Drs. P.J. van Dun licht sociaal jaarverslag toe pagina 6 Flitsen ■y.v. Reacties? Meningen? Graag!! t_ In het sociaal jaarverslag 1981 heb ben de werkmaatschappijen grote re aandacht gekregen dan in voor gaande jaren gebruikelijk was. Dit was een uitvloeisel van een onder zoek naar de mate waarin het so ciaal jaarverslag door het perso neel was gelezen. „De gegevens waren onthutsend," bekende drs. P.J. van Dun (Raad van Bestuur) dinsdag 30 maart in de vergadering van de Centrale Ondernemings raad bij de presentatie van dit ver slag. Gezien het aantal mensen dat het las of doorbladerde was zelfs de vraag opgekomen of men met de uitgave moest doorgaan. Op merkelijk was, dat 10% van de on dervraagden had opgegeven het sociaal verslag nooit te hebben ontvangen. „Dat kan niet", aldus de heer Van Dun, „want we maken ge bruik van dezelfde gegevens als voor de salarisbetaling. Dan moet men ook geen salaris hebben ge kregen..." Vermoedelijk was het verslag beschouwd als een recla me-uitgave of hadden ouders het niet aan hun bij Ahold werkzame kinderen doorgegeven. In elk geval is dit jaar op het adresbandje dui delijk vermeld, dat Ahold de afzen der was. Overigens gaat men nog wel bekijken of het sociaal verslag een onderdeel van Flitsen zou moeten worden of dat men mis schien een sociaal verslag per werkmaatschappij zou moeten uit geven. Dit waren de inleidende woorden van drs. Van Dun, wiens voornaamste oogmerk bij de pre sentatie was trends en ontwikke lingen „achter de cijfers" duidelijk te maken. Hij werd daarbij een handje geholpen door de door de COR ingestelde werkgroep Ar beidsvoorwaarden/Sociaal Beleid, die een aantal vragen over het ver slag ter beantwoording had opge steld. Bovendien kwamen er uit „de zaal" ook nog voldoende op merkingen en aanvullende vragen om tot een belangwekkende ge- dachtenwisseling over sommige onderdelen van het verslag te gera ken. Er werd daarbij niet ingegaan op gegevens van afzonderlijke werkmaatschappijen: die komen in de onderscheidene ondernemings raden op de agenda. De stijging van de loonsom bleek op het eer ste gezicht niet onbelangrijk hoger te zijn geweest dan de landelijke toeneming, maar dat bleek een ge volg te zijn van de 53e week bij Ahold. Wanneer die buiten be schouwing blijft komt men vrijwel gelijk uit. Ten behoeve van de computeraf- deling blijkt voor meer dan 5 miljoen aan specialisten te zijn in gehuurd. Drs. Van Dun zette uit een, dat er vaak geen mogelijkhe den zijn deze mensen vast in dienst te nemen. Zij kunnen bij kleine zelfstandige bureaus een hoog sala ris verdienen. Commissaris mr. R.J. Nelissen (met mevr. drs. N. Rempt-Halmmans de Jongh bij de ze vergadering aanwezig) bevestig de dat aan de hand van ervaringen bij de onderneming waaraan hij zelf verbonden is (Amrobank). Vrouwen in de meerderheid De vrouwen hebben hun meerder heidspositie (vorig jaar bereikt) bij Ahold versterkt. In totaal zijn er 15.805 in dienst (50,9% van het totale aantal personeelsleden) te gen 15.252 (49,1%) mannen. In 1980 was 50,6% van het perso neelsbestand vrouwen. De heer Van Dun verwachtte een voortzet ting van de trend, die hij enige ja ren geleden al had voorspeld. In de verhouding full-timers/part-timers was weinig verandering gekomen. Ongeveer 43% van het personeel is full time in dienst, 57% part time. De heer Van Dun noemde dit „ongeveer de ideale verhouding", waarin weinig verandering komf. Er wordt gewerkt aan een onder zoek naar het opsporen van knel punten tussen part-timers en full timers. Voor de vraagstelling is een proefenquête gehouden. Een en ander is nu uitbesteed aan het bu reau P. de Jong. De resultaten zul len t z.t. in de COR ter tafel komen. Niet meer jongeren Ahold bleek er niet in geslaagd te zijn het aantal jongeren (beneden de 23 jaar) in het totale personeel te vergroten. Dat was in strijd met de afspraak met de bonden. Drs. Van Dun ging daar uitvoerig op in. Als voornaamste oorzaak van de toch wel onverwachte ontwikke ling noemde hij het teruggelopen personeelsverloop: men verandert bij de huidige economische situa tie niet meer zo snel van werk kring. Dit betekende, dat iedere jongere van 22 jaar die 23 jaar werd een dubbel effect had op de cijfers: hij verminderde het aantal jongeren en vergrootte het aantal ouderen. Of er ook nog andere oorzaken waren voor het vermin derde aantal jongeren in het be drijf achtte de heer Van Dun zon der nader onderzoek moeilijk aan te geven. In nieuwe filialen zijn wel degelijk meer jongeren aange nomen. Aan de andere kant zijn er ook meer vrouwelijke part-timers in-dienst gekomen, al is het niet te zeggen of dat van invloed is ge weest op het aantal jongeren on der het personeel. Werktijdverkorting Drs. Van Dun belichtte in het kort de relatie tussen werkgelegenheid, bedrijfsresultaten en werktijdver korting. Het standpunt: de werkge legenheid neemt toe bij werktijd verkorting achtte hij juist, maar werktijdverkorting is alleen aan vaardbaar bij inlevering van loon. .Anders werkt het kostenverho gend en gaat het ten koste van de bedrijfsresultaten." Ahold probeert met name de stijging van de perso neelskosten (55% van het totaal, verder is 35% „diensten van der den" en 10% vermogenskosten) af te remmen. De ideale loonsom ligt lager dan de werkelijke loonsom. „Maar we kunnen nog een ietsje ballast meedragen. Met het oog op de toekomst moeten we wel voor zichtig zijn." Functiestructuur onderzoek vertraagd Opmerkingen over het functie- structuuronderzoek dat in de eer ste helft van 1982 afgerond zou worden bracht de heer M. Pieters in stelling: „Het is een trieste zaak, dat dit onderzoek waarbij 14.000 mensen zijn betrokken en waarmee in 1976 is begonnen, nu bijna 6 jaar later nog steeds niet is afgerond." Hij verzocht extra aan dacht hiervoor. Drs. Van Dun was bang dat het nog triester zou wor den. Het staat niet vast dat hetgeen waar men nu mee bezig is wel het juiste systeem is. Er komen ook veranderingen door wijzigingen in de organisatie. Hij achtte het niet uitgesloten, dat door de ontwikke lingen bij Simon en Miro het mate riaal opnieuw moet worden be zien. Dat is pas sinds kort bekend. COR-voorzitter J.W.M. Nijssen (die ook deze overlegvergadering leid de) toonde zich niet tevreden over het feit, dat Miro niet erg opschiet met de Hay-methode. Hij deelde mee daar op terug te zullen ko- COR-relatie-pagina's over het ondernemingsraadswerk bij Ahold zullen in ons bedrijf ongetwijfeld wel eens tot reacties lei den. Dat is althans de bedoeling! Nog plezieriger zou het zijn wan neer u deze reactie instuurt naar de redactie van COR-relatie, p.a. het COR-secretariaat. U kunt dit doen door op de envelop te schrij ven .Antwoordnummer 97, Zaandam", dan komt uw bijdrage op de juiste plaats terecht. Een postzegel plakken is niet eens nodig' Uw reactie mag in elke denkbare vorm worden ingestuurd: een stukje tekst, een illustratie (cartoon!) of een „tip" voor een onder werp, dat op de COR-relatie-pagina's kan worden uitgediept. Ach terban, laat van je horen! men. Drs. Van Dun kon desge vraagd wel meedelen, dat bij de functiebeschrijvingen in de filialen rekening wordt gehouden met nieuwe ontwikkelingen (scan ning), zodat het verkregen mate riaal straks niet meteen verouderd is. Het ziekteverzuim werd ook aandachtig bekeken, waarbij Ahold in totaliteit niet ongunstig voor de dag bleek te komen. Aandachtspunten Als belangrijkste aandachtspunten in het sociaal beleid op dit mo ment werden aangestipt: ontwik kelingen ten aanzien van werkgele genheid, jeugdwerkloosheid, deel tijdarbeid, sociale toekomstver kenning, automatisering, ARBO- wet en vacaturebank. Drs. Van Dun benadrukte, dat Ahold het streven naar behoud van werkgelegenheid graag waar wil maken. Aangezien men jeugdwerkloosheid een „kwaad van de eerste orde" acht wil men daar gericht aandacht aan besteden en zo mogelijk inhaken op het banenplan van Den Uyl. De sociale toekomstverkenning heeft als basis allerlei publicaties en uit wisseling van ervaringen, hetgeen men probeert te vertalen naar de werkmaatschappijen toe. De auto matiseringsnota komt eerst in de OR van Centrale Diensten en in meer definitieve vorm in de COR. De COR kreeg de toezegging, dat de belangrijke sociale onderwer pen Ahold 1982 in de COR behan deld zullen worden. Huizingh: „Ik heb over die dingen ook wel ge dachten die meegenomen kunnen worden." De heer Van Dun: „Dan zitten we op de goede weg, met elkaar komen tot een gesprek over deze zaken." Op vragen over loopbaanbegeleiding kreeg de COR te horen, dat Ahold bezig is „de ideale systematiek" te ontwik kelen voor vervanging en opvol ging bij de hogere functies. Het duurt wel een jaar of vijf voor het zo ver is. Voor functiegroepen be neden groep 13 heeft men een op- leidings- en planningsplan voor o.m. het filialenbestand. De heer Huizingh wilde de opvat ting wel eens weten over loonma tiging (goed voor Ahold) en ver mindering koopkracht (slecht). „Hoe rijmen we dat met elkaar?" Van Dun legde uit, dat Ahold niet gebaat is met een teruglopende J (Vervolg op pag. 7)

Personeelsbladen | 1982 | | pagina 6