Leifo loopt lekker Steakmaster voor ongeldig maken van spaarzegelboekjes Depositorente spaarfonds pagina 4 Flitsen Het ei van Columbus Per jaar worden in de Albert Heijn-filialen rond 2.250.000 spaarze gelboekjes ter verzilve ring aangeboden. Boekjes, die onmiddel lijk na het innemen een teken van ongel digheid moeten krij gen, maar waarbij bo vendien rekening wordt gehouden met een verdere verwer king in de administra- Monique Maasdam (filiaal 1262) en de Steakmaster tie. Thans gebeurt dat ongeldig maken nog met behulp van stem pel en inkt. Vanaf maart krijgen de eerste filialen echter de be schikking over een nieuw apparaat: een steakmaster. Precies, een apparaat zoals ook wordt gebruikt als vleesvermalser. Het ongeldig maken van de zegelboekjes (gemiddeld zo n 7-300 per supermart per jaar) is een tijdrovend en niet bepaald schoon werkje. Alle veertien bladzijden die nen met een paginagroot stempel te worden bewerkt, hetgeen vaak een schort, plastic handschoenen en een met kranten bedekte tafel nodig maakte. „Om die rede nen keken we al geruime tijd uit naar een ander systeem", vertelt de heer L Ooster veen (hoofd afd. Organisatie bij Albert Heijn). Gepro beerd is onder meer een reu ze perforator, die echter in de praktijk te moeilijk te be dienen en te servicen was. Een papierversnipperaar zou een goede oplossing zijn, ware het niet dat de boekjes als kasstukken voor controle naar het hoofdkantoor moe ten. Een bezoek aan een leveran- mam Het merkwaardige woord Leifo is binnen de Albert Heijn-organisatie inmiddels gemeengoed voor velen. Dat moet ook wel, want werkelijk iedereen krijgt er mee te maken, van de kleinste zelfbedieningswinkel tot en met de grootste Albert Heijn Extra. Leiding en formatieplaatsen, kortweg Leifo, is de nieuwe organisatiestructuur in het Albert Heijn- winkelbedrijf. Flitsen schreef daarover al eerder. Vakmensen hebben het bij Leifo over een „platte re organisatie"; eenvoudiger gezegd: onder de bedrijfsleider zijn straks nog maar twee niveaus, in plaats van de drie nu. Een andere, plattere, organisatie betekent ook andere werkverdelin gen en andere verantwoordelijkheden. En dat betekent andere opleidingen. Flitsen sprak daar over met de heer Piet de Jong, één van de medewerkers van de afdeling Opleidingen van Albert Heijn. Samen met drie collega's is hij lid van het projectteam dat zich bezighoudt met de opzet en begeleiding van de nieuwe opleidingen voor het verkooppersoneel en de caissières die passen in de Leifo-organisatievorm. Nieuwe opleidingen? Piet de Jong: ,Ja, de nieuwe organisatievorm, met de an ders verdeelde verantwoor delijkheden, vraagt om op leidingen, die helemaal ge richt zijn op die nieuwe functies met hun nieuwe in houd. Tot nu toe bestond voor verkooppersoneel van Albert Heijn de zogenoemde basisopleiding. Al in 1981 zijn wij gestart die opleiding eens grondig te herzien. Eén van de problemen die we ermee hadden was bijvoor beeld het veel te grote ge bruik van hulpmiddelen, zo als de Teletrip. Maar door mensen bij wijze van spre ken alleen maar naar een filmpje te laten kijken, ver zorg je nog geen goede op leidingen. In die tijd hebben we in 125 filialen een onder zoek gehouden naar de bele ving en het effect en de tijdsbesteding van die basis opleiding. Terwijl we daar mee bezig waren, kwam de Leifo-organisatiestructuur. De eisen die in Leifo aan de functies gesteld worden en waarvoor dus opgeleid moet worden, kwamen in grote lijnen overeen met de ideeën en uitgangspunten die wij inmiddels hadden ge- Onde situatie. Monique in de slag met stetnpel en inkt cier van slagerij-apparatuur zorgde voor het ei van Co lumbus. Uit een steakmaster stak een stuk karton, dat ter demonstratie was „meege draaid". Oosterveen: „Dat was het systeem dat we no dig hadden. Dit apparaat inmiddels uitgerust met een aangepast messenpakket en daardoor onbruikbaar voor de slagerij! voorziet de boekjes door-en-door van kleine sneetjes. Het boekje blijft intact, maar laat over ongeldigheid niets te raden. Bovendien werkt de steak master elektrisch, zodat de enige menskracht bestaat uit het invoeren van de boekjes in het apparaat." Het nieuwe systeem is ruim een halfjaar in het filiaal Ankersmidplein te Zaandam getest en blijkt uitstekend te voldoen. Met ingang van maart komt het ter beschikking van alle SM's en van de grotere ZB's. In to taal zijn 300 apparaten be steld. formuleerd in het kader van de vernieuwing van de basis opleiding." Hoe zijn die nieuwe opleidingen tot stand gekomen? „Om een en ander goed op te zetten is er een werk groep gestart, speciaal voor de opleidingen van het niet leidinggevend personeel op de winkelvloer: de verkoop sters en verkopers en de caissières. Ons streven is bij voorbeeld dat de opleidin gen véél meer praktijkge richt moeten zijn. Dat de theorie, die er natuurlijk toch in zit, veel sterker dan voorheen gekoppeld moet worden aan de praktijk. En dat we als hulpmiddelen niet meer bij voorbaat dozen vol met Teletripcassettes het land door moeten sturen. De hulpmiddelen voor een echt praktijkgerichte opleiding, daar staat de winkel mee vol. In die werkgroep is dat voor elke assortimentsgroep op een rijtje gezet. En is er voor elke assortimentsgroep uit gezocht en vastgesteld hoe het opleidingsprogramma verdeeld moet worden in blokken." Hoe is de stand van zaken nu? „In het begin van vorig jaar zijn we begonnen met de ontwikkeling van de oplei dingsprogramma's. Voor el- De depositorente over 1983 is vastgesteld op 0,73%. De berekening van de extra rente wordt gebaseerd op het gemiddelde deposito- tarief bij de AMRO- bank over deposito's van 100.000,- op jaar- termijn. Uitgegaan wordt van de renteta rieven geldend in de eerste week van de vier kalenderkwartalen. De uitkomst hiervan was voor 1983 5,28%. Het percentage deposito rente wordt gevonden door deze uitkomst te verminderen met het vaste rentepercentage, zoals dat voor het Spaarfonds geldt, ofte wel 5,28% - 4,55% 0,73%. De deposito wordt aan het einde van het jaar toegekend over de laagste stand van de spaarrekening gedurende het gehele kalenderjaar, na dat deze is verminderd met een franchise, die voor 1983 is vastgesteld op ƒ3.500,-. Ter verduidelijking moge het volgende voorbeeld gel den. Stel een spaarder heeft een normale en een bijzon dere spaarrekening en de laagste stand van het totaal van het saldo van zijn norma le en het saldo van zijn bij zondere rekening op enig moment was in 1983 bijv. 5.500,-. De depositorente wordt nu berekend over dit laagste saldo verminderd met 3500,-, ofte wel 2.000,- en bedraagt over 1983 0,73 x 2.000,- 14,60. ke assortimentsgroep wordt het opleidingsprogramma in drie filialen proefgedraaid gedurende ongeveer een maand. Al met al zijn daar over het hele land verspreid vijftig filialen bij betrokken. Eind van deze maand of in februari is die fase achter de rug. Die test-filialen worden in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen over de opleidingen te maken. Zo wel over de programma's, de indelingen als over de in houd. Daarbij zijn we zowel nieuwsgierig naar de reac ties van de gebruikers, de verkopers en de caissières, als naar de reacties van de afdelingschefs c.q. bedrijfs leiders die hen als mentor begeleiden. En natuurlijk luisteren we ook naar de personeel- en opleidings functionarissen in de zones en regio's en naar de perso- neelchefs in de area's. Dat lijkt veel en ingewikkeld, maar deze nieuwe opleidin gen in de nieuwe organisa tievorm zijn voor AH van groot belang. Er moeten dui zenden en duizenden men sen opgeleid en bijge schoold worden. Dan is het vanzelfsprekend dat je bui tengewoon zorgvuldig te werk gaat bij het opstellen van de opleidingsprogram ma's." Wanneer zijn de nieuwe programma's definitief? „De ontwikkelingsfase wordt, zoals gezegd aan het eind van de maand of begin februari afgesloten. De op merkingen, suggesties e.d. vanuit de praktijk van de winkelvloer worden in enke le weken verwerkt. Daarvan is overigens een groot ge deelte al verwerkt tijdens het verloop van deze proef. Dan kan het materiaal in maart a.s. definitief zijn en zijn alle opleidingsboeken en begeleidingsinstructies gereed voor elk filiaal dat aan Leifo toe is. Dat betekent natuurlijk niet dat we de opleidingen niet meer veranderen. Er blijven altijd aanpassingen en verbe teringen noodzakelijk. Die worden na maart echter op de gebruikelijke manier als aanpassingen verspreid. Wat in maart vast ligt, is het prin cipe en stramien dat de basis vormt voor Leifo-opleidin- gen. Overigens beschikken in middels al zo'n honderd filia len over een gedeelte van de opleidingsmiddelen volgens Leifo. Want die worden na tuurlijk niet alleen gebruikt voor volledige opleidingen, maar ook voor bijscholing van de huidige medewerkers en medewerksters. Vanzelf sprekend moeten zij alleen opgeleid worden voor dat deel wat zij nog niet in de oude opleidingen hebben gehad. Voorheen kreeg men een brede opleiding, waar door elke verkoper vrijwel in de gehele winkel inzet baar was. Nu gaan we in elke assortimentsgroep min of meer specialiseren. In de cursussen moeten we dus veel meer de diepte in. Maar ook wat dat betreft is er natuurlijk al veel kennis en vaardigheid in huis; ook juist uit de praktijk. Tot nu toe hebben we op de nieuwe opleidingen voornamelijk positieve reacties gekregen. De al gehele invoering zal daar om wel soepel verlopen. Wat ons betreft loopt Lei fo lekker."

Personeelsbladen | 1984 | | pagina 4