„Je kunt het niet alleen
hebben van die
„goeie ouwe tijd"
TUisnir
Er is nog steeds
toekomst voor
een personeels
blad
paginal
Flitsen
Jubilerende Flitsen in gesprek
met de heren H.KEngel en W. Haeser
'40*
dSAR
Flitsen!
00
Flitsen
'cMT
'Flitsen!
Pogingen
Flitsen
Anders
Uit het op pagina 1 gegeven overzicht van
feiten en cijfers moge duidelijk zijn gewor
den, welke grote vlucht Flitsen in veertig jaar
tijd heeft genomen. Hoe kijken mannen van
het eerste uur daar nu tegen aan?
Om daar achter te komen, sprak Flitsen - van
zelfsprekend - met oud-hoofdredacteur
Engel (73) en met de heer W. Haeser (59),
welke laatste sedert '47/'48 de redactiegelede
ren heeft geschraagd tot 8 april jl. toen hij
gebruik maakte van de VUT-regeling en het
bedrijf om gezondheidsredenen verliet als
hoofd organisatie-afdeling LIA.
In een „Zilveren Over
peinzing" ter gelegen
heid van het 25-jarig
bestaan van Flitsen in
1968 mijmerde hoofd
redacteur H.K. Engel
in het jubileumnum
mer voor zich uit: „Bij
de 50e jaargang van
Flitsen zal wel een ze
kere legendevorming
zijn ontstaan over de
eerste en tweede gene
ratie. Wij, die groten
deels behoren tot de
derde generatie, moe
ten echter constateren
Niemand buiten dit tweetal
kan beter verwoorden, hoe
het „eens" was. Hun hierbij
opgetekende samenspraak -
ver van het gebeuren, ten
huize van de heer Engel te
Heemstede - getuigt daarvan.
Om te beginnen de heer
Engel: „Als ik eerlijk ben,
vind ik het jammer dat „de"
Flitsen niet meer is wat het
vroeger was. Het is zo zake
lijk nu. Aan de andere kant
begrijp ik best dat het niet
anders meer kan. Toen wa
ren we één grote familie. We
hadden geen auto's, geen
tunnels (wél een eigen
trein), geen tv, maar slechts
personeelsverenigingen die
overigens bloeiden als nooit
meer zal worden geëve
naard. Ze vormden een on
uitputtelijk gegeven om over
te schrijven, te verhalen. Nu
zit niemand daar nog op te
wachten. Tegenwoordig
werk je bij het bedrijf voor
de kost. Daarmee is de kous
af. Privé leidt iedereen z'n ei
gen leven, met alle afleiding
van dien
Toch heb ik in mijn tijd
eveneens vermeden om zeg
maar te berichten over lou
ter krenten en rozijnen (je
was en bent een kruideniers-
bedrijf, nietwaar?), maar ik
heb wel degelijk geprobeerd
een stukje eigen beleving in
te brengen. Denk maar aan
de speciale uitgaven met
Odysseus, de kruistochten of
het fenomeen safari als the
ma. Daaraan werden dan
prijsvragen verbonden. Dat
hield de mensen bezig door
dat het op een anders dan
andere manier hun interesse
wekte. Dat zou toch nog
kunnen. De mensen reizen
tegenwoordig zelf zoveel.
Laat 't maar vertellen. Of,
haak in op algemeen belang
wekkende onderwerpen -
Rood-China, ruimtevaart.
Maar waar ik wel nieuwsgie
rig naar ben is, hoe die Ahold-
ders in het buitenland eigen
lijk zijn, hoe zij in het con
cern staan. De meeste mede
werkers van Bl-LO, weet ik
toevallig, zijn Quakers. Ver-
twt
bergbeklimmen om maar
wat te noemen. De wereld
reikt verder dan Ahold al
léén... Ik wil maar zeggen;
wat meer „human interest"
naast alle noodzakelijke be
drijfsinformatie zou mijns in
ziens de leesbaarheid van
het blad verhogen. Als ik
naar mijzelf kijk; sinds mijn
pensionering léés ik in de
Flitsen niet alles meer. Die
mensen die er in staan, die
iets vertellen, zeggen mij
weinig. Ik kén ze niet....
tél iets over die beweging.
Maar net zo goed over de
mensen die bij Giant Food
werken en die waarschijnlijk
weer een hele andere le
vensinstelling er op na hou
den, evenals bij CadaDia in
Spanje. Daarover zie ik nooit
iets, behalve het bericht dat
ze in het concern zijn opge
nomen. Maar er is méér, óók
in eigen bedrijf. Zo had Al-
bert Heijn als een der eer
sten een Pensioenfonds.
Waarom? Wat zijn de voor
delen? Ga eens terug in de
tijd. Hoe is het HK er geko
men? - Interessant in een tijd
dat je in de krant leest dat
zo'n vestiging van De Bijen
korf in de Bijlmer als bol
werk niet te behappen is....
Al met al - duik in de dingen,
kruip in de huid van ande
ren!"
De heer Haeser werpt tegen
dat er best pogingen in die
richting worden onderno
men. „Kijk naar de rubrieken
„8 uur met" en „Zomaar een
filiaal". De heer Engel: „Toe
gegeven; die zijn goed
De heer Haeser licht toe, dat
de redactie zich juist beij
vert om niet zo in 't oog
springende functies als die
van chauffeur en andere naar
voren te halen om ieder eens
te laten zien wat zij dagelijks
beleven. Dat mag een functie
zijn op welk niveau dan ook,
met daarbij het doel anderen
inzicht te geven in allerlei
vormen van werkzaamhe
den.
De organisatie is de laatste
tijd veel veranderd; platter
geworden. Daardoor zijn er
veel kortere beslissingslijnen
gekomen, maar daardoor
ontstond ook een veel bre
der vlak op het gebied van
communicatie. Voor het ene
bedrijfsonderdeel kan dat
bijzonder belangrijk zijn, ter
wijl het voor de ander weer
minder interessant is.
De snelle aanpassingen in de
organisatievorm zijn de
kracht van ons bedrijf. Het
vraagt wel van alle Aholders
Oud-hoofdredacteur (de eerste) van Flitsen,
de heer H.K. Engel (rechts) en ex-redactielid
(sinds 8 april jl.), de heer W. Haeser met een
tastbaar stukje nostalgie uit een vervlogen
verleden: één van de bij-na vierduizendpop
pen, die in 1962 werden aangeboden aan
het toen 75-jarige Leger des Heils door de
eveneetts driekwart eeuw bestaande Albert
Heijn. Het voor kiruieren in tehuizen be
stemde geschenk kwam er dank zij de rela
ties van de jubilerende AH, die verzocht wa
ren poppen te zenden in plaats van bloe
men. De unieke verzameling is destijds ten
toongesteld in een reusachtige tent achter
loet toenmalige Ontspanningsgebouw, waar
de expositie door 15.000 bezoekers werd be
wonderd. Voer voor Flitsen in die dagen. De
heer Engel hield er dit harempopje als blij
vend aandenken aan over. - Met onverho
len trots een troetelkhid.....
incasseringsvermogen en be
grip dat je leeft in een we
reld van permanente veran
dering. Dat wil zeggen, dat je
het niet alleen kunt hebben
van die „goeie ouwe" tijd.
Daaraan zou ons bedrijf en
Flitsen ten onder gaan. Je
moet je inleven in de nabije
toekomst. De tijd dat je van
alles af wist van 200 filialen
en één fabriek is voorbij.
Daarom heeft Flitsen tot pri
maire taak in communicatie
ve zin de weg te wijzen in de
doolhof van onderdelen die
het concern inmiddels kent.
Over communicatie gespro
ken; in de fabrieken is tegen
woordig een van de grootste
moeilijkheden de overbrug
ging van het taalprobleem
onder de gastarbeiders. Ik
heb het idee dat de kinderen
in die gezinnen de Flitsen
soms aan hun ouders moe
ten voorlezen...."
Oud-Indië-planter Engel:
„Dat is dan wel een hele ver
andering ja. Ik kon me des
tijds nog in het Maleis ver
staan met de Ambonezen die
toen als „enige" anderstali
gen in dienst kwamen.
Maar ach, wat was er toen ei
genlijk niét anders? - We or
ganiseerden spontaan een
zwemwedstrijd over de
Zaan; we dansten met de fa
brieksmeisjes op levende
muziek van de Ramblers, de
Skymasters of Malando. Kort
om, we waren één. Nu is er
alleen disco, waarbij je op
een kilometer afstand van el
kaar de gekste sprongen
moet maken. Het is onverge
lijkbaar. Niettemin ben ik
met Haeser eens, dat je er
gens naar toe zult moeten le
ven en niet moet vasthouden
aan voorheen. Maar wel op
basis van de ooit opgedane
ervaringen. Dat wil zeggen
dat een bedrijfskrant in mijn
visie - en dat is geen verschil
met vroeger - een „tooi of
management" is om: te infor
meren, te motiveren en te
activeren. De bedrijfskrant
moet aldus een positieve bij
drage leveren aan het be-
drijfsklimaat, dat altijd be
langrijk is geweest. Mijn ge
neratie werkte nog in het
harmoniemodel. Dat is de
laatste jaren overgegaan in
een polarisatiemodel, waar
door het bedrijfsklimaat nog
belangrijker is geworden.
Dat klimaat wordt niet alleen
bepaald door de drie eerder
genoemde, vrij zakelijke as
pecten en het loon en het
werk, maar ook door mense
lijke belangstelling voor wat
niet al. Wij leven thans in
een nog scherpere prestatie
maatschappij met die grote
werkloosheid en mindere
discipline. De prestaties
moeten optimaal zijn en
daaraan kan het bedrijfskli
maat een grote bijdrage leve
ren. Die bijdrage kan niet al
leen het werk betreffen,
maar ook de vrijetijdsbeste
ding die, met het oog op kor
tere werktijden, in de toe
komst een probleem apart
zal gaan vormen. Het is zaak
om mensen daarin te bege
leiden. Ook dat is een taak
voor Flitsen-nu. Voorts meen
ik dat wij steeds meer de vi
suele kant moeten uitgaan
met compacte tekst."
Ziedaar de uitgesproken me
ning van twee mannen die
elk op hun eigen wijze heb
ben geholpen Flitsen te ma
ken tot wat het in verloop
van veertig jaar is geworden:
een indrukwekkend docu
ment in druk. Dat het dat in
de toekomst moge blijven
dat veel van wat we nu
moderne en aangepas
te beleidsopvattingen
achten, ook door onze
voorgangers in prak
tijk werd gebracht. Al
bestonden er toen nog
geen dikke boeken
over
Nu - anno 1983 - is er
alweer sprake van een
vierde Flitsen-generatie,
die zich feitelijk beweegt
volgens de lijnen van een
even open bedrijfskli
maat als voorheen. Moe
ten we dan weer spreken
van „modem"? - Is het
niet zo. dat men gewoon
met de tijd is meegegaan,
technische vernieuwing
en nog opener overleg
procedures meegere
kend? Eigenlijk wel, als
men de zaken nuchter
beschouwt. En toch ligt
er tussen die zilveren
Flitsen-mijlpaal en nu
vijftien jaar
Opnieuw maken we een
pas op de plaats: wat zal
de toekomst brengen?
Zal er dan nog plaats zijn
voor een personeelsblad
of zal de functie ervan in
de maalstroom van elek
tronische massamedia
worden weggevaagd en
zijn vervangen door
audio-visuele communi
catiekanalen?
Elke voorspelling in die
richting lijkt vergelijk
baar met koffiedik kijken.
Maar, als we deskundigen
op het gebied van perso
neelsbladen in het alge
meen moeten geloven,
zal het allemaal zo'n vaart
niet lopen. Zij verwijzen
daarbij naar het bestaans
recht dat kranten in de
hedendaagse maatschap
pij weten te behouden
naast tv, video en wat
dies meer zij. Het is waar
- nét als Viditel in de
burgersamenleving zijn
er ook al videokranten in
het bedrijfsleven - maar
daarnaast verschijnen in
diezelfde bedrijven nog
personeelskranten. Het
geschreven woord is nu
eenmaal een volstrekt an
der fenomeen dan het
audio-visuele. Met als
grootste kracht dat men
sen er in een handom
draai naar kunnen grijpen
om dingen nog eens op
hun gemak te herlezen,
zonder dat daaraan aller
lei apparatuur te pas
komt. Hetzelfde geldt
voor foto's die toch an
ders kunnen worden be
keken als ze zijn afge
drukt dan wanneer ze op
een scherm verschijnen.
Maar er is méér: perso
neelsbladen blijken
hét middel om het
thuisfront te bereiken.
Vader of moeder mo
gen het dan allemaal
allang in het bedrijf de
revue hebben zien
passeren; thuis vinden
ze het óók leuk om te
zien of te lezen hoe
het zoal toegaat. Geen
reden tot wanhoop
dus. Voor de toekomst.
Evenmin voor die van
Flitsen.