Aangepaste regeling winstdeling
verandert weinig
Als directeur zet ik de traditie
van de Javitch-familie voort"
Kleinere marges drukken uitkering
Giant Food Stores-Directeur Nick Riso:
riLbÖCIl
v_/
De Centrale Ondernemingsraad (COR) van Ahold
heeft onlangs de aangepaste tekst van de winstde-
lingsregeling geaccepteerd. „Een heel moeilijk
onderwerp. Toch zijn er het afgelopen jaar over
dit onderwerp goede discussies gevoerd met de
COR. De Raad heeft positief-kritisch bijgedragen
aan een verfijning van de regeling", vindt drs. P.J.
van Dun, lid van de Raad van Bestuur van Ahold
en verantwoordelijk voor het personeelbeleid.
„Heel belangrijk is bovendien dat in de nieuwe
tekst de bestaande uitgangspunten zijn gehand
haafd: de wijzigingen hebben geen invloed op de
bepaling van de uitkering aan het eind van het
jaar. Weliswaar zal de uitkering in 1984 door de
moeilijke situatie in de detailhandel lager zijn,
maar de berekeningsgrondslag is in principe de
zelfde gebleven", aldus C. Sterk, directeur Admi
nistratie Ahold.
In feite zijn er vijf belang
rijke factoren, die in
vloed hebben op de
hoogte van de winstde-
lingsuitkering. Dat zijn de
nettowinst, het eigen ver
mogen van Ahold (i.v.m.
de bepaling van de zgn.
overwinst), de salarissen
(inclusief sociale pre
mies) die Ahold moet be
talen, het aantal mede
werkers, en de rentever
goeding (over het in het
buitenland geïnvesteerde
vermogen
Wat er met de winstdc-
lingsuitkering kan gebeu
ren bij een verandering
in één van de factoren,
valt gemakkelijk af te lei
den uit het onderstaande
staatje:
Factor
Nettowinst
Eigen vermogen
Salaris
Medewerkers
Rentevergoeding
Ontwikk. Effect Ontwikk Effect
Bij het gebruik van dit
staatje moet wel bedacht
worden dat in werkelijk
heid jaarlijks alle factoren
veranderen. De mate
waarin de factoren veran
deren, bepaalt het effect
op de uitkering. Om een
voorbeeld te geven, als
de nettowinst stijgt (posi
tief effect op de hoogte
van de winstdelingsuitke-
ring), maar het aantal me
dewerkers neemt toe
negatief effect, omdat er
met meer mensen moet
worden gedeeld), dan zal
het van de hoogte van de
verschillende stijgingen
afhangen of een Ahold-
medewerker meer of
minder uitgekeerd krijgt.
Ingrijpende veranderingen
brengt de aangepaste winst-
delingsregeling dus niet met
zich. Nieuw is dat nu offi
cieel is geregeld hoe de
winstdelingsregeling zal
worden berekend voor na
bestaanden, personeelsleden
die gebruik maken van de
VUT of onder de WAO ko
men te vallen, en aan dienst
plichtigen. En verder is de
uit 1977 daterende tekst be
ter toegesneden op enkele
wijzigingen die in de afgelo
pen jaren hebben plaatsge
vonden. Daarbij gaat het om
veranderingen in de jaarre
kening en de belastinghef
fing. Die aanpassingen op
zichzelf veranderen niets aan
het principe van de bereke
ning van de winstdelingsuit-
kering.
De nieuwe regeling blijft een
taai stuk. Toch zijn de grote
lijnen niet moeilijk te vol
gen. In het kort komt het
hierop neer dat de, volgens
de winstdelingsregeling be
rekende, in Nederland be
haalde, overwinst van Ahold
verdeeld wordt tussen be
drijf en werknemers. Bij de
berekening van die over
winst speelt het resultaat van
Ahold's buitenlandse bedrij
ven dus geen rol.
Het enige dat van de buiten
landse investeringen terug te
vinden valt, is een zogeheten
fictief rendement; over het in
andere landen geïnvesteerde
Ahold-geld wordt een rente
berekend, die even hoog is
als het rendement op de laat
ste drie Nederlandse staats
leningen, vermeerderd met
1,5 procent. Als de rente in
Nederland hoog is, dan is het
„fictief rendement" nog eens
anderhalf procent hoger.
Het winstcijfer van Ahold nv
in het jaarverslag is dus niet
het cijfer op grond waarvan
de winstdelingsuitkering
wordt berekend; dit cijfer
moet nog geschoond wor
den met de inkomsten - of
eventuele verliezen uit het
buitenland, en aangevuld
worden met het zgn. fictieve
rendement.
Resultaat onder
druk
Nadat rekening is gehouden
met te betalen belastingen,
wordt berekend welk deel
van de overwinst beschik
baar is voor uitkering en
welk deel elke werknemer in
Nederland krijgt uitgekeerd.
Die berekening wordt ge
maakt op basis van het bru
toloon dat men in de 12e pe
riode van het betreffende
jaar geniet. Eind vorig jaar
werd een voorlopig aandeel
in de winst uitgekeerd dat
52 procent van het periode-
salaris bedroeg; na afloop
van het jaar bleek de defini
tieve uitkering vastgesteld te
kunnen worden op 55%I let
verschil van 3% zal toege
voegd worden aan de uitke
ring van dit jaar.
Werkgelegenheid
behouden
Naar alle waarschijnlijkheid
zal die uitkering dit jaar lager
zijn. Weliswaar viel uit de
onlangs gepresenteerde half
jaarcijfers af te leiden dat de
omzet van Ahold opnieuw is
gegroeid, maar ook werd
duidelijk gesteld dat het be
drijfsresultaat in Nederland
onder druk staat. Dat het
concern in zijn totaliteit een
winststijging kende van 14
procent in de eerste zeven
perioden van dit jaar, komt
door de goede resultaten in
het buitenland, mede het ge
volg van de hogere dollar
koers, terwijl de rente- en
belastingverplichtingen la
ger waren. En die tellen dus
niet mee voor de winstde
lingsuitkering.
Sterk: „In de detailhandel
geldt een scherpe concur
rentie. Die kan je alleen
overleven door een laag
prijsniveau. Je moet je omzet
verhogen om de werkgele
genheid op z'n minst te be
houden. Als de omzet zou
dalen, dan neemt tegelijk de
werkgelegenheid af. Daarom
hebben we de marges op de
artikelen verkleind; iets van
onze winst weggegeven, zeg
maar. Er is meer verkocht,
maar minder verdiend. De
omzet is inderdaad gestegen,
met circa 5,5 procent, maar
het bedrijfsresultaat in Ne
derland is gedaald."
Een negatieve beïnvloeding
van het uitkeringspercenta
ge komt ook voort uit het
feit dat Ahold in Nederland
meer medewerkers in dienst
heeft dan een 'jaar geleden.
De te verdelen winst zal dus
over meer hoofden moeten
worden gespreid.
Investering
Volgens Van Dun overvalt de
lagere winst in Nederland
Ahold niet: „Het was ver
wacht en vormt onderdeel
van het bedrijfsplan. We
moeten ook niet denken, dat
het echt slecht gaat; het gaat
iets minder goed. Eigenlijk is
veel belangrijker dat onze
doelstelling wordt gehaald:
behoud of stijging van het
marktaandeel. Want je om
zet mag niet zakken, dan zit
je op een hellend vlak. De
winst die we nu in wezen in
de omzetgroei hebben ge
stoken, kun je ook zien als
een investering. Op langere
termijn is dit beleid goed
voor Ahold."
Het hoofdkantoor van
Giant Food Stores, aan de
route „Eleven" in Carlis
le, doet zo op het eerste
gezicht allerminst „reus
achtig" aan. Het lage ge
bouw wordt door de firma
als „low profile" aange
duid, dat wil zeggen: be
scheiden van uiterlijk. Bij
binnenkomst blijkt die
bescheidenheid gezichts
bedrog want in een royale
open ruimte bevinden
zich de kantoren op ver
schillende niveaus. Er is
veel groen, licht en lucht.
Aan de muren hangt
„echte" kunst. De sfeer is
ontspannen want het kan
toorleven gaat tamelijk
geruisloos zijn gangetje.
Wanneer we later in een
gesprek met Nick Riso, di
recteur van Giant Food
Stores, horen wat er zoal
binnen dit bedrijf gaande
is, blijkt óók die kennelij
ke rust gezichtsbedrog te
zijn.
Praten met Nick Riso ont
aardt al spoedig in het noe
men van getallen. Hoe kun je
immers het best aangeven
wat een onderneming doet,
dan dat door het opsommen
van omzetten en vierkante
meters verkoopruimte te
doen? Daar gaan we dan: per
vierkante meter heeft Giant
Food Stores een grotere om
zet dan andere supermark
ten in de staat Pennsylvania.
In dichterbevolkte gebieden
met grotere supermarkten
bedraagt dat verschil 30 pro
cent ten voordele van Giant
Foods. Het bedrijf telt 37 su
permarkten in de vier staten
Pennsylvania, Maryland,
West Virginia en Virginia met
in totaal ongeveer 4.000 me
dewerkers. Giant Food Sto
res is mede-eigenaar van
Topco-Associates waarbij
rond de dertig andere le
vensmiddelendetailhandels-
bedrijven zijn aangesloten.
Topco is een inkooporgani
satie die eigen merkproduk-
ten aan zijn leden levert. Sa
men zorgen de Topco-leden
voor een jaarlijkse omzet
van meer dan 13 miljard dol
lar.
Slagerijtje
Het is dan des te verwonder
lijker dat Nick Riso zo rustig
achter zijn bureau zit. Hij
lijkt de gemoedelijkheid in
persoon en het woord
„haast" schijnt niet in zijn
woordenboek voor te ko
men. Grote foto's aan de
muur tonen Riso tijdens al
lerlei golf-evenementen. En
daarmee is ook de vraag naar
zijn favoriete vrijetijdsbeste
ding beantwoord. Boven zijn
L tvj; .A r nV
hoofd prijkt een grote kleu
renfoto van kleurig en sappig
fruit en al met al straalt hij de
sfeer uit van iemand die op
een plaats zit waar hij zich
uitermate happy voelt. Hij is
nu al 12 jaar aan GFS verbon
den en is de eerste Giant
Food Stores directeur die
niet Javitch als achternaam
heeft. Hij stapte in 1972 als
staflid het bedrijf binnen om
samen met eigenaar Javitch
de groei van de supermarkt
keten in goede banen te lei
den. Het nu 60 jaar oude
Giant Foods stamt immers,
zoals ook bij Albert Heijn het
geval is, van een van oor
sprong zeer kleinschalige fa
milie-onderneming. Toen
David Javitch in 1923 in Car
lisle een slagerijtje opende
met slechts één personeels
lid, groeide dit in de loop
der jaren uit tot een
bloeiend bedrijf. In 1938
opende hij onder de naam
Carlisle Food Market een
complete kruidenierswinkel.
De echte opmars begon ech
ter pas in 1950. In de daarop
volgende twintig jaar werd
de ene Giant na de andere
geopend. Zoon Lee Javitch
werd directeur van het be
drijf. Een klein probleem
deed zich voor toen de naam
Giant Foods in bepaalde
plaatsen reeds bleek te be-
u n. -ig in ut ilui
staan. „Om verwarring te
voorkomen heten we daar
„Martin's", vertelt Nick Riso.
Ook voor Riso gelden de uit
gangspunten die David Ja
vitch indertijd ten grondslag
legde aan zijn groeiende on
derneming. De klant wordt
vakkundig benaderd en
moet waar voor zijn geld
krijgen. Daarnaast is een goe
de werksfeer voor het perso
neel belangrijk. Als echte
Amerikaanse onderneming is
GFS betrokken bij het maat
schappelijk leven door het
steunen van activiteiten op
het gebied van welzijn, cul
tuur en dergelijke.
Ahold is voor Nick Riso eer
der een verre vriend dan een
naaste buur. „Natuurlijk is er
op topniveau overleg tussen
Nederland en Amerika, maar
in de dagelijkse praktijk
merk ik daar niet veel van. Ik
bestuur GFS gewoon zoals ik
altijd heb gedaan en wel in
de traditie van de Javitch-filo
sofie. Voor de toekomst be
tekent dat verdere uitbrei
ding van het aantal vestigin
gen. We zijn al jaren bezig
met onderzoek naar mogelij
ke lokaties. Daarbij gaan we
uit van het aantal al aanwezi
ge supermarkten en de sa
menstelling van de bevol-
.rrj >a
king en uitbreidingsplannen
in die plaatsen. Pas wanneer
we er zeker van zijn dat we
een kans hebben, slaan we
toe", verklaart Nick Riso. In
die Javitch-filosofie paste
ook het samengaan met
Ahold. „Lee Javitch had geen
opvolgers in eigen familie en
hij wilde dat Giant Foods op
de oude voet door kon gaan.
Hij kende Ahold en wist dat
Voor Nick Riso is Af)old eer
der een vetre vrierid dan een
naaste buur
daar een soortgelijke sfeer
en opzet was. Uit dat contact
is ook de voorkeur voor
Ahold als koper van Giant
Foods gegroeid. En ik geloof
dat het een zeer goede en
verstandige zet was", besluit
Nick Riso het gesprek.