Winst en het aantrekken van kapitaal
Investeren in het buitenland
DO Ahold
pagina 2
Jaarverslageditie Flitsen
Vragen aan drs. L. Coren over:
GEVOLGEN ARBEIDSTIJD
VERKORTING PER BEDRIJFS
ONDERDEEL VERSCHILLEND
21.646
Benoeming
Commis
sarissen
De redactie van Flitsen stelde naar aanleiding
van het uitkomen van het jaarverslag van de
Raad van Bestuur aan drs. L. Coren, verant
woordelijk voor het financiële beleid van
Ahold, de volgende twee vragen:
1. Ahold heeft de afgelopen jaren winst ge
maakt, een winst die alleen maar fors is ge
stegen. Er is veel geld verdiend. Toch werd er
via de effectenbeurs een aanzienlijke hoe
veelheid kapitaal aangetrokken. Kunt u nog
eens in het kort aangeven waarvoor deze gel
den nodig zijn?
2. Bij het doen van investeringen, het uitbrei
den van de activiteiten, krijgt het „buiten
land" veel aandacht. Waarom?
De heer Coren antwoordde
als volgt:
1. „De relatie tussen het ma
ken van winst en het aan
trekken van kapitaal ligt an
ders dan de vraag sugge
reert. Kapitaal, zeg maar
geld, is nodig om als onder
neming te kunnen opereren.
Degenen die kapitaal ver
strekken, de aandeelhou
ders, moeten daarvoor wor
den beloond. Dat gebeurt in
de vorm van het uitkeren
van dividend. Dividend moet
worden betaald uit de winst
die je maakt. Het moet dui
delijk zijn dat als we meer
kapitaal aantrekken we ook
meer dividend moeten uit
keren en dus ook meer winst
moeten maken.
Kortom, winst maken is no
dig om de kapitaalverstrek
kers te belonen. Het kapitaal
zélf is nodig om nieuwe aan
kopen te kunnen doen.
In 1983 hebben we twee
maal nieuw kapitaal aange
trokken. De eerste maal, in
februari, had dat tot doel de
verhouding tussen „eigen"
geld - zo mag je via aandelen
aangetrokken vermogen
noemen - en geleend geld
weer op een aanvaardbaar
peil te brengen. Door de
overname van Giant Food
Stores in oktober 1981 was
die verhouding scheef ge
trokken. We hebben daar het
nodige geld voor moeten le
nen.
Nadat aantrekken van kapi
taal in februari het beoogde
succes had gehad en de fi
nanciële structuur van de
onderneming in onze ogen
weer op orde was, trokken
we in december van het af
gelopen jaar voor de tweede
maal kapitaal aan. De reden
was nu dat we gebruik wil
den maken van het gunstig
klimaat op de effectenbeurs
waardoor Ahold relatief ge
makkelijk geld kon aantrek
ken. Met het nu aangetrok
ken geld versterken we niet
alleen verder onze vermo
genspositie maar hebben we
ook kapitaal voor een nieu
we overname in de- toe
komst. Op het moment dat
we zo'n overname daadwer
kelijk willen gaan doen, is
het natuurlijk niet gezegd,
dat dan de omstandigheden
op de beurs óók zo ideaal
zijn om kapitaal aan te trek
ken. Zeg maar dat we nu ka
pitaal in voorraad hebben
genomen om straks te ge
bruiken."
2. „Wat betreft de vraag
Drs. L Coren.
waarom Ahold in het buiten
land investeert, geldt dat wij
in het verleden nadrukkelijk
hebben besloten géén activi
teiten op te pakken die bui
ten onze branche vallen. We
doen dus niet wat vele ande
re grote bedrijven hebben
gedaan, zogenaamd diversifi-
ceren: andersoortige activi
teiten ontwikkelen omdat
men binnen het bestaande
terrein van activiteiten geen
mogelijkheden voor verdere
groei zag. Wij zoeken de
noodzakelijke groei binnen
onze eigen branche. Daarbij
realiseren we ons echter ter
dege dat de mogelijkheden
daarvoor in Nederland en
wellicht in heel Europa be
perkt zijn. Dus hebben wij al
enige tijd het oog gericht op
andere werelddelen voor
vergroting van ons zaken
doen. Zoals bekend is dat in
eerste instantie Noord-Ame-
rika, in het bijzonder de Ver
enigde Staten via de overna
mes van BI-LO en Giant
Food Stores. Voor die super
marktketens geldt een uit
breidingsprogramma, maar
daarnaast willen wij in dat
land nog wel een derde ke
ten aan onze activiteiten toe
voegen.
Wat betreft onze totale in
vesteringen is het overigens
wél zo dat die nog steeds na
genoeg gelijk zijn verdeeld
over binnen- en buitenland.
Op het moment van een
overname van een buiten
landse onderneming wordt
die verhouding natuurlijk
enigszins verstoord, maar
dat is bepaald incidenteel.
Overigens wil ik graag nog
iets zeggen over een bepaald
aspect dat verbonden is aan
ons investeren in de Ver
enigde Staten en waar niet
iedereen direct bij stil zal
staan. Onze inkomsten in
Spanje even buiten beschou
wing latend, ontvangen we
ons geld voor een deel in
guldens en voor een deel in
dollars. Die laatste hoeveel
heid is weliswaar minder,
maar toch meer dan een der
de van onze totale omzet.
Voor het vaststellen van het
financiële resultaat van de
gehele onderneming wordt
echter alles omgerekend in
guldens. Nu de koers van de
dollar hoog staat is dat een
voordeel. Bij het omrekenen
kom je tot een relatief hoog
bedrag aan guldens. Het kan
natuurlijk ook anders zijn,
wanneer de wisselkoers van
de dollar veel lager is dan nu.
Ik ben met deze situatie niet
gelukkig omdat we uiteinde
lijk worden beoordeeld op
een ondememingsresultaat
dat is uitgedrukt in guldens,
maar dat vanwege de koers-
verhoudingen niet een juiste
weerspiegeling is van het
werkelijke resultaat. Om een
voorbeeld te noemen: onge
veer een kwart van de om
zetstijging van 1983 was te
danken aan die - op dat mo
ment voor ons gunstige -
verhouding tussen de gulden
en de dollar. Op diezelfde
manier geldt dat voor de uit
eindelijke nettowinst van
86 miljoen; ongeveer 3
miljoen is toe te schrijven
aan die hoge dollar.
Al met al zou ik er voor
stander van zijn om de re
sultaten van ons werken
in de twee verschillende
valutagebieden ook apart
te presenteren. Dat is de
enig juiste manier om
een beeld te geven om
trent de winstgevendheid
(Vervolg van pagina 1)
niet zonder meer tot meer
werkgelegenheid, zo staat op
pagina 1. De consequentie
van die conclusie is volgens
de Raad van Bestuur, dat
„wij voor de moeilijke opga
ve zijn gesteld om bij het
personeel acceptatie te vin
den voor maatregelen die
eerst op langere termijn een
effect op de werkgelegen
heid zullen hebben."
Overal
verschillend
Bij Ahold zal arbeidstijdver
korting overigens per werk
maatschappij en per werk
plek anders uitwerken. Daar
bij zullen zowel verschillen
in de aard van de werkzaam
heden als verschillen in de
werkbezetting een rol spe
len. De Raad van Bestuur:
„Te verwachten valt bijvoor
beeld dat arbeidstijdverkor
ting in een groot filiaal eer
der arbeidsplaatsen oplevert
dan in een klein filiaal. Ook
kan verwacht worden dat ar
beidstijdverkorting in een
produktie-afdeling waar met
een continue bezetting aan
de lopende band wordt ge
werkt, eerder nieuwe werk
gelegenheid oplevert dan in
een afdeling waar kantoor
werk wordt verricht."
Aantal personeelsleden per bedrijfsonderdeel Ahold per 31 december 1983-
van gescheiden activitei
ten. Voor het eerst heb
ben wij ook in ons
jaarverslag een passage
aan deze problematiek
gewijd, terwijl het voor de
toekomst niet is uitgeslo
ten dat we genoemde
splitsing ook daadwerke
lijk zullen aanbrengen.
Het maken van koerswin
sten (of -verliezen) beïn
vloedt nu wel onze resul
taten, maar behoort uiter
aard niet tot ons werk."
Op 26 november 1983
overleed in de leeftijd
van 57 jaar de heer Dr.
Ir. AA.Th.M. van Trier,
President van de Raad
van Commissarissen
van Ahold. De heer
Van Trier maakte sinds
25 mei 1982 deel uit
van de Raad van Com
missarissen. Per 29
april 1983 werd hij be
noemd tot President
Commissaris. Zijn in
nemende persoonlijk
heid, zijn bestuurlijke
en vele andere kwali
teiten hebben in de
korte periode dat
Ahold gebruik mocht
maken van de dien
sten van heer Van
Trier, grote indruk ge
maakt.
Overeenkomstig het
daartoe vastgestelde
rooster zijn mevrouw
Drs. N. Rempt-
Halmmans de Jongh
en de heer K. Fibbe
aan de beurt van aftre
den. Laatstgenoemde
heeft te kennen gege
ven niet voor herbe
noeming in aanmer
king te willen komen.
Sinds 1973 is de heer
Fibbe commissaris van
de vennootschap ge
weest. Zijn grote erva
ring en zijn creatief en
kritisch denken mond
den uit in vele deskun
dige adviezen, waar
voor de Raad van Com
missarissen hem dank
baar is.
Besloten is om met in
gang van 26 april 1984
mevrouw Rempt op
nieuw te benoemen
tot commissaris, dit
nadat de Commissie
van Aandeelhouders
en de Centrale Onder
nemingsraad in de ge
legenheid waren ge
steld aanbevelingen te
doen en nadat was
vastgesteld dat deze or
ganen tegen een her
benoeming geen be
zwaar zouden aanteke
nen. Inmiddels is de
procedure in gang ge
zet om te voorzien in
de vacatures ontstaan
door het overlijden
van de heer Van Trier
en het aftreden van de
heer Fibbe. De heer
Prof. Dr. J. Kreiken
vervult nu het voorzit
terschap van de Raad
van Commissarissen.