VOORTGANG ACTIVITEITEN VAN DE COMMISSIE VROUWEN BINNEN AHOLD Flitsen pagina 7 Het is al weer een lange tijd geleden dat er door de com missie Vrouwen binnen Ahold (VbA) iets gepubli ceerd is over de voortgang van de werkzaamheden van deze COR-commissie. Dit betekent niet dat de com missie in de tussenliggende tijd heeft stilgezeten. We willen echter graag een af gerond geheel presenteren; dit hield in dat rapportage tussentijds weinig informa tief zou zijn geweest. Wat is er gebeurd het afgelopen jaar? Op 1 en 2 maart 1982 heb ben wij de stand van zaken geïn ventariseerd, met als belangrijkste punten: - hoe realiseren wij dat onze doelstellingen een zo groot moge lijke groep bereiken? - hoe raken wij het image van „feministische actiegroep" (welk vooroordeel wij tegen wil en dank kregen) kwijt? hoe gaan wij één van onze prio riteiten: nl. een discussienota over de positie van vrouwen binnen de onderneming, aanpakken? Het resultaat van deze inventarisa tie bestond uit een benadering die als volgt te faseren is: - het formuleren van uitgangs punten het herformuleren van doelstel lingen het vaststellen van wegen en middelen (dit is in de discussienota terug te vinden). Korte inhoud van de discussienota positie vrouwen binnen Ahold Vanuit deze benadering zijn wij gaan werken aan de dis cussienota. Een nota waarin onze bevindingen zijn vast gelegd en welke in de COR bespreekbaar zou moeten worden. Signalen uit de on- dememingsraadcontactdag voor vrouwelijke OR-leden en de cursus bij de „Wood- brookers" zijn hierin mee genomen. In oktober 1982 is deze nota in de COR ge presenteerd. Hier willen wij in het kort de inhoud van de nota weergeven. Belang stellenden kunnen de ge hele nota opvragen bij het COR-secretariaat (HK 1716 - tel. 075-592553). Discussienota VbA 1. Inleiding Hierin wordt geschetst waarom een maatschappelijke ontwikke ling als emancipatie geleid heeft tot het ontstaan van een commis sie „Vrouwen binnen Ahold" en de eerste activiteiten van deze com missie. 2. Uitgangspunten Zowel de wet gelijke behandeling man/vrouw; de wet op de onder nemingsraden als de UPB (Uit gangspunten Personeel Beleid) bieden een aantal aanknopings punten. Twee belangrijke punten willen wij hier toch uitdrukkelijk noemen: art. 28 lid 3 van de WOR (wet op de ondernemingsraden) zegt: „De ondernemingsraad waakt in het algemeen tegen dis criminatie in de onderneming en In aanvang lachwek kend, later serieuzer en intussen volledig geac cepteerd, zo zou men in het kort de reacties op de COR-commissie „Vrou wen binnen Ahold" kun nen omschrijven. Mary van Vucht, destijds één van de initiatiefneem sters van deze commissie gaat in onderstaand arti kel in op de activiteiten. bevordert in het bijzonder de ge lijke behandeling van mannen en vrouwen in de onderneming". De UPB maakt uiteraard geen on derscheid tussen mannelijke en vrouwelijke personeelsleden, maar zegt o.a. wel dat: „Ontwikke lingen die zich in de samenleving voltrekken eveneens medebepa lend zullen zijn voor de stijl van leiding geven." 3. Doelstellingen Wij hebben onze doelstellingen als volgt geformuleerd: a. Het bewustmaken van de moge lijkheden die vrouwen binnen de Ahold-organisatie hebben. b. Het bevorderen van inzicht bij het management omtrent wensen en mogelijkheden van vrouwen in werksituaties. c. Het bevorderen dat de bepalin gen zoals die zijn omschreven in de wet gelijke behandeling, WOR en UPB worden gepraktiseerd. d. Eventueel bevorderen van spe cifieke beleidsmaatregelen (op ba sis van punt c. en op basis van „knelpunten" omschreven in deze nota). 4. Verkenning binnen Ahold In dit hoofdstuk hebben wij een aantal gegevens verzameld o.a. personeelsopbouw mannen/ vrouwen leeftijdsopbouw functieniveaus aantal jaren in dienst opleidingen (summier) 5. Samenvatting knelpunten wegen en middelen Knelpunten op basis van nota en signalen 1Vrouwen vinden dat zij minder gestimuleerd worden om oplei dingen te volgen en in functies door te groeien dan mannen. 2. De functiebezettingslijn voor vrouwen houdt grotendeels op bij lager kader. 3. De UPB zeg dat maatschappelij ke ontwikkelingen medebepalend zijn voor de stijl van leiding geven. Naar ons inzicht wordt tot op heden (wat betreft de veranderen de positie van de vrouw) binnen Ahold daar weinig aandacht aan besteed. 4. Door automatisering zullen in de komende jaren arbeidsplaatsen komen te vervallen. Zoals wij in deze nota hebben vermeld zijn deze arbeidsplaatsen nu veelal be zet door vrouwen met vaak weinig vooropleiding. Wegen en middelen zoals Vrou wen binnen Ahold die aanbevolen hebben aan de COR ad 1. Aangezien dit punt op signa len en meningen is gebaseerd stel len wij voor hier een nader onder zoek in te stellen. ad 2. Ook hier is nader onderzoek noodzakelijk om te kunnen achter halen waardoor deze verschillen in de praktijk ontstaan. ad 3. Binnen management-oplei- dingen meer aandacht besteden aan de veranderende positie van de vrouw. Ook de OR'en en de COR hebben hier een taak in. ad 4. Wij denken dat er anticipe rende maatregelen moeten wor den genomen (tijdig inspelen op de situatie). Wij denken hierbij aan tijdige voorlichting, omscho ling, bijscholing, veranderingsbe reidheid. Tijdens de discussie in de COR zijn wij tot de conclusie gekomen dat wij op bijzonder plezierige wijze met de COR-leden hebben kunnen discussiëren over deze no ta. De COR heeft het belang ervan ingezien en het gevoel van IV2 jaar geleden, van zoiets als: „Wat moeten die vrouwen nu toch" is ons inziens omgeslagen in een stuk begrip wat zich laat vertalen in een benadering van: „Wat 'hier gezegd wordt, is best reëel." Wij zijn dan ook blij dat we - mede door onze eigen opstelling - mer ken dat we serieuzer worden ge nomen. Onze intentie is steeds geweest om samen met de werk groep Arbeidsvoorwaarden/So ciaal beleid van de COR te willen meedenken op basis van onze uit gangspunten. Naar aanleiding van deze nota is de COR tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek naar de posi tie van de vrouwen die werkzaam zijn binnen Ahold nv, noodzakelijk is. Dit onderzoek zou erop gericht moeten zijn een duidelijk ant woord te krijgen op de vraag: „Zijn er binnen Ahold factoren aan te wijzen die vrouwen belemme ren in het verwerven van een aan mannen gelijke positie, wanneer zij daarvoor kiezen?" De COR heeft de Raad van Bestuur verzocht een nader onderzoek mogelijk te maken door middel van het beschikbaar stellen van mensen en middelen. Inmiddels is er door de Raad van Bestuur aan de COR-leden een brief gestuurd. In deze brief deelt de Raad van Bestuur mede dat hij de intentie heeft zo doelmatig mo gelijk actie te nemen op de door de commissie Vrouwen binnen Ahold gesignaleerde knelpunten. Er zal een groep van maximaal 7 personen worden geformeerd, be staande uit: - het directoraat Personeel en Organisatie (lx) - de centrale personeel- diensten (2x) - de lijnorganisaties (2x) - de desbetreffende COR- commissie (2x) Deze groep zal met name belast worden met een scherpere formu lering van de probleemstelling en de wijze van aanpak; waarbij in elk geval met twee punten rekening moet worden gehouden, t.w. - de mate waarin vrouwen gesti muleerd worden om opleidingen te volgen en in functies door te groeien; - of er specifieke redenen zijn dat de huidige Ahold „functiebezet tingslijn" van vrouwen is, zoals deze is. Ten aanzien van de overige door VbA gesignaleerde knelpunten stelt de Raad van Bestuur het vol gende voor: 1. Na overleg met hoofden Perso- neelzaken en management zal aan de Centrale afdeling Opleidingen worden verzocht om in manage- ment-opleidingen, welke binnen Ahold nv worden verzorgd, aan dacht te gaan besteden aan de veranderende positie van de vrouw en de consequenties daar van voor de organisatie. 2. Aan de specifieke positie van de vrouw bij automatiserings projecten zal aan de hand van het in de „automatiseringsnota" aan gegeven beleid aandacht besteed worden. Daarbij zal in de diverse stuurgroepen ten aanzien van dit aspect, aandacht worden geschon ken. Op zijn beurt stemde de COR in met deze plannen van de Raad van Bestuur. Besloten werd de schrijf ster van dit artikel en Anne Brusche namens de COR-commis sie af te vaardigen naar de op te zetten werkgroep.

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 7