COR-Relatie COR-Relatie CO^-Relat Presentatie Sociaal Jaarverslag Mar\ niei "Met die OR van Simon m nu duidelijk rekening houa Het afsluiten van personeelshypotheken nu geregeld pagina 6 Onder verantwoording van de C.QR De Centrale Ondernemingsraad toonde zich dinsdag 31 maart bijzonder teleurgesteld over de afwezigheid van een lid van de Raad van Commissarissen bij de presentatie van het So ciaal Jaarverslag 1980. De heer F. J. Petra, die als voorzitter van de Overlegvergadering op trad, kon meedelen dat er een communica tiestoornis was geweest, waardoor er niet tij dig een commissaris voor de vergadering was uitgenodigd. Toen men dit ontdekte bleken de commissarissen zo'n drukke agenda te hebben, dat niemand zich meer op korte ter mijn - dit speelde zich af ruim een week voor de vergadering - kon vrijmaken. De heer C. Schoon sprak van een "bijzonder slechte zaak", omdat er niet alleen geen commissaris was maar ook geen "bestuurder". Hij wilde wel eens weten waar de fout in de communicatie lag. want hij had de indruk, dat men deze pre sentatie met een korreltje zout neemt. De heer Petra deelde die mening niet. De heer A. Heijn was in het buitenland en had dat bij het vaststellen van de datum gemeld. Ook plaatsvervanger de heer G.J. Heijn had afspra ken gemaakt voor deze vergaderdatum. Deze zou echter zo spoedig mogelijk komen (hetgeen ook inderdaad gebeurde). De heer C.R. Koorn herinnerde er aan, dat commissaris de heer J. van der Velden vorig jaar had gezegd, dat de wet niet voorschrijft, dat een commissaris aanwezig is bij de presenta tie van het sociaal verslag. De heer Petra zei, dat dit wel juist kon zijn, maar dat naar zijn mening het sociaal beleid on losmakelijk is verbonden aan het financieel beleid. Hoewel de situatie gevolg was van een samenloop van omstandigheden wilde hij de bezorgdheid over een en ander aan de Raad van Bestuur kenbaar maken. De heer Drs. P.J. van Dun, die opmerkte als lid van de Raad van Bestuur ook wel als "bestuurder" te kunnen worden be schouwd, vond het ook een onverkwikkelijke gang van za ken. waaruit men niet de conclusie zou mogen trekken, dat commissarissen geen belangstelling hebben voor het sociaal beleid. De heer G.J. Heijn stelde dit later in de vergadering eveneens en voegde er aan toe, dat men volgend jaar voor een betere regeling van deze kwestie zal zorgen. Presentatie De presentatie van het Sociaal Jaarverslag 1980 in de Ahold Overlegvergadering op dinsdag 31 maart jl. gaf de heer P.J. van Dun gelegenheid nog iets dieper op een aantal ontwikke lingen in te gaan dan in dat verslag mogelijk was geweest. Dit gebeurde mede aan de hand van een aantal vragen, opgesteld door de desbetreffende werkgroep van de COR, die zich daartoe uitvoerig in de materie had verdiept. De heer Van Dun stelde allereerst, dat het sociaal jaarverslag moet worden gezien als de verantwoording van de Raad van Bestuur voor het gevoerde beleid. Daar is de Raad ook ver antwoordelijk voor. Wanneer de COR zelf een mening zou willen uiten over bepaalde onderwerpen dan zijn daartoe de eigen pagina's in Flitsen het meest geschikt, zo merkte hij op. Loonkosten Uit zijn toelichting viel op te maken, dat de loonkostenstij- Op initiatief van de COR Op initiatief van de Centrale Ondernemingsraad is een regeling tot stand gekomen voor de afsluiting van personeelshypotheken. Een commissie onder voorzit terschap van de heer J. W. Brinkhuis kon in de verga dering van 7 april jl. het resultaat van haar werkzaam heden presenteren. De COR kon met een en ander volledig instemmen. De heer F.J. Petra deelde dit in de 's middags gehouden Ahold Overlegvergadering mee. De heer A. Heijn toonde zich ook verheugd over de totstandkoming van de regeling. In de z.g. toetsingscommissie, die ten behoeve van personeelshypotheken wordt geformeerd, zuilen twee leden van de COR worden benoemd. De heer Heijn deed de toezegging, dat zal worden getracht een des kundige op het onderhavige gebied vanuit Ahold in bedoelde commissie op te nemen. In een van de eerst volgende Flitsen zal over dit onderwerp meer en uit voeriger informatie worden opgenomen. De COR is in zijn vergadering van 7 april jl. akkoord gegaan met de onderhoudsprocedure functiewaardering hoger perso neel. Deze regeling heeft betrekking op het actueel houden van het bestand aan functiebeschrijvingen en evaluaties waarover momenteel kan worden beschikt. De heer A Heijn dankte de Centrale Ondernemings raad voor het uitgebrachte advies m.b.t. Maison Van den Boer en benadrukte nog eens de positieve rol die de COR in dit gebeuren heeft gespeeld. ging bij Ahold iets beneden het landelijk gemiddelde is geble ven. Dit vindt zijn oorzaak in een verhoudingsgewijs geringe stijging van het minimumloon,hetgeen bij Ahold een vrij ster ke invloed heeft gehad op de totale loonkosten. Deze stijging van de loonkosten werd door de in 1980 van kracht zijnde loonmaatregel verminderd met ongeveer 9 miljoen. De doelstelling van de regering van deze maatregel was bevorde ring van de werkgelegenheid. Deze is bij het concern iets toe genomen, maar het was volgens de heer Van Dun moeilijk te zeggen hoe de ontwikkeling van de werkgelegenheid was ge weest zonder de loonmaatregel. Achteraf is het namelijk moeilijk te bewijzen dat de werkgelegenheid terug zou zijn gelopen indien deze maatregel achterwege was gebleven. Of deze het beoogde effect heeft gehad is dan ook moeilijk vast te stellen. Met name de heer H.C. van Loenen kwam met een aantal vragen over dit onderwerp aanzetten. Het aantal vrou wen bij Ahold is nu 50,6% van het totale personeelsbestand. Voor het eerst hebben vrouwen de meerderheid en drs. Van Dun verwachtte, dat de tendens naar meer vrouwelijk perso neel zich verder zal voortzetten. Omdat het verloop - wellicht mede door de moeilijke econo mische situatie - is teruggelopen is het aantal jeugdigen in het totale personeelsbestand toegenomen. "Omdat er niet zo snel ontslag wordt genomen blijft men in dienst en wanneer men 23 jaar wordt, verschuift men statistisch van jeugdigen naar de ouderen," aldus de heer Van Dun, die dit een belangrijke oorzaak van een gemiddeld ouder personeelsbestand noem de. De heer J.A.J. Janssens had de inschakeling van uitzend krachten (o.m. bij Albro Tilburg) niet kunnen terugvinden. "Dat is een zaak van de werkmaatschappijen, daar hebben wij geen cijfers van," was het antwoord. Drs. Van Dun zag bij Ahold een duidelijk verband tussen omzet en werkgelegenheid. "Als het volume van de omzet stijgt neemt de werkgelegenheid toe. Maar als we trachten meer omzet te bereiken door een lagere marge tast dat wel de bedrijfsresultaten aan Tegen de vakbonden had men ge zegd: "De voordelen van de loonmaatregel hebben we door gegeven aan de klanten. Daardoor is de omzet in volume gestegen en dat is de werkgelegenheid ten goede gekomen." Het voorstel aan de dienstenbonden om in de CAO de mo gelijkheid van 50 uur per jaar korter te werken op te nemen, waarbij Ahold een kwart van de kosten op zich zou nemen en de betrokkenen driekwart, was - zoals de heer Van Dun het noemde - helaas door de bonden niet aanvaard. Tot een in vulling van de wijze waarop die 50 uren opgenomen hadden kunnen worden (voor bedrijfsleiders had dat zeker niet in de vorm van 1 uur per week gekund) was het daardoor niet ge komen. Volgens de heer Van Dun was er bij de vakbonden overigens wel een bereidheid te constateren geweest om te praten over een stukje inleveren in ruil voor korter werken. "De werkgelegenheid was er naar onze mening door toegeno men, want ook al is er nu een tekort aan bijv. bedrijfsleiders, wij hadden er dan wellicht toch toe moeten overgaan om het aantal daarvan uit te breiden." Mogelijkheden om meer mensen aan werk te helpen door deeltijdarbeid zijn niet altijd aanwezig. De heer Van Dun maakte melding van de uitkomsten van een onderzoek van de Universiteiten van Leiden bij Albro over deeltijdarbeid voor drie functies. Voor deegmakers kon dat wel, voor afdelings chefs was het al moeilijk en voor produktiechefs zou het heel moeilijk zijn geweest. Blijkens de uitgaven van het studiebij- dragenfonds is er veel cursusanimo, maar de indruk bestaat, dat sommige werkmaatschappijen wel eens proberen bepaal de opleidingen via dat fonds te laten verlopen. Volgens de heer M. Toet spelen ook de flink toegenomen reiskosten een rol bij de hogere uitgaven. Men gaat een en ander eens bekij ken. Het ziekteverzuim - waarbij Grootverbruik is samengevoegd met de cijfers van de DC's - is in 1980 afgenomen. Vrouwen blijken gemiddeld iets meer ziek te zijn dan mannen. Voorts is men in 1980 minder vaak ziek geweest, maar gemiddeld wel iets langer. De ziekteverzuimregistratie is rond, er heeft nu overleg plaats met de werkmaatschappijen over wat men precies wil weten. Gehuwde vrouwen zijn zeker niet vaker af wezig dan anderen, maar wanneer er thuis zieken zijn zijn ze wel meer "stressgevoelig." Het verloop bij Ahold is teruggelopen, al is het nog steeds hoog. In vergelijking echter met een ander grootwinkelbedrijf en filiaalbedrijven als banken zit Ahold echter aan de lage kant. De hoogte wordt mede beïnvloed door het grote aantal part-timers, waarin het verloop hoger is dan de full-timers. Punten die dit jaar in het personeelbeleid de aandacht zullen vragen zijn o.m. de Arbeidsomstandighedenwet (in mei/juni komt Ahold met een beleidsnota), het Personeel Informatie Planning Systeem (PIPS) om vast te stellen welke informatie men wanneer nodig heeft, de vacaturebank (de heer D. van Eik kon meedelen dat Simon ook meedoet), sollicitatie- en selectiecode, een aanzet tot een periodiek onderzoek beleving personeelbeleid (al weet men nog niet goed hoe men dat moet meten), een evaluatie van de concernopleidingen, een onder zoek naar de waarde van het intern jaarverslag en niet in de laatste plaats het onderwerp "vrouwen bij Ahold." 'De constatering, dat de vrouwen bij Ahold thans de meerderheid van het personeel vormen leidde tot de opmerking van de heer Van Dun, dat hij hoopte, dat dit ook in de samenstelling van de COR eens tot uitdrukking zou komen. Stem vanuit de COR: "En in de Raad van Bestuur!" Van Dun: "Persoonlijk zou ik daar een groot voorstander van zijn." En in de COR: "Dat verwondert ons niets! Tevens werd aan de Raad van Bestuur medegedeeld dat de Centrale Ondernemingsraad een positief advies heeft uitge bracht inzake het voornemen van Ahold een 75% belang te verwerven in een 3-tal BV's van Maison Van den Boer. In zijn oude samenstelling had de onderne mingsraad van Simon veertien leden. Offi cieel tenminste, want de laatste maanden was dat aantal - onder meer door beëindi ging van het dienstverband en door VUT- consequenties - reeds geslonken tot acht. Het bleek niet mogelijk de lege plaatsen op te vullen. Voor de nieuwe ondernemings raad van Simon, die uit zeventien leden moet bestaan, stelden zich echter liefst twintig mensen kandidaat. Op zich al een duidelijk teken dat het met die onderne mingsraad van Simon de goede kant op gaat. "Eerder", zo roept de heer H.M. Wolters in herinnering, "werd er altijd gezegd: de ondernemingsraad van Simon heeft geen mening. Dat kwam ook door de tactiek in de overlegvergadering. Om te voorkomen dat ieder voor zich zou praten hebben wij de stelregel, dat éérst de onderne mingsraad tot een besluit moet komen Er werd altijd gezegd: de ondernemingsraad van Simon drinkt alleen maar koffie. Nou, dat motiveert natuurlijk niet erg. Nü wordt er ge zegd: met die ondernemingsraad van Simon moetje dui delijk rekening houden. Het is een pittige ondernemings raad, hoor je zeggen. Daardoor word je ook veel beter ge motiveerd." Nou, nou Martin Wolters, sinds september vorig jaar lid van Si mons ondernemingsraad, is daar reuze blij mee. "Ze zijn ons als volwassen gaan zien", constateert hij dankbaar. Dat blijkt ook al uit de houding van "de ondernemer", zoals de heer Wolters zijn directeur steeds aanduidt. "Als ik zie wat de ondernemer allemaal heeft gedaan om kan didaten voor onze ondernemingsraad te zoeken, dan zeg ik nou nou", zo brengt hij z'n respect onder woorden. Een ander symptoom van de verbeterde werkwijze: "Te genwoordig kijken we de ondernemer recht in de ogen. Vroeger keek je als het ware van opzij. De onderlinge ver standhouding is nu ook uitstekend. Goed, er vallen nog wel eens harde woorden, maar we kunnen alles met elkaar bespreken." 'Samen' Ondernemer en ondernemingsraad van Simon zijn ook zo ver, dat beide partijen zich trachten te houden aan de on derlinge afspraak elkaar van alles en nog wat op de hoogte te houden. Het vertrouwen is daardoor bijzonder groot, de betrokkenheid alleen maar toegenomen. "De be langstelling van de mensen gaat nu dan ook meer uit naar de voortgang van de onderneming", zegt de heer Wolters. "En naar de arbeidsomi meer financieel gewin vi hoegenaamd geen sprak dememingsraad zijn du algemeen belang van de zonder daarbij het bela uit het oog te verliezen, een man als Wolters is "Ik vind het ongezond directeur het daar voor 1 net zo ongezond wannee uitmaken; ik vind dat j< Opleiding Een ondernemingsraad I problemen van structui leeftijdsopbouw van het In samenhang daarmee de opleiding van het mid ver is het niet uitgesloten woordelijke posten bek functie te zijn voorbere praktische scholing. De nu krachtig aanpakken, wordt aan een boekje ov dememingsraad. Alle we plaar van. Contact De kans dat de onderne ♦act met de medewerker de nieuwe districtenvert< ter geworden. "Vroeger had je bijvoorbeeld twei Op 9 april jongstledei nieuwe OR. Aangezie ren met de kandidaa meend naar een and Daarom besloot men iedereen kandidaat g zijn voorbereid met ee in de laatste interviev de tien kandidaten. T bedrijf waarvan één ir gezien de verkiezing j bijzonder hoog. Me Marvelo-medew erkers Ondernemingsraad "Simon". Voorste rij v.l.n.r. Dhr. Dick Eik, Mevr. Marja Moerland, De achterste drie pers. v.l.n.r. Dhr. Albert Twisk, Dhr. Ton Blank, Dhr,\

Personeelsbladen | 1981 | | pagina 6