Centrale Slagerij in Zaandam onder het mes mm Koffiefabriek Marvelo bijna gereed I -.4 MAHyELO m pagina 4 FLITSEN De Centrale Slagerij v*n Ahold in Zaandam - de grootste van West Europa - is grondig onder handen genomen. Twee jaar geleden werd begonnen met een forse operatie, waarbij het mes werd gezet in een groot aantal problemen. Een operatie waarmee 2 miljoen was gemoeid en waarin het totale personeel werd betrokken; waarvan ook inspraak werd gevraagd. Ruimten veranderden, werkplekken werden gewijzigd, machines verplaatst of vernieuwd en er ontstonden allerlei verbeteringen voor het personeel. Nu is die operatie nagenoeg afgerond. Over de problemen in de Centrale Slagerij sprak "Flitsen" met enkele personeelsleden. Dat waren de dames A. Sopjes en G. Klarenbeek (inpak-afde- ling) en de heren H. van Geel, W.H. Swart, H. Karagoz en R. Arends (sla gers) en de heer C. Schoon. De heren Van Geel en Schoon zijn beiden lid van Het keerpunt de ondernemingsraad. De twee meest noodzakelijke dingen waren stoppen met de nachtdienst en het verbeteren van de communicatie. De nachtdienst verviel en er kwam een prima afbouwregeling voor de ploegen diensten. Tocht en vocht Allereerst over de klachten betreffende tocht en vocht. "Die tocht was erg. Als de deuren van destructie, ontvangst en separatie open stonden, stond zo goed als iedereen op de tocht" - zegt Van Geel. Mevr. Klarenbeek: "Wij stonden er precies tussen in. Het was afschuwe lijk. Je weet dat je in de slagerij in een koude omgeving moet werken, maar daar kun je je tegen kleden". Mevr. Sopjes: "Dat doe je 's winters normaal ook, maar die tocht...". De heer Arends: "Het ging je door merg en been, je werd stijf en verkouden". De heer Van Geel: "Daardoor was er ook veel ziekte verzuim. De algemene klacht was, dat men er niet prettig werkte." "Er waren ook veel klachten over vocht. De mensen stonden soms in het water te werken omdat de schoonmakers de boel niet droogtrokken" - vertelt de heer Arends. De dames somden nog meer problemen op. Over de plaatsing van de machines: "Ze stonden te ver van elkaar. Wij hadden geen contact met elkaar, ook al vanwege het lawaai". De heer Van Geel over de bakken onder de tafels: "Die stonden te laag, je moest veel te vaak bukken. En dan was er nog het slecht geregelde vervoer, waarmee de inpakafdeling kampte. Praten Inpaksters en slagers in ons groepje waren het er over eens, dat toi twee jaar terug alleen maar aan produktie werd gedacht door de leiding. Niet aan de problemen waarmee elk mens wel eens op een dag te kampen heeft. En je kon ook nooit eens met een bedrijfsleider ergens over praten. Ook niet als OR- lid." De heren Schoon en Swart voegen aan de lijst met problemen ook nog toe de kwestie van te weinig daglicht in het gebouw. Volgens de heer Schoon stond de zaak twee jaar geleden op springen. "Als de situatie niet veranderde zouden wij moeten sluiten". Dat was ook de conclusie van het zogenoemde 'rode rapport', dat de staf van de slagerij had opgesteld. In dat rapport werden aan bevelingen gedaan, die veel geld kostten. Wij geloofden er wel in. Welnu de directie ook, want het plan werd goed gekeurd". Volgens de heer Schoon was het keer punt de komst van algemeen bedrijfs leider H. den Hoed, die als zodanig al eerder in Eindhoven had gewerkt. Ie dereen had vertrouwen in hem en dat werd niet beschaamd. Hij pakte de zaken prima aan. Een projectgroep werd samengesteld, met daarin onder meer een sociaal psycholoog. Die groep praatte met ie dereen in de slagerij. Uit die gesprekken kwam een lawine van klachten, maar ook een schat aan goede suggesties. "Wij voelden ons erbij betrokken" - aldus de heer Schoon. "De een wel meer dan de ander, maar iedereen had een eigen inbreng. De mensen ontdekten dat naar hen werd geluisterd en er ook verbeteringen werden doorgevoerd. Dat gebeurde in elf fasen en elke fase werd met de betrokkenen besproken. Tocht en vocht werden te lijf gegaan, er kwam meer daglicht, machines werden verplaatst of vernieuwd. Het aantal stafleden werd teruggebracht van 17 naar 8 en er kwam werkoverleg op gang". Geanimeerd overleg over de voorgestelde wijzigingen. Hoe is de situatie nu, na die elf fasen? Eenparig is de groep van mening, dat het stukken beter gaat. Dat er met plezier wordt gewerkt en dat er een goede sfeer heerst. Natuurlijk kan het hier en daar nog beter. "Maar", meen den allen," honderd procent krijg je het toch niet. Niet hier, maar evenmin er gens anders." Mevr. Sopjes: "Alleen bij de separatie kan het nog flink tochten. Daar zijn ze zeker nog niet aan toegekomen." Ook de heer Karagoz, die zegt altijd moeite te hebben met de koude tempe ratuur waarin gewerkt wordt, vindt dat de werkomstandigheden beter zijn geworden. Het is ook de mening van zijn collega-buitenlanders. Vooral de dubbele deuren, de lucht- sluizen en de inrichting rond de deuren van de ontvangst worden geprezen. Alleen moet er nog iets op worden gevonden om de tocht te weren als de auto's wegrijden. De nieuwe plaatsing van de machines maakt onderling contact mogelijk. Mevr. Klarenbeek zei daarover, dat dan wel erg luid gepraat moet worden om de machines te overstemmen. Maar het is in elk geval een verbetering. Minder te spreken is de groep over de karretjes waarmee de bakken worden weggereden. Die rijden veel te stroef. De inpakafdeling wil ook graag verdere verbetering ten aanzien van de te zware bakken, "Ze zijn haast niet te tillen", en van de wankelende karretjes op die afdeling, die snel kunnen kantelen, "Er is al eens iemand onder gekomen". Over de contacten merkt de heer Van Geel op, dat het contact met de bedrijfs leiding aanzienlijk verbeterd is."Wij kunnen nu rustig zaken bespreken. De mens staat nu centraal. Vroeger stonden we allemaal onder de druk van pro duktie. Nu is de sfeer veel beter en toch is de produktie ook goed. De OR- leden hebben een maandelijks gesprek met de bedrijfsleidipg en wij worden overal beter in gekend. Dat is wel voortgekomen uit al die veranderingen". Een positief punt is volgens de groep ook, dat men nu rustig heel even bij elkaar kan gaan zitten als er iemand jarig is - en dat er een koffiepauze is gekomen. Voor de manier van werkoverleg op de inpakafdeling wordt nog naar een goede oplossing gezocht. Zo'n overleg is er op de afdeling één- of tweemaal geweest, (Vervolg op pag. 7). De nieuwe koffiefabriek van Marvelo aan de Oostzyde te Zaandam nadert met rasse schreden z(jn voltooiing. Duidelijk is nu te zien hoe het uiterlijk van de fabriek goed past in de Zaangevel van het fabriekscom plex. Alhoewel het strakke lijnenspel van de silo's en de lagere gebouwen afwijkt van de aangrenzende gebou wen, is de architect mede door de kleurkeuze erin geslaagd een harmo nisch geheel met de omgeving te creëren. Maar niet alleen uiterlijk is een opmerkelijk ontwerp gemaakt. Ook binnen is veel aandacht besteed aan het uiterlijk, zonder daarbij functionaliteit geweld aan te doen. Is de kleurstelling aan de buitenzijde voornamelijk in bruin, wit en rood, binnen zijn de hoofdkleuren van de machines en apparatuur in de tinten oranje, wit, groen en blauw gehou den tegen een rustige crème achter grond van muren en tegels. Hierdoor wordt het effect verkregen van een prettig aandoende werkomgeving hetgeen nog wordt versterkt door de logische en overzichtelijke opstelling van de apparatuur. Ook andere aspecten van de ergo nomie hebben ruime aandacht ge kregen zoals een juiste en doelmatige verlichting, een goede ventilatie en klimaatbeheersing en een afdoende geluidsisolatie voor die ruimten waar mensen langdurig zullen verblijven. Opvallend is voorts de volledig auto matische besturing van de installatie waarbij de modernste technieken zijn toegepast. Vanuit de centraal ge plaatste controlekamer kan de be dieningsman het gehele proces be heersen en bewaken, waarbij de schakelfuncties automatisch door een procescomputer worden uitge voerd volgens een geprogrammeerd schema. Op de bedieningslessenaars worden keuzemogelijkheden door de bedieningsman ingesteld terwijl hierop tevens alle controles zijn aangebracht welke aangeven of het proces juist verloopt. De bedienings man heeft voorts in de controlekamer een automatische schrijfmachine waarmee hij aan de computer gege vens kan vragen of geven. Voor het nemen van monsters van gebrande koffie hoeft de bedienings man ook al niet meer de controle kamer te verlaten. Een automatische monsternemer trekt een monster op de brander en dit monster wordt automatisch naar de controlekamer getransporteerd, waar de bedie ningsman het monster kan beoor delen en eventuele wijziging in de brander-instelling kan aanbrengen. Het grote voordeel van dit auto- matiserings-systeem zal duidelijk zijn. Vanuit één centrale plek kan in één oogopslag het gehele proces bewaakt en bestuurd worden terwijl tevens een eenmaal ingestelde werk wijze optimaal gehandhaafd blijft, wat weer een zo constant mogelijke produktie in kwaliteit en kwantiteit waarborgt. Door dit alles wordt echter de des kundigheid van de bedieningsman verre van overbodig. Hij is nog altijd de man die door middel van de monsters moet bepalen of inderdaad de juiste brandgraad wordt bereikt. Hij moet ook voortdurend erop letten via de controlefuncties op de bedie ningslessenaar of de installatie op de juiste wijze functioneert en zonodig moet hij bij afwijkingen en storingen ingrijpen. Door de computer wordt slechts een groot aantal routine activiteiten van hem overgenomen maar denken kan de computer niet, daarvoor is nog altijd de mens nodig. Als het ware is de bedieningsman nu de dirigent van een orkest geworden. Om in deze beeldspraak te blijven. De generale repetitie van het orkest werk zal omstreeks half december plaatsvinden. De première zal spoe dig daarop in uitvoering komen. Dan zal er wederom een modem pro- duktiemiddel aan de produktiebc- drijven van Ahold zijn toegevoegd waar we met z'n allen trots op kunnen zijn.

Personeelsbladen | 1981 | | pagina 4