COgjjJejatje COgjjJejatje COF^Relatie Elke OR had het recht van veto Contact met Diensten bonden Frans Wester directeur Etos FLITSEN pagina 5 (Vervolg van pag. 4) dijk geeft gure koude aan. Net voor Sneek kan de gastank weer worden ge vuld. Opgelucht ademhalend: "Net op tijd. Het is natuurlijk te gek datje als je sen benzinetank èn een gastank in je auto hebt, zonder brandstof komt te staan." JL Bijvullen In Sneek is de filiaalchef vrij. Het is rustig in de winkel omdat de meeste win kels tussen de middag dicht zijn in het centrum. De dames hebben alle tijd om de artikelvoorraad in de winkel op peil te brengen. Het is te zien dat de feestdagen sen behoorlijke aanslag hebben gepleegd op de voorraden. Als we teruglopen naar de auto merkt hij op: "Het gaat goed met Etos. We draaien steeds lekkerder. De formule 'goed en goedkoop' slaat duidelijk aan bij de consument." J0L Communiceren llWil'tai] Na het bliksembezoek in Sneek door naar Heerenveen. Onderweg wordt een restaurant aangedaan waar we de lunch gebruiken Weer in de auto merkt de manager van Etos op "dat, als het zo door gaat, we lekker voor komen op het schema." In Heerenveen is het heel wat drukker in de winkel. Met de eerste verkoopster wordt even gepraat. Als we na enige tijd weer buiten staan, zegt de heer Wester: "Nou kom je zo vaak in de filialen en helaas zien sommige medewerkers je af en toe als boeman die ze komt bespioneren. Dat is helemaal niet de bedoeling van m'n bezoeken. Het gaat er juist om zo goed mogelijk met ze te communi ceren." Dubliners niüi'ui Binnen een half uurtje zijn we in Gronin gen in het filiaal in de Herestraat. Trots merkt Frans Wester op: "Dit is een pri ma filiaal. Naast een mooie drogisterij, een goede omzet en dat laatste is niet zo'n wonder want we zitten hier in hartje Groningen." Na Etos Herestraat wordt even een bezoek gebracht aan de London Pub. Op de achtergrond The Dubliners en op de voorgrond twee "Double Dia monds". Even uitblazen voor de terug reis begint. Rond een uur of zes 's avonds rijden we Soestdijk binnen. "Prinses Juliana is mijn buurvrouw", grapt hij als hij het paadje naar de gara ge oprijdt. Als we na dik vierhonderd kilometer en zes bezoeken aan Etos-filialen vragen wat Frans Wester als directeur Etos heel kort samengevat nu eigenlijk doet, zegt hij: "Informatie verzamelen, coördine ren en doorgeven, leiding-geven, delege ren en communiceren. Dat is het werk van een manager en ik hoop dat we daar van vandaag een klein stukje hebben ge zien." Belangrijke taak COR bij integratie Simon Toen begin november de plan nen van de Raad van Bestuur om Simon in Albert Heijn te integreren bekend werden was eigenlijk de eerste vraag: ligt hier ook een taak voor de COR? Het antwoord werd "ja", want in elk ge val vier concernonderdelen waren nauw bij de plannen betrokken (Simon, Albert Heijn en Concern Diensten, elk met een OR, en Ambachtsslagers, die een con tactgroep heeft), terwijl verscheidene an dere werkmaatschappijen er ook wel eni ge invloed van zouden ondervinden. Een zeer groot aantal werknemers binnen Ahold zouden in meerdere of mindere mate iets van de integratie merken en dat was voor de COR voldoende aanlei ding om te stellen, dat het hier een COR- zaak betrof. De RvB ging hiermee ak koord. Daarbij werd vanaf het begin uit gegaan van het standpunt, dat de perso neelsvertegenwoordigingen van met name de vier genoemde werkmaatschap pijen een centrale rol in de meningsvor ming zouden moeten spelen. Overlegvergadering Op 18 november werd een bijzondere Ahold Overlegvergadering uitgeschreven voor een eerste gedachtenwisseling over de integratieplannen. Hierbij waren ook de leden van de Ondernemingsraden van Simon, AH, CD en van de contactgroep van Ambachtsslagers aanwezig. De OR'en van DC, Verbrumar en Vers Vlees waren door hun voorzitters en se cretarissen vertegenwoordigd. In totaal vergaderden bijna 100 mensen in het Personeelsrestaurant toen de Raad van Bestuur daar een toelichting gaf op de voornemens. Nog geen week later, op 24 november, waren de vertegenwoordigingen van de vier nauwst betrokken werkmaatschap pijen en de COR opnieuw in vergadering bijeen, nu in het Holiday Inn te Utrecht. Daar werd besloten een voorbereidings commissie in te stellen. Deze ging 16 le den tellen: de ondernemingsraden van Simon, AH en CD leverden elk vier man, Ambachtsslagers twee man en de COR eveneens twee man. COR-voorzitter Jos Nijssen ging deze commissie leiden. Taak van de voorbereidingscommissie: een pré-advies opstellen voor de COR over de adviesaanvrage van de Raad van Bestuur inzake de integratieplannen. Een van de eerste besluiten van de com missie was: "Elke ondernemingsraad zal het advies van de commissie zelfstandig behandelen en wanneer één van de vier bezwaren heeft dan is er geen COR- advies tot stand gekomen." Met andere woorden: elk van de vier ondernemings raden (de contactgroep van Am bachtsslagers ook als zodanig be schouwd) had het recht van veto. De le den van de voorbereidingscommissie kregen ook mandaat van hun OR'en om beslissingen te nemen zonder vooraf gaand overleg met hun OR. Dit om snel ler te kunnen werken. Voor wat betreft de toepassingen van de wet Ondernemingsraden heeft de com missie gebruik gemaakt van externe des kundigen. Van alle kanten bekeken De voorbereidingscommissie kwam in enkele weken verscheidene keren bij el kaar om de plannen van de RvB te bestuderen. Daaronder bevinden zich een drietal alternatieven. Na de advies aanvrage aan alle kanten te hebben be- Bcgin november werd de Centrale Ondernemingsraad (COR! door de Raad van Bestuur op de hoogte gesteld van de plannen om werk maatschappij Simon te doen opgaan (integreren) in concern-onderdeel Albert Heyn. Aan de COR werd gevraagd daar advies over uit te brengen. Wanneer deze Flitsen verschijnt is dat inmid dels gebeurd. Op deze pagina geven de heren Jos Nessen en Mon Pieters, resp. voorzit ter en secretaris van de CGR, éen uit eenzetting van de activiteiten die de COR onderham om op de advies aanvrage een goed gefundeerde beslissing te nemen. Op de twee volgende pagina's wordt het "sociaal plan" weergegeven. keken was de conclusie, dat het vooral belangrijk zou zijn zich te richten op de sociale gevolgen van de voorgenomen in tegratie. De Raad van Bestuur had inmiddels in elke OR zijn plannen op tafel gelegd en toegelicht. Er lagen daarbij enkele mo gelijkheden ter tafel, maar eenstemmig was men in de ondernemingsraden, dat het z.g. plan-3 verre de voorkeur ver diende. Dat plan behelsde de opneming van Simon in Albert Heijn. Dat men dit alternatief koos werd vooral ingegeven door het feit, dat dan de werkgelegen heid het beste gewaarborgd zou zijn. De andere mogelijkheden zouden arbeids plaatsen kosten. De Raad van Bestuur had echter op dat moment al een "sociaal plan" op tafel liggen. Dat werd in de vier onderne mingsraden besproken. Uit die bespre kingen kwamen veel vragen over dat so ciaal plan naar voren. Hier mag ook wel even de aandacht worden gevestigd op de wijze waarop de OR Simon zijn "ach terban" bij een en ander wist te betrek ken. Dat gebeurde op zeer indringende wijze. De voorbereidingscommissie kwam ech ter niet tot een mening over het door de Raad van Bestuur opgestelde sociaal plan. Het aantal opgeworpen vragen (tussen de 150 en 200) was een te groot struikelblok. Conclusie: "Het is ook on werkbaar die vragen naar de Raad van Bestuur te sturen, want dan zijn we er toch nog niet uit. We gaan daarom zelf een plan voor de sociale gevolgen van de integratie maken." De 16-leden tellende voorbereidingscom m issie Al op 16 december kon zo'n plan aan de Ahold Overlegvergadering worden voor gelegd. Er waren uiteraard nog wel ver schillen. "De ondernemer" stelde voor een delegatie van de Raad van Bestuur en de voorbereidingscommissie geza menlijk te laten proberen hier oplossin gen voor te vinden. Dat werd op 17 december in de onderne mingsraden besproken en deze stemden hier mee in. Een voornaam punt was de wens van de COR en de OR'en om een behoorlijke controle uit te oefenen op de uitvoering van het sociaal plan, zulks om toepas- singsverschilllen te voorkomen. Optimale begeleiding Het ging er bij de COR vooral om te be reiken, dat er van een optimale begelei ding van de mensen bij de integratie sprake zou zijn. Een commissie van vier man uit de be trokken ondernemingsraden, plus de voorzitter en de secretaris van de COR, ging praten met een delegatie namens de Raad van Bestuur over deze problema tiek. Er werden eind december/begin ja nuari diverse gesprekken gevoerd. Daar bij werden de voorstellen van de COR in zake optimale begeleiding en controle besproken. Genoemde commissie bracht ook een aantal andere regelingen (verhuiskosten regeling, reisgeldvergoeding, reistijdver goeding, spijtoptanten) ter sprake. Om dat het onmogelijk bleek alle regelingen op individueel niveau uit te werken, werd besloten een zgn. hardheidsclausu le in het COR-plan op te nemen. Uiteindelijk was men dan zo ver, dat er een definitief sociaal plan was opgesteld. Eigenlijk was het vanzelfsprekend, dat de "kleine commissie" van vier regelma tig contact had met de grotere voorberei dingscommissie. Grote klus Het was wel een "grote klus", zo ver zuchten de direct betrokkenen, om steeds de ongeveer 90 mensen van de vier OR'en te informeren om op alle punten overeenstemming te bereiken, terwijl er voor de achterban ook regelmatig Info bulletins over de stand van zaken werden samengesteld. Op de hierboven geschetste wijze is uit eindelijk het COR-voorstel over de ad viesaanvrage "integratie Simon in Albert Heijn" tot stand gekomen. Een stand punt, dat kort samengevat als volgt luidt: akkoord met de integratie, wan neer de COR-voorstellen inzake het so ciaalplan en de arbitragecommissie door de Raad van Bestuur worden aanvaard. Over het verdere verloop wordt u in de volgende Flitsen op de hoogte gehouden. Voor het verslag van de Ahold Overlegvergadering zie pag. 3 Een apart hoofdstuk in de ondeme- mingsraadsactiviteiten rond de integra tie van Simon in AH vormt de verhou ding met de Dienstenbonden. De Raad van Bestuur vroeg ook de Dienstenbon den advies over de plannen. De voorbe reidingscommissie nam al in een vroeg tijdig stadium contact op met de Dienstenbonden om af te stemmen hoe en in welke mate samenwerking moge lijk was. De Dienstenbonden waren van mening dat uitsluitend zij, en niet de Centrale Ondernemingsraadonderhandelings partners waren met de Raad van Bestuur inzake het Sociaal Plan. De Centrale Ondernemingsraad stelde dat hij vanuit de wet ondernemingsraden de plicht had de gevolgen voor zijn ach terban, die de integratie met zich mee zoü brengen, te betrekken in zijn uit te brengen advies. Deze verantwoording wilde hij niet uit de weg gaan. Tevens merkte de Centrale Ondernemingsraad op dat in het Sociaal Plan een aantal re gelingen zitten die door de Raad van Bestuur met de Centrale Ondernemings raad zijn overeengekomen. Wijzigingen hierop zullen dan ook met de Centrale Ondernemingsraad tot stand moeten ko men. Voorstel Vanuit de Dienstenbonden kwam het voorstel dat de Centrale Ondernemings raad zijn Sociaal Plan aan de bonden zou geven en dat de Centrale Onderne mingsraad nog geen advies zou uitbren gen totdat de Dienstenbonden dit Soci aal Plan uitonderhandeld zouden heb ben met de Raad van Bestuur. Mocht het zo zijn dat de Dienstenbonden niet alle wensen van de Centrale Onderne mingsraad gerealiseerd zouden krijgen bij de Raad van Bestuur, dan kon de Centrale Ondernemingsraad dit als voor waarden alsnog stellen bij het uitbren gen van een advies. Dit voorstel werd door de Centrale Ondernemingsraad af gewezen. De Centrale Ondernemingsraad gaf aan dat het ook mogelijk kon zijn dat de Dienstenbonden een positief advies aan de Raad van Bestuur zouden geven en daar de voorwaarde aan verbinden dat de Raad van Bestuur het Sociaal Plan van De Centrale Ondernemingsraad moest aanvaarden. Deze mogelijkheid was voor de Dienstenbonden niet accep tabel. De Centrale Ondernemingsraad en de Dienstenbonden hadden er begrip voor dat beide, vanuit hun eigen ge zichtspunt, niet konden afwijken van het ingenomen standpunt, besloten werd dat ieder zijns weegs zou gaan. Op 22 januari heeft de Centrale Onder nemingsraad de Dienstenbonden op de hoogte gebracht van zijn besluit om po sitief te adviseren.

Personeelsbladen | 1982 | | pagina 5