Joop Kiel, de gedreven
schipper van Marvelo
„Kyokushin-karate leert
mensen incasseren"
sport
A
m
flitsen
Flitsen
pagina 11
De heer J.C.A.M. van de Wiel van DC Tilburg:
Zo gek kun je het niet
verzinnen of je stuit in
het leven van Joop Kiel
(55), de enige schipper
in dienst van Marvelo,
op water. Als kleuter
was de tobbe zijn woes
te baren. Op zesjarige
leeftijd rommelde hij
aan de waterkant van
de „Rooie buurt" in
Zaandam. Hij is twaalf
als de oorlog uitbreekt.
Er is weinig te beleven
voor kereltjes van zijn
leeftijd. Maar Joop gaat
onverdroten verder
met zijn liefde voor het
water. Hij bouwt van
bamboestokken, die hij
in vieren splitst, en ba
latum een kano. Vraag
niet hoe, maar hij lever
de het. Direct na de
oorlog weet hij vijftien
scheepsbeschuitblik-
ken te „arresteren".
Daar fabriceert-ie een
vlot van.
De tijd breekt aan dat Joop
Kiel echt mag meedoen. De
in Zaandam geboren maar
op de Zaan getogen „zeeman
in spé" kan de roep van het
water niet weerstaan. Hij
monstert aan bij de kust
vaart. Acht jaar duurt dat. In
1954 stapt hij over naar de
walvisvaart. In 1965 komt hij
voor de wal en „monstert"
bij Marvelo. Onder schipper
Bram Bruinink. „Vergeet zijn
naam niet te noemen", zegt
de grage verteller, „want
schipper Bruinink is een he
le beste. Hij is nu vier jaar
met pensioen maar ik mis
hem nog dagelijks."
Enthousiasme
Negentien jaar vaart schip
per Kiel nu alweer bij Marve
lo. Het enthousiasme waar
mee hij vertelt, wijst er op
dat hij het nog lang niet moe
is. AUeen het materiaal
moet goed zijn", zegt hij. Ik
vaar met een zolderschuit
met motor Ford Diesel 100
pk en sleep zonodig de
„hele vloot". Vier dekschui
ten. En ook de informatie
over de vracht moet goed
zijn.
Vroeger kwam ik nog wei
eens in de problemen door
halfslachtige voorlichting.
Tegenwoordig begin ik ge
lijk al te roepen van: „Wat
voor koffie krijg ik en hoe
veel ton." Kijk, er komen uit
verschillende landen ook
verschillende formaten ba
len. Uit Indonesië krijg je
grotere, 80 kgdan uit Zuid-
Amerika, 60 en 70 kg. Dat
moet je weten om de tonna
ge te berekenen, ook hoe je
moet stuwen (laden, red.).
Dat is donders belangrijk,
wil je niet het risico lopen
het IJ te dempen doordat je
deklading ongebrande koffie
gaat schuiven. Half januari
voer ik nog vracht met wind
kracht 10. Dat klinkt op
schepperig, maar ik houd nu
eenmaal van wind, storm en
regen. Anderen zullen mij
wel voor gek verklaren, maar
ik voel me er geweldig bij.
Wanbalen
Schipper Bruinink leerde me
al direct dat tellen belangrijk
is. Ik houd me vast aan het
aantal lagen dat op mijn
schuiten gestapeld wordt.
Dat kan nagenoeg niet mis
gaan. Amsterdamse havenar
beiders Iaden de dekschui
ten maar ik houd nauwlet
tend de „hijsjes" in de gaten.
Wanbalen (beschadigde ba
len, red.) gaan onherroepe
lijk van boord."
Het is een genot om naar
schipper Kiel te luisteren.
Niet alleen over zijn werk
vertelt hij met verve, ook
over zijn hobby's en die heb
ben, hoe kan het ook anders,
allemaal te maken met wa
ter. Over zijn Friese scheep
je van 18 meter waar hij ie
der jaar mee met vakantie
gaat. Met familieleden. Die
komen uit Oostenrijk en
Amerika, vertelt Joop niet
zonder trots. Dan zwerft hij
door Drenthe en Groningen.
„De jachten die op de Friese
meren gaan klonteren, kom
ik tegen en ik heb een heer
lijk rustig vaargebied", zegt
Hij.
Hij betreurt het, de goede
niet te na gesproken, dat er
nog zoveel slechte water
sporters zijn. Mensen, die
met de meest vreemde pie-
remegoggels het IJsselmeer
op gaan. Zonder red
dingsvesten, geen kompas.
Luisteren nauwelijks naar de
weerberichten, ja, als het te
laat is en ze midden in een
vliegende storm zitten. Hun
waterkaart bestaat veelal uit
een ANWB-fietskaart. „Vorig
seizoen nog een BM (zeil
boot, red.) met windkracht 7
van het IJsselmeer gehaald.
De slimmerik had er een bui
tenboordmotortje van 1 Vi
pk achter hangen. Daar kun
je nog geen vijver mee over
steken."
's Winters
En wat doet Joop Kiel - hoe
komt een gedreven schipper
aan zo'n naam in de win
ter? Hoe kan het anders: wa
ter. Hij begeleidt, samen met
een tiental volwassenen, 50
kinderen tussen de 8 en 14
jaar bij het bouwen van
scheepsmodellen. Zeilsche
pen. Dat gebeurt allemaal bij
de Speeltuinvereniging.
Twaalf verschillende model
len. Een bouwdoos kost al
gauw 150 gulden. Zonder
beslag. „Wij laten de kleine
modelbouwers alles zelf ma
ken. Ook het beslag. Dan
komt zo'n scheepje op 35
gulden. Dat betalen ze met
een gulden per week, als
contributie. Voor het mate
riaal tekent Bruynzeel. Een
maal per jaar mogen we
daar, in het lab, onze „slag
slaan". We zijn er heel geluk
kig mee, want het scheelt al
lemaal centjes voor onze
kleine scheepsbouwers. En
dan zomers naar de Amster
damse Bosbaan of hier in
Zaandam in de Achtersluis-
polder. Wedstrijden houden
met andere modelbouwers
van andere speeltuinvereni
gingen uit de wijde omge
ving. Zo'n dag is dolle pret,
ook voor de volwassenen",
besluit Joop Kiel.
Knutselaar
Maar schipper Kiel blijft ver
tellen. Over zijn zoon die nu
in militaire dienst is. Over
zijn werkschuur die hij heeft
omgetoverd tot een Zaans
Huisje. Over zijn model
houtzaagmolen en over zijn
huis dat hij in veertien dagen
heeft verbouwd. Weliswaar
met hulp van zijn speeltuin
vereniging-vrienden, waar
hij bijzonder dankbaar voor
is. 's Ochtends om 7 uur be
gon hij en 's nachts om twee
uur hield hij op. Schipper
Kiel zou ongetwijfeld nog
uren kunnen vertellen. Wie
weet, zoeken we hem nog
weieens op.
Een man die zo positief
tegenover zijn werk staat
en tegenover zijn colle
ga's en dan met name de
buitenlandse ,Je moet
ons Hollanders niet ne
men, wij aarden overal,
wij zijn net kameleons"
is de moeite waard om
wat langer dan een paar
uur mee te praten.
Sommige mensen gaan
tot de grens van hun
mogelijkheden, zowel
geestelijk als lichame
lijk. Kijken waar de
grens ligt om door die
training steeds verder
te schuiven. J.C.A.M.
van de Wiel (36), werk
zaam bij DC Tilburg, is
zo'n mens. Sinds zeven
jaar beoefent hij Kyo
kushin-karate. In Ne
derland een weinig be
kende sport met circa
5.000 beoefenaars.
Wanneer Jan van de Wiel
gaat vertellen, stort hij in de
kortste keren een enthou
siast verhaal over zijn
toehoorders uit over Kyo
kushin-karate, zoals deze
vechtsport heet. Kyoku bete
kent het uiterste en shin is
waarheid. Volgens ons is het
een moeilijk broertje van ju
do maar daar blijkt in de
praktijk weinig van te klop
pen. Het bevat technieken
uit de judo, maar dat is alles.
Kyokushin is een keiharde
vechtsport waarin de beoe
fenaars tot het kyoku (het ui
terste, weet u nog) gaan.
Vechten zonder wapens
maar met heel je lichaam. De
sterkste, die tevens ook de
slimste moet zijn, wint. Ge
lijk eindigen is bij Kyokushin
uitgesloten. Er is maar één
winnaar, hoe lang de strijd
ook duurt. Alles is daarbij
geoorloofd. Uitgezonderd
het kruis, dat is heilig.
Bokssport hard
Jan van de Wiel vertelt dat
hij als judoka wat anders wil
de. Het werd de bokssport.
Die vond hij toen hard. Hij
bleef zoeken naar andere
sporten, vechtsporten wel te
verstaan. Vechten met onbe
schermde handen en benen
en met je verstand, dat
moest het worden. Het werd
dus Kyokushin-karate.
Van de Wiel, gehuwd en va
der van een zoon, traint drie
maal per week in clubver
band en ook nog een keer op
zondag. Dan zijn er wedstrij
den of de senioren be
moeien zich met de jeugd.
Op de vraag wat voor zin de
ze sport heeft, antwoordt
Jan: ,Je leert incasseren, daar
word je evenwichtig van. Je
wordt veel weerbaarder en
daar heb je anno 1984 toch
wel behoefte aan. Je hoeft de
krant maar te lezen. Overi
gens is er geen beoefenaar
van Kyokushin die zijn sport
op straat „demonstreert" of
men moet hem er toe dwin
gen. Onze sport wordt maxi
maal begeleid. Bij een wed
strijd zijn een hoofdscheids-
rechter en vier hoekrechters
aanwezig. Hoe de klappen of
trappen ook vallen, één
scheidsrechter heeft er altijd
het volle zicht op. Zij zorgen
dat het gevecht tot het einde
eerlijk verloopt. Eén moet er
opgeven. Hetzij door uitput
ting, blessure of k.o. Natuur
lijk zijn er blessures, maar
over het algemeen lichte. Je
moet niet vergeten dat voor
het grote werk alleen maar
Vader eti zoon: jong geleerd,
oud gedaan.
door en door getrainde
sportmensen op de mat
staan. Die weten hoe ze
moeten vallen en moeten in
casseren. Trouwens, er zijn
altijd artsen aanwezig bij
wedstrijden. En hoe onge
loofwaardig het misschien
klinkt: er zijn meerdere art
sen die Kyokushin beoefe
nen en er zitten er een aantal
in het bestuur van de bond.
Ook een kleine groep vrou
wen beoefent deze keiharde
sport", besluit Jan van de
Wiel terwijl hij plagend zijn
vrouw aankijkt die duidelijk
de indruk maakt niet bijzon
der ingenomen te zijn met
de hobby van haar man.
Video
De video toont beelden van
oefeningen. Mochten we on
danks alle verhalen toch nog
met judo in ons hoofd heb
ben gezeten, de beelden ver
tellen een ander verhaal. On
gelooflijk wat Kyokushin-
beoefenaars presteren. In
één klap een vuistdikke
steen doormidden. In luttele
seconden een twaalftal cen
timeters dikke planken tot
openhaardhout verwerken.
Trappen met hoge snelheid
naar het hoofd en de benen
met speciale, jarenlang ge
trainde technieken. Het
doormidden slaan van een
steen enz. gebeurt alleen om
te laten zien hoe groot de
stootkracht is en aan te to
nen wat het effect op het
menselijk lichaam zou zijn.
En altijd is weer het ant
woord van Jan op de vraag
hoe dat mogelijk is, steevast:
„Training, training en nog
eens training. En geloof me,
training is afbeulen." Nou,
wij willen het in ieder geval
best geloven. Je kijkt het niet
af van die gezellige Braban
der met zijn rossige haar en
snor en z'n open eerlijke ge
zicht. In zijn verteltrant zit
ook niets fanatieks, alleen
maar enthousiasme. Maar hij
is er wel met zijn hoofd bij.
Volgt alles wat er op zijn
sportgebied gebeurt. Zo ook
de Japanse-Koreaanse stro
ming die bezig is Kyokushin
uit te bouwen tot iets wat
nauwelijks meer sport te
noemen is en ook niet als zo
danig bedoeld: „Terror". De
naam zegt het al, het is een
pure vorm van zelfverdedi
ging die in noodzakelijke ge
vallen wel op straat „beoe
fend" wordt. „Zodat je als
vrije burger niet altijd een
straatje moet omlopen als er
toevallig geen lantaarn
brandt", zegt Jan van de
Wiel. Ook in Nederland is al
een groep gevormd, die zich
over deze vorm van zelfver
dediging buigt.
Wanneer Jan over zijn zoon
tje van zes vertelt die, zo
jong als hij is, even enthou
siast als zijn vader Kyokushin
beoefent, wil echtgenote Wil
best eens laten horen dat zij
het er niet altijd mee eens is.
Wie echter met Jan van de
Wiel wil discussiëren, moet
wel van goede huize komen.
Of dat nu over zijn sport gaat
of over andere zaken. Waar
schijnlijk weten ze daarover
in de OR mee te praten. Jan
is, ondanks zijn druk bezet
leven, ook nog vice-voorzit-
ter van de OR DC Tilburg.
Over het functioneren van
een ondernemingsraad heeft
hij een eigen mening, maar
dat is een ander verhaal.