Win een mand vol spelletjesJ
,Als ik opnieuw kon
kiezen zou ik weer
timmerman worden!
Flitsen
p&gina 9
Kinder
puzzel
Heintje Rozijntje
SINT.'
NOGWTf
TON?
ML.
D£ HRKMUD
Hoe doe je mee
De heer P. de Brueijs (77) uit Amsterdam:
Geluk
Schrik
Brommer
De kerstman was er vroeg bij
dit jaar. Hij heeft alvast de
kerstinkopen gedaan. Door
alle drukte was hij het bijna
vergeten. Toch zit alles nog
niet in zijn karretje. Jij kunt
hem daarbij helpen door al
zijn boodschappen van links
naar rechts in te vullen. Als
je dat hebt gedaan, zie je van
boven naar beneden een
woord staan, dat de oplos
sing vormt van de puzzel.
i hHvoi
goede inzendingen worden
drie prijswinnaars getrokken
die een mand boordevol Ra-
vensburger-spelen voor jong
oud ontvangen. Trou
wens, je moet je briefkaart
wel vóór 14 januari van het
volgend jaar insturen
Verder wenst redactie Flit
sen je een fijne vakantie
prettige kerstdagen en een
gelukkig nieuwjaar!
Aan de wedstrijd mogen alle
kinderen t/m 12 jaar mee
doen. Zet de oplossing op
een briefkaart met je naam,
adres, woonplaats en leeftijd
en stuur die naar Ahold nv
Redactie Flitsen, kamer
1703, Ankersmidplein 2
1506 CK Zaandam. Uit de
Op een met liefde vertim
merde bovenverdieping
in Amsterdam woont de
heer P. de Brueijs (77),
oud-timmerman annex
onderhoudsman van AH
in de hoofdstad. Een ras
echte, joviale, goedlachse
Amsterdammer met één
grote hartstocht: hout! Op
zijn vliering heeft hij een
werkplaats ingericht,
compleet met draaibank.
Daar maakt hij van afge
dankt hout de mooiste
dingen: kandelaars, pin
dastelletjes, schaaltjes,
dozen, potjes en nog veel
meer. „Ik maak nooit het
zelfde", verklaart de heer
De Brueijs. „Dat is het
leukste. Als ik begin, weet
ik nooit wat ik ga maken,
dat laat ik van het hout af
hangen. Ik koop nooit
hout. Ik gebruik oude
deuren of stoelen, er is al
tijd wel iets te vinden. En
ik geef alles weg aan wie
het maar wil hebben. Ie
dereen vindt het mooi,
maar als ik er geld voor
zou vragen vinden ze het
misschien ineens niet
mooi meer. Dat moet ik
niet hebben."
Bezig zijn met hout is voor
de heer De Brueijs niet
nieuw. Hij heeft na zijn pen
sionering bij AH van zijn vak
zijn hobby gemaakt. Het ken
merk van de echte am
bachtsman. Hij begon als
jongen bij een aannemer en
kwam op zijn 28ste jaar als
timmerman terecht bij het
levensmiddelenbedrijf Van
Amerongen uit Amsterdam.
„Daar had ik geluk mee, het
was in 1935, midden in de
crisisjaren", vertelt de heer
De Brueijs. „Ik deed onder
houdswerk en kleine ver
bouwingen. Ik had de papie
ren voor bouwkundig teke
naar in mijn zak, maar ik wil
de timmerman blijven, lek
ker met mijn handen
werken. Een kantoor en
steeds maar achter zo'n te
kentafel is niets voor mij. De
laatste vijf jaar van mijn
werktijd moest ik wegens
gezondheidsredenen op het
hoofdkantoor in Zaandam
doorbrengen. Ik stond daar
aan de lichtdrukmachine
voor het afdrukken van de
tekeningen. Dat ging, maar
echt leuk was het niet. Ik
ben die tijd voornamelijk
doorgekomen door de goe
de sfeer onder de collega's.
Niet dat ik ze nu nog veel
zie. Ach, ik ben al twaalf
jaar weg, de meesten zijn al
overleden."
In het begin van de jaren vijf
tig kreeg de heer De Brueijs
de schrik van zijn leven. Zijn
bedrijf, Van Amerongen,
ging fuseren met Albert
Heijn. „Ik vond het maar
niks. Ik had zo'n vrij leventje
in mijn eigen werkplaats in
de Haarlemmer Houttuinen.
Niemand keek op mijn vin
gers, ik was zo'n beetje eigen
baas. Als er ergens iets ge
maakt moest worden dan
werd ik geroepen en ging ik
er heen op mijn brommertje.
Vooral in de oorlog heb ik zo
gekke dingen meegemaakt.
Ik mocht 's nachts over
straat omdat ik voor een le
vensmiddelenzaak werkte.
Als er ergens een ruit was in
gegooid dan moest ik er
heen. Soms kwam de politie
me daarvoor roepen, dan
schrok ik me wild. Want het
was natuurlijk toch wel een
spannende tijd."
De schrik voor Albert Heijn
is de heer De Brueijs te bo
ven gekomen, maar het heeft
wel even geduurd. „Zaan
dammers zijn zo'n „ander"
volk. Ze hebben niet het Am
sterdamse gevoel voor hu
mor, er werd weinig lol ge
maakt in de winkels. Ik wilde
dan ook liever niet naar
Zaandam. Ik ben in _de Jor-
daan geboren en was niet
van plan mijn eigen stad te
verlaten. Topn kwam de ou
de heer Heijn bij me langs,
baas Gerrit, zal ik maar zeg
gen. Die zei: Brueijs, jij blijft
hier, jij weet hier de weg, be
ter kunnen we het niet heb
ben. En toen kon ik lekker in
m'n eentje in de Haarlem
mer Houttuinen blijven."
Ruim vijftien jaar lang werk
te de heer De Brueijs hele
maal alleen in de Amster
damse werkplaats van AH.
Eenzaam voelde hij zich er
bepaald niet. „Het was een
prachtig leven. Ik ging overal
naar toe, naar Zandvoort,
Bloemendaal, Heemstede,
Bussum. noem maar op.
Allemaal op de brommer.
Dan genóót ik, lekker in de
open lucht. Eén keer ben ik
aangehouden omdat ik een
aanrecht op de brommer
vervoerde. Die politieman
vroeg: „Is dat een brommer
of een vrachtwagen?" Met
een smoesje kon ik onder de
bekeuring uitkomen. Tja,
een auto zat er in die tijd
niet in. Wat dat betreft heb
ben ze het tegenwoordig al
lemaal wat makkelijker. Maar
of ze het nu echt beter heb
ben? Financieel misschien,
maar dat is ook niet alles. Ze
zijn er in ieder geval niet ge
lukkiger onder tegenwoor
dig. Hoewel ik niet direct de
goede tijd heb meegemaakt,
heb ik echt een fijn leven ge
had. Als ik opnieuw zou kie
zen zou ik weer timmerman
worden. Maar dan niet meer
op de brommer!"