OR [=ËD> VERKIEZINGEN f=Ê3> OR VERKIEZI Ut OR E=D> VERKIEZINGEN OR E=D> VERKIEZI Flitsen pagina 9 „Verkiezingen belangrijk" O OR S> INTERVIEW O OR „Door OR-wet 1979 geen twee kampen OR INTERVIEW O OR O „Informeel oi er leg met bedrijfsleiders CS'en Q OR INTERVIEW O OR O „Gevoelenszijn feiten" „Er gebeurt weinig bij AUGV" O OR O INTERVIEW OORO „Toetsende rol belangrijk" Zie ook de interviews op pagina 10 „Lel bij keuze op kwaliteit zittende ploeg" „OR naar Japans model" O OR O INTERVIEW Q>ORO Oi erleg is goed te noemen O OR O INTERVIEW OORO Ondernemingsraad moet zelfkritiek hebben" OORO INTERVIEW O OR O O OR INTERVIEW OR directeur n.j. visser, distributie: OR soms te pragmatisch bezig" „Goede OR loopt niet altijd naar de achterban F. WESTER, DIRECTEUR ETOS: "W'l wcrken bij Etos met zogenaamde activiteitenplannen die we voor het be gin van het jaar binnen de staf opstellen. 5p> *6»- Daar staan vaak voorstellen in waarvan je W van tevoren niet weet of ze zullen wor- T"" j& den besproken. We nemen dus op voor- hand geen besluiten, maar vragen de me- ""'■fc ning van de OR. Openheid is het devies «Ir «T Jflll Van waarbij ik me gaarne aansluit. Alleen door openheid kun je samen con structief bezig zijn. Daarom geloof ik heilig in een goede samenwer king met de OR, Bovendien is de OR, voor mij als bestuurder, een soort controle-apparaat dat het beleid van Etos toetst. De komende verkiezingen vind ik dan ook belangrijk en ik zou tegen al mijn mensen in het hele land willen zeggen dat zij een weloverwogen beslissing moeten nemen om zich al dan niet kandidaat te stellen. Wil men zich niet kandidaat stellen dan vraag ik aan hen de zelfdiscipline zich te verdiepen in degenen die dat wel doen. Alleen op die manier kan men een bewuste keuze maken die niet alleen ten gunste uitvalt van Etos maar ook in het eigen belang H. BUDDE, VOORZITTER OR ETOS: „Velen hebben het idee. dat na het inwer king stellen van de nieuwe Wet op de Ondernemingsraden in 1979. er ineens twee partijen tegenover elkaar zitten: aan de ene kant de bestuurder en aan de an dere kant de OR. Dat is bij Etos absoluut niet het geval. Bovendien zou ik ook niet graag zien dat dit zou gebeuren. Wij heb ben een goed en eerlijk contact met onze bestuurder. Er heerst tijdens onze over- legvergaderingen een informele sfeer die bepaald gemoedelijk is. Dat vind ik een plezierige zaak. Een gevaar is dat het overleg wat kan verwateren en als je je als OR dan niet kritisch blijft opstellen, loop je - en ik zeg nadrukkelijk „loop je" - de kans dat de bestuurder je inpakt C. SCHOON, VOORZITTER OR VERS VLEES GROEP: „We zijn nu zo'n jaar bezig met het pro ject „Anders Samenwerken". Hierbij staat ons beleid centraal Dit is erop gericht dat de verantwoordelijkheid zo laag mo gelijk in de organisatie wordt gelegd. Om die medezeggenschap zo ver mogelijk door te voeren zijn op alle afdelingen overlegvergaderingen gestart Ook bij Marvelo zijn ze daarmee bezig. Het is dus niet zo'n nieuwe ontwikkeling in het „Ahold-huis". Ondanks de verspreidheid van de CS'en in het land hebben wij wat minder te kampen met communicatieproblemen Dit komt omdat de vestigingen vrij autonoom opereren. Dat geldt ook voor de OR. Het leuke bij ons is dat per vestiging de OR-leden één keer in de vier weken informeel overleg voeren met de bedrijfslei der. Op deze wijze wordt de communicatie bevorderd hetgeen de medezeggenschap van de individuele medewerker ten goede komt." C. VAN DEN BROEK, DIRECTEUR VERS VLEES GROEP (TOT l-9-'83) „Wat essentieel is bij onze Ondeme- mingsraad is dat we erkennen en onder kennen dat gevoelens feiten zijn. Je ziet heel vaak bij ondernemingsraden dat OR- 23* j&i leden door de bestuurders eigenlijk wor den gedwongen door middel van cijfers jé JgV te bewijzen wat ze eigenlijk te zeggen WÊÊjtjA hebben Als er een dergelijke overleg- situatie is met de bestuurder dan is er WÊÊÊ.v mm geen basis van vertrouwen. Men probeert een OR zuiver op feiten klem te zetten. Veel zaken die binnen het overlegplaatsvinden hebben te maken met gevoelens. Die zijn nu eenmaal niet met cijfertjes te bewijzen. Alleen als je erkent en onderkent dat gevoelens feiten zijn. kun je als bestuurder en OR positief bezig zijn. Niet alleen waar hel gaat om zaken omtrent de bedrijfsvoering en dergelijke, maar ook waar het het belang van de medewerkers aangaat." C. VAN DOESBURG, VOORZITTER OR ALBERT HEIJN GROOTVERBRUIK: Bij ons zou de OR een optimale commu nicatie met de achterban kunnen hebben omdat bij AHGV alle medewerkers onder één dak opereren. Toch is de communi catie met de achterban zeer matig. Ener zijds komt dit door het feit dat wij als OR misschien te weinig informatie verschaf fen. Anderzijds is het zo dat AHGV een stabiele organisatie is waar weinig ge beurt dat het OR-werk direct raakt. Er gebeuren geen grote dingen. Dat doet de interesse tanen. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen interesse is voor het OR-werk. Want we hadden bij de laatste OR-verkiezingen heel wat kandidaten. Ik hoop dat we dat straks in april weer kunnen zeggen." A.C.C.M. VAN MEERWIJK, DIRECTEUR ALBERT HEIJN GROOTVERBRUIK „Zo langzamerhand weet je als bestuur der en OR wel wat er allemaal in de Wet op de Ondernemingsraden staat met be trekking tot hoe |e met elkaar moet om gaan. Van wezenlijker belang is echter dat je met elkaar tot een dialoog komt die je helpt bij het nemen van je beslissin gen. Natuurlijk behoudt de bestuurder de eindverantwoordelijkheid. Ik ben van mening dat de bestuurder de toetsende rol die dc OR heeft nogal eens naar voren kan halen." J. THEUNISZ, VOORZITTER OR ALBERTO: „Tegen dc Alberto-mcdewerkers zou ik willen zeggen - maar dat geldt natuurlijk ook voor alle andere werknemers binnen het Ahold-concern - dat ze straks op gro te schaal hun stem moeten gaan uitbren gen en dat ze, als ze zich daar capabel voor voelen, zich beschikbaar moeten stellen voor het OR-lidmaatschap. Aan de andere kant - en dat klinkt misschien wat tegenstrijdig - zou ik iedereen willen ad viseren zich goed op de hoogte te stellen van de kwaliteiten van de „zittende" ploeg. Ik vind namelijk dat het onverstandig is een OR in zijn geheel te laten verdwijnen voor een nieuwe. De nieuwe club zal zich opnieuw moeten verdiepen in de zaken waarmee de vorige zich bezighield. Er zal bijvoorbeeld veel tijd en geld moeten worden gestoken in opleidingen. Bovendien kan een nieuwe OR door gebrek aan kennis relatief gezien weinig macht uitoefenen en kan ook niet constructief bezig zijn met bedrijfsbeleid. Allemaal redenen, dacht ik, om zeker een aantal zittende leden te herkiezen." A. ELSHOF, DIRECTEUR MEESTER WIJHE: „De medewerkers zijn hier in het oosten van het land kennelijk zo intens betrok jg ken bij het bedrijf dat ze uitermate goed Jp gebruik maken van de mogelijkheden die de Wet op de Ondernemingsraden biedt "M* Dat is een zaak die ik, als bestuurder, zeer l 1 jf waardeer. Die betrokkenheid van dc OR is bijzonder groot. Als voorbeeld zou ik 'HBp willen aanhalen dat de OR hier zijn me- ning niet laat afhangen van de opinie van derden, zoals bijvoorbeeld vakbonden. Als ik over onze OR praat, vind ik dat die functioneert naar Japans model. Bij dit model staat de eigen onderneming voorop Het landelijke en het wereldwijde ge beuren komen op het tweede plan. Belangrijk vind ik dat een OR in alle openheid met de bestuurder moet kunnen overleggen zonder dat bijvoorbeeld achter elke uitspraak van mij iets moet worden gezocht. Openheid, eerlijkheid en tijdige informatie vormen de basis voor een goed en constructief overleg dat gebaseerd is op onderling vertrouwen." H. BEUMER, VOORZITTER OR MEESTER WIJHE: .„Als ik de zaak over de gehele linie be kijk. is de overlegsituatie van onze OR met de bestuurder goed te noemen Dit komt omdat het overleg met hem open is Als voorzitter van de OR van Meester Wijhc ben ik van mening dat dc informa tieverstrekking zeer goed is maar altijd nog voor verbetering vatbaar. Het is nu eenmaal zo. dat de kwaliteit en de hoe veelheid informatie die een OR ontvangt in belangrijke mate bijdragen tot het goed functioneren van een ondernemingsraad. Standpunten worden van beide kanten gerespec teerd. Kanttekeningen bij een advies- en/of instemmingsaanvraag worden door dc bestuurder serieus genomen. In ieder geval houdt hij er bij zijn eindconclusie duidelijk rekening mee." A. PAULISSEN, VOORZITTER OR DISTRIBUTIE: „Een zichzelf respecterende OR is kri tisch tegenover het eigen functioneren en speelt in op de verlangens van de ach terban. Dit om juist die achterban tijdens het overleg met de bestuurder goed tot F z')n r^cht te laten komen. 1 Omdat we als Distributie gespreid door het gehele land zitten is een doeltreffen de communicatie binnen de OR moeilijk De onderlinge situationele verschillen per distributiecentrum zijn steeds aanwezig, hoewel het streven van de distributie-organisatie, mede op aandringen van dc OR erop ge richt is deze verschillen weg te nemen. Binnen de huidige OR zijn we bezig met een reorganisatieplan voor de nieuwe OR, waarbij het accent ligt, om vanuit het plaatselijk niveau de OR die impulsen te geven, die kunnen leiden tot een optimaal functioneren. Omdat de afronding van het gehele plan verwacht wordt in oktober a.s. is er over de exacte inhoud van het plan nog niets definitiefs te zeggen. Tot slot: het is niet ik, het is niet gij. maar het is wij." R.J. VAN SOLT, DIRECTEUR ALBERTO: „Onze OR is erg pragmatisch bezig. Dat heeft denk ik te maken met het feit dat er weinig hiërarchische niveaus liggen tus sen de OR-leden en mij als bestuurder. Het contact is dus vrij direct waardoor de OR geneigd is met veel praktische problemen bij mij binnen te stappen Die openheid ervaar ik als prettig. Aan de an dere kant is het zo dat die directe wijze van communiceren strijdig kan zijn met de manier van communiceren die er in zo'n geval behoort te zijn. Als men in een vestiging bijvoorbeeld een nieuw toilet wil hebben, moe ten wij dat met tijdens een OR-overlegvergadering aankaarten. Als ik terugkijk op het jaar dat ik hier bij Alberto als bestuurder zit, kan ik stellen dat we constructief hebben samengewerkt." Een goede OR dient opgewassen te zijn tegen de bevoegdheden die ze heeft ge kregen Mijn zorg is en blijft, dat niet alle geledingen uit het bedrijfsonderdeel goed worden vertegenwoordigd, wat ten koste kan gaan van de kwaliteit in dc dis- kussie en de besluitvorming. Bo\ endien moet in een gedecentraliseerd bedrijf - en dat is Distributie - door de OR op cen traal niveau beslissingen kunnen worden genomen. De OR moet ook eigen verantwoordelijkheid durven dragen en niet opereren als postbcsteller van de achterban. Als de OR een doorsnede is van het bedrijf en het vertrouwen geniet van dc achter ban. zal dit merkbaar zijn in het zelfstandig optreden van de OR.

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 9