Geschiedenis
OR-werk
Overleg in COR zonder
de heer A. Heijn
ff Als j
moet j
COR-Relatie CÓR Relatie COR-Relatie CÓR-Reiatie CÓR:Relatie CÓR:Relati
Dat zal moeten wennen
Samenstelling COR
gewijzigd
,•#3^.. ,#'3^. y'0i.^Cp- S&'ftjCf'.
Tijdens overlegvergadering
pagina 6
De heer AHeijn (links) tijo,
Wie een beter begrip wil krygen voor wat er na
gaande is, doet er goed aan even achterom te zien.
Dertig jaar geleden, in 1950, kwam er na een
langdurige discussie over de medezeggenschapspro-
biematiek een [eerste] wet op de ondernemingsraden
tot stand. In die eerste wet OR werd een aanzet
gegeven voor het instellen van een overlegorgaan in
elke onderneming met beperkte, adviserende
bevoegdheden. Meedenken en meespreken dus.
Slechts in enkele bedreven, zoals by de Gist-en
Spiritusfabriek in Delft en by enige Zaanse
ondernemingen gaf men eerder al gestalte aan
inspraakmogelykheden van het personeel, zoals byv.
via zgn. kernen.
De wet OR anno 1950 kende geen sancties [dwang
maatregel), waardoor het instellen van een OR, vooral
in de jaren vijftig en zestig, een nogal vrijblijvende
zaak bleef. Desalniettemin, de aandrang nam toe om
de werknemers meer inzicht en inspraak te gunnen.
Dit leidde in 1971 tot een herziening van de wet OR,
waarbjj aan de adviserende bevoegdheden uitbreiding
werd gegeven. Desondanks werd steeds duidelijker
hoe moeilijk het is om een overlegstructuur by wet ge
biedend op te leggen. Streng gereglementeerd overleg
kan vanwege het dwangmatige karakter iets gefor
ceerds krygen. ADe zich voordoende onderwerpen
zouden bespreekbaar moeten zijn, al kan men toch
niet ontkomen aan een zekere afbakening. Hoofdzaak
is dat men naar elkaar wil luisteren en vry met elkaar
durft te praten, niet geremd door vrees voor de gevol
gen van welke kant ook, waarby uiteraard als voor
waarde geldt dat opmerkingen en voorstellen op een
fatsoenlijke wijze worden te berde gebracht.
De nieuwe wet OR, anno 1979
Vorig jaar is na langdurige voorbereiding een geheel
nieuwe wet OR van kracht geworden. Door deze nieu
we wet worden meer mogelijkheden geboden voor een
ruimere inbreng van gekozen vertegenwoordigers uit
het personeel. Iedereen mag meedenken en meespre
ken. Iedereen kan via de gekozen vertegenwoordigers
zjjn of haar opvattingen over bepaalde zaken kenbaar
maken, ook als men de bedoeling zou hebben
bepaalde beslissingen in een andere, wenselijk ge
achte richting om te buigen. De nieuwe wet wil de OR
een zelfstandiger karakter toekennen waarin de
gekozen vertegenwoordigers met elkaar kunnen over
leggen onder leiding van een uit hun midden gekozen
voorzitter, zonder de directeur er bij.
Naast de OR voorziet de nieuwe wetgeving in het hou
den van overlegvergaderingen, dat zijn vergaderingen
van de OR mét de directeur. Gezamenlijk overleg is
verplicht als het gaat om zaken, waarover de directie
advies of instemming van de OR moet vragen en ook
als het een initiatiefvoorstel van de OR betreft.
De heer A. Heijn deed er in de Overlegvergadering
mededeling van, dat de Belgische restaurants om be
lastingtechnische redenen zullen worden onderge
bracht bij de Ahold Financieringsmaatschappij, die
op de Ned. Antillen is gevestigd. Voor de dagelijkse
gang van zaken heeft een en ander geen betekenis.
Sinds de zomerma
mevr. H. Verheem i
afgevaardigd doon
Miro Heerhugowat
over de ervaringem
de OR heb je te n
dichter bij de mem\
OR-werk ook meei
op de mensen in de,
dat veel minder n
tijd besteed aan bi)
Erg belangrijkd
maar het staat toe
het dagelijkse werk
Toen zij werd afgevaardia
toch wel nieuwsgierig hoe
dachten had zij er niet ovi
fessioneler over," zegt zij,
mensen in zitten, die al h
ben."
Sommige problemen die
weest komt Hannie Verh
schappij tegen, andere m
het wordt minder, voelde:
De heer F. J. Petra staant
COR, haakte in op de toespr
De heer Albert Heijn, president van de Raad
van Bestuur van Ahold nv, zit niet langer de
vergaderingen van de Centrale Onderne
mingsraad (afgekort COR) voor. Hij trad te
rug en de heer F.J. Petra heeft zijn taak als
voorzitter van de COR overgenomen. Deze
voorzitterswisseling is een gevolg van de nieu
we wetgeving die voorschrijft dat in de onder
nemingsraden - ook in de COR - uitsluitend
gekozen leden zitten, die uit hun midden een
voorzitter kiezen.
De heer A. Heijn heeft deze wijzigingen beknopt toegelicht
op verzoek van de redactie van COR-Relatie naar aanleiding
van het 12V4 jarig jubileum van de COR. Hij deed zulks in
een gesprek met de heer Rochus Weemhoff, een journalist
die in zijn vroegere werkkring, de Sociaal-Economische Raad
in Den Haag, de moeizame voorbereidingen van de nieuwe
Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van nabij heeft ge
volgd, ook in het parlement.
COR voorzitten: een plezierige bezigheid
De heer Albert Heijn heeft van meet af aan ingezien dat on
dernemingsraden als gespreksforum er toe kunnen bijdragen
de betrokkenheid van de werknemers te vergroten. Het mee
denken en meespreken komt een betere communicatie ten
goede.
Gedurende 12V2 jaar heeft de heer A. Heijn de vergaderingen
van de COR gepresideerd, een periode die lang genoeg is om
er veel over te vertellen. Maar zoals het met zoveel dingen
gaat: vooruitzien is belangrijker dan achterom kijken.
Toch wil de heer Heijn wel kwijt dat hij het voorzitterschap
van de COR heeft ervaren als een plezierige bezigheid.
Men hoort nogal eens klachten uit andere bedrijven over on
benullige onderwerpen die aan de orde worden gesteld en
tijdrovende discussies over futiliteiten." Dat heb ik - over de
COR sprekend - nooit meegemaakt. Maar uiteraard stuit je
soms op verschillen in achtergronden, verschillen in kennis
over bepaalde onderwerpen. Ik heb er indertijd op aange
drongen dat zowel in de verspreide vestigingen als op centraal
niveau de gekozen vertegenwoordigers van de verschillende
bedrijfsgeledingen zich zouden buigen over onderwerpen die
van belang zijn voor de organisatie en voor allen die erin wer
ken."
- Alles liep dus van een leien dakje?
"De COR-vergaderingen die ik heb geleid kenmerkten zich
door een levendige discussie waarin meningsverschillen niet
tot de uitzonderingen behoorden. Bij amenderingen die door
een meerderheid werden gesteund heb ik zelden of nooit be
hoeven op te merken "dat kun je zo niet doen". Dat toont wel
aan dat de deelnemers aan het overleg zich constructief
opstellen. Toch zijn het niet allemaal ja-knikkers. Dat hoeft
ook niet, ruzies, gevechten, een onaangename sfeer, hebben
een nadelige invloed op de bedrijfsvoering. Ik hoop dat emo
tionele uitlatingen ook in de nieuv/e constellatie uitblijven.
Zakelijk en intensief overleg over belangrijke onderwerpen
vragen zowel van de voorzitter als van de andere COR-leden
een goede, degelijke voorbereiding."
- U staat voor honderd procent positief t.a.v. het OR-werk?
"Ik loop al meer dan dertig jaar mee in de nog altijd
groeiende organisatie. Aanvankelijk moest ik mijn aandacht
geven aan zelfbediening en marketing. Aan de vormgeving
van het overleg heb ik in een later stadium veel aandacht
moeten geven. Ik ben geneigd te zeggen dat het om de tafel
gaan zitten met de mensen een goede zaak is. Al moest ik er
in het begin nog wat aan wennen, geleidelijk aan ben ik in de
problematiek gegroeid."
Zware discussie: 19 concepten
"Ik wil echter ook niet verhelen dat sommige discussies een
moeizaam verloop hebben gehad. Zo kregen wij in de COR te
maken met de behandeling van het sociale beleid waarbij
achtereenvolgens niet minder dan negentien concepten aan
de orde kwamen. Ik heb - geloof ik - wel eens met de vuist op
de overlegtafel geslagen, vooral als het ging om beslissingen
waarvan je jezelf afvroeg of dat wel de juiste waren. Maar zel
den of nooit is het gekomen tot een naar "drammen"."
- Een goede sfeer en constructieve samenwerking dus in de
COR?
"In het algemeen kan ik die vraag bevestigend
beantwoorden. De Zaanstreek is het oudste industriegebied
van ons land en als men nog dieper in de historie duikt is in
deze streek met zijn windmolens het ondernemen tot brede
ontplooiing gekomen: een voorop lopen in Europa.
De ontwikkeling van het OR-werk past in het
bedrijfsgebeuren van deze tijd. Maar het zal ook in de
nieuwe constellatie op zodanige wijze moeten functioneren
dat het de doelmatigheid van de bedrijfsgeledingen niet in de
wet staat. De snelheid bij het verstrekken van informatie en
de snelheid bij het nemen van beslissingen mogen niet in het
gedrang komen. Dat wordt de opdracht voor de jaren
tachtig."
Essentieel kortsluiting voorkomen
"Als essentiële taak voor de OR in zijn nieuwe werkwijze wil
ik aan de gekozen vertegenwoordigers een welgemeend
advies meegeven: blijf op dezelfde constructieve wijze
bijdragen leveren aan het overleg, zowel in de OR als in de
overlegvergadering. Laat het niet komen tot kortsluiting,
waardoor de leden van de Raad van Bestuur minder armslag
krijgen voor een slagvaardig beleid.
Ahold nv zal in de komende jaren met snelle veranderingen
op velerlei gebied worden geconfronteerd. Daarop zal alert
moeten worden gereageerd. Dat is de uitdaging die voor de
jaren tachtig op ons afkomt."
In de samenstelling van de Centrale Ondernemingsraad zijn
enkele wijzigingen gekomen. In de vergadering van 20 no
vember jl. was voor het eerst aanwezig de heer H.C. van Loe-
nen, die de heer G.A. Tompoh als afgevaardigde van Meester
is opgevolgd. De vergadering werd voor het laatst bijgewoond
door de heer H.W.N. Jansen (CD), die de heer L.H. Caarls
als opvolger krijgt.
Verder moest de heer F.J. Petra, die de Overlegvergadering
leidde, meedelen, dat de heer A.J. Plagge (AHSM) zowel de
OR van deze werkmaatschappij als de COR gaat verlaten. De
heer Plagge kan deze afvaardigingen niet meer combineren
met zijn werkzaamheden. De heer Petra drukte daarover zijn
spijt uit, want in de persoon van de heer Plagge verliest men
een goed COR-lid.
Tenslotte deelde de heer C.S. Smit (VBM) mee, dat hij voor
de laatste keer aanwezig was. De Nettomarkt waarin hij
werkzaam is komt in andere handen en de heer Smit treedt in
dienst bij de nieuwe eigenaar. Ook dit aftredende lid kreeg;
woorden van dank voor de wijze waarop hij zich voor OR en
COR heeft ingezet.
De heer Heijn zei in een reactie op het aftreden van de heer
Plagge, dat de mogelijkheid van een conflict tussen loopbaan
en (C)OR-werk bekend is. Dat is de negatieve benadering.
Er zit echter ook wel een positieve kant aan: het in aanraking
komen met uiteenlopende zaken en onderwerpen kan soms
een stimulans zijn voor het dagelijks werk en een basis voor
promotie. Dit wilde hij als algemene opmerking - zonder op
bepaalde personen te doelen - toch wel zeggen.