Vrijetijdsbesteding voor mij geen probleem OR zitten is keihard werken" 1 VENEMAN VAN OR MEESTER WIJHE: DE HEER H.C. FOKKER, GEPENSIONEERD AH BEDRIJFSLEIDER: 99 pagina 7 uit v.l.n.r.de heren H. C. ?latenkamp, G. Hulleman, iurke en H. M. Franssen. Knielend v.l.n.r.: de heren G. W. Eikelboom, E. Veneman (voorzitter) en J. H. Tiggelhoven. Wegens ziekte afwezig H. J. Beumer. i bestaat uit elf ge- \urt weer deelnemen 'sociaal', 'financieel ihnischen 'functio- er werkgroepen valt tpen en die zijn per Wij hebben voor dit iet onmogelijk is dat problemen binnen 'uien. Er is voor een de OR specialisme ordat OR-leden zich ierkgroepenJe kunt werken," aldus de Iter OR van Meester van Ahold's Levensmidde- I de 520 werknemers. Bijna ih georganiseerd binnen de it van die georganiseerde et FNV. Op 14 april aan- srkiezingen worden gehou- COR-Relatie-redactie aan- de heren Veneman (voorzit- de OR van Meester Wijhe. van Meester zich als verte- bneel en wil zij haar belan- i Meester Wijhe streeft er gssysteem in het bedrijf te het standpunt van het per- t." De heer Veneman vult de vorige directie wel eens st beslissingen doorgedrukt lan de OR gedacht. Nu wij ibben, hopen wij, gezien de i, dat er steeds meer reke- OR. Naast een volwassen ns als haar voelsprieten die sel over bepaalde plannen intact met het personeel en an, "een goede zaak." igd bij Meester Wijhe. Er is >ijbehorende koelruimte in leening gehouden met wen en. De plannen voor verde- de directie verschoven om- itie dat niet toelaat. "Het ide bedrijven en wij zitten liet in de rode cijfers. Toch jerealiseerd die we hadden ïuizingh. ter de directie geschaard," aldus de heren Veneman en Huizingh. "Als de financiële situatie verdere nieuwbouw niet toelaat, kun je eenvoudig niet gaan investeren. Als je dan als OR willens en wetens blijft rammen op de nieuwbouw, dien je niet het belang van het bedrijf en nog minder dat van zijn werknemers van wie je juist de belangen moet behartigen," aldus de heer Veneman die hieraan toevoegt: "Je ziet in een dergelijk geval dat belan gen van personeel en directie tegengesteld zijn, maar op grond van een positieve motivatie tegenover het bedrijf kom je toch met de directie tot een eensluidende conclusie." Echt werken Voorzitter Veneman: "Ik zie mij als een onderdeel van de OR. Het is een plezierig en dankbaar werk omdat je bezig bent met de belangenbehartiging van je collega's. Maar dat word je niet altijd in dank afgenomen. Je fungeert vaak als buffer tussen personeel onderling en tussen personeel en di rectie. De factor tijd ervaar ik voor mijzelf vaak als grootste probleem. Voor het OR-werk krijgen wij hier alle tijd. We hebben zelfs een OR-kantoor. Toch ontbreekt mij vaak de tijd om mij volledig in te zetten voor het OR-werk. Door al die activiteiten moet je je gewone werk wel eens laten sloffen. Dat is een gevaarlijke zaak want het personeel op mijn afde ling mag niet de dupe worden van mijn OR-bezigheden," zo stelt de heer Venema beslist. Betrokkenheid Hoe het personeel over de OR denkt is volgens de heer Hui zingh vaak moeilijk te zeggen: "Naar gelang van de bereikte resultaten is de betrokkenheid van onze collega's groter of kleiner." De heer Veneman voegt hieraan toe: "Het is in dit kader opvallend dat materiële zaken vaak veel meer spelen voor het personeel dan immateriële die toch ook van wezen lijk belang zijn voor hen." Kritiek "Zoals in alle bedrijven, krijgt ook onze OR heel wat kritiek uit het bedrijf. Men weet vaak precies hoe het wel of niet moet en als je dan voorzichtig vraagt of ze zich voor de OR willen inzetten, schrikken ze terug omdat dit werk veel tijd en inspanning eist," aldus voorzitter Veneman. "Er heersen nogal wat misverstanden over het werk dat de OR verzet. Veel collega's denken dat als wij een OR- vergadering hebben, we het werk laten liggen om eens gezel lig te vergaderen achter een kopje koffie en als wij dan niet precies bereiken wat men wil, is Leiden in last. Als er mensen zijn die kritiek hebben op onze manier van functioneren, ne men we ze wel eens mee naar een OR-vergadering en komen ze vaak met hele andere ideeën over de OR terug en dat is een positief iets," vindt de heer Huizingh. "Het is duidelijk dat de OR geen orgaan is, dat ingesteld is om naast de gewone werkzaamheden er even uit te breken voor een gezellig koffie-uurtje. Er wordt hard gewerkt voor het welzijn van de collega's. Je steekt er bovendien wat van op ook. Veelal leer je zaken anders te bekijken. Je wordt een stuk kritischer tegenover je eigen werksituatie en tegenover de bedrijfsvoering. Dit is positief ten opzichte van je werk situatie. In de OR zitten is geen dofgrijze bezigheid, maar juist positief bezig zijn met de problemen binnen je bedrijf. We hopen dan ook dat we de komende verkiezingen ruim in de kandidaten zullen zitten, want ook daaruit blijkt een stuk je waardering voor de OR," aldus de heer Veneman. "We gaan lekker nog een poosje proberen ervan te maken wat ervan te maken valt", zegt de heer H.C. Fokker. Op 16 december heeft hij, 60 jaar oud, defi nitief een streep gezet onder zijn Albert Heijn- loopbaan. Het zal hem weinig moeite kosten z'n vrije tijd aangenaam door te komen: "We hebben een mooie tuin rond dit huis, we reizen veel, ik fiets graag, luister graag naar klassieke muziek, ik heb een uitgebreide buitenlandse correspondentie en ik wil gaan schilderen." "Wat dat betreft heb ik wel eens medelijden met mensen die daar wel problemen mee hebben. Ik ben een keer naar een cursus geweest waar je verteld werd hoe je na je pensio nering je tijd kunt besteden, en daar heb ik gemerkt hoe moeilijk dat voor sommige mensen is." De heer Fokker is direct na de oorlog bij Albert Heijn gaan werken. Tijdens de oorlog deed hij enige ervaring op in het kruideniersvak bij een oom in Hilversum en in 1945 werd hij bediende in een AH-filiaal in Baam. Hij leerde snel en in 1949 ging hij al 'de vervanging in'. Dat betekende het vervangen van be drijfsleiders, het inrichten van etalages, assisteren bij personeelste korten etc. in diverse winkels in de rayons Amsterdam en Utrecht. In 1950 werd de heer Fokker BL in de Twijnstraat in Utrecht, waar hij dertien jaar bleef. In die tijd werd deze winkel omgebouwd tot ZB: "We moesten toen tijdelijk in een noodwinkel. Dat was een eindeloos heen en weer geloop. En het was zo heet toen. Maar daar kregen we wel voor het eerst een douche in onze woning, een dienstwoning boven de zaak. Verder was het tegelijk ook kantine en slaapplaats voor het personeel.." Mevrouw Fokker: "Dat is ons leukste filiaal geweest. De sfeer was altijd erg plezierig. Ik werkte zelf ook mee, afwassen, theedoeken wassen, als het nodig was helpen in de winkel. Ook al kreeg je daar geen sikkepit voor. Ik weet nog hoe we daar voor het eerst op een zaterdag duizend gulden binnen kregen." Haar man: "Daar moest toen heel wat voor gelopen worden, de prijzen lagen een stuk lager dan nu. Dat was zo rond 1955." De contacten met de klanten in deze buurt waren zodanig, dat mevrouw Fokker in dit verband ook spreekt over "de leukste periode van ons leven". "Het was een echte buurtwinkel. Je kende iedereen. We hebben er erg veel gelachen. Rond oudjaar kwa men de mensen altijd oliebollen bij je brengen. We verkochten trouwens veel olie en bloem." De heer Fokker: "Het was wel hard werken. Er werd niet op een uur gekeken. Maar dat deed je graag, want hoe meer je beurde, hoe meer salaris je kreeg. Dat systeem is later afgeschaft." Toch wilde hij op een gegeven moment wel eens wat anders, en in 1964 volgde overplaatsing naar de Leusderweg in Amersfoort. Dat duurde maar anderhalf jaar, omdat deze winkel een SM werd, en daarna werd de Julianaweg in Utrecht betrokken. Daar bleven ze maar een halfjaar, en dat was maar goed ook. Mevrouw Fokker: "Dat was een vies winkeltje. De riool van de buren liep onder de zaak door, en die was vaak verstopt. Dan liap het water de winkel in. We hadden er een klein huis bij." In Boskoop werd het vervolgens allemaal weer beter. Een mooie winkel, pas een jaar eerder geopend, met een riante woning erboven. Bovendien een prettige klantenkring, "rustige, hard werkende mensen" volgens de heer Fokker. Hij bleef hier van 1965 tot 1972. Toen was zijn gezondheidstoestand er de oorzaak van dat hij het wat rustiger aan moest gaan doen. Tot aan zijn pensionering bleef hij een paar dagen per week voornamelijk administra tief werk doen, eerst alleen in de SM in Waddinxveen, later ook in Zoetermeer. In 1978 verhuisde het echtpaar Fokker naar Maartensdijk. En daar genieten ze nu dus van een welverdiende rust. De naam Albert Heijn zal nog wel eens vallen in hun fraaie woning aan de Maartensdijkse Egelskop: "Een oude baas van ons, de heer Auf dem Brinke, komt vaak op bezoek, en dan worden veel oude koeien uit de sloot gehaald". Op 16 december 1980 is de heer Fokker officieel met pensioen gegaan en op 10 december zou er een afscheidsreceptie worden gehouden. Helaas brak de heer Fokker op de tiende december zijn heup en moet hij nu nog zeker een maand of drie met krukken lopen, zodat die receptie nog wel enige tijd op zich zal laten wachten. De heer Fokker, toen nog met ongeschonden heup, geflankeerd door echtgenote en inmiddels getrouwde dochter.

Personeelsbladen | 1981 | | pagina 7