Meta-plan - een plan om méé te werken Winstdeling en ADV belangrijkste thema's Flitsen pagina 7 COR teleurgesteld over eerste resultaten ADV Nieuwe COR geïnstalleerd Respect De eerder dit jaar nieuw herkozen Centrale Onder nemingsraad kwam op 22 augustus jl. voor het eerst in vergadering bijeen. De onverwachte afwezigheid van de, door ziekte gevelde, voorzitter Cor Schoon, be tekende een ware vuur doop voor vice-voorzitter Johan Dallinga. Voor deze eerste vergaderdag was een volle agenda opgesteld. Een groot deel van de opgevoer de punten betrof zgn. ha merstukken; onderwerpen waarover niet meer be raadslaagd hoefde te wor den. De belangrijkste the ma's van de vergadering wa ren de winstdelingsrege- ling en de arbeidsduurver korting. Vorig jaar september was door de Raad van Bestuur aan de COR in stemming gevraagd met betrek king tot een gewijzigde tekst van de winstdelingsregeling. Naar aan leiding van die instemmingsaan- vraag heeft de COR-werkgroep fi- nancieel-cconomisch beleid zich uitgebreid met die regeling bezig gehouden. Daarvoor werden o.m. gesprekken gevoerd met interne deskundigen, zoals de heer C. Sterk, directeur Administratie van Ahold. Daarnaast werd ook een aantal externe deskundigen geraadpleegd. Ook zij konden ech ter geen nieuwe gezichtspunten aandragen. In een eerder stadium had de werkgroep al tussentijds verslag gedaan van de werkzaam heden: nu kwam men met het pré advies aan de COR om in te stem men met het tekstvoorstel van de Raad van Bestuur. Belangrijke punten bij de beoordeling van de gewijzigde tekst van de regeling waren van gedetailleerd finan- cieel-technische aard. Hoewel uit het uitgebrachte pré-advies duide lijk naar voren kwam dat de werk groep zich zeer intensief met deze zaak had beziggehouden wilden Vervolg van pagina 6 elke commissaris te gaan praten. In april is er bijvoorbeeld een uit stekend gesprek geweest met de heer A. Spaander over automatise ring." Goede relaties. Van wezenlijk be lang voor alle activiteiten van de COR én van de commissies uit de COR. Want ook onder moeilijke omstandigheden en spannende si tuaties moet je met elkaar kunnen blijven praten. ,Ja, dat komt ook naar voren bij andere zaken", zegt Cor Schoon, „binnenkort gaan wij verder praten over de automatise ring binnen Ahold. Ook daar staat het behoud van de werkgelegen heid voorop. Daar zullen wij voor vechten, maar dat doen wij wel met respect voor elkaar en eikaars belangen. Dat betekent overigens niet dat het hier een gezellig on deronsje gaat worden met de Raad van Bestuur. Wij zullen echt ieder een in dit bedrijf vertegenwoordi gen. en dus ook staan voor ieders werkgelegenheid, van hoog tot laag." Het gesprek wordt door Mon Pieters afgerond met een ver wijzing naar de jaarverslaggeving: „Twee maal per jaar komt de Raad van Bestuur hier in de COR-verga- dering om o.a. jaar- en halfjaarcij fers toe te lichten. Die verslagge ving voldoet echt aan de eisen en wij zijn dan ook niet wantrouwig of ontevreden. Toch moeten wij vragen om de cijfers achter die cij fers. Ik bedoel daarmee dat het bij voorbeeld prachtig is om te zien dat het aantal fiill-timeequivalen- tcn niet is gedaald maar zelfs ge stegen. De cijfers erachter laten echter pas zien hoe de verdeling is in part-timers en full-timers, en hoe de verdeling is tussen de me dewerkers met contract voor be paalde en voor onbepaalde tijd. Daarbij mogen wij echter vanzelf sprekend niet uit het oog verlie zen dat een detailhandelsbedrijf, wat Ahold in hoofdzaak toch is, in principe flexibel dient te zijn. Het is nu eenmaal de taak van de COR om de belangen van iedere Ahold- medewerker te behartigen. Daar voor zijn wij per slot van rekening gekozen. Dus moet je in de gaten houden waar verschuivingen op treden en kijken naar mogelijke consequenties die de sociale ze kerheid van collega's kunnen ver minderen. Dat is de voortdurende zorg van de Centrale Onderne mingsraad." de meeste COR-leden. mede ge zien het grote belang van dit on derwerp voor de Ahold-medewer- kers, toch niet over één nacht ijs gaan. De materie is voor hen, als nieuwe COR-leden, betrekkelijk vreemd zodat men zich toch nog eens in alle rust wilde beraden. Af gesproken werd om, voorafgaand aan de Ahold Overlegvergadering van 18 september a.s., een verga dering te houden waar dan een de finitief besluit zal worden geno men. Naast het pré-advies van de werkgroep Financieel-Econo- misch Beleid werd ook een twee tal aanbevelingen gedaan. Aller eerst sprak de werkgroep zich uit voor een uitgebreider onderzoek naar de mogelijkheden die er zijn om de winstdeling fiscaal zo gun stig mogelijk te doen uitkeren aan Ahold-medewerkers. Daarnaast werd aanbevolen bijzondere aan dacht te besteden aan de commu nicatie van deze gewijzigde rege ling. Nadat het onderwerp winstde lingsregeling was afgesloten, werd overgegaan tot de behandeling van de arbeidsduurverkorting. Als gast was daarvoor de heer C. van Gent, hoofd Arbeidszaken, uitge nodigd. Op het programma stond een gesprek naar aanleiding van de evaluatie van de arbeidsduur verkorting. Tijdens gesprekken die eerder werden gevoerd in de Ahold Overlegvergadering was al overeengekomen dat de COR op de hoogte zou worden gebracht van de resultaten voor de werkge legenheid binnen Ahold. Aan de hand van een dik pakket stukken over dit onderwerp hadden de COR-leden zich kunnen voorbe reiden op dit programmapunt. De evaluatie die tijdens deze vergade ring gepresenteerd werd had, zo als men dat noemt, slechts beperk te waarde. Dat heeft o.m. te maken met de beperkte omvang van ADV. Daarnaast was de periode waarin men ADV-dagen kon opnemen té kort om een goed overzicht op te kunnen stellen. Indien daarbij dan ook nog rekening moet worden gehouden met andere factoren, zoals ziekteverzuim, verloop, om zetontwikkelingen en produktivi- teit, die alle hun invloed hebben op de werkgelegenheid, is duide lijk dat deze evaluatie slechts be schouwd kan worden als indicatie. De heer Van Gent benadrukte dat nog eens door zijn verzoek de cij fers slechts als een tendens te zien. Vooral binnen de distributie-orga nisatie zijn veel jeugdige mede werkers aangesteld die minder dan 40 uur per week werken. Dat relatief grote deel heeft weer voor een aanzienlijk deel te maken met de start-van het nieuwe Distribu tiecentrum Overijssel. Het onder zoek naar de arbeidsduurverkor ting had juist betrekking op die, voor het DC belangrijke, twaalfde periode van 1983 tot en met de derde periode van dit jaar. Boven dien werd dit eerste onderzoek slechts gehouden onder distribu tiemedewerkers, medewerkers van het hoofdkantoor en bedrijfs leiders. Eveneens werd in het on derzoek nagegaan hoe de verhou ding ligt tussen nieuwe medewer kers en vertrokken medewerkers. Dat leverde een klein positief ver schil op dat grotendeels wederom veroorzaakt werd door het DCO. Daarnaast zou, hoewel zeer voor zichtig, geconcludeerd kunnen worden dat ADV een zeer kleine invloed heeft gehad. In de evaluatie werd ook nog inge gaan op de wijze waarop de ADV- uren werden opgenomen en hoe veel van deze uren daadwerkelijk werden opgevangen door nieuwe medewerkers. Duidelijk bleek dat het zeker geen 100% van de uren is. Een voorzichtige schatting van het Directoraat Personeel en Or ganisatie houdt het op 25 tot 30% Uit de nu beschikbare gegevens kwam naar voren dat de ADV op het hoofdkantoor vooral behoud van werkgelegenheid tot gevolg had; wederom in verband met de opening van DCO, was dat in de cijfers van de distributie-organisa tie moeilijker terug te vinden. Bin nen Albert Heijn werd, eveneens over arbeidsduurverkorting, een steekproef gehouden waarbij 98 filialen, zowel ZB's als SM's, ver spreid over het hele land, werden onderzocht. Daaruit bleek dat 53% van alle ADV-uren werd „te- ruggehuurd". De overige 47% werd opgelost met een verhoging van de arbeidsproduktiviteit. Vol gens de heer Van Gent zou dat percentage anders kunnen liggen, indien men in de filialen echt nieuwe medewerkers ging inhu ren. Nu grijpt men nog te veel, zo als overigens ook blijkt uit signa len die de COR al uitbracht, terug op part-timers wiens contract „voller" wordt gemaakt. Teleurge steld over deze eerste resultaten, besloot de COR in de Ahold Over legvergadering van 18 september a.s. te reageren. Een cursus. Wat stelt u zich voor als u denkt aan een cursus. Een half inge dutte groep die probeert te luisteren naar een trai ner? Een trainer die op zijn beurt zijn lesje af draait en van verlichting zucht als de klok voor verlossing zorgt? Wie de laatste jaren een cursus heeft gevolgd zal zo'n beeld steeds minder her kennen. Veel cursussen zijn twee-richtingsver- keer geworden, waarbij trainer en cursist actief bezig zijn en waarbij al lerlei hulpmiddelen de lesstof verlevendigen en vooral verduidelijken. Eén van de nieuwste „in strumenten" is Meta-plan, inmiddels toegepast bij de Vers Vlees Groep en bij OR-cursussen. Flitsen sprak erover met Mary van Vucht van de Centrale afdeling Opleidingen Ahold. „Uitgangspunt bij een cursus is de cursisten zoveel moge lijk bij de lesstof te betrek ken. Daarbij moet je er reke ning mee houden dat je te maken hebt met verschillen de typen mensen. De een moet het hebben van horen, de ander van praten, een derde van zien en weer een ander van voelen en combi naties daarvanHoe meer je er in slaagt al deze elemen ten in het lespakket te ver werken, hoe dichter je het gestelde doel - de over dracht van kennis - bereikt." Hulpmiddelen Mary van Vucht heeft in de afgelopen vier jaar, zoals ze zelf zegt, „redelijk wat erva ring" opgedaan met het ge ven van cursussen en de daarbij te gebruiken hulp middelen. Flap-overs, dia's, overhead-projector hebben als hulpmiddel min of meer het nadeel dat de cursisten er passief bij kunnen blijven. Individuele inbreng Die kans is bij Meta-plan veel kleiner. Vorig jaar maakte Mary kennis met de nieuwe methode die, na de nodige studie en overleg, toepas baar bleek bij Ahold. Uit gangspunt bij Meta-plan is dat alle cursisten van meet af bij de probleemstelling be trokken worden en vervol gens een individuele inbreng hebben bij een mogelijke oplossing ervan. Hulpmidde len hierbij zijn kunststof prikborden (1,5 m x 1 m), gekleurde kaartjes, viltstif ten, spelden etc. Mary legt uit: „Eerst wordt in de groep de probleemstelling bespro ken. Daarna wordt iedere cursist gevraagd zijn of haar mening daarover in maxi maal zeven woorden op een kaartje te schrijven. Daarbij dient bijvoorbeeld het ver schil tussen wat je wilt en wat de werkelijkheid is te worden aangegeven. Die kaartjes worden vervolgens, naar de aard van de antwoor den gerubriceerd op het bord geprikt. Zo krijgt ieder een een goed overzicht van de verschillende meningen. Formulering De volgende fase is het be spreken van de achtergron den en oorzaken van de ge geven meningen. Daarna wordt begonnen met het for muleren van de vragen over hoe het probleem kan wor den opgelost. Dit mondt ten slotte uit in de formulering van een plan van aanpak." Mary van Vucht noemt als belangrijk voordeel, dat het hele project stapsgewijs wordt afgelegd. Het gaat voor niemand te snel, ieder een kan tot het eind blijven meedoen. De eigen inbreng en het zichtbaar maken van wat je doet geeft een grote betrokkenheid. Bovendien kan Meta-plan zonder be zwaar ook in een grotere groep worden gehanteerd „Het is een systeem voor en door de groep; door de kaar tjes op het bord blijft de in formatie aanwezig, de aan dacht blijft gericht op de hoofdzaken en het is op elk moment zichtbaar in welke fase van het „gesprek" je bent." Nadeel is dat het bij sommigen een gevoel op roept van met kaartjes spe len, wat door cursisten als kinderachtig kan worden er varen. Natuurlijk is Meta- plan ook geen wondermid del. Het vergt van de cursus leiding een gedegen voorbe reiding, waarbij het te berei ken doel goed geformuleerd moet worden. Bovendien leent niet elk onderwerp zich ervoor. Een vrij abstract gegeven als „samenwerken" biedt minder houvast dan het oplossen van concrete problemen in de werksitua tie. of bijvoorbeeld creatieve ideeén bedenken. Deson danks zegt Mary „bijzonder positief' te zijn over de tot nu toe opgedane ervaringen. „Dat zeg ik voor me zelf, maar ook na de mening van een aantal cursisten te heb ben gehoord. Zelfs de meest in zichzelf gekeerde bleek tevreden en redelijk enthou siast."

Personeelsbladen | 1984 | | pagina 7