Nieuwe Centrale Ondernemingsraad pagina 6 Flitsen o u Koopkracht Idee Mentaliteits verandering Rendements normen -O c O Eind mei werd, tijdens een speciale overlegvergade ring, de nieuwe Centrale Ondernemingsraad geïn stalleerd. Die installatie werd gevolgd door een schijnbare - zomerse stilte. OfiBciële COR-vergaderin- gen vonden nog niet plaats. De eerste stond op het pro gramma voor 22 augustus jl. Een verslag daarvan vindt u elders in dit nummer opge nomen. Tijdens de maan den die volgden op hun in stallatie bereidden de COR- leden zich vol goede moed voor op datgene wat de nieuwe zittingsperiode zou brengen. Tussen alle druk ke voorbereidingen door vond het dagelijks bestuur van de COR, bestaande uit voorzitter Cor Schoon, vice- voorzitter Johan Dallinga en secretaris Mon Pieters, tijd om nader op een aantal zaken in te gaan. Eén van de belangrijkste onderwerpen, waarmee de COR zich be zighoudt, is de zgn. arbeids duurverkorting (ADV). „Met z'n allen betalen wij voor die ADV. Wij hebben de indruk, maar overigens ook niet meer dan een indruk, dat ADV momenteel nog onvoldoende bijdraagt aan vergro ting van de werkgelegenheid bin nen Ahold. Nieuwe banen moeten betaald worden uit het geld dat vrijkomt door het niet uitbetalen van een deel van de prijscompen satie. Om ruimte vrij te maken voor anderen, wordt er minder lang gewerkt, waardoor met de bestaande bezetting - de geplande omzet of de geplande produktie niet gehaald kan worden. Daar door ontstaat dan weer de behoef te aan meer medewerkers. Kijk, en dat is nu het theoretische plaatje. In werkelijkheid gaat dat echter niet op. Er wordt nl. totaal geen rekening gehouden met verhoging van produktiviteit en flexibiliteit, waardoor het huidige aantal me dewerkers dus een hogere pro duktie aflevert. Als COR moeten wij de ADV goed in de gaten hou den, want iedereen levert in en draagt bij aan ADV. Arbeidsduur verkorting is naar onze mening één van de meest rechtvaardige middelen om de werkgelegenheid in deze tijd nog te laten groeien. Daarom moeten de COR en de OR'en de toepassing van ADV zorg vuldig toetsen. Een onderne mingsraad vertegenwoordigt na melijk iederéén binnen Ahold", al dus secretaris Mon Pieters. „Bij onze installatie in mei hebben wij de heer A. Heijn gezegd dat hij te maken zal krijgen met een con- structief-kritische COR", zo neemt voorzitter Cor Schoon het woord van de secretaris over. „vanuit die instelling pakken wij de onder werpen op." De ideeën die de Raad van Bestuur heeft met betrekking tot de hand having van de koopkracht, komen zonder meer overeen met onze gedachten daarover. De koop kracht mag, naar onze mening, niet lijden onder een té starre toe passing van de ADV. Hier en daar hoor je wel eens zeggen dat alleen Ahold aan de ADV verdient. Van zelfsprekend is dat echter niet de bedoeling achter de invoering van arbeidsduurverkorting. liet is ech ter wel begrijpelijk dat mensen op die gedachte komen. In een win- Van links naar rechts Mon Pieters, Cor Schoon en Jolxin Dallinga. kei of bijvoorbeeld Centrale Slage rij wordt gewerkt in teams. Het opnemen van ADV door één man of vrouw kan worden opgevangen door de andere leden van dat team. Zo werkt dat nu eenmaal in de praktijk. Bij meer specialisti sche functies, zoals die bijvoor beeld op het hoofdkantoor voor komen, kan ADV veel effectiever zijn. Dat werk kan niet altijd door collega's worden overgenomen vanuit de bestaande bezetting. Jammer genoeg blijkt in de prak tijk echter dat ADV-uren in dat soort functies niet of nog niet vol ledig worden opgenomen", aldus Cor Schoon. „Een andere reden om te denken dat Ahold zou ver dienen aan ADV is, dat nieuwe werkgelegenheid voornamelijk wordt aangevuld met jonge, dus veel goedkopere, arbeidskrachten. Maar iedereen, dus ook de Sociaal- Economische Raad (SER), de Stichting van de Arbeid, het Minis terie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid en de Tweede Kamer, legt bij de bestrijding van de werk loosheid de nadruk op de groep jongeren en schoolverlaters. En het is goed dat ook Ahold dat doet, want zonder enige ervaring in het arbeidsproces komt die groep he lemaal niet meer aan de bak en is het voor hen ook in de toekomst onmogelijk om een baan te vin den; vandaar dus die nadruk op de bestrijding van de jeugdwerkloos heid." Johan Dallinga, vice-voorzitter van de COR, neemt het woord over: „Het blijkt nu dus wel dat invoering van arbeidsduurverkor ting niet zo sterk tot herbezetting heeft geleid als iedereen mis schien wel zou verwachten. Wij zouden daarom eigenlijk eens moeten studeren op andere vor men van ADV. Een idee, nog niet erg doordacht, maar toch een mo gelijkheid. is, dat medewerkers hun ADV-uren kunnen sparen en dan eerder hun baan beëindigen, zodat er misschien eerder in de VUT kan worden gegaan. Het is maar een idee, maar alles is be spreekbaar." Mon Pieters: „Voor naamste punt bij dat alles is; be houden van bestaande werkgele genheid, behoud van koopkracht en het creëren van nieuwe werk gelegenheid. Wat dat betreft vin den wij dat het aannamebeleid nog té veel gericht is op de zgn. LP'ers (los personeel). Die hebben dan wel werk, maar daarentegen niet dezelfde sociale zekerheid als mensen met een contract voor on bepaalde tijd." Johan Dallinga vindt dan ook dat veel functies momenteel kramp achtig in hun huidige vorm in stand worden gehouden, terwijl er tóch zoveel daarvan in aanmer king komen voor deeltijd. „Wat dat betreft moeten wij misschien werken aan een mentaliteitsveran dering. Die solidariteit mogen wij voor de bestrijding van de werk loosheid best verlangen, ook van het hogere personeel", aldus voor zitter Schoon in een afsluitende opmerking. Mag arbeidsduurver korting dan een belangrijk onder werp zijn in de komende zittings periode van de COR, het is niet bepaald het enige waarmee men zich bezig zal moeten houden. Veel van de werkzaamheden zul len worden bepaald door de ac tualiteit, maar natuurlijk ook door de zaken die door de vorige COR zijn gestart en die nog niet vol tooid konden worden. Eén voor beeld van die laatste groep is het nieuwe reglement voor het Stu- diebijdragenfonds. „Vooral op het gebied van de studies in opdracht van het bedrijf zijn wij nog niet waar wij zijn willen. Het zijn voor al de randvoorwaarden die daarbij op korte termijn verduidelijkt moeten worden", aldus Cor Schoon. Die vervolgt: „Bij de be handeling in de vorige COR kwam daarbij vanuit de organisatie ook nog een soort wens naar decentra lisatie naar voren. Ook dat zal de komende tijd een heet hangijzer kunnen worden." Mon Pieters haakt daar direct op in met: „Die toenemende decen tralisatie kan nog veel verder gaan. Zo zou je je ook kunnen afvragen of dat misschien ook zou moeten gelden voor de rendementsnor men. De vraag is ook of Ahold wel alert is op ontwikkelingen in de maatschappij. In ons land zie je bijvoorbeeld dat het aantal detail handelsvormen toeneemt, terwijl daarentegen bij Ahold het aantal werkmaatschappijen afneemt. Is Ahold wel actief genoeg? Waarom is Ahold zo afwachtend?" Voorzit ter Cor Schoon pakt die opmerkin gen van Mon Pieters op om van daaruit een ander punt te belich ten. „Het zijn allemaal punten, die heel verschillend van aard zijn, waarover wij met de Raad van Be stuur van gedachten willen wisse len. Er moet meer overlegd wor den. De afgelopen periode is naar onze mening te veel gesproken aan de hand van „voorgekookte" standpunten. Dat is niet goed. Juist nu, als nieuw gekozen COR, moe ten wij zien te komen tot écht overleg. Dat betekent ook dat de Raad van Bestuur wel eens een on derwerp ter tafel mag brengen, waarover men zelf nog geen defi nitief standpunt heeft ingenomen. Het mag best wat informeler en spontaner. Dat werkt alleen maar bevorderend op de goede relatie zoals wij die ook opbouwen met de Raad van Commissarissen. Wij willen daar niet één vaste contact persoon, een vertrouwenscom- missaris of zo, maar een relatie met alle commissarissen. Die Raad van Commissarissen werkt per slot van rekening ook als eenheid. Een goede relatie proberen wij o.a. te bereiken door als COR met Vervolg op pagina 7

Personeelsbladen | 1984 | | pagina 6