..We hebben het integratie-karwei
naar vermogen, geklaard."
Project functiewaardering
eind 1983 gereed
Flitsen
pagina 7
Simon OR-leden:
Geruisloos?
Leerzaam
Gebreken
Vragenlijst
De Wet op de Ondernemingsraden bevat geen artikel waarin
staat hoe een ondernemingsraad kan worden opgeheven.
Een eenmaal geïnstalleerde OR blijft zijn hele zittingster
mijn bestaan, hl de wet is echter wel een artikel opgenomen
dat behandelt wanneer leden uit de OR dienen te treden. Dat
is onder meer het geval als een bedrijf ophoudt te bestaan.
Op 8 december jl. gaven de elf OR-leden van Simon tijdens
een laatste vergadering in het hoofdkantoor te Zaandam
gevolg aan dit wetsartikel. Direct na deze vergadering sprak
de redactie van CORRelatie met voorzitter Dick van Eik.
secretaris Martin Wolters en de leden Ferd Moers en Albert
Derks.
„Zo in het begin van oktober 1981
waren er in de wandelgangen van
het hoofdkantoor al bepaalde aan
wijzingen te beluisteren over dat er
iets met Simon zou gaan gebeuren.
Dat was voor ons", zo vertelt ex-
voorzitter Dick van Eik, „reden als
OR eens rond de tafel te gaan zitten
om te bespreken welke mogelijke
veranderingen ten aanzien van Si
mon op ons af zouden kunnen
komen. Eén van de mogelijkheden
die wij toen al zagen was een
integratie binnen Albert Heijn. Het
bericht dat de Volkskrant op 27
oktober 1981 bracht over een afsto
ting van Simon kwam voor ons
onverwachts. Temeer daar de jour
nalist in het bericht suggereerde
dat wij eventueel door Centra
(Schuitema) zouden worden over
genomen. Dat laatste bleek achteraf
een slag in de lucht te zijn geweest.
Er is, naar men zegt, op hoog niveau
zelfs nooit over gesproken. Laat
staan met Schuitema. Als OR be
treuren wij het dat de vakbonden
via de Volkskrant de onderhande
lingen hebben opengebroken.
Op 18 november 1981 maakte de
heer A. Heijn als president van de
Raad van Bestuur van Ahold de
plannen aangaande Simon bekend
tijdens een vergadering met de
COR en betrokken Ondernemings
raden (Simon, AH, Centrale Dien
sten) Tevens werd het Sociaal Plan
gepresenteerd. Dick:Ahold zag dit
plan als een stuk waarover zij on
derhandelingen dienden te voeren
met de bonden. Wij waren dat
echter als betrokken onderne
mingsraden niet met de Raad van
Bestuur eens. Dat heeft ertoe geleid
dat wij een vijftal bijeenkomsten
hebben belegd waar het kader van
alle Simon-vestigingen werd inge
licht over het Sociaal Plan.
Tevens werd tijdens deze vergade
ringen kritiek gevraagd op het stuk.
Met deze informatie heeft de COR
een „schaduwplan" geschreven en
dat aangeboden aan de Raad van
Bestuur. Daarna volgde een nieuw
plan van de RvB waarin we een
groot aantal zaken terugzagen die
ook in het COR-plan stonden. Daar
door konden de betrokken OR'en
ook achter het Sociaal Plan gaan
staan."
In Flitsen van een paar maanden
terug stond een artikel onder de
kop „Integratie Simon verloopt vrij
wel geruisloos". Hoe denkt secreta
ris Martin Wolters daarover? ,Als
je het over de technische of fysieke
integratie hebt, dus eigenlijk het
verhangen van de bordjes, dan ben
ik het daarmee eens. Wat betreft de
medewerkers verschil ik helaas van
mening. De OR heeft regelmatig
moeten bijsturen bij conflicten.
Een voorbeeld is de problematiek
rond de aanstellingsbrieven. In het
Sociaal Plan staat dat medewerkers
vóór het in dienst treden bij Albert
Heijn hun aanstellingsbrieven krij
gen. Dat is in een aantal gevallen
niet gebeurd. Medewerkers zagen
bijvoorbeeld in hun aanstellings
brieven heel andere dingen staan
dan tijdens de aanstellingsgesprek-
ken waren afgesproken. De proble
men die hieruit voortvloeiden zijn
over het algemeen opgelost."
Terugziend op het afgelopen jaar
merkt voorzitter Dick van Eik op:
„Het was een zware tijd en als men
ons van tevoren had gevraagd of we
in staat waren alle problemen die
speelden goed te behandelen, dan
hadden we ongetwijfeld deemoe
dig het hoofd geschud. Maar het
karwei is geklaard en ik denk dat we
als OR hebben gedaan wat mogelijk
was."
Op de vraag of de heren nu bij
Albert Heijn ook een OR-baan am
biëren, merkt Martin Wolters op:
„Voorlopig niet. We moeten ons nu
op onze nieuwe baan bij AH gaan
werpen en dat zal ook wel weer de
nodige energie vergen. De fysieke
integratie zit er ook voor ons op. Nu
zullen we als individu ons plaatsje
binnen de AH-organisatie moeten
veroveren."
Dick van Eik: „Voor mij zit het
werk er nog niet helemaal op. Ik zit
in de COR-Toetsingscommissie
waarin ook de OR-voorzitters van
AH en de Centrale Diensten, de
COR-voorzitter en de voorzitter
van de contactgroep van de Am
bachtsslagers zitting hebben. Die
commissie heeft tot taak het toet
sen van het beleid van management
en personeelzaken en de bewaking
van de voortgang van het Sociaal
Plan. Hierover rapporteert ons de
directie van AH. Trouwens, elke
medewerker die problemen heeft
met de juiste uitvoering van het
Sociaal Plan kan bij mij terecht. De
ex-OR-Simon-leden blijven uiter
aard beschikbaar teneinde informa
tie te verschaffen en steun te verle
nen bij voorkomende vragen en
problemen."
„In juni 1981 kwam ik na de verkie
zingen in de OR van Simon terecht.
Op dat moment had ik nog totaal
geen ervaring met het OR-werk. Al
vlot volgde het geruchtmakende
artikel in de Volkskrant en we zaten
opeens midden in de problemen.
We werden in die tijd als OR echt
geleefd en er ging eigenlijk geen
dag voorbij of wc werden met het
OR-werk geconfronteerd", aldus
Albert Derks, voormalig Chef
Kruidenierswaren bij het Simon-
filiaal aan de Schrans in Leeuwarden
nu AH die binnenkort naar een in
Utrecht gelegen AH-filiaal afreist.
„Terugziend kan ik stellen dat het
geheel door mij als bijzonder leer
zaam is ervaren. Je weet wat er
gebeurt en kan gebeuren binnen
een bedrijf en hoe je daar als OR op
moet reageren. Voorlopig zal ik mij
niet meer voor OR-werk beschik
baar stellen maar mij gaan bezig
houden met mijn eigen toekomst
binnen AH. Ook binnen dat bedrijf
zal ik mijn draai weer moeten
vinden."
Ferd Moers werd ook per 1 juni
1981 in de Simon-OR gekozen. Ferd
is er werkzaam als verkoper-A in het
AH-filiaal aan de Gerretsonlaan in
Eindhoven. „Ik denk dat ik rustig
kan stellen dat het voor iedereen
een schok was toen we vernamen
dat Simon zou gaan verdwijnen. Als
nieuweling in de OR voel je jezelf
behoorlijk verloren als je de verant
woordelijkheden op je af ziet ko
men. De weken voor de 18de no
vember 1981, waarop de heer
A. Heijn de plannen aangaande
Simon bekendmaakte, ben je als OR
bezig met gissingen wat er zou
kunnen gebeuren. Toen het Sociaal
Plan eenmaal op tafel kwam begon
voor ons het werk. In de eerste
maanden na het bekendworden van
de integratie hebben wc bergen
werk verzet. Later zijn de activitei
ten wat teruggezakt. Wat ik waar
deer is dat Bart Glezer is toege
voegd aan de OR van AH. Hij is geen
formeel lid van die OR maar heeft
toch dezelfde rechten en plichten
als een OR-lid. Zo zullen binnen AH
de belangen van de ex-Simon-
medewerkers goed worden ge
diend."
„Mijn toekomst binnen AH? Ik weet
het nog niet. Op dit moment ben ik
alles op een rijtje aan het zetten en
het zal nog wel even duren voordat
ik precies weet wat ik binnen AH
wil."
Dick van Dijk
Martin Wolters
Hoe staat 't toch met het project
functiewaardering HK 1 t/m 7? Die
vraag zullen betrokkenen zich inmid
dels wel eens gesteld hebben nu de
start van dit grote project al weer
enige tijd geleden plaats had. Er zal
nog enige tijd geduld moeten wor
den geoefend, want hoewel alles
volgens plan verloopt, worden de
resultaten pas per 1 januari 1984
openbaar.
Dat duurt dus nog even, maar wie bedenkt dat
voor liefst 1.600 medewerkers rond 500
functies moeten worden beschreven, kan
daoor begrip hebben. Zeker in de weten
schap, dat alles bijzonder zorgvuldig en in
veelvuldig overleg gebeurt. Het gaat tenslotte
om belangrijke zaken zoals het vaststellen wat
ieders functie inhoudt en uiteindelijk om de
functiegroep en het salaris dat daarbij hoort.
Wie bij Ahold een administratieve-, technisch
uitvoerende- of een lagere leidinggevende
baan heeft, valt in de functiegroepen 1 tot en
met 7. Deze regeling geldt zowel voor het
hoofdkantoor als voor medewerkers in ande
re delen van de organisatie.
In de loop der jaren is het huidige classifica
tiesysteem gebreken gaan vertonen. Geen
wonder, want het dateert uit 1963. Boven
dien zijn sindsdien steeds nieuwe functies
ontstaan, waarvoor geen met andere functies
afgestemde omschrijving bestaat. Daarom
werd in 1979 besloten de functieclassificatie
opnieuw op te zetten. Hiervoor werd de zgn.
Hay-methode gekozen. Uitgangspunt daarbij
was o.a dat functies bij Ahold vergeleken
zouden moeten kunnen worden met die in
andere ondernemingen. Inmiddels zijn, na
een grondige voorbereiding, de eerste werk
zaamheden verricht. Er zijn ca. 60 functies
beschreven en geëvalueerd, en daar komen er
eind dit jaar nog eens 60 bij. Deze 120
betreffen zgn. sleutelfuncties, die een goede
doorsnee vormen van de organisatie. Of, zoals
ir. H.N. Hes (hoofd afdeling functiewaarde
ring) het zegt: „Met die 120 is het raamwerk
klaar. Daarna kunnen we ons richten op de
co-functies (die veel lijken op sleutelftinc-
ties) en op functies van enkelingen en specia
listen".
Het beschrijven van een functie begint met
het aanbieden van een vragenlijst aan de
betrokken medewerkers. De vragen hebben
betrekking op de aard van het werk, de
problemen die zich daarbij voordoen, de
mate van zelfstandigheid enz. Vervolgens
komen de zeven functie-analisten onder lei
ding van projectleider de heer F.J. Petra, in
actie. Zij vullen, aan de hand van interviews
met de betrokkenen, de gegevens omtrent de
functie verder aan, en verwerken deze tot een
functiebeschrijving.
Met de centrale- en andere ondernemingsra
den en de bonden zijn vooraf afspraken
gemaakt over de bescherming van de werkne
mer bij de invoering van het nieuwe waarde
ringssysteem De heer Hes: „Het is mogelijk,
dat iemand bij de nieuwe indeling in een
lagere klasse terecht komt. Wij hebben daar
om al jaren een garantieregeling, zodat hij of
zij daarvan dan geen nadelige financiële
gevolgen zal hebben. Ook toekomstige verho
gingen op basis van de oude situatie zijn
daarbij gegarandeerd. Bovendien is in beroep
gaan tegen de nieuwe indeling mogelijk". Hoe
zwaar wordt getild aan een zo zorgvuldig
mogelijk handelen, mag o.a. blijken uit de
begeleiding van het project. Liefst drie com
missies zijn daarbij betrokken, een stuur
groep uit de organisatie onder voorzitter
schap van drs. P.J. van Dun (lid van de Raad
van Bestuur), de Toetsings- en Informatie
Groep (TIG) (waarin vertegenwoordigers
van de ondernemingsraden en COR) de
vinger aan de pols houden en tenslotte de
evaluatiecommissie, (samengesteld uit mana
gement, personeelszaken en enkele deskundi
gen) die zich deze maanden richt op de
evaluatie van genoemde 120 sleutelfuncties.
Heel 1983 zal nodig zijn om alle ruim 500
verschillende functies op papier te krijgen, ze
op een rij te zetten en de salarisconsequenties
te bepalen. Daarover zal dan met onderne
mingsraden en bonden weer overeenstem
ming moeten worden bereikt. Ondanks deze
tijdvergende tussenstations mogen betrokke
nen er op rekenen per 1 januari 1984 te
weten waar ze met hun taakomschrijving en
de daarbij passende classificatie aan toe zijn.