00 Vrouwen binnen Ahold en sociale toekomstverkenning Lange zitting met veel informatie Positie van vrouwen binnen Ahold STV ft ïïs De COR-vergadering van 2 oktober jongstleden was een voornamelijk informa tieve dag. Echt vergaderd werd er nauwelijks. Maar dat betekende bepaald niet dat het een minder belang rijke dag was. Integendeel, de agenda van die dag stond in het teken van twee zeer belangrijke punten, name lijk een rapport over de po sitie van vrouwen binnen Ahold en de zogenoemde Sociale Toekomstverken ning (STV). Alhoewel op beide agendapunten het stempel „vertrouwelijk" staat, zijn deze punten zo belangrijk, dat wij u er toch iets over willen ver tellen. Dat is dan wel wat algeme ner, maar het geeft een beeld van de zaken waar de Centrale Onder nemingsraad zich mee bezig houdt. Met zijn dus geen menin gen of standpunten van de COR, want die moeten nog worden in genomen, als dit al mogelijk is en als dit al gewenst is. In het eerste deel van de COR-bij- eenkomst waren natuurlijk eerst de min of meer standaard-agenda- puntca.aan de orde. Zaken als no tulen, het vergaderschema voor volgend jaar en allerlei mededelin gen die uitgewisseld moesten worden. Daarbij was ook de mede deling van COR-voorzitter Schoon, dat de COR van Ahold te zamen met de COR'en van KBB en Vendex International van plan was om een brief te sturen aan de Vas te Commissies van de Tweede Ka mer voor Justitie en Binnenlandse Zaken over de toenemende pro blemen op het gebied v an winkel diefstal, vandalisme en bedreiging. De noodklok die de gezamenlijke ondernemingsraden hierover lie ten luiden heeft een golf van reac ties in de pers teweeggebracht, hetgeen natuurlijk één van de be doelingen was van de brief. Voor dit onderwerp was een aan tal speciale gasten aanwezig. Be halve een drietal leden van de werkgroep Vrouwen binnen Ahold, was daar ook drs. P.C. de Jong. De heer De Jong houdt zich bezig met organisatie- en consu mentenonderzoek en is voor dit onderwerp door het Directoraat Personeel Organisatie van Ahold als deskundige ingehuurd. Mary van Vucht, de voorzitster van de werkgroep leidde de heer De Jong in. Daarvoor wierp zij een korte blik in de geschiedenis van de werkgroep. Zij vertelde dat het onderzoek van de heer De Jong voortkwam uit een nota die de werkgroep al enige tijd geleden had uitgebracht. Bovendien waren er nog twee redenen om een on derzoek uit te voeren in het kader van Vrouwen binnen Ahold. De eerste reden is het algemene emancipatiestreven, dat o.a. gesti muleerd wordt door de Wet Gelij ke Behandeling Mannen en Vrou wen. De tweede reden is de taak van ondernemingsraden te waken voor discriminatie, waarvoor de basis ligt in de Wet op de Onder nemingsraden. De hiervoor genoemde nota komt voort uit een initiatief van een groep vrouwen die in 1980 voor het eerst bij elkaar kwam. Dat was de tijd dat er bijvoorbeeld nog geen enkele vrouw in de COR zat. Die nota bevatte een aantal knel punten en leidde naar een viertal kernvragen, namelijk: - waarom houdt de functie-op- bouw voor vrouwen op bij het ni veau van lager kader; - waarom zijn er minder stimulan sen voor de opleiding van vrou wen; - waarom wordt de carrière-op bouw van vrouwen zo weinig ge stimuleerd, en - waarom worden door de toene mende automatisering vooral de deeltijdfuncties van vrouwen be dreigd? De nota waarin deze kernvragen zijn opgenomen is indertijd al in de COR behandeld. Naar aanlei ding hiervan is op verzoek van de COR door de bestuurder officieel de werkgroep ingesteld. Die werk groep heeft toen voor zichzelf eerst het feitelijke probleem ge formuleerd. Die probleemstelling luidde min of meer: wat zijn de oorzaken van de verschillen in functiebezetting tussen mannen en vrouwen. Daaraan gekoppeld werd de vraag: In hoeverre en in welke mate kunnen belemmerin gen worden weggenomen als vrouwen kiezen voor een carriè re? Deze formuleringen vormden ook de basisopdracht voor het on derzoek. Drs. De Jong heeft zich voor het onderzoek vooralsnog beperkt tot één werkmaatschappij: Albert Heijn. „Dat is dan wel klein van schaal, maar van voldoende kwaliteit om de problemen die spelen goed te ontdekken. Op zich is dat wel merkwaardig, want uiteindelijk werken er bij Ahold en bij AM meer vrouwen dan mannen. Man nen en vrouwen zijn natuurlijk op meer dan alleen biologisch gebied verschillend. Beiden zijn er als full-timer en als part-timer, ge huwd en ongehuwd, bij ouders wonend, zelfstandig wonend en met partner wonend, leidingge vend en leidingontvangend. Dat alles door elkaar heen èn tegelij kertijd kom je het beste tegen in een winkelbedrijf. Daarom is dan ook gekozen voor AH", aldus de heer De Jong. „Mannen en vrouwen zijn gevan gen in hun en in andermans voor oordelen. Op zich is dat niet nieuw. Bij de gesprekken die voor dit onderzoek zijn gehouden, kwa men wat dat betreft toch ook weer verrassende uitspraken naar vo ren. Ook AH-medewerksters zeg gen dan rustig: „Een man achter de kassa, dat staat toch helemaal niet." Ook dingen als: „Nu ja, mijn man werkt en ik werk erbij." Dat betekent dus dat die vrouw haar huishouding toch als haar echte werk beschouwt. Maar ook man nen hebben min of meer vaste ideeën, die geheel los staan van de prestaties of capaciteiten van de vrouwelijke collega's. Mannen ma ken opmerkingen als „Zij hebben altijd wat" of „er wordt altijd ge roddeld", zo citeert drs. De Jong. Op basis van de gesprekken waar in de medewerkers en medewerk sters uit uiteenlopende filialen en uiteenlopende functies betrokken zijn en waarin uitspraken als hier voor gedaan worden, ook over het soort werk (dat is toch een man- nenklus) en de manier van leiding geven, (ach, dat los je op met een geintje heeft de heer De Jong de houding en de ideeën van de me dewerkers geanalyseerd. En na tuurlijk ook algemener gemaakt. Dat resulteerde in een zestal con clusies en aanbevelingen. De COR zal daarover binnenkort een stand punt innemen en bespreken hoe, mede aan de hand van dit rapport, verdere activiteiten moeten wor den ontwikkeld. Tweede grote agendapunt van de ze dag was de Sociale Toekomst verkenning. Dat is een schets die elk jaar opnieuw gemaakt wordt door de afdeling beleidsontwikke ling en -onderzoek van het Direc toraat Personeel Organisatie, voor de drie komende jaren. „Een overzicht van accenten in al gemene (sociale) ontwikkelingen en de consequenties daarvan voor Ahold in Nederland", zoals deze afdeling het stuk zelf noemt. In de wandeling heeft men het echter over de STV en die ligt er dus nu voor de jaren 1985-1987. De schets werd aan de zeer geïnte resseerde COR gepresenteerd door de heer J. Voskamp, hoofd van de afdeling en zijn medewer ker, de heer J. van der Sar. In de schets worden verwachtin gen op papier gezet ten behoeve van de Raad van Bestuur en de di recties van de werkmaatschappij en. Daarbij komen onderwerpen aan de orde als Arbeidsduurver korting, flexibilisering, automati sering, organisatievormen, motiva tie en betrokkenheid, werkgele genheid, beloningen en hun ver houdingen, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid en wetgeving. Al met al is dat nogal wat en bij elk onderwerp plaatsen de mensen van deze afdeling hun opmerkin gen over hoe zij de ontwikkelin gen in de komende drie jaar ver wachten. Dat betekent dus niet dat daar concrete plannen op tafel liggen, maar de COR kan op deze manier kennis nemen van de gege vens die ten grondslag liggen aan voorstellen en besluiten van de Raad van Bestuur. Geen zaken dus waarmee de COR of de individue le COR-Ieden in hun eigen werk maatschappij direct aan de slag kunnen. Wel erg boeiend om te horen van vakmensen wat de ver wachtingen zijn op allerlei gebie den. die ons allen steeds raken. En het belangrijkste voor de COR is natuurlijk om nauwlettend te vol gen hoe de Raad van Bestuur en de directies van de werkmaat schappijen met deze informatie omgaan en hun beleid erop base ren. Dat kan de COR dan toetsen en daarin ligt ook de waarde van deze bijeenkomst. De brief die de Centrale Ondernemingsraden! van Ahold, KBB en Vendex International stuurden aan de Vaste Commissie van de Tweede Kamer voor Justitie. O 3 QfQ a o O een 'CH- T *>lj tot °0.->"«O on «en* en 'ra*l

Personeelsbladen | 1984 | | pagina 7