Er zijn geen grote problemen meer en waarom zou je dan gaan zoeken? Het BOTOR(T) in Ondernemingsradenland Flitsen pagina 11 Voorzitter Ondernemingsraad AC Restaurants: BOTOR- rapport De ondernemingsraad van (AC Restaurants heeft in de afgelopen jaren diverse gro te problemen „bij de kop" gehad. Als wij voorzitter Henk Heikens echter vra gen wat er naar zijn ver wachting aan belangrijke zaken nog meer ter oplos sing op het bordje ligt, zegt hij resoluut: „Ik zou het niet weten. Echt grote pro blemen zijn er niet meer en ik ben niet een man die ze dan zo nodig moet gaan zoeken. Waarom zou ik?" Henk Heikens (36) is nu zo'n zes jaar manager van het AC Restau rant Zurich aan de Friese kant van de Afsluitdijk. Ruim een jaar gele den (hij was toen vice-voorzitter) volgde hij Ruud Barsingcrhorn op, voor wie het voorzitterschap als ober-kelner van Ahold's speciali teiten-restaurant „De Hoop op d'Swarte Walvis" te druk werd. „In het voorzitterschap gaat inderdaad heel veel tijd zitten. Zes maal per jaar vergaderen als OR, zes maal per jaar een Overlegvergadering (met de directie erbij) en vier keer per jaar overleg in het voor zitters/secretarissen-overleg, waar in alle ondernemingsraden binnen Ahold zijn vertegenwoordigd. Bo vendien zit ik nu nog in de Finan ciële Commissie en in de Agenda commissie. Al met al kost het me zeker gemiddeld één dag per week. Daarvan gaat een flink deel in de voorbereiding van vergade ringen zitten. Het kan haast niet anders of je moet er ook een groot stuk van je eigen tijd in steken." Alle restaurants In de OR van AC Restaurants zijn afgevaardigden van alle 17 (Ne derlandse) vestigingen vertegen woordigd, alsmede één vertegen woordiger van „De Hoop op d'Swarte Walvis", één afgevaardig de van het hoofdkantoor, één ver tegenwoordiger van de managers- groep (Henk Heikens) en een part-time ambtelijk secretaris, to taal 21 mensen. Ze komen door gaans bijeen in het nogal centraal gelegen AC Restaurant Meerkerk. Eén van de grootste problemen die deze OR met succes bij de directie ter oplossing heeft voor gedragen, betrof het aloude ge bruik om tegelijk met de vakantie toeslag ook het salaris over alle vakantiedagen, waarop het perso neel recht had, uit te betalen. Dat gebeurde in mei, ook al ging men pas in juli, augustus of nog later met vakantie. Heikens: „Daardoor kwamen me dewerkers soms in de knel, omdat het geld nogal eens voor die tijd werd uitgegeven (meestal aan gro tere spullen als een nieuw bank stel of zo) en men zich te laat realiseerde dat er tijdens de eigen lijke vakantie geen loon meer werd uitbetaald. Daarom hebben wij gevraagd in het vervolg alleen de vakantietoeslag uit te betalen en de normale salarisbetaling ge woon door te laten gaan. Wel, dat is gelukt en daar zijn we blij mee." Een andere kwestie waarvoor de OR van AC Restaurants vrij lang naar een oplossing heeft gestreefd, betreft het zgn. gastenchequesys- tecm. Zoals bekend krijgen alle personeelsleden van het Ahold- conccrn vier maal per jaar cadeau bonnen die kunnen worden be steed in alle vestigingen binnen Ahold, ook in de AC Restaurants. Het AC-personeel krijgt al jaren gastencheques die weliswaar de zelfde waarde hebben als de ca deaubonnen, maar uitsluitend te besteden zijn in de restaurants. Henk Heikens: „Dit was veel AC- mensen een doorn in het oog. Zij voelden dat als een vorm van discriminatie. Thans hebben we bereikt dat het AC-personeel met ingang van 1984 tweemaal gasten cheques krijgt en tweemaal ca deaubonnen. We zijn er dus nog niet helemaal, maar toch een stap verder. Het is de AC-mensen nog steeds niet duidelijk waarom zij (eerst geheel, straks gedeeltelijk) van de overal te besteden cadeau bonnen worden uitgesloten." Beoordelings systeem Verder heeft de OR van „Uit en toch een beetje thuis" zich vrij intensief beziggehouden met de invoering (volgend jaar) van een objectief beoordelingssysteem. Heikens vindt dat voor de mede werkers heel belangrijk. „Tot dus ver werd er vrij incidenteel beoor deeld en er lagen geen algemene, voor iedereen geldende normen aan ten grondslag. Dat gaat geluk kig nu veranderen, hetgeen de betrokkenen ongetwijfeld meer zekerheid over hun positie en hun toekomstmogelijkheden zal ge ven." Het ligt in de bedoeling dat de afdelingschefs „hun" mensen aan de hand van een reeks zorgvuldig opgestelde normen gaan beoorde len, dat deze chefs door de managers van de vestigingen worden beoordeeld (uiteraard eveneens aan de hand van nor men) en dat de managers zelf door de regio-managers op hun kwaliteiten worden „doorgelicht". In het komende na jaar worden er voor degenen die het nieuwe beoordelingssysteem moeten gaan hanteren, vijf cursus sen gegeven, zodat de nieuwe me thode volgend jaar in gebruik kan worden genomen. De OR heeft zich met name ingezet voor de bescherming van de privacy: met Personeelzaken werden goede af spraken gemaakt, die garanderen dat persoonlijke gegevens strikt geheim zullen blijven en niet „naar buiten" zullen komen. Een andere activiteit van de OR die de heer Heikens noemenswaardig vindt, is de bemoeienis met de vestiging van een achttiende AC Restaurant dat medio 1984 in Ra- venstein zal worden geopend. Maar verder? „Nee, geen grote problemen. We proberen het har moniemodel te hanteren, alles in zo goed mogelijk overleg met el kaar te regelen. De directeur, de heer W.J. van den Heuvel, is daar eveneens voor en er valt over allerlei zaken goed te praten. De directie is - naar de OR toe - ook bijzonder openhartig. We krijgen bijvoorbeeld dezelfde presentaties over de gang van zaken in het bedrijf als hij ook voor de Raad van Bestuur houdt. En als we wat extra's willen weten, we krijgen de informatie prompt", aldus Henk Heikens, die het overigens jammer vindt dat de medewerkers in de restaurants zo weinig interesse hebben voor hetgeen de OR alle maal doet. „Niet zelden krijgt een OR-Iid, als hij of zij weer naar Meerkerk moet, te horen: „Zo, weer gezellig een dagje uit, hè?" Men beseft helemaal niet dat er van een „dagje uit" in het geheel geen sprake is en dat het gaat om een lange dag hard werken. Ja, dat gebrek aan belangstelling, dat is wél een groot probleem. Het lid zijn van een Onder nemingsraad is geen een voudige zaak. De combina tie van OR-werk en de nor male baan kan behoorlijk wat spanningen met zich brengen. We behoeven maar te denken aan proble men rond de beoordeling, de loopbaan en de functie- uitoefening. Ook kunnen er door dat OR-lidmaat- schap spanningen ontstaan met de chef en collega's. Daarom werd op initiatief van de Raad van Bestuur en de Centrale Ondernemings raad een onderzoek ver richt naar de problematiek rondom het functioneren in een OR. Hierover ver scheen in maart van het vo rig jaar een rapport onder de naam BOTOR (Bedrijfs Onderzoek Tijdbesteding OR). In 1981 kreeg een extern deskun dige de opdracht het genoemde onderzoek te verrichten. Met het BOTOR-rapport zijn de RvB, di recties van WM'en, COR en OR- secretarissen aan de slag gegaan hetgeen dit jaar leidde tot een actieplan. Daarna spraken de RvB, directies van WM'en en de COR met elkaar over hoe het plan con creet gestalte zou kunnen worden gegeven. Daarna gingen RvB en COR met elkaar in overleg hoe een en ander praktisch kon wor den uitgewerkt. Doordat de pro blemen duidelijk van WM tot WM verschilden, konden geen eenslui dende oplossingen worden gevon den voor de verschillende WM'en. Er werd tijdens het overleg afge sproken dat iedere OR met zijn bestuurder afspraken zou maken over de manier waarop de knel punten uit de wereld moesten worden geholpen. De RvB zegde toe dat men zou toekijken of er werkelijk structurele verbeterin gen zouden worden aangebracht. Bovendien spraken de RvB en de COR af dat aan twee aspecten prioriteit werd gegeven: voorlich ting over de OR en opleiding aan leidinggevenden. Activiteiten in deze zin zijr. inmiddels gestart, gecoördineerd door het Bureau Ondernemingsraden (BOR). Voorlichting en opleidingen Met de OR-verkiezingen van 5 april 1984 in zicht werd een Plan de Campagne gestart. Flitsen gaat uitvoerig aandacht besteden aan de verkiezingen. Bovendien ko men er in dit kader posters, open bare OR-vergaderingen en Info-bijeenkomsten voor OR-kan- didaten. Hoe men het wendt of keert, niemand kan ontkomen aan een „ontmoeting" met de OR- voorlichting. In samenwerking met de afdeling Centrale Opleidingen wordt ge werkt aan een opleidingsplan voor leidinggevenden, om hen bekend te maken met de taak en de functie van de OR en hoe zij met OR- leden dienen om te gaan. Andere knelpunten Naast deze twee zaken zullen de OR'en met hun bestuurders gaan praten over de wijze waarop ande re knelpunten kunnen worden op gelost. Punten die in het actieplan voorkomen zijn o.m.: De behoefte aan (tijdelijke) steun voor OR of individuele OR- leden. In dit verband kan worden gedacht aan een OR-mcntor of OR-coach, die, wanneer gewenst, concrete hulp biedt. Nadere afspraken tussen OR'en en directies over de tijd- en werk- planning van OR-leden alsmede over hen die hen zullen vervan gen. Dit zal zeker bijdragen tot verlichting van de „pijn" bij het betrokken OR-lid, zijn chef en zijn collega's. Afspraken tussen OR'en en be stuurders over loopbaan- en/of beoordelingsproblemen. Een plan matige aanpak hiervan voorkomt in ieder geval ongewenste en on nodige problemen. De wijze waarop deze zaken vorm en inhoud krijgen, hangt sterk af van de problematiek binnen elke WM. Er zullen dan ook verschillen in oplossingen en prioriteiten voorkomen. Nooit te duur Uit bovenstaande geschetste pro blemen en het zoeken naar oplos singen daarvoor blijkt, dat een OR-lid het niet altijd gemakkelijk heeft. Bovendien is het zo dat, in het belang van de continuïteit van het OR-werk, gestreefd moet wor den naar oplossingen die de kwali teit van het overleg en de betrok kenheid bij het OR-werk vergro ten. Men zou -zich kunnen afvragen of het actieplan niet grote investe ringen met zich brengt en of die investeringen wel lonen. Daarom tot slot: een goéde (Onderne- mings) Raad is nooit te duur! De belangrijkste conclusies ran het BOTOR-rapport zijn. Lid zijn i an een OR lei vrt zo wel positieve als negatieve erva ringen op. De mogelijkheden/beperkin gen die een OR-lid vanuit die functie ervaart bepalen of hij/zij of overwegend positief of nega tief oordeelt over de OR liet blijkt dat OR-leden die in bun normale werk de „zaken" goed voor elkaar hebben meer positieve OR-ervaringen hebben dan medewerkers die niet „goed in hun functie zitten Deze laatsten ervaren nogal eens problemen met chefs en onder geschikten Als bet goed gaat met het OR- uerk worden tijd, looplxtan en beoordeling minder als proble- matische Ixindicaps ervaren Uit het ondeizoek valt op te maken dat het belangrijk is dat er met „bazen" duidelijke af spraken worden gemaakt over de tijd die nodig is om het OR- werk op te vangen. Directies zijn van mening dat de invloed van de OR steeds toeneemt^.

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 11