Marvelo haalt met bijna 6 miljoen kilo koffie in nog geen jaar tijd het onderste uit de kan DE DETAILHANDELSSTRATEGIE VAN AH0LD IN DE JAREN 'SO Recordomzet in '81 noopt tot aanschaf tweede verpakkingslijn FLITSEN pagina 7 Toen de heer A. Heijn op 24 juni vorig jaar de nieuwe koffie- fabriek van Marvelo bv aan de Oostzijde te Zaandam officieel opende en daarbij de verwachting uitsprak dat de aflevering van gebrande koffie in 1981 wel eens boven de 5 miljoen kilo zou kunnen komen, was dat feitelijk niet meer dan een hoop volle voorspelling. Niemand immers kon toen ook maar met enige stelligheid becijferen, wat de nauwkeurige uitkomst van de inmiddels in gang gezette produktie-nieuwe-stijl de daarop volgende maanden werkelijk zou gaan bedragen. Nu achteraf de balans is opgemaakt en tellingen uiteindelijk hebben uitge wezen dat er maar liefst 5, 7 miljoen kilo koffie, gerekend over heel 1981, is omgezet, kan met recht en rede worden vastgesteld dat daarmee de stoutste verwachtingen zijn overtroffen. In '80 werd in totaal nog 4,3 miljoen kilo gebrande koffie afgeleverd, zij het door de oude fabriek. Ahold's koffiekenner bij uitstek G. IJskes ('zeg maar Geb') kan dan ook met gepaste trots opmerken dat het geboekte recordresultaat in nog geen jaar tijd een stijging van 25 procent in omzet (van AH, Simon, Miro en nog iets voor derden) betekent en dat dit nog nooit eerder is voorgekomen zolang het bedrijf zelf koffie brandt - sinds 1895 om wel te zijn. Het behaalde succes vormt daarmee tevens een uitschieter in zijn 32-jarige loopbaan en in die van de chef koffiebranderij (en theepakkerij) C.J. (Cees) van der Laan die, na 29 jaar erva ring bij het bedrijf, vaststelt: "Als wij de nieuwe branderij niet hadden gehad, was de nu bereikte produktie een ramp geweest." Oorzaken Al met al blijkt de investering van 7 miljoen, die onlangs met de nieuwbouw van de koffiefabriek was gemoeid, alles zins verantwoord te zijn geweest. Gevolg is zelfs dat de aanwijsbare omzetgroei met onvoorziene spoed de aanschaf van een tweede verpakkingslijn (ten bedrage van 3 miljoen) noodzakelijk maakte. Deze uitbreiding van het machinepark, waarvan de eerste elementen - zoals een nieuwe dozenpakker - al in april a.s. worden geïnstalleerd, zal in september bedrijfsklaar zijn. Daarmee kan de pro duktie, die thans 90.000 pakken per dag (oftewel 110 pakken per minuut) be draagt, worden opgevoerd tot een capa citeit van 10 miljoen kilo koffie 's jaars. Maar dat is duidelijk vooruitlopen op de toekomst. Want, koffie-inkoper IJskes is al blij als de huidige koffieproduktie bij Marvelo stabiel blijft bij de schommeling van de grondstofprijzen (mede afhanke lijk van de VS-dollarkoers) op de wereld markt. Koffie is nu eenmaal een typisch dollarprodukt. Hoe komt het nu, dat een bedrijf als Marvelo - derde op de nationale ranglijst na Douwe Egberts en Van Nelle - zulke bevredigende resultaten boekt, terwijl de landelijke stijging in koffieomzet over '81 slechts 2 procent bedroeg, waarin dan het Ahold-aandeel notabene nog is verrekend? De heren IJskes en Van der Laan schrij ven dat toe aan een aantal duidelijk in terne oorzaken. Allereerst benadruk ken zij dat Albert Heijn onmiskenbaar als de grootste klant van Marvelo kan worden beschouwd. Aangezien dit supermartbedrijf een spectaculair jaar achter de rug heeft, meent men daarvan mede te hebben geprofiteerd. Wat dit betreft voorziet men trouwens dat, zodra er nieuwe AH-filialen bij komen - bij voorbeeld bij de voorgenomen omzetting van Simon-winkels in AH-filialen - op nieuw een graantje zal worden meege pikt. Afgezien van de constante kwaliteit, dankt Marvelo het succes in de tweede plaats aan de concurrerende prijsstelling van de koffie ten opzichte van de - altijd hoger liggende - prijs van landelijke mer ken. En in laatste - zo niet belangrijkste - instantie acht men het destijds geïntro duceerde waardepuntensysteem op pak ken koffie van het Albert Heijn huismerk van niet te versmaden invloed op het omzetcijfer. De heer IJskes: "Bij een gemiddelde consumptie per gezin van 500 gram kof fie per week (a 10 punten per 250 gram) is men snel aan de vereiste 250 punten toe om een gratis pak van ongeacht wel ke kwaliteit te kunnen incasseren. Daar mee is het sparen te overzien." Keukengeheimen Nog even een kijkje in Ahold's koffieka mer, zoals het vermoedelijk al ettelijke malen is beschreven, maar zeker aan dacht verdient nu deze produktiebe- drijfstak van het concern zulke hoge ogen gooit, terwijl men nog geen jaar ge leden dacht, makkelijk met die ene, gloednieuwe verpakkingslijn (plus bran der) toe te kunnen. De heer IJskes kocht van 1955 af, toen hij als zelfstandig koffie-in kop er voor het bedrijf ging fungeren, ruim 100 miljoen kilo koffie in. Al die transacties heeft hij tot op heden nauwkeurig bijgehouden in een simpel schoolschrift. Pas als hij ze heeft gesloten, volgen directiefiat en na dere administratieve afwerking. Sinds het begin heeft de heer IJskes zo uiter aard de nodige valutaveranderingen de revue zien passeren. Stond de dollar aanvankelijk jaren achtereen op een V.l.n.r. de heren C. J. v. d. Laan, F. Inan, G. IJskes. koers van 3,60; nu is het vaak schering en inslag dat - soms alleen al vanwege valuta-wijziging - de prijs van koffie in twee dagen bijvoorbeeld met 20 gulden per kilo stijgt, met alle gevolgen van dien voor de klant. Een onevenwichtige factor is verder de politieke situatie in bepaalde koffie telende landen. Niettemin vertelt de heer IJskes in lan den als Brazilië en Columbia - te zamen goed voor de helft van het wereldaanbod in koffie - nooit veel van de binnenlandse strubbelingen te hebben gemerkt. "Wel ke machthebber er ook aan het bewind is, iedereen weet dat het land niet zonder de inkomsten van de koffie kan", luidt zijn conclusie uit ervaring. Misoogsten daargelaten, want de natuur heeft nie mand in de hand. Desondanks is en blijft de heer IJskes voor Zaandam de uiteindelijk verant woordelijke man, als er iets fout gaat. Vanouds geldt bij het bedrijf dat degene, die koffie inkoopt, daarmee verantwoor delijk is voor de melanges. In de praktijk komt dat er op neer dat de heer IJskes bepaalt, hoeveel soorten koffie (varië rend van vijf tot acht kwaliteiten), in welke verhouding in een bepaalde melange zullen voorkomen. En, aangezien de consument een constante kwaliteit vraagt, dient dage lijks een keuring op smaakafwijkingen plaats te hebben. Gewapend met een zil veren lepel proeft de heer IJskes - duide lijk slurpend - 75 maal per dag uit de diverse kannetjes met de van een hoe veelheid in één keer gebrande en vervol gens gezette koffie. Alleen al uit voor zorg: één ondeugdelijke boon kan de kwaliteit en dus de smaak vergallen. En, aangezien een koffieklant per traditie voor een 'volle klant' doorgaat, is dat niet te riskeren. Getuige de cijfers komt het bedrijf met die methode van werken 'niet op de koffie'. Hoe tegenstrijdig dat ook mag klinken. De Ahold-detailhandelsstrategie ziet er voor de jaren '80 wezen lijk anders uit dan het in de jaren '70 gevoerde beleid, althans voor zover het de filosofie over de opdeling in assortiments- en prijzensectoren in de levensmiddelenbranche betreft. De lei ding van Ahold verwacht, dat deze opdeling zal verdwijnen, of met andere woorden de opdeling in assortiments- en lage prijzen-segmenten zullen versmelten tot één totaal-segment en daarbij zullen de supermarkten met een laag prijsprofiel voor lopig de winnaars zijn. In een gesprek met Flitsen zegt de heer F.I. Ahlqvist, lid van de Raad van Bestuur en speciaal belast met de Neder landse detailhandelsactiviteiten van het concern, ter toelichting: "Die verschillen tussen supermarkten en discounters met een beperkt assortiment en lage prijzen enerzijds en de supermarkten met een groter assortiment, een sfeervoller aan kleding en wat hogere prijzen anderzijds worden inderdaad steeds kleiner. Dat bleek al, toen Albert Heijn vorig jaar op de lage-prijzen-toer ging om een noodza kelijke omzetvergroting te bereiken. Een succesvolle actie die tot de verwachte re sultaten leidde. Ook AH rekent zich thans heel duidelijk tot het "lage- prijzen-segment" (zonder zich overigens een discounter te willen noemen). Met die filosofie zijn we de jaren '80 ingegaan en daarvan waren niet alleen de prijsope- raties van Albert Heijn een logisch ge volg, maar ook de integratie van de Simon-filialen in de AH-organisatie. We zien dus in plaats van de twee blokken "Assortiments-segment" en "Lage- prijzen-segment" uit de jaren '70 één blok "Supermarkten met hoog of laag prijsprofiel" in de jaren '80." (Want niet alle supermarkten buiten AH zullen tot het "lage-prijzen-segment" behoren). Op dit moment worden er geen ingrij pende veranderingen verwacht in de gespecialiseerde detailhandel (drogiste rijen, slijterijen e.d.). Ook de hyper- markten zullen "gewoon" doorgaan; over de toekomst van het vrijwillig filiaalbedrijf (VFB) bestaat, gezien het vraagteken onder de jaren '80, nog onze kerheid. Strategie tot 1985 Ahold heeft in de jaren '80 te maken met een drietal belangrijke omgevingsfacto ren, zoals een stagnerende c.q. dalende markt, een toenemende (prijs)concur- rentie en kostenstijgingen, die de prijsstijgingen te boven gaan. Ahold wil deze tegenstromen het hoofd bieden door te streven naar aanwezig heid in die segmenten, waar Ahold ren dabele en sterke formules kan exploi teren. De heer Ahlqvist: "Een sterke 'formule wil niet zeggen dat we daarmee willen domineren door middel van bijvoorbeeld prijzenoorlogen e.d. De dominantie kan ook in heel veel andere factoren zitten, zoals assortiment, kwaliteit en vesti- gingspunt." Zoals uit de "omgevingsfactoren" blijkt, houdt de Raad van Bestuur van Ahold er rekening mee dat de kostenstijgingen tot 1985 groter zullen zijn dan de prijsstij gingen en daarom blijft het streven naar omzetgroei dringend geboden, om voor die kosten een groter en veiliger draag vlak te creëren. In het vorige nummer van Flitsen zei de heer Ahlqvist al, dat vooral hierin het grote belang voor Albert Heijn ligt van de integratie van Simon. Nieuwe groei Verdere omzetstijging blijft dus - in alle segmenten - een hoge prioriteit hebben. In alle gevallen behoort er sprake te zijn van autonome (d.i. zelfstandige) groei. De mogelijkheden daartoe zijn uiteraard beperkt en daarom blijft het streven in de jaren '80 gericht op nieuwe (extra) groei. De heer Ahlqvist: "Dat kan natuurlijk door nieuwe vestigingen, maar de moge lijkheden daartoe zijn beperkt. Op het gebied van supermarkten is Nederland al bijna volgebouwd, Albert Heijn komt niet verder dan drie tot vijf nieuwe vesti gingen per jaar. Nou, als je er dan in één klap 71 nieuwe filialen bij krijgt, is dat natuurlijk van enorme betekenis voor de versterking van het kostendraagvlak van Albert Heijn." Andere mogelijkheid is de franchise- formule (waarbij de naam Albert Heijn beschikbaar wordt gesteld aan een zelfstandig ondernemer, met wie dan een contract van samenwerking wordt Deze vorm bevindt zich momenteel met een tiental franchise-filialen in een fase van verdere ontwikkeling, maar de eerste resultaten geven goede hoop dat t.z.t. op deze toer kan worden doorge gaan. Ook is begonnen met het creëren van nieuwe winkeltypen, zoals AH-Extra, de ABC's (een samenwerking tussen Albert Heijn, Blokker en C&A), kleine waren huizen, waarin elk van de deelnemers z'n eigen specialiteiten brengt. De eerste ABC gaat in oktober van start in Lelystad. Visie en durf De heer Ahlqvist ontkent suggesties die hier en daar zijn gewekt als zou Albert Heijn de Simon-keten "dood-geconcur- reerd" hebben. "Dat is niet juist. Simon had een heel eigen formule en elke for mule moet de kans krijgen om zich zelfstandig te ontplooien, ook de Albert Heijn-formule. Simon heeft met het "buurtwinkelconcept" echter niet die omzetstijging behaald die noodzakelijk was." Wanneer bleek dat voor het eerst? "Dat bleek voor het eerst begin vorig jaar. Toen ook is voor het eerst in de Raad van Bestuur gedacht over de inte gratie in Albert Heijn. Er kwamen nog alternatieven op tafel, maar integratie is tenslotte gekozen als de beste oplossing." Daarmee ontkent u tevens, dat AH de prijzenslag van begin vorig jaar begon nen is met het vooropgezette doel om het klimaat voor de integratie rijp te maken? De heer Ahlqvist: "O ja, daar is geen sprake van. Die grootscheepse prijsverla ging bij Albert Heijn was geheel en al - zoals ik u al eerder gezegd heb - een uit vloeisel van onze nieuwe filosofie over de detailhandelsstructuur in de jaren '80. Ik wil daar nog iets anders aan toevoe gen: elke eenmaal gekozen formule moet z'n kansen hebben, maar als het om de een of andere reden niet lukt, dan moet je als leiding van het bedrijf de visie en de moed hebben om een andere weg in te slaan. Je moet als Raad van Bestuur ge woon de consequenties aanvaarden van veranderingen in de marktsituatie. Weloverwogen Als je dat niet doet, is dat funest, zo niet op korte termijn, dan toch wel op lange re termijn. Wel, die nieuwe weg zijn we heel weloverwogen en heel bewust in geslagen en de Raad van Bestuur heeft daarbij niet alleen maar naar Simon ge keken of alleen maar naar Albert Heijn. Nee-nee, wij hebben naar heel Ahold ge keken. Waarbij de belangen van het per soneel een heel, heel hoge prioriteit had den. Daarom ben ik blij, dat we de nieu we koers kunnen varen zonder dat er ook maar één man gedwongen behoeft te worden uit de Ahold-boot te stappen. Er kunnen zelfs nog méér mensen bij. En heel belangrijk vind ik ook, dat het alle maal op zo'n plezierige manier gegaan is, in goede samenwerking met de onder nemingsraden en de vakbonden. Hier zijn ondernemerschap en personeelsin- breng op een goede en fijne manier samengegaan."

Personeelsbladen | 1982 | | pagina 7