewijk dag in, dag uit, bezig met de meest uit eenlopende zaken. „Want hoewel er nogal eens laat dunkend wordt gedaan over de EEG, ze raakt iedereen op tal van terreinen. En met de groei van de handel tussen de EEG-landen zal het belang alleen maar toenemen. De noodzaak van actieve be trokkenheid is dus duidelijk. Het rendement van de werk zaamheden", zo zegt Van Ewijk, „is echter niet te me ten. Als je door je werk kunt bereiken dat AH mag door gaan met de verkoop van een bepaald produkt, dan is dat een zichtbaar resultaat. En als je een ons bedreigen de regeling karr afwenden, dan lever je ook een positie ve bijdrage. Maar in cijfers uitdrukken, neen, dat lukt niet." Mr. A. Th. van Ewijk (50) studeerde rechten aan de Er- asmus-univcrsiteit in Rotter dam. Na functies te hebben uitgeoefend in de marketmg- sfeer, kwam hij in 1971 bij Ahold in dienst. In eerste in stantie werkte hij daar voor de Vers Vlees Groep, maar later werd Levensmiddelen- recht zijn specialisme op de Juridische Afdeling. Toen al ontwikkelde hij een sterke belangstelling voor Euro pees recht. Om gezond heidsredenen stopte de heer Nolte in 1973 met Europese Zaken op die afdeling, waar op Van Ewijk het roer over nam. Het ging toen nog om een soort part-time functie. In de afgelopen jaren is de hoeveelheid werk echter zo sterk toegenomen dat Van Ewijk in 1982 de afdeling Externe Betrekkingen ging leiden. Sinds een halfjaar heeft hij daar assistentie van de heer J. Rommertz. Het zal niet gebeuren, maar de verhuizing zou per schip kunnen plaatsvinden. In de eerste maanden van dit jaar maken namelijk rond 50 medewerkers van de HIRA de oversteek van het Ankersmidplein en Westzijde naar Oostzijde. Een „operatie" die twee andere evenementen mar keert: een face-lift van een deel van het Marvelo- complex en een eerste stap op weg naar het op termijn mogelijk afstoten van het kantoor West zijde. „De behuizing van de kanto ren aan de Westzijde is al ja ren niet meer ideaal. Vooral op de hogere etages is het al enige tijd behelpen." De heer L. van Schreven, hoofd projectleider bij de Dienst Technische Projecten, spreekt uit ervaring. De DTP is in datzelfde gebouw ge huisvest op drie verschillen de plaatsen, hetgeen het on derling contact bemoeilijkt. Het is niet denkbeeldig dat het enthousiasme waarmee Van Schreven over de op handen zijnde verhuizing vertelt, daarmee iets te ma ken heeft. Immers, nadat de HIRA vertrokken is, krijgt de DTP meer ruimte. Overigens laat hij weten dat die oplos sing ook maar van tijdelijke aard zal zijn omdat over en kele jaren het kantoor West zijde waarschijnlijk opgehe ven zal worden. HIRA, de sector die zich richt op Horeca-, Institutio nele en Recreatie-Activitei ten, krijgt in het Marvelo-ge- bouw de beschikking over een deel van de vijfde en de volledige tweede etage. Op de vijfde verdieping komt, door enkele interne verhui zingen, half februari plaats vrij voor 10 stafmedewer kers van de HIRA. Van de tweede etage (waar vroeger ontbijtkoek werd gemaakt) zijn linnenkamer en goede renopslag verdwenen. De beschikbaar gekomen ruim te wordt nu ingericht als kantoor voor de 37 mede werkers van AC Restaurants, Toko en Ostara. Zij verhui zen begin mei. Face-lift De inrichting van de nieuwe kantoorruimten vormt on derdeel van een groter pro ject, dat de heer Van Schre ven omschrijft als een face lift van Marvelo. Daartoe ho ren verder de bouw van een nieuw glasmagazijn van 2.200 m2, een nieuwe por tiersloge en een herindeling van het voorterrein. Om voor het een en ander ruim te beschikbaar te krijgen zijn het oude papiermagazijn, de brandweergarage, magazijn „de kerk" en de portiers- an nex postkamer gesloopt. Dat was een aantrekkelijke sloopopdracht omdat er veel oud, maar kwalitatief zeer goed, Amerikaans grenen hout tevoorschijn kwam. Half mei Half mei zullen de nieuwe gebouwen in gebruik geno men kunnen worden. De portiersloge wordt uitgerust met moderne bewakingsap paratuur en zal onder meer een béter „zicht" bieden op zowel het bedrijfsterrein als het betrokken gedeelte van de Oostzijde. Die controle komt ook ten goede aan het parkeerterrein met plaats voor 116 personenauto's. Ook de fietsenstalling zal be ter bewaakt worden. De af ronding van deze renovatie fase betreft de aanleg van een nieuwe personenlift en de verfraaiing van het trap penhuis. Op een wat langere termijn staat verdere renova tie op het programma.

Personeelsbladen | 1985 | | pagina 2