Onderhandelingen Albro heeft Europese primeur
Afsluiting Ankersmidplein
'Ik heb na mijn pensionering een harde tijd gehad9
Dienstenbonden
-DE HEER TH. DAALHUYSEN (81):-
pagina 10
FLITSEN
(Vervolg van pag. 1)
ren niet meer zouden kunnen betalen en
die dan als gevolg hebben dat bestaande
werkgelegenheid in gevaar wordt ge
bracht.
Ook voor een bedrijf als Ahold, waar het
gelukkig, vergeleken met vele andere be
drijven in het land, niet slecht gaat,
geldt dat het uiterst waakzaam moet blij
ven en dat alle besparingen die mogelijk
zijn moeten worden benut.
Desondanks hebben wij aan de
Dienstenbonden aangeboden dat in
ieder geval ook in 1982 wij ons uiterste
best zullen doen om alle mensen die nu
bij ons in dienst zijn, aan het werk te
kunnen houden. Daarnaast blijkt dat als
wij lopende afspraken als de doorwer
king van de verbetering van 1981de stij
ging van de sociale lasten, verhoging
i.v.m. leeftijd e.d., extra vakantiedag en
de prijscompensaties per 1-1 en 1-7 (c.q.
1-4 en 1-10) zouden honoreren, de loon
kosten in 1982 ten opzichte van 1981 al
met ruim 9% zouden stijgen. Het is naar
onze mening erg duidelijk dat de huidige
concurrentie verhouding in de detail
handel en in Nederland ons zeker niet
toelaat deze kosten nog meer te laten
stijgen. Dit te meer omdat Ahold zich be
reid verklaard heeft iets te willen doen
aan de koopkracht van de minima door
het optrekken van de vloeren in de
prijscompensatie en het vakantiegeld.
Van de zo belangrijke kwestie van het
ziektegeld, menen wij, zoals ook enkele
bonden hebben uitgesproken, dat het
van wezenlijk belang is te wachten hoe
de plannen van de regering eruit komen
te zien. Natuurlijk zijn wij bereid om
met de bonden te praten over maatrege
len in de richting van het toch blijven
doorbetalen van 100% van het netto
loon, mits dit niet leidt tot een verdere
kostenstijging. Het is dus eigenlijk of het
één of het ander. Wij zijn in Nederland
in een situatie gekomen dat wij keuzes
moeten makenDitzelfde geldt ook voor
arbeidstijdverkorting. Regelmatig heb
ben wij de laatste jaren pogingen gedaan
om aanzetten te maken die tot bepaalde
vormen van arbeidstijdverkorting kun
nen leiden. Van belang vinden wij daar
bij te stellen, dat in principe dit op vrij
willige basis moet gebeuren en dat ieder
die korter wil gaan werken een evenredig
deel van het bruto salaris inlevert.
In feite zoals ook part-timers per ge
werkt uur betaald krijgen. Zouden wij
dat niet doen en iedere full-timer gewoon
op basis van 40 uur blijven betalen, ter
wijl hij minder werkt, dan betekent dit
een extra verhoging van de loonkosten,
hetgeen zoals wij boven hebben aangege
ven niet mogelijk is. Daarbij komt nog
dat vele studies van economen van diver
se politieke richtingen, duidelijk hebben
aangegeven dat dit op de langere duur
zelfs betekent dat het tot vergroting van
het aantal werklozen zal leiden. Omdat
wij ons echter wel degelijk laten aanspre
ken op het leveren van een bijdrage en
het doen van een inspanning daarvoor,
hebben wij aangeboden na te gaan of het
voor ouderen, b.v. vanaf 50 jaar, moge
lijk is tot korter werken over te gaan met
enige subsidie van het bedrijf. Het
spreekt vanzelf dat dan de huidige rege
ling arbeidstijdverkorting vanaf 60 jaar,
de VUT-regeling en de senioren
vakantie daarbij betrokken moeten wor
den.
Het is onze bedoeling om over met name
dit onderwerp op 23 maart a.s. verder
met de Dienstenbonden van gedachten
te wisselen.
Wij willen met nadruk stellen dat wij het
onbegrijpelijk zouden vinden als de
Dienstenbonden FNV/CNV van mening
blijven dat een verder gesprek geen zin
zou hebben.
Er is ons veel aan gelegen om op een goe
de, zakelijke wijze de vinger aan de pols
te houden en tot afspraken te komen die
voor nu en de komende jaren in de pas
lopen met de mogelijkheden van het be
drijf.
Hierbij hebben wij de stand van zaken
geschilderd per 4 maart 1982. Op het
moment dat u dit leest (17 maart 1982)
kunnen er al weer bepaalde ontwikkelin
gen zijn geweest. Wij zullen u hierover
via tussentijdse mededelingen, zo goed
mogelijk op de hoogte blijven houden.
Raad van Bestuur.
(Vervolg van pag. 1)
"Na een periode van vier maanden gaan
we de zaken op een rij zetten en onze
strategie definitief bepalen. een
strategie die er op gericht zal zijn dit
zacht diepvriesgebak als merkartikel op
de markt te brengen", aldus Albro-
directeur J. van Rooten.
Albro Tilburg, die een tweede plaats in
neemt in ons land voor wat betreft de
verkoop van diepvriesgebak, verwacht
van het nieuwe produkt een forse on
dersteuning van de bestaande plannen
om de gebakafdeling verder uit te bou
wen.
De heer Van Rooten: "Dit nieuwe pro
dukt zal Albro een geweldige impuls ge
ven. Daarom zullen in de komende
maanden de al bestaande uitbrei
dingsplannen voor de gebakafdeling
worden aangepast aan deze nieuwe ont
wikkeling. Het freeze flo-gebak biedt
goede mogelijkheden om als merkartikel
te worden verkocht.
In het najaar van 1981 zijn we met de
nieuwe methode begonnen. Het grootste
probleem voor ons vormde de toepassing
van de freeze flo-methode op Nederlands
gebak. Albro is daar in samenwerking
met een extern technologisch adviesbu
reau ruim een jaar mee bezig geweest en
is nu zo ver dat er een beperkt assorti
ment wordt geproduceerd. We zijn nu
bezig met de verdere verfijning van de
produktie- en verpakkingstechniek en
ook de marketingstrategie moet nog ver
der worden afgestemd", aldus de heer
Van Rooten.
Over deze voor Europa geheel nieuwe
diepvriesmethode doet de heer Van
De ontwikkeling >ao freeze flo loop?
baast parallel met de snelle carrière
van de Amerikaanse ex-bakker
Marvin Kahn. Nadat h\j >an de
universiteit kwam als chemicus,
volgde Kahn zijn vader op in de bak
kerij. Naast zijn werk vond hij aflei
ding in het zoeken naar een methode
om het probleem van lang ontdooien
van diepvriesprodukten op te lossen.
Toen de Amerikaanse Rieh-
corporatlen in 1975 de bakkerij over
nam. kreeg Marvin Kahn de moge-
lijk beid om zich u»i ledig toe te leggen
op zjjo wetenschappelijke werk/aam-
heden. Dit leidde uiteindelijk tot de
oitvinding van het freeze flu procédé.
Hiervoor ontving de heer Kahn in
198! een eredoctoraat aan de univer
siteit van Buffalo. Inmiddels is de ex-
bakker vice-president van bet Rteh-
eoncern.
Rooten niet geheimzinnig. Hij is best be
reid een tipje van de sluier op te lichten.
"Het is langs scheikundige weg erg moei
lijk om dit nieuwe produkt na te
maken", stelt de heer Van Rooten.
"Dus ik hoef echt niet bang te zijn dat
onze concurrenten volgende week ook
met freeze flo op de markt komen. De
hardheid en koude in traditioneel diep
vriesgebak worden voornamelijk veroor
zaakt door bevroren watermoleculen. Bij
de freeze flo-methode worden deze wa
termoleculen, zonder toevoeging van
chemische stoffen, gebonden aan andere
gebaksingrediënten
Voordelen van de freeze flo-methode
zijn:
Het gebak wordt niet hard bij het invrie
zen en is daardoor bij een normale diep-
vriestemperatuur van —18 graden
direct snijdbaar. Verder is de smaak en
kwaliteit gelijk aan het bestaande diep
vriesgebak en met behulp van de freeze
flo-methode wordt de tijd die nodig is
om het gebak eetbaar te krijgen van 2
tot 3 uur naar maximaal een half uur
verkort.
Tot slot is het nieuwe produkt beter te
bewaren omdat het in bevroren toestand
is te verdelen. Men kan dus enkele por
ties afsnijden en het restant terugzetten
in de diepvries zonder verlies van kwali
teit.
Dit is niet alleen van belang voor de
huisvrouw, maar zeker ook voor de
horeca, die nu zonder risico's kan
inspelen op de vraag naar gebak.
Freeze flo is in de toekomst zeker ook
toepasbaar op andere levensmiddelen.
De heer Van Rooten verwacht dan ook
dat deze technologie op nog meer pro-
duktgroepen zal worden toegepast.
Tot nog toe betreft het naast gebak al
leen de produktgroepen vruchten,
vruchtesappen en consumptie-ijs.
Het is de bedoeling dat in 1983 de Hemspoortunnel in gebruik wordt genomen. In
verband daarmee wordt in Zaandam een nieuw station gebouwd. Voor de voorzienin
gen die onder meer daarvoor getroffen moeten worden is het noodzakelijk het An
kersmidplein af te sluiten. Dit is eind februari gebeurd en de afsluiting zal tot be
gin 1983 duren. Het verkeer wordt omgeleid via het Rustenburg en de Stationsstraat.
Voor diegenen die het kantoor bezoeken is het zeker nuttig hier rekening mee te hou
den.
"Albert Heijn is een van de
weinige zaken waar je met
je ogen dicht kunt kopen.
Je weet dat je er nooit te
duur uit bent en dat je goe
de kwaliteit koopt.
Na een werkzaam leven bij Albert
Heijn en nu alweer geruime tijd ge
pensioneerd denkt de heer Th(eo).
Daalhuysen er nog steeds zo over. Hij
is nu 81 jaar en woont met zijn 72-
jarige echtgenote, Mevrouw B. J.
Daalhuysen-Heespelink in 'het tegen
't Gooi aanleunende' Huizen. Het
echtpaar woont daar sinds april 1981
in Rustmaat, een soort serviceflat
aan de Monnikskamp 202. "Het is
een beetje een apart gebouw, geen
gewone flat, geen bejaardencentrum.
Serviceflat is de benaming die er het
dichtste bij komt. Wij hebben een
eigen huisnummer, zijn eigen baas,
niemand let op je. Voor eten wordt er
in dit gebouw niet gezorgd, maar er
zijn wel enkele voorzieningen die we
met elkaar betalen, zoals biljarten."
Controleur
Praten met de heer Daalhuysen over
zijn werk bij Albert Heijn. Op een
vriendelijke manier omschrijft hij
zijn vroegere werk een beetje:
"Ach, ik heb m'n werk gedaan en
met plezier. Wie is er nog bijzonder
in deze tijd. Verantwoordelijke taken
van vroeger zijn er haast niet meer. Jc
had de piramidebouw. Eén man
moest zorgen dat de afdeling draai
de. Daar was-ie totaal verantwoorde
lijk voor."
En verder: "Op 1 maart 1932 ben ik
in dienst gekomen bij Albert Heijn;
ik was 31 jaar toen. Ik kwam over van
de - inmiddels niet meer bestaande -
firma De Gruyter, voor welke onder
neming ik in Tilburg filialen-
controleur was. Voor Albert Heijn
werd ik filialencontroleur voor de
Zuidhollandse Eilanden, West-
Brabant en Zeeland (inclusief
Zeeuws-Vlaanderen). Vanuit Bergen
op Zoom ging ik dat werk doen."
De heer Daalhuysen werkte plus
minus vier jaar bij De Gruyter.
"Voor die tijd had ik in een particu
liere kruidenierswinkel gewerkt, na
melijk De Turkse Boer. Dat was een
zaak van m'n oom in de Anje
lierstraat in Amsterdam. Uit die stad
zijn mijn vrouw en ik afkomstig",
vertelt hij.
Totale functie
Controleur was hij dus een tijd. Daar
wil hij best nog wat over kwijt: "Het
was een totale functie. Je had niet al
leen de verantwoording voor de ver
koop en het rendement, maar je
moest ook eventuele balanstekorten
en de gevolgen daarvan behandelen.
Daarnaast was je belast met het per-
soneelbeleid van de filialen: aanstel
len van mensen, ontslag, salarisver
hogingen. Nu is dat allemaal centraal
geregeld, maar in die tijd had je een
zeer minimaal kantoor, want de oude
kooplieden hadden een hekel aan
kantoren. Kantoormensen waren al
tijd te duur, vonden ze."
Supermart
Naderhand kreeg de heer Daal
huysen heel Brabant bij Albert Heijn
als werkterrein en na de oorlog werd
zijn werkterrein weer groter. Hij ver
telt er over: "Ik kreeg toen heel Ne
derland. Controleur heette dat werk
toen niet meer, maar rayonleider. Ik
werd chef-rayonleider."
Langzamerhand deed de zelfbedie
ning haar intrede. "Ze ging een
aparte keten vormen en ik kreeg er in
1958 de leiding over. Weer later
kreeg ik de opening van de nieuwe
supermarts als taak", aldus de heer
Daalhuysen.
Naar Amerika
Voor de heer Daalhuysen was 1958
een jaar waarin hij veel meemaakte.
Zoals al gezegd werd hij belast met de
leiding over de zelfbedieningszaken
en de supermarts. Wat hij nog meer
ervoer, vertelt hij hier: "Drie mensen
werden in dat jaar door de jonge
meneer Albert Heijn naar Amerika
gestuurd. Het waren de heren
Legerstee, Govers en ik. We werden
naar de NCR in Dayton gestuurd om
een cursus te volgen voor het runnen
van supermarts. Zes weken zijn wij
daar geweest."
De heer Daalhuysen draagt het be
heer van weer een nieuwe supermart
van Albert Heijn over. Zijn werk
bestond uit het onderhouden van veel
contacten.
"Toen kwamen we terug en moesten
we trachten de bedrijfsleiders van de,
meestal kleine, zelfbedieningszaken
te leren hun filiaal zo rendabel moge
lijk te maken. De meeste filialen van
Albert Heijn waren in die tijd klein
en dus niet om te bouwen tot super
mart. Tóch moesten ze rendabeler
worden", herinnert de heer Daal
huysen zich.
Cursussen
Vooral de introductie van de super
mart betekende cursussen geven. De
heer Daalhuysen daarover: "De heer
Govers en ik hebben alle bedrijfslei
ders van Albert Heijn-zelfbedie-
ningszaken in ons land, in een paar
winterseizoenen, een cursus van vier
dagen in Zandvoort gegeven. De cur
sisten werden daar geleerd hoe zij zo
doelmatig mogelijk hun zelfbedie
ningswinkel konden gaan exploite
ren. Dat was een uitsluitend op de
praktijk gerichte cursus waar ze dis
play's bouwden enzovoorts, Die cur
sus had tot gevolg dat de meeste be
drijfsleiders hun winkels grondig ver
anderden", verhaalt de heer Daal
huysen.
Die veranderingen waren gebaseerd
op twee grondregels. Hij brengt ze in
dit verband graag nog eens naar vo
ren:
a. geen vierkante decimeter onge
bruikt laten;
b. een eiland van verlies in een zee
van winst.
Naast de praktische cursus was er
ook een theoriecursus. "Die hebben
we in het Henri Dunanthuis in Zeist
gegeven, met een rollenspel en zo.
Daar was het thema niet van com
merciële aard, maar hielden wij de
cursisten bezig met vragen als: hoe
onderhouden we de band met de
klanten. Vergeet niet dat de super
mart destijds een heel nieuwe winkel-
vorm was. De mensen werden per
soonlijk door de kruidenier bediend
en moesten nu zelf de spullen gaan
pakken. De eerste klanten wilden
niet met een karretje in de supermart
rijden. Ze betoogden: we rijden niet
met een kinderwagen."
De heer Daalhuysen heeft 33 jaar bij
Albert Heijn gewerkt. Zijn officiële
pensioneringsdatum was 27 juli 1965.
"Maar ik ben pas tweeënhalf jaar la
ter, op 1 januari 1968, met pensioen
gegaan. Waarom? Omdat ik als de
dood voor mijn pensionering was. Ik
heb na m'n pensionering dan ook een
heel harde tijd gehad. Mijn werk
bestond uit het onderhouden van veel
contacten. Het verlies van die contac
ten benauwde mij. Het ene moment
sta je midden tussen de mensen en
het andere moment praat je met nie
mand meer. Nou ja, alleen met m'n
vrouw en onze twee dochters dan
(plus de twee kleinkinderen)."
De heer Daalhuysen heeft de pen-
sioenklap niettemin opgevangen. In
de flat in Huizen mijmert hij: "Het
grote verschil tussen vroeger en nu is,
dat vroeger de functie er was en dat
de man er voor werd aangetrokken
die de capaciteiten moest hebben om
die functie te vervullen. Nu is de
functie er ook wel, maar die wordt
thans aangepast aan de capaciteiten
van de man."
Een ontboezeming van de heer Daal
huysen: "Eén ding spijt me en dat is
dat ik mijn agressiviteit nog niet
kwijt ben. Je moet je leren schikken
maar ik heb nóg haast. Daar zou ik
wel van afwillen, maar ik neem er
geen tabletje voor in."
Hij vult zijn tijd o.m. met biljarten,
bridge en het redigeren van Infor-
maat, het contact- en mededelingen
blad van Rustmaat, dat in een oplage
van 250 stuks verschijnt.
Bevalt de Huizense nieuwbouwwijk
hem? De heer Daalhuysen: "Mijn
vrouw bevalt het hier uitstekend,
maar ik moet nog steeds wennen. Er
wonen hier veel vrouwen alleen. M'n
vrouw gaat met een heleboel van hen
om. Vrienden maak je op onze leef
tijd niet meer, kennissen wel. Wat is
een vriend? Dat is een man tegen wie
je zegt: ik heb vanochtend weer ruzie
met m'n vrouw gehad, wat zou jij
doen? Jammer, maar het is nu een
maal zo; hoofdzaak is dat je er nog
bént!"