Dienst Beveiliging
Ahold
voor het voetlicht
Hoewel aarzelend
KLANT ACCEPTEERT NIEUW
MUNTSLOT OP WINKELWAGEN
Flitsen
pagina 5
Mensen die bij een beveiligingsdienst werken worden
vaak gezien als lieden, waarvoor je bijzonder moet
oppassen, die geweld weten te waarderen en die er tuk
op zijn om iemand in de kraag te vatten. In drie
artikelen, die worden geplaatst in het februari-, maart
en meinummer van Flitsen, wordt het nuttige werk van
de Dienst Beveiliging Ahold (DBA) uit de doeken
gedaan. Daaruit zal blijken, dat het hier om heel
gewone collega's gaat, die er helemaal geen genoegen
in scheppen om wie dan ook „in de boot te nemen".
Hoofd dienst beveiliging Ahold, de heer D.S. Rouw
Meer dan diefstal
alleen
De Dienst Beveiliging Ahold,
gevestigd in de dummy naast
het hoofdkantoor in Zaan
dam, houdt zich bezig met
allerlei zaken die de beveili
ging van Ahold aangaan. Ve
len zullen denken dat het
DBA alleen gaat om het op
sporen van diefstallen. Toch
vormt dit maar een onder
deel van de werkzaamheden,
die door de DBA verricht
worden.
De DBA werd in 1977 door
de Raad van Bestuur van
Ahold ingesteld. Tot hoofd
van deze dienst werd toen
de, inmiddels gepensioneer
de, heer F. Brandsma be
noemd, die, zoals het huidi
ge hoofd de heer D. S. Rouw
dat noemt, het fundament
heeft gelegd voor de tegen
woordige DBA. De dienst be
staat op dit moment uit een
drietal afdelingen, nl. Pre
ventie, Repressie en Infor
matieverwerking.
De afdeling Preventie, die
bemand wordt door de he
ren H. Eijben en D. Boot,
houdt zich bezig met be
drijfszelfbescherming,
brandpreventie en techni
sche en mechanische bevei
liging. Bedrijfszelfbescher
ming, de naam zegt het al,
heeft te maken met het „zelf-
beschermen" van alle Ahold-
vestigingen. In overleg met
betrokkenen worden dan in
dit kader ontruimings- en
rampenplannen opgesteld,
die worden vastgelegd in in
structies en draaiboeken.
Verder houdt men toezicht
op het naleven van de wette
lijke bepalingen inzake be
drijfszelfbescherming. Pre
ventie heeft ook instructies
opgesteld op het gebied van
brandpreventie. Technische
ontwikkelingen betreffende
brandbeveiliging en blusap
paratuur worden op de voet
gevolgd. De afdeling Preven
tie werkt nauw samen met
de Dienst Technische Pro
jecten. Adviezen, die Preven
tie op het gebied van brand
en inbraakbeveiliging geeft,
worden door de afdeling
DTP utgevoerd.
Tevens onderhoudt Preven
tie contacten met plaatselij
ke en regionale Brandweer
korpsen om, als de nood aan
de man is, direct en op de
juiste wijze te kunnen reage
ren.
Repressie
De afdeling Repressie be
staat uit de heren J. Joustra,
P. Helder en J. Schollink. Zij
houden zich bezig met onre
gelmatigheden, zoals ver
duistering door personeel en
diefstal door derden. Tevens
verricht de afdeling Repres
sie onderzoek naar de moge
lijkheden tot diefstal en, als
allerbelangrijkste.voorko-
ming daarvan. In het maart
nummer van Flitsen zullen
wij uitgebreid stilstaan bij de
werkzaamheden van de afde
ling Repressie, de motivatie
van de medewerkers en hoe
zij tegen hun werk, dat niet
altijd even gemakkelijk en
prettig is, aankijken.
Informatie
verwerking
De afdeling Informatiever
werking wordt verzorgd
door mevrouw M. Moerland.
Zij verzamelt de gegevens
van de afdelingen Preventie
en Repressie en verwerkt de
ze. Zij verzorgt de informatie
- naar binnen en naar buiten
- en stelt, indien nodig,
weekberichten samen voor
filialen en afdelingen. Verder
verzamelt zij gegevens uit
dagbladen e.d., die van be
lang zijn voor de Dienst Be
veiliging Ahold en stelt
kwartaal-, halfjaar- en
jaarverslagen samen.
Hoofd
Dienst beveiliging
Iloofd van de Dienst Beveili
ging is de heer D. S. Rouw.
Hij is verantwoordelijk voor
het reilen en zeilen van de
dienst en is degene, die be
zig is met het opzetten van
de nieuwe structuur van de
dienst. De heer Rouw: „Op
dit moment hebben alle
werkmaatschappijen hun ei
gen opvattingen over bevei
liging. Bij Miro en Albert
Heijn stelt men bijvoorbeeld
heel andere eisen dan bij
Etos en Alberto.
Het doel is echter hetzelfde:
Preventie! Op grond daarvan
zou er in de toekomst een
beknopt handboek Beveili
ging moeten komen, dat
voor elke werkmaatschappij
hetzelfde is. Op dit moment
zijn wij ons daarover aan het
beraden en willen wij een
paar „proefballonnen opla
ten". Hij hoopt overigens,
dat de drie artikelen over de
Dienst Beveiliging Ahold er
toe zullen bijdragen, dat ie
dere Ahold-medewerk(st)er
een juist inzicht verkrijgt
met welke activiteiten deze
dienst zich bezighoudt en
wat de doelstellingen zijn.
Afgelopen jaar werd bij
een aantal filialen
overgegaan tot de in
voering van de winkel
wagen met muntslot.
Het gebruik van die
winkelwagens verkeert
op dit moment nog in
een proefstadium. Er
varingen van de ge
bruikers, klanten en
medewerkers, moeten
n°g goed op een rijtje
gezet worden.
Hoewel de eerste erva
ringen, zoals uit bij
gaand artikel blijkt,
niet echt negatief lij
ken, is toch al duidelijk
dat het systeem niet
landelijk zal worden
ingevoerd. Slechts die
filialen waarbij de
noodzaak tot invoering
onomstotelijk vaststaat
en waarbij andere op
lossingen faalden, zul
len in aanmerking ko
men voor winkelwa
gens met muntslot.
In de proeffilialen werd de
winkelwagen, na de eerste
gewenningsmoeilijkheden,
goed geaccepteerd.
Succes
De heer E. A. M. Ruitenberg,
bedrijfsleider van het ABC-
filiaal Lelystad, noemt het
zelfs „een volledig succes".
Zijn collega C. Waardenburg
van AH-filiaal De Beverhof in
Beverwijk meldt opgelucht
dat er vrij weinig klachten
zijn. „Negentig tot vijfenne
gentig procent is tevreden",
zegt hij. „Steeds meer men
sen komen al met een gul
den in de hand binnen",
voegt de heer J.J. Schipper
daaraan toe. Hij is bedrijfslei
der van het AH-filiaal in
Zaandam, tegenover het
hoofdkantoor.
Bij Miro in Weert is tot dus
ver de meeste ervaring opge
daan met het systeem door
dat het gemeentebestuur
van Weert in zijn Algemene
Politie Verordening een be
paling opnam die zelfbedie
ningswinkels verplicht alle
winkelwagens te voorzien
van sloten. Bedrijfsleider
Th. van Hooff spreekt dan
ook van een „fait accompli",
een voldongen feit, waar hij
zich voor zag gesteld toen
Ahold per 15 maart jl. de
Famila-vestiging overnam.
„Ze waren hier dus al aan die
sloten gewend", licht hij toe,
„en daardoor kan ik niets
zeggen over de eerste reac
ties. Ik weet dus ook niet of
er klanten door zijn wegge
bleven. Wel weet ik, dat er
nu geen wagentjes meer in
de buurt rondslingeren en
dat niemand van ons de flats
langs hoeft om winkelwa
gentjes op te halen."
Diezelfde ervaring is opge
daan in Lelystad, Beverwijk
en Zaandam. „De besparing
aan manuren valt mij wat
tegen", vindt de heer Van
Hooff. ,Je hoeft nu inder
daad geen mensen meer in
te zetten voor het ophalen
van de wagens, maar het her
verdelen over de verschil
lende moedersloten kost
toch ook mankracht." Veel
tijd „Vijfentwintig uur aan
mankracht in de eerste we
ken", verduidelijkt de heer
Ruitenberg in Lelystad
ging daarentegen zitten in
het verstrekken van tekst en
uitleg. Ruud Owens bijvoor
beeld heeft in Zaandam hon
derden keren moeten de
monstreren hoe de klant het
wagentje van de ketting kan
krijgen. En even zovele ma
len heeft hij moeten vertel
len dat de gulden geen en
treegeld is, maar een soort
onderpand dat de klant zelf
weer kan terugnemen door
het wagentje na afloop weer
aan de ketting vast te klin
ken.
Vreemde munten
Vanzelfsprekend zijn er wel
jongelui die met vreemde
munten geintjes uithalen.
Vreemde munt erin, even rij
den, binnenkomende klant
het wagentje aanbieden, in
ruil voor de gulden sleutel-
geld, en stralend naar buiten.
Het bedrijf stelt die klant
schadeloos, maar volgens de
heer Van Hooff kost dat Miro
hooguit een tientje per
week. „In de eerste vier we
ken heb ik zo'n 20 a 25
vreemde munten gehad, nu
nog een of twee per week",
aldus de heer Ruitenberg.
„Ik heb de fabriek gebeld,
dat het uit de hand liep, maar
daar zeiden ze, dat ik me
geen zorgen moest maken.
De ervaring in het buiten
land heeft geleerd, dat zoiets
een week of vier, vijf duurt
en dat dan de lol eraf is. Nou
ja, lól?"
Zak met guldens
Volgens de heer Ruitenberg
vinden zijn medewerk-
(st)ers het persoonlijk con
tact met de klant „Nie
mand leest het bord met de
toelichting, volgens mij is
het niet opvallend genoeg"
bijzonder gezellig. Zijn col
lega Waardenburg in Bever
wijk: „Het kost alles bij el
kaar toch gauw drie maan
den, die extra mankracht bij
de wagentjes. Op zaterdag
heb ik hier zo'n 2.500 klan
ten en dan moet je het toch
zeker 300 keer uitleggen. Ik
heb er een medewerkster bij
staan met een hele zak vol
guldens." Beverwijk begon
het experiment in week 37.
Zaandam, open sinds week
43, heeft de extra mankracht
inmiddels teruggetrokken.
„Ik heb één van de caissières
die het dichtst bij de uitgang
zit", aldus de heer Schipper,
„gevraagd om even gauw bij
te springen wanneer een
klant problemen heeft met
het muntslot. Guldens zijn
daar verkrijgbaar aan de
klantenservicebali."
„In het begin trok de man
zijn vrouw nog wel eens weg
als een echtpaar merkte dat
er een gulden in dat slot
moest worden gestopt", ver
telt de heer Waardenburg,
„maar iedereen is na verloop
van tijd teruggekeerd." Geen
verlies van klanten dus. Inte
gendeel, een klant in Zaan
dam: „Prima systeem. Ze
gooiden al die wagentjes
maar bij ons in de Gouw!"
De heer Waardenburg:
„Maar d'r zijn ik-wcet-niet-
hoeveel winkels van Albert
Heijn waar ze nooit last heb
ben. Daar, en vooral in
buurtwinkels, moet je die
sloten niet invoeren."