MIRO Maastricht vierde al carnaval
„Ik heb veel tijd besteed aan
Nederlands leren
"Uit en toch een beetje thuis"
in onze AC-Restaurants
Inspelen op vrijheid en gemakzucht
MEVROUW MIRA JOVANOVIC-TADIC:
UIT UIT
TX IIXII EN TOCH
EiN BEh'I EbN BEETJE
THUIS THUIS'
pagina 10
FLITSEN
"Het klopt", dacht me
vrouw M. Jovanovic-Tadic
negen jaar geleden, toen zij
op Schiphol "voet aan
wal" zette op Nederlandse
bodem. Want het regende
toen en dat ons klimaat
vaak guur en met veel neer
slag is, was al bekend uit de
schooltijd. "In het begin
vond ik regen en wind wel
vervelend, maar nu heb
ik er geen erg meer in",
vertelt zij. Toch is het een
hele verandering geweest,
uit het milde Joegoslavië
te verhuizen naar het kille
Holland.
Zoals aangekondigd in het
januarinummer zal er in 1981
in ieder nummer van Flitsen
een interview staan met een
uit het buitenland afkomstige
medewerker! ster] van Ahold.
Mevr. M. Jovanovic-Tadic,
werkzaam op de debiteuren
administratie van De Vrien
den van de Goede Wyn, bjjt
de spits af. Onderstaand ver
telt de Joegoslavische over
haar ervaringen in Nederland.
Het echtpaar Jovanovic woont nu al
verscheidene jaren in Zaandam.
Toen dochter Irena 4 jaar werd,
besloot Mira Jovanovic ook te gaan
werken. Eerst werkte zij enige tijd in
de kaasafdeling van het DC, terwijl
zij momenteel een part-time-functie
vervult op de debiteurenadministra
tie van De Vrienden van de Goede
Wijn.
Opmerkelijk is de vlotte manier,
waarop Mira Jovanovic zich in het
Nederlands kan uitdrukken. "Daar
heb ik de eerste jaren in Nederland
Uit en toch een beetje thuis.
Deze nieuwe slogan van onze
AC-restaurants hebt u vast al
een keer gezien. Marketing
manager Robert S. Benninga
is er dik tevreden mee. "Alles
zit erin", verduidelijkt hij
enthousiast, "uit uitgaan,
en tóch de sfeer van thuis,
dat MOBT wel aanspreken!".
In de vorige reclamecampagne, die twee
jaar geleden begon, sprak men soms nog
van AC-wegrestaurants. Dat woordje
"weg" is nu echter volledig en heel
bewust geschrapt, omdat gebleken is dat
lang niet alleen de weggebruikers er
binnenstappen. AC-restaurants blijken
erg veel mensen uit de regio te trekken.
De conclusie van Benninga luidt dan
ook: "AC-restaurants zijn restaurants,
die toevallig aan een weg liggen. En
iedereen maakt er gebruik van, omdat er
kwaliteit wordt geboden, omdat je zelf
kan uitzoeken wat je te eten krijgt, en
omdat er zo'n ongedwongen sfeer
heerst." In dit verband herinnert hij aan
de speciale kinderhoekjes die het vader
en moeder mogelijk maken lekker onge
stoord te tafelen, terwijl het kroost
zichzelf vermaakt.
„Weg" weg
Marketing manager van AC-Restauj
rants Robert S. Benninga [30] [rechts],
met zijn opvolger Joop de Zwart. De
heer Benninga is namelijk per 1 maart
a.s. benoemd tot leider van de Divisie
Vrije Tijd van de Bijenkorf. Hij is dan
vier jaar werkzaam geweest bij Ahold.
Zijn opvolger Joop de Zwart [31 heeft
na zijn studie aan de Hogere Hotelschool
gewerkt bij het Kurhaus, het Sonesta-
hotel te Amsterdam als directeur van
Holland Happening en het Nederlands
Centrum voor Ambachten.
kleurenadvertenties in familie- en opi
niebladen plus radio- en TV-spots.
Het motiveren van medewerk(st)ers is
dan ook een van de redenen waarom de
nieuwe campagne wordt gevoerd. Bo
vendien is het uit een oogpunt van
personeel werving de moeite waard. Be
langrijkste argument blijft nochtans het
beïnvloeden van de houding van het
grote publiek. Anderzijds blijft het voor
een bedrijf als AC-Restaurants interes
sant om te peilen hoe je temidden van
het bedrijfsleven staat. "Je wordt ineens
benaderd door allerlei bedrijven", legt
Benninga uit. De eerste restaurantketen
in Nederland die een grote reclamecam
pagne begon weet dus heel goed waar
aan al die centewijn besteed. De slogan
"Uit en toch een beetje thuis" zou nog
wel eens méér effect kunnen sorteren
dan zijn voorganger "Gezellig tafelen
langs de weg".
Bij het schrappen van dat kleine woordje
"weg" speelt trouwens mee, dat de
Nederlander steeds minder autokilome
ters maakt - zo is bijvoorbeeld het aantal
zakenkilometers de laatste jaren met
liefst tweederde gedaald! - en het is dus
een kwestie van gezond verstand dat
AC-Restaurants niet te veel in verband
wordt gebracht met ons autowegennet.
Belangrijke overweging is daarnaast, dat
de drempelvrees om een restaurant
binnen te gaan bij veel mensen is weg
genomen.
Bij het bepalen van de nieuwe strategie
zijn Robert S. Benninga en zijn opvolger
Joop de Zwart uitgegaan van de filosofie
dat de restaurantbezoeker in drie cate
gorieën kan worden verdeeld: de status-
zoeker(die er een kick van krijgt op zijn
wenken bediend te worden), de prijsbe-
wusteling (die zich door economische
motieven laat leiden) en het gezellig-
heidsdier. In die laatste categorie pro
beert AC-Restaurants zijn cliëntenkring
op te bouwen, zo blijkt uit het verhaal
van Benninga. De sfeer, waarin de gast
zich lekker thuis moet voelen, is dus erg
belangrijk.
Reclame
Er is overwogen de vriendelijkheid van
het personeel in de AC-restaurants als
thema voor de nieuwe reclamecampagne
te kiezen, maar dat idee is verlaten.
Reclamecampagnes van bijvoorbeeld de
Amro-bank en Randstad Uitzendbu
reaus doen dat al uitstekend en met veel
grotere budgetten. "De idee van de
personality, zoals meneer Jamin, of het
gebruik maken van belevenissen van de
familie Spoor, hebben we ook laten
varen. Beetje riskant, want de aandacht
kan in zo'n geval te veel uitgaan naar de
acteur en te weinig naar het produkt. De
slogan wordt erin gehamerd via posters,
dagbladadvertenties, de regionale pers,
onderdanen beschouwen in zijn rijk-van-
plezier. In zijn dagelijks bestaan werkt
Rob Lahaye op de non-food afdeling. De
22-jarige carnavalsprins over zijn nieuwe
rol: "Ik was nogal zenuwachtig voordat
ik werd uitgeroepen, maar de officiële
zaken gingen vanzelf. Ik wist al twee
maanden dat ik Prins zou wordén, maar
ik heb mijn mond dichtgehouden. Het
moest een verrassing blijven."
Vier personeelsleden werden door de
jonge Prins met een carnavalsdecoratie
beloond voor hun fijne werk. Mevrouw
van Gelooven (veiligheidsdienst) van
wege haar inzet voor de EHBO,
mevrouw Castermans vanwege haar
hulpvaardigheid in keuken en kantine,
mevrouw Peeters (klantenservice) omdat
zij als visitekaartje van de MIRO over
een goed incasseringsvermogen moet be
schikken en Jef Deurenberg (non food)
vanwege zijn typewerk voor het eigen
personeelsblad "De Poorter"
De vorst geflankeerd door de gehuldigde
dames Van Gelooven [links], Caster
mans, mevrouw Peeters en de heer Jef
Deurenberg. Op de achtergrond de
Raad van Elf.
Het carnavalsfeest was meer dan enkel
een personeelsavond. De Maastrichtse
carnavalsvereniging "De Globetrotters"
kwam met "zaate hermenieke Ut Moos-
wief' (Een straatorkest dat slechts in
camavalstijden optreedt) op bezoek. De
leden van deze carnavalsvereniging zijn
bijna allemaal vaste MIRO-klanten.
Klanten en personeel vierden dus samen
feest, een niet alledaagse gebeurtenis.
Algemeen bedrijfsleider Roest zal weinig
spijt hebben gehad van zijn beslissing.
Hij was jarig maar verkoos het carna
valsfeest boven een veijaardagsfuif in
huiselijke kring. Als het echte carnaval
even goed verloopt als het bal, dan
kunnen de MIRO-personeelsleden nu al
rekenen op een uiterst plezierige start
van de maand maart.
erg veel tijd aan besteed", legt zij uit.
"Het is trouwens wel een moeilijke
taal. Er zit weinig lijn in de gram
matica en er zijn veel vreemde woor
den bij uit weer andere talen. Het is
bijzonder moeilijk om Nederlands
goed te beheersen."
Een belangrijke overweging voor
Mira Jovanovic om de taal goed te
leren, was haar wens om dochtertje
Irena goed met haar schoolwerk te
kunnen helpen. "Irena spreekt ook
haar moedertaal en daar zijn wij
trots op gezien het feit, dat de meest
gesproken taal in huis toch Neder
lands is."
Wat Mira in de Nederlanders waar
deert is het feit, dat zij goed met geld
kunnen omgaan. "Ze zijn wel aan de
zuinige kant, maar dat vind ik een
goede eigenschap." Even wennen
was het voor Joegoslavische Mira
Jovanovic wel met het eten. "Het
verschilt wel niet zo veel met wat ik
gewend was, maar het is toch anders.
Vooral hoe de groente hier klaar
wordt gemaakt, is lekkerder en min
der zwaar." Heimwee, ach, wie heeft
dat niet. Mevrouw Jovanovic had er
in het begin ook last van. Zij heeft
zich er over heengezet. "Je bent hard
geworden", zeggen haar ouders wel
eens, wanneer zij met vakantie is in
haar geboorteplaats Srem Mitrovica.
Daar keek men eerst wel vreemd op
dat Mira naar Nederland vertrok.
"Het is een vrij welvarend gedeelte
van Joegoslavië", legt zij uit. "Het
was niet gebruikelijk dat men naar
het buitenland ging om te werken."
Inmiddels heeft zij geen spijt gehad
van de toch grote stap, verhuizing
naar een ander land. Het bevalt haar
prima in ons land, maar uit haar
verhaal komt ook duidelijk naar
voren dat zij er veel aan heeft gedaan
om zich hier thuis te voelen. Op het
ogenblik is zij weer aan de studie. Zij
volgt de cursus voor het Wijncer
tificaat. "Daar kan ik in mijn werk
veel plezier van hebben", meent zij.
Dit jaar wordt het traditionele carnaval op 1, 2 en 3 maart ge
vierd. Met name in het zuiden van ons land worden dan de al
ledaagse beslommeringen vergeten en ontstaat er een echt
volksfeest. Maar carnaval blijft niet beperkt tot drie 'gekke"
dagen: Weken voor het eigenlijke gebeuren zijn er talloze
avonden waarop de carnavaleske sfeer geproefd kan worden.
Op zaterdag 17 januari hield het MIRO-
personeel van het Maastrichtse filiaal
het eerste carnavalsfeest sinds het be
staan van de personeelsvereniging "De
Poorters". In het sfeervolle heuse Fort
Sint Pieter wierp het camavalsgebeuren
zijn schaduw vooruit.
Hoewel veiligheidsfunctionaris de heer
Willems al weken van tevoren dagelijks
nauwgezet aan een draaiboek werkte om
de avond te laten slagen, dreigde een
technische zaak op het laatste moment
roet in het eten te gooien. De voorzitter
van de personeelsvereniging, de heer
Van Halderen hierover: "Omdat het
Fort Sint Pieter van eigenaar was ver
anderd, was de drankvergunning niet
binnen. Ik ben bij de commissaris van
politie en de loco-burgemeester gaan
pleiten, 's Middags vóór het feest kregen
we toch nog toestemming. Ik heb het
maar niet in de winkel gezegd want dan
was er zeker paniek ontstaan. Iedereen
verheugde zich al bij voorbaat op het
feest."
Dat was 's avonds duidelijk merkbaar.
Toen de stemming er eenmaal inzat, was
de dansvloer drukbezet. Om in carna
valssfeer te blijven werd een echte Raad
van Elf geïnstalleerd onder leiding van
opper Meens (afd. slijterij) die Prins
Rob I tot regerend vorst uitriep. Voor
één avond mocht Rob zijn collega's als