r EIGEN COMPUTERSYSTEEM VOOR DE VERS VLEESGROEP Michele Nicolini is dol op modelbouw Nooit te oud om te werken f Nüfii r ««iiiiimiiiii! pagina 10 FLITSEN V.l.n.r. de heer T. Droste en de dames H. Hogendoorn en S. Roos Een computer kopen alsof het een auto is? "Vergeet 't maar, zeggen de heren H. Hoogendijk en O.H. Nieuwenhuis, beiden nauw betrokken bij de automatisering van de Vers Vleesgroep. Maar, de HP 3000 staat inmiddels in het kantoor in de Zaan- damse Achtersluispolder en - wat belangrijker is - velen hebben zich op de nieuwe situatie kunnen voorbereiden en hebben mee gedaan in de besluitvorming. Dat de Vers Vleesgroep over een eigen computersysteem diende te beschikken komt voort uit de Lange Termijn Plan ning Automatisering, welke begin 1980 vorm heeft gekregen. De heer Hoogendijk (hoofd afd. Auto matisering en Informatie van de Groep): "Binnen die planning stellen wij ons veel flexibeler op en is veel aandacht gegeven aan decentralisatie. Als wij gebruik wa ren gaan maken van het op het HK ge bruikte systeem waren wij te beperkt in de mogelijkheden geweest. Bovendien was het nog maar de vraag of er in pie ken ruimte in dat systeem voor ons zou zijn geweest. Vandaar dat in de planning ook de aanbeveling werd gedaan om een eigen computersysteem aan te schaf fen." Overigens is het niet zo, dat de Vers Vleesgroep en HK niet via de computer met elkaar zullen communiceren. Het centrale order-entry-systeem is een voor beeld hiervan. Ander aspect is, dat in de toekomst (1982/'83) ook de andere vier centrale slagerijen over een eigen com puter zullen beschikken. Keuze Bij de keus van de computer voor "Vers Vlees" is men bepaald niet over één nacht ijs gegaan. De heer Nieuwenhuis (hoofd Systeemontwikkeling Creatieve Logica Ahold) vertelt, dat eerst een lijst van wensen is opgesteld, gebaseerd op het bij Ahold gevoerde systeem-beleid. Belangrijkste elementen daaruit: de aan pasbaarheid op het centraal opgestelde IBM-computersysteem en de mogelijk heid tot toekomstige uitbreidingen. Nauw betrokken bij deze afwegingen wa ren de heren G.J. Kaper (hoofd Develop ment Support) en Th. Bouwmeester (projectleider Software). Aanvankelijk bleven er vijf types van 4 leveranciers in de "race", waarvan een uitvoerige speci ficatie is gemaakt. Tenslotte resteerden er twee, waaraan ook de directie Vers Vleesgroep en het Directoraat Systemen hun fiat konden geven. Na nog eens alle punten (kosten/baten, betrouwbaarheid leverancier etc.) te hebben overwogen werd via een uniform voorstel besloten tot de aanschaf van de Hewlett Packard 3000. Begeleiding gebruikers De heren Hoogendijk en Nieuwenhuis zijn van mening dat de gevolgde proce dure goed is geweest. Maar belangrijker nog vinden zij de voorbereiding van de medewerkers op de toekomstige automa tisering. Nieuwenhuis: "Maar al te vaak is de ge bruiker van de computer de onderliggen de partij. Hij moet maar afwachten wel ke mogelijkheden de automatisering hem wel dan niet biedt. Wij hebben het nu anders gedaan: de toekomstige ge bruikers hebben hun wensen naar voren kunnen brengen én zij hebben zich met de veranderingen in hun werksituatie vertrouwd kunnen maken. Ze hebben zich de terminologie eigen gemaakt en een stuk basiskennis op automatiserings gebied opgedaan. Kortom: we wilden voorkomen dat de mensen vooraf kop schuw werden." In een vijfjarenplan zullen elf computer systemen voor de Vers Vleesgroep wor den ontwikkeld, waarvan de eerste de calculatie van grondstoffen betreft. La ter volgen handelingen als inkoop, ver koop en bestellingen. De computer staat er inmiddels. Nu zijn programmeurs en analisten bezig met het schrijven van de programma's (software). In oktober/ november zal het eerste systeem ter beschikking van de gebruikers staan. De heer Hoogendijk: "Vroeger gebeurde het schrijven van programma's op het HK. Analisten en programmeurs werken bij ons op de werkvloer. Dit blijkt een goede zaak, want ook hiervoor geldt dat het directe contact tussen de gebruiker en automatiseringsmensen het beste is." De heer H. Hoogendijk Michele, een naam die wordt uitgesproken als Miekéélee, woont aan de Oost- zydc in Zaandam. Recht tegenover het produktie bed rijf Marvelo. Dat is bijna symbolisch, want de 52-jarige Italiaan blijkt zich met hart en ziel met dc zaak verbonden te voelen. "De fabriek is goed voor me!" zegt hij vol overtuiging. Eerst werkte Michele Nicolini op de vermicelli-afdeling, maar tegenwoordig wijdt hij z'n beste krachten aan de huishoudelijke dienst. Dat wil zeggen: vooral schoonmaakwerkzaamheden. Voor iemand die van huis uit kok is - maagproblemen gooiden roet in het eten - misschien niet de baan die hem in zyn jongensdroom voor ogen stond, maar ach, een mens moet toch leven? En wie heeft het wél voor honderd procent naar z'n zin? Michele vindt het trouwens oergezel lig bij Marvelo, gaat met plezier naar zijn werk, en kan opperbest overweg met zijn collega's of het nou Span jaarden, Nederlanders of Marokka nen betreft. Alleen met Turken heeft hij wat minder goed contact - en dat verdriet hem zeer. Een van zijn eigen buren komt notabene uit Turkije, en met die man had hij graag wat inten siever contact dan het vluchtige praatje waar het tot dusver bij is ge bleven. Maar ja, wat niet is kan nog komen, al duurt het wel wat lang naar Michele's zin. Thuis Onze Italiaanse collega peinst er niet over terug te keren naar Cesena. het stadje in de buurt van de badplaats Rimini, waar hij het eerste deel van zijn leven doorbracht. Nee, dat zou weer armoe worden. Nooit zeker van werk, en dan altijd weer het risico van niet voldoende uitkering om een gezin van vijf mensen in leven te moe ten houden. Nicolini voelt daar niets voor. Is tevreden met de sociale ze kerheid die Marvelo en de staat der Nederlanden hem bieden. Vrouw en kinderen zoon Leonardo (23), dochter Daniela (18) en zoon Ales- sandro (12) voelen zich trouwens uitstekend thuis in Zaandam, waar Michele alweer veertien jaar woont. Te kort De vreemde situatie doet zich voor, dat de kinderen Nicolini Italiaans spreken met vader en moeder, maar Nederlands onder elkaar. Ze willen ook echt niet in het land van hun ou ders wonen; wel graag met vakantie naar Italië. Alleen vindt Michele het eigenlijk zonde van het geld om voor die paar dagen naar de Adriatische kust te rijden. "Veel te kort, drie we ken", zegt hij. "Eerst ben je een paar dagen kwijt aan de heenreis, dan weer een paar dagen aan de terugreis je bent eigenlijk veel te kort in Ita lië om iedereen weer eens op te zoe ken." Voor de Nicolini's mag het daarom een uitkomst heten dat er in ons land een Italiaanse club is. Nee, Italiaans eten doet hij alleen thuis, niet buiten de deur. Het welbekende gebaar van de schuivende wijsvinger en duim, vergezeld van een zuinig ge zicht, spreekt boekdelen. Hobby De zon van Italië breekt pas door op het gezicht van Michele wanneer de hobby aan bod komt. "Mijn hobby is modelbouw", klinkt het blij. Bouw dozen? "Nee, niks bouwdozen. Ik koop in de winkel een tekening en dan bouw ik alles drie keer zo groot. Alles op schaal. Ik koop hout, precies zoveel als ik nodig heb dat reken ik van tevoren uit— en dan maar za gen. Ja, figuurzaag ja, decoupeer - zaag ook Ik heb thuis een mooi vliegtuig staan. En boten. Auto's alles." Nicolini voelt er alleen niets voor met een van die produkten op de kiek te gaan. Dat zijn privézaken, en daar heeft Marvelo niets mee te maken. Het komt er ongewoon beslist uit bij deze man, die zoveel weg heeft van de eerste naoorlogse Tour-de France winnaar Jean Robic. Sport Van wielrennen heeft Michele welis waar verstand, maar op de vraag wie beter is, Moser of Saronni, komt het wijze antwoord dat zich vroeger óók al zo'n tweestrijd voordeed tussen Binda en Guerra. nadien tussen Cop- pi en Bartali, maar dat hij geen lief hebber is van sport waar het om de centen gaat. "Dat is geen sport meer", zegt hij. Desondanks wil Mi chele, die vroeger aan atletiek deed, nog wel eens recht voor het toestel gaan zitten wanneer sportwedstrijden in beeld worden gebracht. Maar ver der leest hij veel liever. De Typhoon natuurlijk, en z'n eigen Italiaanse kranten en tijdschriften. Of hij bouwt een garage naast het huis "Geen echte hoor", voegt Nicolini daar snel aan toe en geeft de auto een intensieve lakbeurt, want van half werk houdt hij niet. In het AH-filiaal aan de Eksterlaan 17 in Haarlem werkt een 88-jarige in de emballageafdeling. Natuurlijk vrijwillig. Hoe hij heet weet nagenoeg niemand in het filiaal, maar ieder een, inclusief de klantenkring, wéét dat hij er is: de 88-jarige Jan Mus, hulp en toeverlaat van iedereen die in het filiaal werkt of boodschappen komt doen. bakker, en help bij het lossen van de vrachtwagens. Als het werk me te zwaar wordt, dan houd ik er mee op. Verder zorg ik voor de kranten, sorteer ze en ruim de oude op. Ik heb mijn vaste klusjes en voor de rest zie ik altijd wel er gens werk liggen. Niets te doen te hebben is vreselijk. Daarom heb ik een hekel aan de week einden. Dan is hier 's zondags niemand en is het saai." Opa Mus heeft 13 bedrijfsleiders meege maakt. "Met allemaal kon ik best op schieten. Er was er één bij, die kon nooit vroeg opstaan. Die belde ik dan om zes uur uit bed om te helpen lossen. Moppe ren dat hij dan deed!" "Hier ben ik - ik ben opa!" - zo kon digde hij zich aan toen "Flitsen" hem te spreken vroeg. In de deur stond een ro buuste kerel, met een paar handen als kolenschoppen, zijn bezoeker met pret-oogjes aan te kijken. Een man, die geen mens 88 jaar zou gevenEerder een leeftijd van tussen de 50 en 60 jaar. "Vijftien jaar geleden hielp ik hier met de bouw van de zaak. En toen ben ik maar gebleven. Ik heb anders niets te doen. en zonder werk zou ik dood gaan. Het gaat mij er om bij de mensen te blij ven. Daarom pak ik alles aan.'s Morgens tussen zes uur en half zeven maak ik het hek open, zet de pallets neer voor de iillujiilttH'ilnn, mm imiiHiiililiiiiiii) Bedrijfsleider F. Stavenuiter beaamt dat Jan Mus elke dag voor dag en dauw aan wezig is. "Aan zomertijd of wintertijd doet hij niet. Ben je gek. Als hij zijn ogen open doet is hij wakker en staat hij op en dat is meestal tegen zes uur. Hij werkt zo lang hij wil. Als er in de emballage afdeling niets te doen is, staat hij vóór bij de ingang. Elke klant krijgt dan een kar retje in de handen geduwd. En waag het niet het niet aan te pakken. Niemand komt zonder karretje binnen. "Kun je niet lezen" - zegt hij dan, wijzend op het bekend bordje. Verder haalt hij de lege karretjes weg, die de klanten op het trot toir hebben laten staan. Het is daar vaak een chaos. Opa Mus ruimt alles op. Ja wij hebben echt een goede steun aan hem. Als hij ziek is. houden wij een oog je in het zeil. Hij woont vlakbij. En toen hij 88 jaar werd hadden wij een taart met 88 kaarsjes voor hem. Maar hij wilde er niet bij komen in de kantine. Dat vond- ie flauwekul.". "Opa Mus is voor het filiaal net zo'n be grip geworden als het AH-filiaal voor de trouwe klanten" - vertelt een klant aan "Flitsen".

Personeelsbladen | 1981 | | pagina 10