OR Ë3> VERKIEZINGEN „OR ZAL IN DE TOEKOMST EEN NOG BELANGRIJKER ROL SPELEN" D> VERKIEZI OR VERKIEZINGEN OR VERKIEZI pagina 10 Flitsen Jos Nijssen, voorzitter COR: O OR O INTERVIEW OORO „Maak straks een bewuste keus" Communicatie achterban hard nodig" Jos Nijssen zit hoog en droog op de bovenste ver dieping van het Ahold hoofdkantoor in Zaandam. Nog boven de etage waar de Raad van Bestuur zetelt. Volgens Jos is dat zeker geen symbool van macht. Als voorzitter van de COR is hij waarschijnlijk bij velen geliefd maar wordt mis schien door even zovelen verguisd. Hij heeft een uit gesproken mening die hij zeker niet onder stoelen of banken steekt. Op een mid dag in augustus hadden we een gesprek met Jos over zijn visie als voorzitter van de COR op het functioneren van de OR'en binnen Ahold. Als bet goed gaat met een bedrijf, gaat bet werk de OR irij gemakke lijk af. Bij Alx)/d schijnt econo misch gezien de zon. Betekent dit dat de OR'en binnen A/jold op bun lauweren kunnen rusten'-' Als door een wesp gestoken, vliegt Jos uit zijn gemakkelijke zithou- ding overeind. „Inderdaad. Binnen Ahold schijnt de zon. Maar voor je het weet kunnen zich donkere wolken boven ons concern samen pakken en een forse onweersbui veroorzaken. Iemand van de Raad van Bestuur zei eens over de inte gratie van Simon binnen AH: .Je moet het dak repareren als de zon schijnt." Ben ik het helemaal mee eens. Ik wil er wel graag aan toevoegen dat je na die reparatie moet controleren of het dak lekt. Dat laatste is een taak van de OR. Het kan allemaal mooi en prachtig zijn. Toch moet je de vinger aan de pols houden en alle mogelijke zaken kritisch bekijken zodat er niet stilletjes aan de sociale zeker heid wordt geknaagd. Ik hoef maar kreten te laten vallen als werktijd verkorting, automatisering en ga zo maar door." Vragen dat soort problemen een grote specialisatie van de OR ,Ja zeker." Houdt dat benodigde specialisme dan niet heel wat medewerkers tegen om zich kandidaat te stellen vooreen OR? Jos roert eens bedachtzaam in zijn thee. .Je moet je daarop natuurlijk niet verkijken. Binnen de OR'en zijn verschillende kiesgroepen. Al le geledingen binnen een bedrijf zijn vertegenwoordigd. Stel nu voor dat Albert Heijn het kassa-gebeuren wil automatiseren. De caissière die in de OR zit kan helemaal vanuit de praktijk zo'n plan beoordelen. Dat is zeker een specialisme. Bovendien hoeft men niet overal het naadje van de kous van te weten. Er zijn commissies binnen de OR die zich met bepaal de problemen bezighouden. Zij brengen tijdens een vergadering verslag uit en de OR kan in zijn algemeenheid een beslissing ne men. Daarnaast bestaan er heel wat cursussen waaraan een OR-lid kan deelnemen." De communicatie met de achter ban is bij de meeste OR'en van A/:old eeri groot probleem. Komt dit omdat bet de achterban alle- maal niet interesseert of ligt de schuld bij de OR? „Schuld, schuld, schuldMet zijn hand maakt Jos een relative rend gebaar. „Kijk, in de plaats waar ik woon gebeuren een hele boel dingen waar ik me over kan opwinden, maar dat gewoon niet doe. Eigenlijk interesseert het me niet zo veel. Zo gaat het in een bedrijf ook. Als alles redelijk naar wens verloopt kan men het alle maal niet zo veel schelen. Komt de eigen positie echter in gevaar dan stapt men wel naar de OR toe en dan wordt er driftig gecommuni ceerd. Er is nog een belangrijk punt. Als je naar de winkelbedrij ven binnen ons concern kijkt, lig gen de vestigingen ver uit elkaar. De OR is dan een beetje een onduidelijke instelling die één keer in de zoveel tijd vergadert. Eigenlijk niets tastbaars dus. Bij een produktiebedrijf, als bijvoor beeld Marvelo, ligt dat anders. Daar zit de OR samen met de medewerkers onder één dak. De communicatie is dan ook veel een voudiger." We kijken terug op de eerste volle drie jaar waarin de bestuurder (bedrijfsdirecteur c.q. gelijkwaardi ge functie) geen voorzitter meer is van die OR. Wat zijn je conclusies? Glimlachend: „Gelukkig is de be stuurder niet langer meer voorzit ter van de OR. Dat zeg ik het liefst zachtjes. De bestuurder en de PZ- man (Personeelzaken) als secreta ris waren degenen die de kar trok ken. Zij zorgden voor de agenda, discussiepunten, voorstellen, enz. Ook bepaalden zij in wezen de prioriteiten. In 1979 kwam de nieuwe Wet op de Ondernemings raden. We moesten onze eigen voorzitter en secretaris kiezen die op hun beurt de kar in gang moes ten houden. Dat was best wel wennen. Ik vergelijk het altijd maar met toen je als klein kind moest leren lopen. In 1979 stun telden we wat aan de hand van pa. een jaar later liepen we ondanks vallen en opstaan al heel aardig en nu kunnen we ons geheel zelfstan dig voortbewegen. 5 APRIL 1984. Heeft de OR toekomst en hoe zie je de rol van de vakbonden in die toekomst? Allereerst de vakbonden. Ik denk dat de samenwerking met de vak bonden in de toekomst groter zal worden. Ook de vakbonden heb ben moeten wennen aan de ver zelfstandiging van de OR. Dat gaf in het begin wel eens problemen. Ik zie die samenwerking vooral tot uiting komen in een goede over legstructuur waarbij de vakbewe ging in onderhandelingen met werkgevers afgaat op adviezen uit de OR'en. Dat zou een hele gezon de situatie zijn." En het contact met de werkgever'-' Hoe zal dat er in de toekoinst gaan uitzien? „Ik denk dat de ondernemer in de toekomst nog meer zijn besluit vorming zal laten afhangen van de mening van de OR. Als er iets te gebeuren staat zal de bestuurder de OR in een veel eerder stadium informeren. De OR kan zich dan goed in de problematiek inleven en een gedegen advies uitbrengen. Deze manier van communiceren is belangrijk. Dat realiseert de be stuurder zich best. Want hij weet heel goed dat, als hij duidelijkheid schept, een onpopulaire maatregel eerder zal worden geaccepteerd." Zit de Wet op de OR'en goed in elkaar? Behoeft die verandering? Vol vuur: „Ik ben ervan overtuigd dat er heel wat moet veranderen. Die wet is tot stand gekomen door een groot compromis binnen poli tiek Den Haag. Daarom staat de wet vol vaag- en onduidelijkhe den. Ik noem maar een voorbeeld. Als Ahold met „Nederlands" kapi taal in het buitenland gaat investe ren en dat gebeurt dan kunnen we daar als OR geen enkele vinger tussen krijgen. Dit terwijl het gaat om het beleggen van door ons verdiend geld. Valt die belegging verkeerd uit dan zijn we er hier de dupe van. Neem nou bijvoorbeeld artikel 25 van de wet die handelt over adviesbevoegdheid. Het is zo vaag omschreven wanneer een werkgever advies moet vragen, dat vaak „herrie" ontstaat over het feit of voor een bepaalde zaak wel of niet advies van de OR noodzake lijk is. Als laatste in verband met die toekomst zou ik willen zeggen dat ik een voorstander ben van een instantie, waarbij OR'en zijn aangesloten en die bepaalde be voegdheden heeft bij het tot stand komen van wetswijzigingen. Ik vind het belachelijk dat nu de politiek dit doet onder druk van werkgevers en vakbonden. Wij, als direct betrokkenen, hebben nog niets in de melk te brokkelen. Dat moet zeker veranderen." Wat wil je zeggen tegen hen die straks in april hun stem kunnen uitbrengen of zich verkiesbaar wil len stellen? Jos is even stil. Waarschijnlijk denkt hij aan het feit dat hij zelf de COR zal gaan verlaten. Het zou misschien wat vreemd zijn om dan een vurig pleidooi te houden voor het zich beschikbaar stellen voor het OR-lidmaatschap. „Ik wil geen „peptalk" houden tot degenen die zich willen laten verkiezen voor de OR. Ik heb wel een woord voor hen die straks mogen kiezen. Doe het bewust en stem op iemand van wie je vindt dat die duidelijk capa citeiten heeft. Als zo iemand straks ook wordt gekozen, laat hem dan niet in zijn sop gaar koken maar informeer hoe de zaken staan bin nen de OR. Op die manier kun je ook de communicatie bevorderen en dat is, zoals ik eerder schetste hard nodig in deze tijd." G J. HEIJN, BESTUURDER CENTRALE DIENSTEN „De Centrale Diensten (CD) werken voor alle werkmaatschappijen binnen Ahold. Enerzijds is dat leuk, anderzijds brengt dat mee dat de mensen in de CD -VIA n'et 'n een -echt eigen" concernonder- v deel werken dat met één activiteit bezig is en waarmee je je gemakkelijk kunt identificeren. Bovendien, als bij de werk maatschappijen (WM'en) wijzigingen in de organisatie of werkw ijze plaatsvinden, kan dit invloed hebben op de CD. Het kan dus gebeuren dat - buiten het gezichtsveld van de CD - beslissingen worden genomen die de CD wél raken. Dat is voor de OR van zo' n dienstverlenende instantie een lastig aspect. Je moet een dergelijke beslissing van een WM namelijk gaan duidelijk maken naar je eigen achterban. Ik zal wel niets bijzonders zeggen als ik zeg dat ik het OR-werk belangrijk vind, want ik vermoed dat andere bestuurders reeds voor mij deze uitspraak hebben gedaan. Wel wil ik kwijt tegen hen die overwegen zich straks beschikbaar te stellen, dat het OR-werk niet eenvoudig is. Toch, als iemand voelt dat hij of zij daarvoor capacitei ten heeft, hoop ik dat het tot een kandidaatstelling komt. Tegen hen die gaan kiezen zou ik graag zeggen „maak een bewuste keus en kies een goede kandidaat." J.W. DEKKER, VOORZITTER OR CENTRA IF. DIENSTEN „In tijden dat het economisch goed gaat met een onderneming heeft de achterban vrij weinig belangstelling voor het OR- werk. Gaat het allemaal wat slechter dan verloopt de communicatie met de OR in eens prima. Logisch, want dan komt de portemonnee of de baan in gevaar. Juist bij Centrale Diensten is de OR erg be langrijk. Dit omdat hooguit 15 tot 20% van het kantoorpersoneel is georgani seerd binnen vakbonden. Dat is bijvoorbeeld de reden dat onze OR het accent wat meer legt op de belangen van de werknemers. Een goede zaak, dacht ik, want automatisering en zijn gevolgen rukt bin nen Centrale Diensten op. Dat zal zeker de nodige problemen met zich brengen. Daarom is juist nu, hoewel het relatief gezien goed gaat met Ahold. die communicatie met de achterban hard nodig. Helaas beseffen veel medewerkers dat nog niet."

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 10