„De voordelen van het OR-werk wegen voor mij ruimschoots op tegen de nadelen" Flitsen pagina 7 Tjalling de Haas, secretaris OR-Etos: Loek Goes, nieuw lid COR: .- ff OR moet in de toekomst nóg beter op zijn taak zijn berekend „Bezuinigingen in het bedrijfsleven behoren de laatste jaren zo ongeveer tot de orde van de dag. Veelal met gevolg dat er een strakker beleid wordt gevoerd door p2_man het management. Voor een OR betekent dat handenvol èn over het algemeen zeer gespecialiseerd werk. Om zijn taak goed te verrichten moet een OR beschikken over voldoende kennis en die kan naar mijn mening vooral worden verkregen door ervaring." Aan het woord is Tjalling de Haas, secretaris van OR-Etos en bedrijfsleider van Etos-Lisse. zoek kan een OR weinig invloed M uitoefenen omdat het over het alge meen over een salariëringskwestie gaat en dat is een taak van de vak bonden. Je kunt alleen maar infor matie verschaffen over de gang van zaken." „Normaal gesproken „zit" een OR twee jaar en bij Ahold drie. Daarna zijn er verkiezingen en kan, als er geen leden worden herkozen, een volkomen nieuwe OR ontstaan die niet beschikt over de kennis en er varing van de vorige OR. Aange zien, zoals gezegd, in de toekomst de problematieken steeds moeilij ker zullen worden, moet een OR nog beter op zijn taak zijn bere kend. Daarom pleit ik ervoor dat medewerkers bij OR-verkiezingen terdege rekening houden met de ervaring en kwaliteiten van de „zit tende ploeg". Als het mogelijk is zou ik dan graag zien dat een aantal leden, indien herkiesbaar, opnieuw plaats kan nemen in de nieuwe OR. Alleen op die manier kan een OR tot stand komen die optimaal op zijn taak is berekend." Hiermee wil Tjalling de Haas niet stellen dat de OR van Etos erop uit is om een vaste OR te krijgen: „Van zelfsprekend moet er nieuw bloed komen in een OR want anders is de kans op verstarring zeer groot." Functie structuuronderzoek De OR van Etos heeft zich ten doel gesteld om snel en duidelijk te han delen. Waar mogelijk worden pro cedures bekort om zodoende snel tot resultaten te komen. Tjalling de Haas: „Dat valt niet altijd mee want er zijn regelmatig problemen die vertragend kunnen werken. Zo werd bijvoorbeeld in 1976 het Functie-structuuronderzoek gestart dat nog steeds niet is afgerond. Het doel van dat onderzoek is het „stroomlijnen' van de functies bin nen de detailhandel als AH, Miro en Etos om zodoende te komen tot een goed salariëringssysteem. Dit jaar zou de laatste fase in gaan en dat is het hoofdstuk „Salarissen". Door de integratie van Simon en de reorganisatie van Miro werd deze procedure vertraagd. Daardoor kwam de rangorde van de functies weer ter discussie te staan." Vol gens de OR-Etos-secretaris duurt het allemaal te lang: „Natuurlijk hebben we begrip voor de situatie en begrijpen we heel best dat zo'n onderzoek zorgvuldig moet wor den verricht, maar onze medewer kers worden ongeduldig en vragen en dat zal wel bij alle werkmaat schappijen het geval zijn - wanneer er nu eindelijk eens iets concreets uit de bus komt. Door dergelijke problemen kan een OR een gevoe lige deuk in zijn geloofwaardigheid oplopen", meent Tjalling de Haas. „Op deze laatste fase van het onder- Eén van de zaken die onlangs speel de binnen OR-Etos was de aanstel ling van een PZ-man. Tot voor an derhalf jaar deelde Etos deze func tionaris o.m. met Alberto. „De be trokken persoon kon maar acht uur per week aan Etos besteden. Dat is natuurlijk een onbevredigende si tuatie. Toen hij anderhalf jaar gele den van de VUT gebruik maakte, kwam er niemand voor hem in de plaats. Ruim een jaar heeft de OR ervoor geijverd een „eigen man" te krijgen. De directie van Etos kwam evenals wij met een plan. Samen hebben we toen een derde plan ge maakt waar zowel de directie als de OR zich in konden vinden. Nu is een PZ-functionaris aangesteld die op part time-basis twee en halve dag per week personeelszaken be hartigt en dat zien we als een ge boekt succesje." Over overleg en samenwerking binnen Etos bv is de OR bijzonder te spreken. „Met name van direc teur F. Wester ontvangen we, voor zover van hem mogelijk, alle mede werking en begrip." Communicatie „Dat contact met de achterban erg belangrijk is, is natuurlijk een plat getreden paadje op de CORRelatie- pagina van Flitsen. Communicatie is ondanks dat, echter zo belangrijk dat wij er ook wat over willen zeg gen. Als je niet of onvoldoende communiceert met je achterban, komt er weinig van je OR-werk te recht. Goed communiceren kan al leen als er wederzijds gedachten worden uitgewisseld. Een OR kan blijven wachten tot er iets uit het bedrijf komt, maar kan ook zelf het bedrijf ingaan en daar zijn verschil lende methoden voor. Bij de mees te OR-en bestaat het contact met de achterban door middel van het verspreiden van de notulen. Deze zijn vaak erg droog en wekken daardoor weinig interesse. Wij heb- De Ondernemingsraad van Etos werd opgericht in 1975 en vertegenwoordigt ruim vijfhonderd medewerkers. De ondernemingsraad telt negen leden: voorzitter Henk Budde bedrijfsleider Oegstgeest, secretaris Tjal ling de Haas bedrijfsleider Lisse, Mon Pieters, secreta ris COR bedrijfsleider Veld hoven, Paul Berg controller hoofdkantoor Zaandam, El len Welp le verkoopster Eindhoven, Ingrid Macaré verkoopster Eindhoven, Car la Maassen le verkoop ster Deventer, Lia van Tui nen le verkoopster Heer- hugowaard en Kitty Willard le verkoopster Haarlem. ben naast de notulen een zgn. „Bul letin" ontwikkeld waarin we pogen op een voor iedereen duidelijke wijze te vertellen waarmee we be zig zijn en wat we hebben gedaan." Uit een gehouden enquête bleek dat vrijwel iedereen binnen Etos enthousiast is over dit initiatief van de OR." „Het is misschien een open deur in trappen of het constateren van een feit dat iedereen bekend is, maar toch wil ik stellen dat een OR al leen maar goed kan functioneren bij de gratie van de mensen die ver tegenwoordigd worden", besluit Tjalling de Haas zijn relaas over OR-Etos. Met de komst van Loek Goes heeft de Centrale Onder nemingsraad (COR) een ervaren man erbij gekregen. Al ruim zeven jaar maakt hij deel uit van de OR van Albert Heijn, waarin hij de groep „sector- en afde lingschefs" vertegenwoordigt. „Door die ervaring is de overstap naar de COR niet al te groot", zegt hij, „al komen daar naar mijn mening toch onderwerpen van een ander „niveau" aan de orde dan in een werkmaat schappij." Loek Goes heeft nog de tijd meege maakt dat in drie achtereenvolgen de vergaderingen werd gesproken over een verhoging van de maal tijdvergoeding met een kwartje! „Het gaat nu om andere en meer wezenlijke dingen", zegt hij, „we hebben een enorme sprong ge maakt. Dat is een heel proces ge weest, zowel voor ons als OR- leden als voor de bestuurders. Bei de partijen hebben er aan moeten wennen, dat het in een OR niet meer ging om de kleur van het be hang of de smaak van de kantine- koftïe." Loek Goes is een beetje toevallig in het OR-werk terecht gekomen. Zelf had hij nooit gedacht zoiets te. gaan doen. De BL van het AH-filiaal Waalwijk, waar hij werkzaam was (en weer is) zei echter: „Dat is wel iets voor jou." Chef-slager Goes wilde het wel eens proberen en uit de eerste kennismaking is een steeds grotere betrokkenheid bij het "ondernemingsraadsgebeuren" voortgevloeid. Hij is nu 14 jaar in dienst bij Albert Heijn. Zijn vader had in Zwolle een- slagerij en bij de opkomst van de supermarkten adviseerde deze zijn zoon het in die richting te zoeken. Loek werkte toen enige tijd bij een filiaal in Amsterdam. Later kwam hij weer bij zijn vader in de zaak, maar daar zag hij het uiteindelijk toch niet zitten. Na bij diverse su permarktbedrijven te hebben ge werkt verzeilde hij in 1968 in fi liaal Waalwijk. Vandaar maakte hij de overstap naar het belangrijk grotere filiaal in Vught. Loek Goes: „In mijn eerste Waalwijkse tijd was ik al lid van de OR. Dat was best met mijn werk te combineren. In het grotere filiaal Vught was dat een stuk moeilijker. Bovendien kregen we in de OR door de nieu we wet meer taken en bevoegdhe den. Soms was het - naast mijn nor male functie - maar moeilijk te be happen." Er moest tenslotte een keuze wor den gemaakt: óf uit de OR stappen óf een andere functie zoeken. Overleg binnen AH leidde tot het laatste. Hij ging terug naar Waal wijk. „Daar is een goede vervanger aanwezig, de bedrijfsleider stimu leert het deelnemen aan OR-werk en de collega's geven ook alle steun. Sinds juni 1981 zit ik weer in mijn oude filiaal en het draait allemaal erg leuk." Toen het ver zoek kwam om ook zitting te ne men in de COR, werd er eerst overleg gepleegd met de BL en de mensen van de slagerij-afdeling. „Iedereen was volledig bereid te accepteren, dat ik vrij vaak afwezig zou zijn. Toen heb ik „ja" gezegd." Volgens Loek zit er wel enig ver schil tussen een OR en de COR. „In de COR wordt een onderwerp he lemaal in een werkgroep doorge sproken en dan pas op de agenda gezet. Bij Albert Heijn heeft deze discussie meer in de OR en minder in de werkgroep plaats." Dit oor deel is o.m. gebaseerd op ervarin gen in de werkgroep „Operations" van AH (waarin alles wat in en rond de filialen gebeurt aan de or de komt) en de werkgroep „Orga nisatie" van de COR. Loek Goes is voorzitter van „Operations", wat hij een van de belangrijkste werk groepen van AH noemt. Overigens heeft de Waalwijkse chef-slager ook als „particulier" wel enige bestuurlijke ervaring. Hij zat in een commissie van de plaat selijke voetbalclub WSC, in enige oudercommissies en bij AH ook nog in de ideeënbuscommissie. Over de belangstelling voor de ideeënbus wil hij overigens wel iets zeggen: „Teleurstellend. Ik denk, dat veel goede ideeën niet verder komen dan één filiaal, men denkt er soms gewoon niet aan iets door te geven." Loek Goes acht de acceptatie bij AH en Ahold van het OR-werk bij zonder groot. De leiding staat er zeer positief tegenover. Wat de contacten met de achterban be treft is hij niet zo tevreden: „Het is moeilijk de mensen bij dit werk te betrekken, zeker zo lang het goed gaat. Nu er organisatiewijzigingen in de filialen op komst zijn weet men ons echter wel te vinden. Dat, is toch positief, men beseft dan toch. dat er een OR is om de belan gen van het personeel naar voren te brengen." De laatste tijd rinkelt de telefoon vaker dan anders in huize Goes. Dat er ook vrije tijd gaat zitten in de OR-activiteiten vindt I-oek Goes niet zo erg: „Het is een stuk hob byisme, anders kun je dit werk niet doen. Je leert echter enorm veel. je krijgt er - oök via de cursussen - een stuk algemene ontwikkeling bij. Je verruimt je kennis. Dat zijn de voordelen van dit werk en die wegen voor mij ruimschoots tegen de nadelen op!"

Personeelsbladen | 1982 | | pagina 7