OR VERKIEZINGEN K>OR B>VERKIEZI Kapitaalverzekering bij overlijden De OR kan nu in een eerder stadium en beter haar oordeel geven „Ruggesteun geven" Ex-COR voorzitter Frans Petra Voorzitter R. de Vaan, OR APCO NIEUWE ACTIVITEIT PENSIOENFONDS „We zaten in 1979 eigenlijk van het ene moment op het andere opgescheept met de Nieuwe Wet op de Onderne mingsraden. Een goede voorbereiding op de komst van de wet was niet moge lijk omdat tijdens de be sluitvorming in Den Haag allerlei amendementen het geheel zeer onduidelijk maakten. Het politieke ge krakeel rond de wet heeft er tevens toe geleid dat er een groot aantal onduide lijkheden in staan", aldus Frans Petra, ex-voorzitter van de COR die vanuit die functie de verzelfstandiging van de OR van nabij heeft meegemaakt. Redactie Flit sen sprak met Frans Petra over de overgangsfase van de ene wet naar de andere en met name over de vraag of de OR na intrede van de nieuwe wet werkelijk meer invloed kan hebben op het beleid van de bestuurder. „De komst van de wet in 1979 betekende voor de COR - en na tuurlijk ook voor de OR en- een behoorlijke taakverzwaring. Aller eerst werden de adviesbevoegdhe den (art. 25) behoorlijk uitge breid, hetgeen overigens ook gold voor het instemmingsrecht (art. 27). Daarnaast kwam nog de ver andering met betrekking tot de informatieverplichting. Vooral de ze uitbreidingen pleegden een aanslag op de kennis en ervaring van OR- en COR-leden. Allereerst dook het probleem op dat de wet eerst moest worden geanalyseerd voordat men er mee aan het werk kon." Frans Petra, nu projectlei der binnen de afdeling Functie waardering van Ahold, noemt een praktisch voorbeeld. „In artikel 25 staat bijvoorbeeld dat in „belang rijke" gevallen advies moet wor den aangevraagd bij OR of de COR. De wet omschrijft dat woordje „belangrijk" niet. Dus moet je met de bestuurder afspra ken gaan maken over hoe het begrip „belangrijk" moet worden ingevuld. Dat is maar één voor beeld. Druk op leden De nieuwe wet op de OR'en druk te behoorlijk zwaar op de leden. Er werd meer inzicht in problema- tieken geëist en bovendien ging er voor veel leden van de OR'en en de COR meer vrije tijd in dat werk zitten. Dat het in de begintijd „zwaar" was, blijkt wel uit het feit dat we over de periode '79-'81 binnen de COR maar liefst zestien mutaties hadden", aldus Frans Pe tra. Invloed veranderd? „Of door de nieuwe wet de in vloed van OR of COR op een beslissing is toegenomen, is moei lijk te zeggen. Kijk, in de oude situatie moest de ondernemer bij het nemen van zijn beslissingen ook al rekening houden met de OR. Dat is niet veranderd. Wel heeft hij nu de plicht om de OR over meer zaken in te lichten. Hij moet regelmatig cijfermateriaal aan de OR sturen en zijn beleids plannen voor uitvoering op tafel leggen. De OR kan nu dus in een eerder stadium én beter haar oor deel geven over bepaalde zaken. Dat vroegtijdig informeren van de OR ter wille van de werkzaamheid vind ik een goede zaak. Vroeger deed men dat vaak te elfder ure met als gevolg dat de OR binnen zeer korte tijd een advies moest geven met als resultaat dat de OR nooit een gedegen advies kon ge ven." Verharding „Een van de grote voordelen van de wet vind ik dat de bestuurder niet langer meer voorzitter is van de OR en de COR. De OR kan nu zonder de invloed van het man agement een eigen gezicht bepa len. Dat bestuurder en OR nu alleen tijdens een overlegvergade ring tegenover elkaar zitten heeft volgens mij ook zeker nadelen. In mijn tijd, van '77 tot september '79 (komst van de nieuwe wet), was het zo dat de bestuurder met zijn plannen kwam die in zijn bijzijn werden besproken. Er was een mogelijkheid tot discussie. Men kon als het ware naar elkaar toe praten. Nu is het zo dat beide partijen hun messen reeds hebben geslepen voor ze rond de tafel gaan zitten. De meningen zijn be paald en de discussie gaat in veel gevallen alleen nog over het „ge lijk". Dat vind ik jammer." Op de vraag of hij meer voordelen kan noemen die te maken hebben met de invloed, antwoordt Frans: „Vroeger was het zo dat de be stuurder maandenlang van tevo ren gesteund door zijn specialis ten de plannen kon uitbroeden. De OR werd laat geïnformeerd en kon zich niet gedegen voorberei den. Met de bestuurder moeten nu afspraken gemaakt worden om zijn kaarten eerder op tafel te leggen waardoor de OR of COR ruim de tijd krijgt om zich in de materie te verdiepen en eventueel ook spe- „De OR functioneert nog niet optimaal, soms zou je wel eens denken dat de ondernemer vergeet dat wij er ook zijn, terwijl de wet ons toch voldoende mogelijkheid geeft tot versterking van een zeke re macht. Meer invloed kan alleen worden ver kregen als de medewer kers zich gezamenlijk op stellen achter de OR. Daarom wil ik alle APCO- medewerkers vragen straks in april bewust hun stem uit te brengen en daarmee ons als OR - die het in deze tijd van economische teruggang toch wat moeilijker heeft - veel ruggesteun te ge ven. Want alleen door een goede samenwerking met de achterban kan een OR naar behoren functioneren. Het is be langrijk dat we juist nu samen sterk zijn voor een toekomst waarin onze so ciale zekerheid in zekere mate op de tocht komt te staan. Bovendien is het zo dat een goed functio nerende OR zijn steentje kan bijdragen tot een goede toekomst voor ons bedrijf. We mogen zeker niet vergeten dat die toe komst in het belang is van ons allemaal." cialistische hulp in te roepen. Met die wetenschap zal de bestuurder zijn plannen nog beter afwegen en nog meer rekening houden met de OR. Daardoor heeft de OR best meer invloed op het bedrijfsbe leid." Hoe ver „Hoe ver die invloed van de OR mag gaan vind ik een moeilijke zaak. De Wet op de Onderne mingsraden, die door allerlei maat schappelijke veranderingen zeker nog wel eens gewijzigd zal wor den, zal altijd het minimum zijn Ondernemer en OR zullen dit als uitgangspunt dienen te nemen. De OR hoort niet thuis op de stoel van de bestuurder, maar dient het beleid te controleren. Medezeg genschap is iets anders als mede verantwoordelijkheid: dat laatste past ook niet in onze westerse kapitalistische maatschappij. In dien de OR ook medeverantwoor delijk zou zijn voor het beleid, dan zitten wij in een soort arbeiders- zelfbestuur, zoals bijvoorbeeld in Joegoslavië Medezeggenschap in een onderneming en de invloed van de OR zijn belangrijk voor het goed functioneren van een onder neming en voor hen die daarin werkzaam zijn", aldus besluit Frans Petra. De sociale zekerheden in ons land mogen er zijn. In de periode van welvaart, die nu voor een deel achter ons ligt, zijn daartoe allerlei voorzieningen getroffen. Ziekte, ouderdom, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid overal zijn regelingen voor, die de kwade kanten helpen opvangen of verzachten. Waarom dan nu toch een uitbreiding van het dienstenpakket van Ahold Pensioenfonds? De heer A. van Dorssen, medewerker van het fonds, vertelt er meer over. „De afgelopen jaren zijn we steeds vaker tot de ontdek king gekomen, dat de pen sioenvoorziening door een aantal omstandigheden aan vulling behoeft. Iemand die op latere leeftijd bij Ahold in dienst is gekomen moet re kenen op een lager uitke ringsniveau. Maar ook per soonlijke omstandigheden kunnen veranderen. Schei ding brengt bijvoorbeeld met zich, dat de ex-partner een deel van de pensioen voorziening krijgt toegewe zen en dat voor een nieuwe partner in dat opzicht onvol doende overblijft. Ook het hebben van studerende kin deren maakt het nodig extra goed te overwegen of de via het Pensioenfonds verkre gen pensioenaanspraken bij overlijden wel toereikend zijn. Dan is er nog de korting op de uitkering wanneer het leeftijdsverschil tussen man en vrouw erg groot is. Ten slotte kan de Algemene We duwen- en Wezenwet (AWW) een nadelige rol spelen. Deze kwam tot stand in de jaren '50, toen een weduwe van 40 jaar of jon ger nog in staat werd geacht door het vinden van een baan zélf voor een deel in het onderhoud van haar en haar gezin te voorzien. Een stelling die met de huidige werkloosheid niet meer op gaat. Al die dingen hebben in de praktijk aangetoond, dat verbetering van dit risico- deel van de pensioenvoor ziening geen overbodige luxe is." De nieuwe activiteit van het Ahold Pensioenfonds houdt in. dat iedere deelnemer in de pensioenregeling een ex tra kapitaalverzekering bij overlijden kan afsluiten. An ders gezegd; deze verzeke ring betaalt uit in geval van overlijden van de deelne mers vóór de 65-jarige leef tijd. Niet wordt, zoals bij een gemengde verzekering, op 65-jarige leeftijd een bedrag uitgekeerd. Van Dorssen: „Het gaat al léén om dat risico bij overlij den waarbij de nabestaanden tot de ontdekking zouden kunnen komen dat de be staande regeling onvoldoen de is." Aantrekkelijke kant is, dat de premie door het Pen sioenfonds laag kan worden gehouden, hetgeen boven dien extra in de hand wordt gewerkt doordat geen provi sie en geringe administratie kosten in rekening worden gebracht. „We doen het zo eenvoudig en zo goedkoop mogelijk." Het laagste te verzekeren be drag is 50.000,- oplopend met 10.000,-. Voorwaarde is wel, dat de kandidaat-deel nemer medisch wordt geac cepteerd. Wie een betrek king elders aanvaardt kan de- verzekering bij Ahold desge wenst voortzetten. De nieuwe activiteit van het Pensioenfonds gaat per 1 ja nuari 1984 van start. Belang stellenden kunnen een bro chure met polisvoorwaarden en tarieven aanvragen bij het Pensioenfonds. Huispost W 212. De pensioenvoorzie ning van Ahold nv mag, in vergelijking met de pensioenrege lingen van andere be drijven, een goede re geling genoemd wor den. Toch kunnen per soonlijke omstandig heden er de oorzaak van zijn, dat de finan ciële positie bij pen sionering of in geval van overlijden onvol doende is. Bij de oudedagsvoor ziening kan precies worden bepaald in hoeveel jaar en in wel ke vorm de benodigde extra voorziening bij een gespaard moet worden. Anders ligt dat bij de weduwen- en wezen- voorziening. Het is im mers niet ondenkbaar dat de extra voorzie ning reeds morgen no dig is! Vrijwel niemand kan een dergelijk risico zelf dragen en het is dan ook noodzakelijk om goed te overwegen of een aanvullende voorziening, bijvoor beeld een kapitaalver zekering bij overlij den, moet worden ge troffen. Het Ahold-Pensioen- fonds gaat de moge lijkheid bieden om een kapitaalverzeke ring bij overlijden te sluiten en wel tegen een zeer aantrekkelijk tarief!

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 7