De oude garde vertelt Een lied van mijn gaan Cas Jenster Personeelschef AC Restaurants schrijft gedichtenbundel pagina 10 FLITSEN Boodschappen wegbrengen met een sleetje, werken tot zater dagavond 10 uur, een bruine boon van de grond opzoeken en weer in de bak leggen, een winkelvoorraad - met inbegrip van wisselgeld en nog te incasseren posten - van nog geen f 1.500, - het is duidelijk, dat alleen de oude garde over dat soort ervarin gen kan vertellen. Aan het woord zijn de heren J. P. (Piet) Korzilius (70) en J. J. (Jan) Schwarz (65) uit Amsterdam, beiden al een aantal jaren gepensioneerd na een loopbaan van meer dan 40 jaar in de kruideniershranche. In hel oktobernummer van Flit sen vroeg de heer Th. Fransen eens een kaartje te sturen aan de heer v.d. Burg in Baarn. Blijkbaar hebben velen onder u gevolg gegeven aan dat verzoek; wij ontvingen namelijk de volgen de reactie: "Allen die mij een kaart of brief hebben gezonden wil ik daarvoor van harte bedanken. Met vriende lijke groeten, C. v.d. Burg. Kui perlaan 7, Baarn. Het werd een "tweegesprek", want deze twee gepensioneerden zijn na een vrijwel zelfde loopbaan - zij begonnen bij een fi liaal van Van Amerongen - bijna onaf scheidelijk. Elke dag komen zij wel even bij elkaar, soms gaan zij de stad in, soms maken zij een wandeling in Oost of Zuid. waar zij wonen, en in december staan zij naast elkaar in de vier filialen, waarin kerstpakketten aan de hoofdste delijke gepensioneerden worden uitge reikt. De heer Korzilius kwam op 15-jarige leeftijd in het winkeltje van Van Ame rongen in de Leidsekruisstraat. "De ou de Schreuder had daar de leiding. Als hij een bruine boon op de grond zag liggen wasje nog niet jarig. Je kon een uitbran der krijgen, want die boon had je weer in de bak moeten leggen. Zo ging dat toen." Aan beroepskeuze werd niet veel ge daan: "Je ging aan de slag waar ze je ge bruiken konden. Als je maar wat ver diende." Met de heer Schwarz ging het net zo: "Het was geen vraag wat je wilde wor den. maar watje op tafel kon leggen aan het eind van de week." De ambachts school leverde hem af als gediplomeerd metselaar, maar in een tijd waarin inge nieurs als trambestuurder aan de slag gingen had je niet veel aan dat getuig schrift. Het w aren crisisjaren en je was blij als je ergens een gaatje zag om te kunnen werken. Balansbriefjes De heer Korzilius kwam na zijn militaire dienst in het magazijn van Van Ameron gen aan de Haarlemmer Houttuinen. "Aan het eind van de week, op zaterdag, soms ook op vrijdag, ging je winkelen. In het magazijn was het dan niet zo druk en daarom moest je in een filiaal een zieke bediende vervangen. In het zomersei zoen ging ik veel helpen in de zaak in Zandvoort, want vooral de bediening van het tentenkamp vergde veel tijd." Het aantal filialen waarin Korzilius werkzaam was is haast niet meer te tel len. De tijd op "Bcukenplein" was ech ter wel gedenkw aardig, want daar kwam de latere mevrouw Korzilius als klant binnen. Erg gezellig was ook de periode in het filiaal Mariniersplein in de Kattenburg-buurt. Dal was de zaak waar de goederenvoorraad soms niet bo ven de 1.500 gulden uitkwam. De heer Korzilius kan nog de balansbriefjes - "Als de balans goedgekeurd was liep je toch wel tevreden rond" - uit die jaren tonen, sommige nog in de met 3 cent ge frankeerde enveloppe. De langste standplaats werd Ferdinand Bolstraat: 27 jaar, als filiaalchef. Van wege gezondheidsredenen kwam hij de laatste paar jaren van zijn actieve loop baan in de buitendienst. De heer Schwarz startte in de Maasstraat bij filiaalhouder Gijtenbeek. "Dat was voor die tijd een behoorlijke zaak met horen en met de bakfiets be zorgen." Korzilius: "Ik heb in de winter nog wel eens met een sleetje bezorgd." De winkels waren toen van 8 tot 8 open en zaterdags tot 11 uur, later werd dat 10 uur en in de oorlog werd het slui tingsuur steeds verder vervroegd. Overname In die oorlogsjaren was bij Van Ameron gen een beroemd man werkzaam: dr. Max Euwe. oud-wereldkampioen scha ken. Korzilius: "Ik heb zijn ouders nog wel als klant in de zaak gehad." De over name van Van Amerongen door Albert Heijn, in 1953, viel in het begin niet lek ker. Korzilius: "We zagen het echter al zo'n beetje aankomen, want allerlei arti kelen kwamen al bij AH vandaan." Schwarz: "Later waren we buitengewoon tevreden over die inlijving bij Albert Heijn. De omzetten gingen steeds om hoog. De organisatie zat in Zaandam ook veel beter in elkaar dan bij ons. Elke week kwam er een "blok" bij. je moest alles bijhouden op papier. Dat waren we niet gewend. Bij Van Amerongen ging alles in één boek." De echtgenotes van de beide gepensio neerde heren waren uiteraard wel ge wend hard mee te werken, want zowel bij Van Amerongen als bij AH voelde een fi liaalhouder zich een beetje "eigen baas". Mevrouw Korzilius herinnert zich vooral de moeilijke oorlogstijd, hoewel het ge zin zelf er goed doorheen is gekomen. "Toen in 1945 de noodpakketten moesten worden uitgedeeld hebben we nachten doorgewerkt. Met de politie er Links op de foto de heer J. J. Schwarz. bij. want men was bang dat er anders al heel wat vroegtijdig zou verdwijnen." Thee: 1 cent Uit een kast tovert de heer Korzilius nog een pakje thee uit de tijd van Van Ame rongen: "Kijk naar dit nummer. Het is ingepakt op de 4e dag van de 19e week in 1952." Schwarz: "Dat komt al bij Albert Heijn vandaan, want wij hadden toen van die puntzakjes." De prijs destijds: 72 cent. "Bij de overgang naar AH hebben we tij dens een actie thee voor 1 cent verkocht. Cadeaugeven mocht niet, geloof ik" voegt hij er aan toe. Ook de heer Schwarz, die in zijn laatste filiaal aan de Sumatrastraat net nog een vleugje van de komst van de zelfbediening mee maakte, verliet voortijdig het werk in de filialen: Sumatrastraat ging dicht en hij kwam in de buitendienst voor de voor- raadopname. "Een leuke ploeg, maar wel vaak vroeg weg en laat thuis." Uit die tijd dateren nog veel relaties. Vrij regelmatig gaan de heren Schwarz en Korzilius bij iemand in den lande op be zoek, terwijl zij ook via de uitreiking van kerstpakketten nog veel mensen zien. Korzilius: "Iedereen vindt het leuk om weer eens herinneringen op te halen: wanneer iemand in de lappenmand zit en wij komen een keertje langs, dan krij gen ze ais het ware een vitaminepil waar ze weer een tijdje op kunnen teren." De heer Korzilius in de Ferdinand Bolstraat, anno 1950. Staande v.l.n.r.: Ben ter Voorden, An de Bruijn, Piet Korzilius; geknield Grietje Snoek en Grietje (naam niet meer te achterhalen). De gedachte een uitgever te zoeken was gewoon nooit bij hem opgekomen. Hij vertrouwde zijn gevoelens aan het papier toe, dat was alles. Het was dat vrien den Cas Jenster een zetje in de rug gaven anders lagen die 'vodjes1 papier, w aarop hij in de loop der jaren zijn gedachten, stemmingen en herinneringen had geschreven nog mooi ergens onder in de een of andere bureaula. Zijn vrienden aan wie hij zijn krab beltjes liet lezen waren allemaal de zelfde mening toegedaan: dat werk moest uitgegeven worden. En zo kon het uiteindelijk gebeuren dat de per soneelschef van de AC Restaurants enkele maanden geleden, op zijn vijf tigste verjaardag nog wel, elke colle ga, vriend en familielid zijn bundeltje "Een lied van mijn gaan" kon over handigen. Een gebeurtenis waar Cas met zichtbaar genoegen aan terug denkt. "Ik heb die 250 exemplaren uitge deeld ja, omdat ik dat gewoon fijn vond. Ik had ook een groot feest kun nen geven, voor mij betekende vijftig jaar worden een mijlpaal. Wat is er dan mooier om vrienden te laten we ten hoe je denkt, hoe je je voelt. Zeker toen ik wist dat dat boekje kwam, voelde ik dat ik die bundeltjes moest uitdelen. Dat schrijven heb ik altijd een geweldige uitlaatklep ge vonden, al heel lang schrijf ik de ge voelens die ik over dingen heb op." Zakenman Flitsen spreekt Cas Jenster op 'door reis' in Zaandam. De 'dichter' uit Nijkerk moet die middag voor zijn werk naar Zurich in Friesland nadat hij de ochtend in het AC Meerkerk heeft doorgebracht. Op het oog een keurige zakenman, op geen enkele manier beantwoordend aan het beeld dat menige Nederlander van een dichter heeft: een ietwat slonzige man die moederziel alleen op een klein zolderkamertje de prachtigste gedichten uit z'n pen perst. Cas Jenster: "Ik zal je het anders ver tellen. ik had tot voor kort nog nooit een gedichtenbundel van wie dan ook gelezen. Ik moest gewoon schrijven, alles moest er uit en dan voelde ik me weer fris. Ik heb overigens versteld gestaan van de fijne reacties die ik heb ontvan gen. Dat deed me goed. Zeer goed zelfs." Titel Het boekje bevat 51 gedichten, som mige vol treffende vondsten. Onder aan elke pagina staat een 'voetnoot je': één of meer regeltjes ter overden king. De titel van het boekje is een verhaal apart, zo vertelt de debute rende dichter: "Op een avond moest die titel er komen, en vrienden had den tien regels voor zich van de ver schillende versjes, zoals ik de ge dichtjes noem. Nou, uiteindelijk kwam "een lied van mijn gaan", een verhaal van mijn leven zo ongeveer vrij vertaald, als beste uit de bus." Laat niemand denken dat Cas nu avond aan avond aan z'n tweede bun deltje werkt. "Er zijn er dus 250 weg gegaan. Het is voor mij te duur om nog eens 250 bundeltjes te financie ren. Maar een tweede boekje, ik heb geen idee. Vooralsnog ben ik vreselijk blij dat dit boekje het levenslicht zag." Degenen die de dichtbundel van Cas Jenster willen hebben kunnen het krijgen door 16,50 over te maken op girorekening 257628 t.n.v. C. Jenster. 'cxrBtjrt<CËK

Personeelsbladen | 1981 | | pagina 10