Frans Smulders trok dwars door Afrika „Voor de oorlog kende iedereen elkaar" Flitsen pagina 9 De heer A. Slob (65) Ja, het is wel gek wan neer je chauffeur-reis leider in hartje Afrika om onduidelijke rede nen wordt gearresteerd en je hem een uur later voor zes blikjes vis weer kan vrijkopen. En toch was het een geor ganiseerde reis." Aan het woord Frans Smul ders (22) bedrijfsleider van Toko-vestiging De Vlaamse Gaai in Oost- voome. Het kost wat tijd om Frans aan het praten te krijgen maar het loont de moeite. Zelf vindt hij het allemaal niet zo belangrijk. Behept met een gezond stukje nieuwsgierigheid en een dui delijke behoefte aan een beetje avontuur maakt Frans er een gewoonte van om acht maanden te werken en - als het even kan - vier maan den in verre vreemde landen rond te trekken. Zo trok hij dan ook enige tijd geleden door Afrika. Bij toeval had hij een reisfolder van Encounter Overland in handen gekre gen. Tussen de regels door werd er heel wat avontuur beloofd. Al noemt diezelfde folder de verzorging allerbe labberdst. Of zoals met een gezonde dosis Engelse hu mor staat geschreven „The roomservice is lousy". Van her en der Dit nu trok Frans Smulders wel. Hij boekte voor dat avontuur en met twintig an dere vrouwen en mannen uit vele delen van de wereld, AVlv i j «ff reisde hij per truck via het vasteland van Europa naar Afrika. Achtereenvolgens trokken deze moderne nomaden door Marokko, Al gerije, Niger, Nigeria, Kame roen, Centraal Afrikaanse Re publiek en Oeganda naar Dar es Salaam, de hoofdstad van Tanzania. Niets is de groep bespaard gebleven. Zoals in de folder was voorspeld kre gen zij te maken met hitte, vochtigheid, gauwdieven, kortom teveel om op te noe men. Over gauwdieven was de Toko-man kort en begrip vol. „Wat verwacht je in lan- Frans Mulders den waar de hele lange dag alleen maar de strijd om het naakte bestaan wordt ge voerd", zegt hij. Hij vindt ook dat het niet uitmaakt of je eenvoudig met een tientje door die landen trekt of an derszins. Voor hen ben je een rijkaard en naar hun maatstaven gerekend heb ben ze waarschijnlijk wel ge lijk. Van ontwikkelingshulp heeft hij geen hoge muts op in tegenstelling tot de missie en de zending. Maar ondanks alle begrip voor de plaatselij ke bevolking kan de groep zich niet permitteren hun spullen onbeheerd te laten. ,,'s Nachts wordt vrijwel al tijd een eindje buiten de oa se kamp gemaakt. Wanneer er aanleiding toe is wordt er wacht gelopen. Nee, nie mand was gewapend, ook de begeleider niet." Motief Wat beweegt iemand om vier maanden lang met wild vreemde mannen en vrou wen uit Amerika, Australië, Duitsland, Engeland, Frank rijk, Nieuw Zeeland en Zwit serland dwars door Afrika te trekken? „Ach ja", zegt Frans een beetje verontschuldi gend, alsof hij zich er voor schaamt, „ik ontmoet nu eenmaal graag andere men sen en kom graag in contact met andere culturen. En een beetje avontuur is natuurlijk nooit weg. Er waren er ook in de groep die op de vlucht zijn voor zichzelf. Hetzij door een verbroken relatie, hetzij door het verlies van een dierbare. Dat is natuur lijk triest maar in zo'n groep kun je dat feitelijk niet heb ben. Je bent teveel op elkaar aangewezen om de proble men van iedere dag de baas te blijven. Hoe goed je ook wordt voorgelicht, het blijft toch een wezenlijk avontuur om in een tweepersoons tentje midden in een wildre servaat te overnachten met het uitdrukkelijke bevel om onder geen enkele voor waarde tussen zonsonder- en zonsopgang je tent te verla ten." Tienduizend kilometer hobbelend in een truck met houten banken is niet niks. Per dag wordt tussen de 80 en 85 kilometer afgelegd. Het gaat eenvoudig niet snel- „In 1948 werd Albert Heijn een open nv, de aandelen werden op de beurs genoteerd. Daar kunnen we achteraf niet dankbaar genoeg voor zijn. De visie van de toen malige leiding was duide lijk: je moest een stukje zelfstandigheid prijsge ven om te kunnen blijven bestaan. In de Zaanstreek zijn weinig zelfstandige bedrijven overgebleven, Albert Heijn, nu Ahold, is er één van. Daar kunnen we niet alleen dankbaar voor zijn, maar ook trots op." Dit zegt de heer A. Slob, in 1937 bij Albert Heijn in dienst gekomen en in april 1981 „afgezwaaid", na voor die tijd al halve dagen te hebben gewerkt. In zijn wo ning te Heiloo kijkt hij met zijn vrouw terug op meer dan 40 jaren Albert Heijn, in welke tijd zowel letterlijk - hij was o.m. kassier en chef van de afdeling Rekening- Courant - als figuurlijk mil joenen guldens door zijn handen zijn gegaan. „Ik heb de tijd nog meege maakt, dat we elke week 700 tot 800 loonzakjes moesten vullen", vertelt hij, „de lonen waren toen wel niet zo hoog als tegenwoordig, maar er ging toch al aardig wat om." De eerste chef van Arie Slob was Jan Kok, bekend voet baller van ZW, toen werk zaam op de factuurafdeling. Later werd hij „de" kaasinko per van het concern. De heer Slob startte met een sa laris van 40,- per periode. „Dat is in de levensmidde lenhandel altijd zo geweest", legt hij uit. „Men rekende met periodes voor de onder linge vergelijkbaarheid." ANDERHALF JAAR KUREN Hoofd van de administratie was de heer J.W. de Vries. Voor Slob volgde een moei lijke tijd, want hij werd in 1939 ziek en zou in sanato rium Hoog-Laren anderhalf jaar moeten kuren. „Toen Ier. Uitgezonderd in Nigeria is er geen wegennet. Het passeren van een rivier gaat meestal gepaard met het re pareren van een brug. Wan neer je bij een paar boom* stammen over de rivier van een brug kan spreken Het leven onderweg is je reinste vorm van kamperen. Een maal in de drie dagen dou chen met tw.ee liter water is geen uitzondering en, gelijk de plaatselijke bevolking: kleding wassen in de rivier. „IJzeren voorraad" Eten is een hoofdstuk apart. Je gaat op pad met een „ijze ren voorraad" die zo min mogelijk wordt aangespro ken. Onderweg koop je zo veel mogelijk vers. Mocht je de voorraad toch moeten aanspreken dan is het zaak die zo snel mogelijk weer aan te vullen voor het geval kreeg ik een bewijs van de sociale gezindheid van Albert Heijn. Ik werkte er nog niet zo lang, maar toen na een half jaar mijn zieken geld stopte, kreeg ik onver plicht toch 50% doorbe taald. Dat zag je niet veel." Nauwelijks terug uit het sa natorium moest Slob er weer hele dagen tegenaan. Kassier C. Kraaij was gemobiliseerd in maart 1940, en diens vrouw had de zaken tijdelijk waargenomen. Het salaris was inmiddels opgelopen tot ƒ59,40 per periode (ƒ60,- minus 1% inhouding). De werkzaamheden van een kassier waren destijds veel omvattend: alle betalingen, debiteuren, crediteuren, le ningen, liepen via de kas, evenals, zoals al opgemerkt, de loonbetalingen. Arie Slob: „Mijn assistente was toen Gees Eikelboom uit Wor- mcr. In de oorlog kwam zij op een fiets met houten ban den, in de hongerwinter op klompen door de sneeuw, naar de zaak. Ik heb nog steeds contact met haar." „GEESJEVANDE KAS" Dat AH toen nog geen grote onderneming was en dat ie dereen iedereen kende, illu streert de heer Slob met een voorval waarbij „mijnheer Gerrit" betrokken was. Hij vertelt: „Zeker tien jaar na dat Gees het bedrijf had ver laten kwam mijnheer Gerrit Gees tegen in De Bijenkorf in Amsterdam. Hij keek haar even aan en zei. „Ik weet niet hoe je heet, maar je was Geesje van de kas!" „Toch is toen de grondslag gelegd voor het concern van nu", meent Slob, „de omzet per winkel was 1.200,- ge middeld per week. Dat was de start, zoals ik die heb meegemaakt. De totale jaar omzet was toen 15 mil joen." De grote drukte kwam na de bevrijding, in 1945. Het zuiden van ons land was in het najaar van '44 bevrijd en daar draaide Albert Heijn al er echt problemen komen. Onderweg krijgt iedereen een taak toebedeeld. Daar naast doe je alles wat je hand vindt. In vier maanden is er vanzelfsprekend ook wei eens iemand een dag ziek. Je schikt een beetje in en de zieke krijgt dan het beste plaatsje in de truck. Om die reden is een goedgevulde medicijnkist een belangrijk weer toen de rest van Neder land nog onder het juk van de Duitsers kreunde. „In de zomer van 1945 kregen we toen de administratie van acht maanden van de filialen uit het zuiden", herinnert Slob zich, „dat was een hele uitzoekerij." Wat de oud-kassier ook frap peerde was de grondigheid waarmee de leiding te werk ging. „Mijnheer Gerrit nam elke week een stuk van de administratie mee naar huis om door te kijken. Dat hield ons wel eens wakker, want hij bleek zo verschrikkelijk goed op de hoogte. Je zag zijn bevindingen altijd wel met een zekere angst tege moet, al werd er van een fout nooit een groot pro bleem gemaakt." BEWONDERING De heer Slob heeft grote be wondering voor de financië le deskundigen van het con cern, zoals eerst de heer J.W. de Vries en later de heren D. Vethaak en L. Coren, die er toch maar in slaagden de za ken financieel gezond te houden bij een groei in om zet - in nog geen 40 jaar - van 15 miljoen per jaar tot bij na 200 miljoen per week. Dat Slob altijd plezierig heeft gewerkt komt niet in de laat ste plaats, hij bekent het eer lijk, door het vele „vrouwe lijk schoon" waarmee hij zich altijd heeft weten te omringen. „Ik heb erg veel met meisjes gewerkt, want onderdeel van de uitmonste ring. De steden bieden over het algemeen een troostelo ze aanblik en noden niet di rect tot een bezoek. Maar het landschap is zo overwel digend. Nauwelijks te foto graferen, laat staan te be schrijven Trouwens, met de foto's is het ook niets gewor den. De emulsielaag heelt het in de hitte begeven! die bedienden de boekhoud machines. Vooral in de eer ste na oorlogse jaren was dat zo. Later groeide de organi satie en kwam je wat verder van alles af te staan. Ondanks de beperkte technische mid delen wisten mijn assistentes door hun enorme inzet de administratie perfect in orde te houden. Een grote verandering was vooral de opdeling in werk maatschappijen. De afdeling Rekening Courant was inge deeld bij het concern en er was daardoor geen recht streeks contact meer met mensen in de winkels." Dat de dames de heer Slob niet snel vergaten wordt be wezen door de talrijke trouwfoto's die hij in zijn al bums heeft verzameld. „Als iemand in het huwelijk trad werd ik vaak uitgenodigd." Enkele jaren geleden is hij zelfs nog op bezoek geweest bij één van zijn vroegere as sistentes, die nu in Canada woont! Een grote hobby van Arie Slob is altijd het schaken ge weest. Hij was meerdere ma len Zaans kampioen. Tegen woordig is hij wat minder actief, hoewel hij recent toch weer aan de meerkam pen van het Hoogovens-toer nooi heeft deelgenomen. „Het ging niet best Feu foto van de lias-afdeling uit 1957. Zittend Bonnie Mook en daarachter v.l.n.r. Guda BakJo Keijzer, Ilum van de Stadt, C F. Gout en A Slob.

Personeelsbladen | 1984 | | pagina 9