VERKIEZINGEN
OR VERKIEZINGEN B>QR ^VERKIEZT
Invloed op bedrijfsbeleid heeft te maken met
wederzijds vertrouwen
5 APRIL 1984
QORQ INTERVIEW Q OR
„OR HEEFT MEER INVLOED
DAN MEN DENKT"
OR O INTERVIEW O OR O
Fokke Huizing, secretaris OR Meester Wijhe:
„DESKUNDIGHEID OR HEEFT INVLOED OP
BEDRIJFSBELEID"
Chris van den Broek, de
huidige algemeen direc
teur van Miro en tot 1 sep
tember jl. directeur van de
Vers Vlees Groep van Ahold,
sprak in zijn nieuwe direc
tiekamer op het hoofdkan
toor van Miro in Zaandam
met de voorzitter van de
OR Vers Vlees Groep, Cor
Schoon. Het onderwerp van
het gesprek was de invloed
van de OR op een beleids
beslissing van de bestuur
der. Duidelijk bleek dat, wil
een OR invloed hebben op
het bedrijfsbeleid, er een
vertrouwensrelatie moet
bestaan tussen OR en be
stuurder. Redactie Flitsen
was aanwezig bij het ge
sprek en onderstaand volgt
een verkorte weergave.
Van den Broek: „Toen ik bij de
Vers Vlees Groep als directeur
binnenkwam, trof ik bij de OR een
strak vasthouden aan de Wet op
de OR'en aan. Men hield zich on
verkort aan de procedures. Dat
was het eigenlijk. Moest er bij
voorbeeld advies voor instem
ming op basis van artikel 27 wor
den aangevraagd, dan gebeurde
dat ook altijd prompt. Heel gelei
delijk is de OR gaan inzien dat de
wet eigenlijk maar een basisstuk is
van waaruit men moet opereren.
Blijft men zich echter helemaal op
die wet concentreren dan wordt
het allemaal een bureaucratisch
geheel Wil je - en zo zie ik dat -
invloed uitoefenen op het beleid
van een bestuurder, dan zul je een
klimaat moeten creëren waarin
een bestuurder wat betreft de in
formatieverschaffing verder gaat
dan hij formeel moet."
Schoon: „In het verleden hadden
we een bestuurder die zelf nooit
de ondernemingsraad zou hebben
uitgevonden. Er was geen ruimte
voor openheid tegenover elkaar
en we werden als OR gedwongen
ons precies volgens „het boekje"
te gedragen. Toen Chris van den
Broek bestuurder werd zijn we
ook volgens dat stramien te werk
gegaan. Na diverse vergaderingen
bleek duidelijk dat hij zeer positief
over het OR-werk dacht en dat hij
het een belangrijk overlegorgaan
vond. Fr groeide een vertrou
wensrelatie die ertoe geleid heeft
dat wij nu volgens het harmonie
model werken, een model dat veel
OR'en (óók binnen Ahold) bekriti
seren. Als je een goede vertrou
wensbasis hebt, kun je de onder
nemer in een aantal zaken de
ruimte geven."
Red. Flitsen: ,,Is- een vertrou
wensbasis in zekere zin geen
vorm van invloed?"
Schoon: „Dat is een filosofische
vraag. Maar ik geloof wel dat een
vertrouwensbasis een zekere in
vloed is. Mits je die basis niet mis
bruikt van beide kanten. Als je een
bestuurder hebt die bewust een si
tuatie wil creëren om de vrijheid
te hebben zijn gang te gaan. dan
ben je verkeerd bezig. Als een OR
dit vanuit hetzelfde oogmerk doet
om de bestuurder op zijn gezicht
te laten vallen, dan werkt het ook
niet."
Red. Flitsen: „Wat is nu precies
invloed hebben op beleidsvor
ming?"
„Invloed hebben betekent dat je
daadwerkelijk een bepaald besluit
van de ondernemer kunt beïnvloe
den. Dat is één kant van de medail
le. De andere kant - en zo werkte
het bij de Vers Vlees Groep onder
Van den Broek - is dat de bestuur
der bij zijn beleidsvoornemens
GerdaJansen vice-voorzitter OR Marvelo:
„Ruim een jaar geleden vonden de
onderhandelingen plaats over de
overname van onze chocolade-af
deling door Verkade. In de wan
delgangen hadden wc gehoord dat
dit zou gaan gebeuren en dat re
sulteerde in het feit dat de be
stuurder ons in een vroeg stadium
een adviesaanvraag deed toeko
men. We hebben toen een paar
specialisten op marketing- en juri
disch gebied in de arm genomen.
Hun rapport leidde voor ons tot
een negatief advies. Het manage
mentteam moest dus met een
nieuw plan komen dat werd opge
steld aan de hand van onze gege
vens. Aanvankelijk zouden 96 per
sonen weggaan bij Marvelo. Van
hen zouden er 63 naar Verkade
gaan en aan de overigen zou bin
nen Ahold passend werk worden
aangeboden. We hebben door ons
negatief advies weten te bereiken
dat er ongeveer 35 medewerkers
naar Verkade zijn gegaan. Ook
hebben we onze invloed aange
wend ter verbetering van de socia-
terdege rekening hield met wat de
OR wil. Soms was dat wel eens
niet zo prettig omdat het de kans
van de OR om „openlijk te sco
ren" wel heel moeilijk maakte.
Soms ging je je als OR afvragen
hoe de achterban over je functio
neren zou denken. Als je dan als
OR „volwassen" bent. dan accep
teer je het feit dat je niet tot sco
ren komt."
Red. Flitsen „Bent u als be
stuurder ook wel eens terug
gefloten?"
Van den Broek: .Ja. dat is vrij re
centelijk nog gebeurd bij het Pro
ject Anders Samenwerken. We
hadden een adviesaanvraag voor
gelegd aan de OR De inhoud van
de aanvraag kwam er in het kort
op neer dat we vier projecten wil
den starten: een wijziging in de or
ganisatie van de slagerijen, werk
overleg, initiatiefgroepen en oplei
dingen. Het geheel werd keurig in
de adviesaanvraag opgenomen.
Tijdens de overlegvergadering
bleek dat de OR verdeeld was zo
dat er geen unaniem advies kon
worden gegeven."
Schoon: „De vertegenwoordigers
van twee Centrale Slagerijen kon
den geen instemming geven aan
het advies. Dit omdat een aantal
eerder gemaakte afspraken niet
conform waren met die welke in
het advies waren neergelegd."
Van den Broek: „Kortom. Er zou
geen advies worden uitgebracht
en een opschorting konden wc
niet gebruiken omdat we bij de
overige drie CS'en verwachtingen
hadden gewekt en die zouden niet
kunnen worden ingewilligd. Je
kunt wel mooie plannen lanceren
maar om je geloofwaardig te ma
ken. moet je die projecten ook zo
snel mogelijk starten. We stonden
toen tegenover elkaar: wij wilden
verder als management, maar de
OR was verdeeld en wilde niet
verder."
Schoon: „We wilden als OR wel
verder, maar wc konden niet ver
der. Hier komt weer die vertrou
wensrelatie om de hoek kijken. Je
kunt formeel natuurlijk tegen de
bestuurder zeggen dat we er als
OR nog niet zijn uitgekomen, zo
dat we nog geen advies kunnen
uitbrengen. Wc hebben ons als OR
toen kwetsbaar opgesteld door te
zeggen hoe de zaken precies lagen
en gevraagd of de bestuurder ons
wilde helpen."
Van den Broek: „Kijk, als je een
verstandhouding hebt waarin de
messen van tevoren worden gesle
pen, waarin alleen maar onderhan
deld wordt en waarin er geen
werkelijk overleg plaatsvindt dan
zal er nooit een vraag om hulp uit
de OR komen. Het resultaat is een
negatief advies en ik zit als be
stuurder met lege handen. Staande
de vergadering hebben we daar
andere managementteam-leden
bij gehaald die nauw waren be
trokken bij het tot stand komen
van het project. Hen hebben we
de problematiek voorgelegd. Tij
dens die vergadering heb ik met
de betrokken mensen afspraken
gemaakt. Het resultaat was dat bin
nen de drie Centrales waar niets
aan de hand was. verder kon wor
den gegaan. De twee overige Cen
trales konden hun fiat toen ook ge
ven aan het gehele plan. Het ad
vies werd weliswaar tot een vol
gende vergadering uitgesteld maar
dat leidde niet tot een vertraging
in het gehele project. Samenvat
tend zou ik dan nog eens willen
benadrukken dat. wil je als OR in
vloed hebben op het bedrijfsbe
leid er wederzijds vertrouwen
moet zijn tussen bestuurder en
OR. doch dat wij alert moeten zijn
waar dat vertrouwen op geba
seerd is. Dan alleen kun je goed en
constructief samenwerken.
Ie voorwaarden voor hen die naar
Verkade gingen. Als laatste konden
we ervoor zorgen dat een deel van
de chocoladeproduktie, met name
die van de fantasiechocolade, bin
nen Marvelo bleef. Afsluitend zou
ik willen zeggen dat je, als je je als
OR op de juiste manier inzet, zeer
zeker invloed kunt uitoefenen op
het bedrijfsbeleid. Helaas zien ve
len nog niet dat de OR meer in
vloed heeft dan men denkt."
„Een ondernemingsraad moet
goed in het oog houden dat een
ondernemer voortdurend voor de
opgave staat beslissingen te ne
men, beslissingen die heel nauw
verband houden met de rentabili
teit van een onderneming en de
werkgelegenheid daarbinnen. In
zijn bedrijf heeft hij allerlei des
kundigen rondlopen die hem advi
seren en die dus werkelijk invloed
hebben op een uiteindelijke be
slissing. Die deskundigen advise
ren hem op hun gebied. In mijn
ogen is een ondernemingsraad net
zo goed een deskundig bureau, zij
het dan op het gebied van de
kwaliteit van de arbeidsplaatsen,
onder welke condities je mensen
moet laten werken of hoe met de
werkgelegenheidsmogelijkheden
zelf moet worden omgegaan. Onze
OR heeft zich deze elementen bin
nen het OR-werk bijzonder aange
trokken. Daarbij gaan we het eerst
natuurlijk uit van de belangen van
de medewerkers en daarnaast kij
ken we vanzelfsprekend ook naar
het belang van de onderneming
zelf. Als OR van Meester Wijhe
houden we, juist nu ons bedrijf
een geweldige produktiegroei
door maakt, de vinger aan de
pols. Afsluitend kan ik niet anders
zeggen dan dat de bestuurder bij
het nemen van zijn besluiten dui
delijk rekening houdt met de kri
tieken die wij tijdens overlegver
gaderingen naar voren brengen.
Daarmee wil ik zeggen dat de
invloed van onze OR op het be
drijfsbeleid groot te noemen is."
Cor Schoon.
Chris van den Broek.