COR-Relatie CO^Relatie COFjjJejatje COR-Relatie lin ir DOELSTELLING VAN EEN OR VAN GROOT BELANG DGET VAN DE OR Contact OR/achterban, wat doen we d'r an? C(0 CORK pagina 7 p stera doen gelden, emer altyd nog naar te krijgen. Wanneer utiatiefrecht] en de verder niets. De OR op het eerste gezicht maar zelf niet met jer is. Vooral in het R en de ondernemer ondernemer wil een )R. Tevens zal een jbórtdurend voor het te zeggen. Hierdoor k gebruik te maken fit dat de wet niet veel Waar moet dat naar toe Die vraag zullen vele OR 'en zich menigmaal hebben gesteld. Wanneer je in de OR komt, is het moeilijk direct goed te functioneren. Van een OR wordt direct na de installatie verwacht dat hij advies en instemming geeft over allerlei belangrijke zaken. Zo 'n OR is eigenlijk nog niet aan die zaken toe, maar het wordt wel geëist. Het is belangrijk dat na de installatie van de nieuwe OR, deze zich afvraagt: "Wat willen wij als OR?" De OR gaat dan werken aan haar doelstellingen. Dit artikel is bedoeld om de OR een duwtje in de richting van die doelstelling te geven. De OR dient zich dan ook direct af te vragen: 1. Wat is de plaats van de OR in de onderneming? 2. Wat zijn de taken van de OR? 3. Wat zijn de mogelijkheden van de OR? kpunt weer opge- ikt een budget voor preekt dat met de de vraag: "wat is t verplicht?" emming met de OR de iststellen op een bepaald icht kan besteden. Deze n met het bepaalde in de bepaald welke kosten de leze dat een budget mag te stoffen; liktheid; (hoeft niet) en dat een budget een bepaald overeengekomen bedrag is dat de OR naar eigen inzicht kan besteden. Als je de artikelen 17, 18 en 19 wat verder bestudeert, kom je al gauw tot de ontdekking dat het enige wat nog geregeld moet worden, de kosten zijn van deskundigen en rechts gedingen. De rest is de ondernemer verplicht te betalen. Bij het bespreken van het budget, zal de discussie zich toespitsen op deze twee punten. Wat moet je als OR daarmee doen? Bij de behandeling van deze wet in de Tweede Kamer is er over dit punt zeer uitvoerig gesproken. De minister vond dat men eerst wat ervaringen op wilde doen met het budget en dat men niet te veel voor wilde schrijven tussen de ondernemer en de OR. Gevolg hiervan is dat op het punt van deskundigen en rechtsgedingen de OR met zijn ondernemer moet onder handelen. In de overlegvergadering moet de OR in onder handeling. Het inhuren van deskundigen is in twee categorieën in te delen: 1. deskundigen tijdens de vergadering; 2. deskundigen buiten de vergadering. 1. De kosten van het raadplegen van deskundigen tijdens de vergadering komen ten laste van de ondernemer, indien hij van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld. Bij bezwaar beslist de bedrijfscommissie (artikel 22, lid 2 en art. 16). De OR bepaalt zelf wie uitgenodigd wordt. De ondernemer heeft hier geen zeggenschap over. Wanneer de ondernemer het er niet mee eens is, moet hij (de ondernemer) naar de bedrijfscommissie. 2. De kosten van anderszins raadplegen van personen (buiten de vergadering dus) alsmede van het voeren van rechts gedingen, komen slechts ten laste van de ondernemer voorzover hij in het dragen daarvan toestemt (artikel 22, üd 3). Hier wordt niet gesproken over de bedrijfscommissie. W anneer de ondernemer hier vindt dat hij de deskundige niet moet betalen, dan kan de OR verder niets doen. Het is voor een OR haast onmogelijk te bepalen hoeveel geld die OR voor deskundigen in één jaar nodig heeft. Wanneer de OR daar niet uitkomt, spreek dan een bedrag af voor een bepaalde tijd, bijv. 2 maanden (tijd tussen 2 vergaderingen), of spreek een bedrag af per adviesaanvraag. conclusie Een budget is nuttig wanneer op het budget de posten deskundigen en rechtsgedingen zijn opgenomen. De kosten voor het inhuren van deskundigen en het voeren van rechts- De COR-pagina's komen tot stand onder ver antwoording van de COR en vallen dus buiten de verantwoording van de redactie van Flitsen. Reacties met betrekking tot COR-Relatie dienen dus niet opgestuurd te worden naar de redactie van Flitsen, maar naar de heer J. Nijssen, secretariaat COR, Antwoordnummer 97 te Zaandam 1. plaats in de onderneming a. De OR is door de wet ingesteld (artikel 2) Het is van belang voor het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen en van belang om ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen een OR in te stellen. b. De samenstelling van de OR De samenstelling van de OR kan niet beïnvloed worden door de ondernemer. Hieruit blijkt dat de plaats van de OR een heel aparte is. Daar waar de ondernemer zelft bepaalt hoe hij zijn orga nisatie opzet, is hij verplicht een OR in te stellen. De OR is er dus! 2. wat zijn de taken De wet geeft de OR een aantal taken. - advies m.b.t. belangrijke veranderingen (art. 25); - instemming m.b.t. diverse regelingen (art. 27); - bevorderen van inspraak en medezeggenschap (art. 28); - benoemen van bestuursleden (art. 29); - benoemen en ontslag van bestuurders (art. 30). De OR heeft invloed! 3. wat zijn de mogelijkheden De OR moet er rekening mee houden dat hij niet alles kan wat hij graag zou willen; hij moet roeien met de riemen die hij heeft. De OR is beperkt! Door zijn plaats in de onderneming, zijn taken en mogelijkheden is de OR een binnen de onderneming zelf standig handelend en denkend overlegorgaan, dat in staat is invloed uit te oefenen op het beleid. Ga met gebruikmaking van deze drie gegevens: 1. de OR is er dus; 2. de OR heeft invloed; 3. de OR is beperkt; met de OR een doelstelling maken. Vraag je bij deze doelstelling af: - wat wil de OR binnen welke tijd en voor wie wil hij dat? - op welke manier kan dat bereikt worden? Zo'n doelstelling is eigenlijk een L.T.P. (Lange Termijn Planning) van de OR waarin deze de ondernemer en de achterban duidelijk maakt wat hij van plan is de komende tijd. Maak een dergelijk plan niet te ambitieus, denk om punt 3 (de OR is beperkt). Pas zo'n plan na een bepaalde tijd aan de veranderde situatie aan. De doelstelling laat een ieder duidelijk zien waar de OR naar toe wil. En stelt het OR-lid zich tijdens zijn zittingsperiode de vraag: "Waar moet dat naar toe?", dan hoop ik dat hij het antwoord vindt in de doelstelling. Jos Nijssen gedingen zijn in het budget een punt van onderhandeling. Spreek af hoeveel geld voor deskundigen nodig is. Spreek af met de ondernemer dat bij het inhuren van deskundigen binnen en buiten de vergadering alleen gesproken wordt over geld en niet over wie de deskundige is. Spreek desnoods een bedrag af voor een bepaalde tijd per adviesaanvraag. Jos Nijssen Wie de ondernemingsraad een beekje volgt, weet dat het contact met de achterban een van de hoofd problemen is, waarmee de meeste ondernemingsraden worstelen. Probleemstellingen in deze zyn: slaagt de OR erin zyn kiezers effectief te bereiken en by zijn werk te betrekken? brengen de medewerkers voldoende interesse op voor hetgeen hun vertegenwoordigers in de OR doen? Ik denk dat er in beide gevallen wel het één en ander dient te veranderen, om de zaak wat optimaler te laten verlopen. Ik zal proberen uiteen te zetten wat we eraan zouden moeten doen! De OR zou ervoor moeten zorgen dat de informatie die gegeven wordt ook werkelijk "overkomt." De OR zou zichzelf moeten promoten byv. tijdens werkoverleg. De OR zou spreekuren moeten houden met wisse lende OR-leden. De agenda's en notulen moeten op een dusdanige plaats aan de medewerkers kenbaar gemaakt worden dat ze ook werkelyk herkenbaar zijn als OR-stukken. Elke medewerker zou moeten weten door wie hij/zij vertegenwoordigd wordt, d.m.v. fotoma teriaal in de daarvoor bestemde OR-hoek, en/of d.m.v. een OR-folder. Zoals u ziet, kan een OR er veel aan doen om hun werk meer herkenbaarheid te geven, dan b(j AHOLD gebruikelijk Is. Van de achterban mag in dit opzicht ook wel wat belangstelling en initiatief worden verwacht!!! Ver anderde mentaliteit t.o.v. OR-leden/werk lijkt mij een vereiste om uit de impasse te komen. In de Wet op de Ondernemingsraden zitten al genoeg aanknopingspunten die te maken hebben met contact achterban. Ik noem er hierbij een paar: a. de verkiezingsprocedure: zeer belangrijk moment om het OR-werk te promoten in alle geledingen. b. namen en functies op een opvallende plaats geaf ficheerd. c. bekendmaking van agenda's en notulen. d. pubiikatie van het jaarverslag. e. medewerkers, dus achterban, laten deelnemen aan commissiewerk. f. taak van de OR t.o.v. het werkoverleg. Zoals u ziet zijn er dus genoeg aanknopingspunten om het contact OR/achterban meer handen en voeten te geven. In de praktijk blijkt echter dat we er gezamenlijk erg slecht mee omgaan, en dat is een trieste constatering. Maar beste mensen, laten we niet wanhopen, er moet een weg zijn om het OR-werk die aandacht, die inhoud, en die uitstraling te geven die het verdient. Het zal waarschijnlijk vanuit mijn visie een utopie zijn, maar ik hoop het ooit nog eens te mogen mee maken dat de ÖR-verslagen net zo reikhalzend te gemoet worden gezien als de voetbaluitslagen op de zondagmiddag. Maar voor het zover is, staat er nog heel wat te gebeuren!! Laten we er met z'n ALLEN voor vechten. U allen kent het spreekwoord toch "waar een wil is, is een weg". Laten we dan eindelijk eens die weg gaan bewandelen!! H Salverda OR Distributie HOB VERTEL IK HET OE ACH reAOisn

Personeelsbladen | 1980 | | pagina 7