DRS.VAN DUN BEANTWOORDT KRITISCHE VRAGEN OVER HET SOCIALE VERSLAG Jaarverslageditie Flitsen pagina 5 Dun, verantwoordelijk voor het perso- neelbeleid. In deze interviews komt reeds een aantal kernpunten uit de jaarverslagge- ving over 1982 aan de orde. Op de vol gende pagina's van deze jaarverslagedi tie staat een uitgebreide journalistieke weergave van het jaarverslag van Ahold over 1982 afgedrukt. Vraag 1: In de loop van 1983 zal het personeelbeleid planmatiger wor den uitgevoerd. Zal die aanpak nietten koste gaan van de flexibili teit en van een stuk eigen verant woordelijkheid en inzicht van werknemers? Antwoord: Nee, integendeel. Het gaat niet om „Ordnung muss sein", zoals de Duitsers zeggen, maar om het beter vaststellen van prioriteiten, het plannen van overlegsitua ties zoals bijv. bij de integratie van Simon. Dit soort ingrepen blijkt zó ingewikkeld te zijn, dat goede afstemming vooraf van het grootste belang is. Betere planning is ook gewenst met het oog op de toekomst (vaca turevervulling, overplaatsingen, carrière verloop, ouderen die graag een stapje terug willen doen e.d.). Alles juist vooral ook in het belang van de betrokken mensen. Plan ning zou z'n doel voorbij schieten als het ten koste zou gaan van verantwoordelijkheid en flexibiliteit. Vraag 2: Gezegd wordt (in het ka der van de ontwikkeling van het Personeel-, Informatie- en Plan ning Systeem) dat nog zorgvuldig moet worden bekeken hoe de be scherming van de persoonlijke ge gevens van medewerkers het best kan worden gewaarborgd. Dat klinkt angstwekkend in een tijd waarin via de computer straks ie ders persoonlijke doopceel kan worden gelicht en bijvoorbeeld ook alle in het verleden gemaakte fouten in één seconde op het beeldscherm kunnen worden ge haald. Om welke persoonlijke ge gevens gaat het hier? Antwoord: Om niet meer dan de normale gegevens die de personeel- en salarisadmini stratie nu ook al heeft. Niemand hoeft daar bang voor te zijn, want in overleg met de COR is bij reglement vastgesteld tot welke gegevens de computerdocumentatie zich moet beperken en wie toegang tot die (gecodeerde) gegevens hebben. Bovendien heeft iedereen het recht om te vragen welke gegevens van haar of hem opgeslagen zijn. Ook worden nooit gegevens aan derden verstrekt zonder toestemming van de be trokkene. Vraag 3: Er wordt uiting gegeven aan het streven om meer jongeren aan te nemen (200 werklozen in part-time dienstverband, het jeugdfiliaal in Apeldoorn e.d.), om zodoende een bijdrage te leveren aan de oplossing van de jeugd werkloosheid. Op zichzelf een aar dig streven, maar staat u daarbij niet tevens (of misschien wel voor al) voor ogen dat jongeren goed koper zijn? Antwoord: Een merkwaardige vraag. Inder daad zijn jongeren goedkoper, maar tegen over dat voordeel voor de werkgever staat ook een nadeel: ze hebben minder ervaring. Als werkgevers alleen maar jongeren zouden aannemen omdat ze zo goedkoop zouden zijn, dan was het probleem van de jeugd werkloosheid heel wat minder dan nu. Ove rigens zal het korter laten werken door de jeugd zoals in ons filiaal te Apeldoorn eerder een bijdrage kunnen leveren tot het verminderen van de jeugdwerkloosheid. Vraag 4: Ondanks het feit, dat be houd van de werkgelegenheid voor alle mensen het hoofdthema is van het sociaal beleid, zegt u Drs. P. J. van Dun bij de opening van bet jeugdfiliaal in Apeldoorn onomwonden dat de leiding van Ahold, wat betreft de ontwikkeling van het personeelsbestand, is afge stapt van de groeigedachte van het personeelsbestand en dat geen garanties meer kunnen worden gegeven voor de toekomstige werk gelegenheid. Betekent dit, dat nu ook binnen Ahold onzekerheid on der de werknemers over hun toe komst op z'n plaats is? Antwoord: Vorig jaar is het personeelsbe stand in Nederland nog gegroeid met 1,5%, maar dat kwam in hoofdzaak door overna mes, minder verloop e.d. Natuurlijk hópen we nog wel verder te groeien (vooral door omzetvergroting), maar dat kunnen we evenmin garanderen als het behoud van alle arbeidsplaatsen. Omdat je nooit weet wat er allemaal gebeuren kan. We vechten er wel voor, maar geen enkele werkgever kan ze absoluut garanderen. Dat zou irreëel zijn en dus oneerlijk. Vraag 5: Vrijwel ieder jaar, zo zegt u in het verslag, vindt bij Ahold een aantal ingrijpende reorgani saties plaats. Dat klopt. We hoeven alleen maar te denken aan 1982: integratie Simon, Albro/famin, Marvelo/Verkade, verkoop Verbru- mar, reorganisatie Dienst Techni sche Projecten, opheffing bestel- centrale Zaandam, en zo zal er nog wel meer gebeurd zijn. Denkt u niet dat dit alles tevéél is in één jaar? Al die reorganisaties grijpen diep in op het persoonlijk welzijn van de betrokken mensen. Velen zullen zich ongetwijfeld afvragen: wat zal ons dit of volgend jaar weer boven het hoofd hangen Hoe lang denkt u door te gaan met reorganiseren? Eéns moet de or ganisatie toch optimaal draaien, zou je denken. Antwoord: 1982 was inderdaad een „hevig jaar". Maar een goede onderneming raakt nooit uitge(re)organiseerd, zolang de om standigheden (overheidsmaatregelen, con sumentengedrag, economische situatie, grondstofprijzen enz.) voortdurend veran deren. Dat is de prijs die ondernemers én werknemers - moeten betalen voor het behoud van bedrijf en werkgelegenheid. Maar de „pijn" die daarmee gepaard gaat, is toch aanzienlijk kleiner dan die van verlies van werkgelegenheid. Een verstandige on dernemer zal dat het best kunnen voorko men door tijdig - dus niet te laat! - op die veranderingen in te haken. Eigenlijk gebeurt in een gezin precies hetzelfde. Verstandige ouders zullen ook maatregelen nemen als de omstandigheden veranderen, bijv. minder inkomen door ziekte of omdat kinderen gaan studeren. Goed besturen is voortdu rend bijsturen. Vraag 6: U zegt, dat de toekomstige automatisering in de eerste plaats gericht zal zijn op het verder ver beteren van de informatieverwer king. Niet als middel om mensen te vervangen, maar om een efficiën ter beleid te kunnen voeren. Is dat laatste niet met elkaar in tegen spraak? Efficiency leidt toch „au tomatisch" tot minder mensen? In dit opzicht laat u zelf doorscheme ren dat het in het uiterste geval kan voorkomen dat een automati seringsproject leidt tot een non- activiteitsregeling of tot gedwon gen ontslag. Antwoord: Bij Ahold is automatisering geen robottisering die er doelbewust op uit is mensen te vervangen. Bij ons gaat het meer om mechanisatie met als doel het sneller verkrijgen van betere informatie, zodat je ook sneller en beter beslissingen kunt ne men. Het is inderdaad niet onmogelijk dat daardoor hier en daar wel eens wat arbeids plaatsen in het geding komen, maar dat zal in ons concern nooit grote vormen aannemen. Vraag 7: In het verslag wordt opge merkt, dat a. verkregen rechten moeten kunnen worden terugge draaid; b. de winstdelingsregeling door de Raad van Bestuur is opge zegd; c. de reiskostenregeling wordt gewijzigd; d. de hoogte van de bijdrage in de studiekosten af hankelijk wordt gesteld van de vraag of de opleiding voor het bedrijf noodzakelijk is. Is dat nou allemaal écht nodig voor een groot bedrijf als Ahold, dat be hoort tot de weinige ondernemin gen in ons land die nog meer winst maken (in 1982 netto ca. 20%!). En wat punt d. betreft: is de ontwik keling van het personeel ook op terreinen buiten Ahold dan niet belangrijk meer? Of verwacht u, dat zij het hele leven binnen het zelfde bedrijf blijven werken? Antwoord: Gezien de ongewisse toekomst mag je je niet voor altijd vastleggen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de sociale ze kerheden in ons land: als ze onbetaalbaar zijn geworden, moet er wat veranderd wor den. Ik wil daarmee niet zeggen dat de in uw vraag genoemde regelingen niet meer be taald kunnen worden, maar we moeten ze wél zo nu en dan eens opnieuw bekijken en, waar nodig of gewenst, verfijnen of zelfs verbeteren. De bijdrage in de studiekosten bijvoorbeeld wordt niet verlaagd, maar we proberen het bedrag dat beschikbaar is beter te gebruiken. Vraag 8: Voor zover kan worden beoordeeld heeft Ahold een goede pensioenregeling, maar we lezen nooit iets over het probleem van de zgn. pensioenbreuk (het pre- mievrij maken van een polis bij verandering van baan, waardoor het uiteindelijke pensioen aan zienlijk lager kan uitkomen). Er wordt al jaren gepraat om er wat aan te doen, maar er gebeurt (nog) niets. Zou Ahold hier het voortouw kunnen nemen, bijv. door de reeds opgebouwde pen sioenen van nieuwe werknemers over te nemen? Antwoord: Ahold wil dat in principe wel, maar de vórige werkgever verleent er zel den of nooit medewerking aan en nog minder de verzekeringsmaatschappijen. Vraag 9: In het Sociaal Verslag wordt door de Raad van Bestuur ook enige aandacht besteed aan de „Vrouwen binnen Ahold", maar u doet dat nota bene onder het hoofdstuk „Bijzondere groepen medewerkers". Vindt u nog steeds, dat vrouwen in een uitzonderings positie (moeten) verkeren? Antwoord: Nee, dat vind ik niet, maar de „Vrouwen binnen Ahold" denken daar an ders over, omdat ze zelf vinden dat ze in een ongunstige (uitzonderings positie verkeren en daarom de werkgroep VBA hebben opge richt. Overigens hebben zij zich op uiterst waardige wijze gepresenteerd en de vragen die ze hebben gesteld, worden momenteel zorgvuldig bestudeerd. Ik hoop oprecht dat de vrouwen in het volgende verslag niet meer onder het hoofdstuk „bijzondere groe pen" zullen behoeven te vallen. Vraag 10: In een verslag kijk je altijd terug naar hetgeen geweest is. Daarom één vraag over de toe komst: Wat vindt u het meest be dreigend? Antwoord: Dat is in mijn ogen het „ik- denken", het alleen maar denken aan het „eigen belang", iets wat de laatste tijd heel snel om zich heengrijpt. Die instelling acht ik in hoge mate bedreigend voor de collegia liteit, de solidariteit (ook met de in-actieven in onze samenleving) en de creativiteit, en al met al - om er nog een andere „teit" aan toe te voegen - uiteindelijk ook voor de produk- tiviteit, waarvan we het met z'n allen toch zullen moeten hebben. Het is een ongezon de, een verstikkende ontwikkeling, die fu nest is. Niet alleen voor de „ik-mensen" zelf, maar die mentaliteit knaagt ook aan de samenleving als geheel. Ais dat knagen door gaat, hebben die „ik-mensen" zichzelf nóg een keer te pakken, én vele anderen!

Personeelsbladen | 1983 | | pagina 3