COgjJdatie COF|-Relatie CO^Relati! CENTRAAL GESTELD OR-LID TE ZIJN WORDT STEEDS MOEILIJKER De ORCD na samenv 30% Verg Hoe duidelijk en onduidelijk is art. 25 van de Wet op de Ondernemingsraden pagina 6 Onder verantwoording van de C.QR. Bij de totstandkoming van de nieuwe Wet op de Ondernemingsraden in 1979 zijn de advies- en instemmingsbevoegdheden, in vergelijking met de oude wet, uitgebreid. Artikel 25 regelt de advies bevoegdheden en handelt o.a. over uitbreiding en inkrimping van werkzaamheden; het vestigen, dan wel afstoten van zeggenschap over een andere onder neming, wijzigingen in de organisatie van de onder neming, het aantrekken van kredieten en het doen van investeringen, enz. In dit artikel komt, onder lid la t/m j, 8 keer het woord "belangrijk" voor. Waar de nieuwe wet op een aantal punten, in vergelijking met de vorige wet, een stuk duidelijker is geworden, is de ONDUIDELIJKHEID in artikel 25 blijven bestaan. Wie bepaalt nu wat een belangrijke investering is; een belangrijke uitbreiding of inkrimping van de werkzaamheden? Het zal duidelijk zijn dat de beant woording niet eenvoudig is. Wat voor de een belang rijk is, hoeft dat voor de ander niet te zijn, maar waar ligt de grens en hoe wordt het woord "belangrijk" geïnterpreteerd? In de meeste gevallen zal "belangrijk" toch inhouden een niet-dagelijks gebeuren. Ook dient het in relatie te staan met de grootte en de aard van de aktiviteiten van de gehele onderneming. Wijziging in de organisa tie van de onderneming die het wegvallen van bij voorbeeld 10 arbeidsplaatsen tot gevolg heeft, kan wel degelijk "belangrijk" zijn in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden, ook al zullen de werkzaamheden van de onderneming hierdoor in z'n totaliteit geen veranderingen ondergaan. Om te bepalen wat "belangrijk" is, zowel voor de ondernemer als voor de ondernemingsraad, is het niet alleen gewenst, maar ook noodzakelijk dat iedere ondernemingsraad met de ondernemer afspraken maakt over de interpretatie van het woord "belang rijk". Dit schept duidelijkheid voor de onderne mingsraad, wanneer het gaat om wel of geen ad viesrecht te hebben, maar ook voor de ondernemer om te bepalen wanneer hij wel of geen adviesaanvrage bij de ondernemingsraad moet indienen. Men voorkomt hiermede dat er over en weer meningsverschillen ontstaan, zaken onnodige vertraging zullen oplopen en aan het overleg tussen ondernemingsraad en ondernemer afbreuk wordt gedaan. F. J. PETRA Over de OR in al zijn geledingen zyn in de loop der jaren al honderden artikelen en artikeltjes geschreven. U moet van my dan ook geen wonderen verwachten, zoals dat ik een nieuwe wereld zal doen laten opengaan over dit thema. Ik wil echter, samen met u, teruggaan naar de jaren vijftig, om in vogelvlucht de ontwikkelingen tot de jaren tachtig eens op een rijtje te zetten. voorspel Al in het jaar 1879 werd de eerste stap gezet naar wat we tegenwoordig Ondernemingsraad noemen. Toen werd nl. een kern gevormd die bestond uit werkgevers en werk nemers. Uiteraard was het wel zo dat de werkgever de werknemer uitkoos, waarmee hij rond de tafel wilde zitten. Overbodig is eigenlijk te melden dat deze samenspraak geen wettelijke gronden had. Leuk is misschien wel te vermelden dat in die jaren ook vakbonden geboren werden. Mensen werden lid van die vakbond, uiteraard tegen de zin van de werkgevers in. Mensen die en vakbonds- en kernlid waren, liepen de kans om snel op straat gezet te worden. W.O.R. In 1950 kreeg de Ondernemingsraad zijn eerste eigen wet. Misschien zijn er wel feestavonden georganiseerd om dit heugelijke feit te vieren, maar inhoudelijk was het natuur lijk, in vergelijking met nu, ronduit "PET". Het belang rijkste in deze wet was, dat men recht op informatie had. Adviesrecht was er wel (minimaal), maar het gegeven advies kon door de ondernemer zo onder tafel geschoven worden. Ik kan me daarom goed voorstellen dat het klassieke voorbeeld "de kleur van het toilet" diverse malen op de agenda heeft gestaan. En zegt u zelf, het was lekker praten met een dikke sigaar van de baas in je mond, over dit onderwerp. Verwonderlijk is het echter dat het tot eind 1968 heeft geduurd, voordat de regering een nieuw wetsvoorstel onder ogen kreeg, opgesteld door de S.E.R. (het ging economisch gezien immers prima in Nederland). In 1971 werd deze wets wijziging in de praktijk gebracht. Dit gaf een aanzienlijke uitbreiding van bevoegdheden te zien t.o.v. 1950. Ik denk dat toen de bezorgdheid van de ondernemer ook aanzienlijk is toegenomen t.o.v. de Ondernemingsraad. Om het po pulair te zeggen: de ondernemer moest daadwerkelijk met de "billen bloot". Uiteraard waren er nog genoeg mazen in de wet die op diverse punten ontsnappingsmogelijkheden boden, maar toch kan men zeggen dat de "echte" medezeggenschap op diverse fronten een feit was geworden. Dit was ook het cruciale moment dat men minder snel ertoe overging om in zo'n OR te stappen. De moeilijkheidsfactor was immers veel hoger geworden om het allemaal nog te kunnen volgen (we waren nu eenmaal harde werkers en geen praters, laat staan meedenkers). Het was echter wel zo dat er mensen in de OR kwamen die er eigenlijk door hun collega's ingestuurd werden (collega is achterban die nu zo veel kritiek heeft op zijn vertegenwoordiger), terwijl ze eigenlijk niet wisten wat er boven hun hoofd hing. Vandaar dat we nu vaak horen van diverse OR'en binnen AHOLD: "ja, we draaien wel, maar eigenlijk met te weinig praters". Ja, dank je de koekoek; je moet er maar zitten als Turkse medewerker om over een onderwerp als bijv. D'80 te praten. En uiteraard staat dit voorbeeld niet alleen. Ik denk dat we nu zo langzamerhand wel in september 1979 zijn beland, waar de Als we het nou Z.Q DOEN WE DRALEN HET BEDRtJF OVER AAN DE WERKNEMERS, wij (SEVEN ELKAAR EEN GOUDEN HANDDRUK, VLOEIEN AF, EN GAAN VISSEN Henk Salverda, voorzitter OR Distributie huidige wet van kracht werd. Over de inhoud van deze wet hoef ik u uiteraard niet nader te informeren. We hebben er toch dagelijks mee te maken. Realiseert u zich echter wel dat uw vertegenwoordigers het er nog moeilijker door hebben gekregen. Het is echt niet zo dat zij alleen maar zitten, terwijl u hard aan het werk bent. Ik ben er haast 100% van overtuigd dat ieder OR-lid, hoe gebrekkig dat misschien ook mag gaan, zijn hele ziel in het OR-werk stopt!! Kritiek leveren is goed, maar tracht ook eens positieve kritiek te leverenl Bedenk ook eens dat als u TV kijkt, aan het trainen bent, etc. (dus als u vrij heeft), uw OR-vertegenwoordiger bezig kan zijn zich voor te bereiden op een OR-vergadering om uw belangen te behartigen. Laten we wel wezen, lieve achterbannen, u heeft zelf uw vertegenwoordiger gekozen, of in het eerste geval er ingepraat (hij/zij kon het toch zo goed). Ik wil hier eigenlijk mee zeggen, bekijk uzelf ook eens kritisch. Mocht u ondanks dit uigebreide verhaal denken en/of zeggen "GELUL" (excuses voor dit woord), denk dan aan het spreekwoord: "DE BESTE STUURLUI STAAN AAN WAL". In ieder geval zijn er in april 1981 nieuwe verkiezingen; m.a.v. u kunt trachten het roer in handen te krijgen. Voor u allen "SUCCES". H. SALVERDA, OR DISTRIBUTIE Ik wil in dit stu het lidmaatschi brengen. In de ruim twee opgevallen dat De redenen zij wegens gezondh een andere baan andere achterba Wanneer je wat dek je dat er ee vertrek zitten. Een van die pro de chef om het Op deze reden Wanneer ik kij Raad van Besti Raad van Bestu "De leiding van de OR-functie o binnen de ondei lijk te maken werkelijk kunne dienen afsprake tot de uitvoerini veel mogelijk b< aanzien van h relatie met leidi het: "relatie me Hoeveel (QOR- leiding om tijd Terwijl de Raad zij (C)OR-werk gemaakt moetei legenheid te gev Waarschijnlijk ii doorgedrongen. Zouden deze m langrijk vinden Natuurlijk is h afwezige goede mag niet zo maa veelal met het (C) OR-lid gecon In dit stukje h< leggen. Ik zou willen hebben gedachten te wi< Reakties gaarne 4 juni 1980 was het een drukte van belang in het HK'73 en '71 en in het Ahead gebouw. Wat was er aan de hand? Er vonden verkiezingen plaats voor de nieuwe Onderne mingsraad Centrale Diensten. Deze waren, zoals u wellicht weet, noodzakelijk geworden door bovengenoemde samenvoeging, die op zijn beurt weer als oorzaak had, de wijzigingen in de Dienstengroep van AHOLD. Voor die wijziging waren er dus twee OR'en, nl. OR-divisie Nederland Diensten en de OR Concern Diensten. De eerste OR had als bestuurder de heer G. J. Heijn, de tweede de heer D. Vethaak. Kiezers en andere belangstellenden zullen zich misschien afvragen wat er na 4 juni allemaal heeft plaatsgevonden. Temeer omdat de persoonlijke benadering die de ORDND in het verleden pleegde te doen, nu tijdelijk is stopgezet i.v.m. bovengenoemde gebeurtenissen. Wel, inmiddels is de OR Centrale Diensten hard aan het werk gegaan om zijn organisatie te regelen. U begrijpt dat het nog wel wat "voeten in de aarde" heeft. De OR is al twee maal bijeengeweest, nl. op 19 juni en 6 augustus jl. Dit waren zgn. installatievergaderingen. In dit soort vergaderingen worden allerlei procedures behandeld. Resultaat is o.m. dat de ORCD een voorzitter en sekretaris heeft benoemd. Daarnaast heeft de OR zijn kommissies opnieuw "bemand". Die konden na 6 augustus jl. dus aan het werk. O.m. zullen zij de lopende zaken moeten over nemen c.q. afhandelen en hun plannen voor de toekomst moeten ontvouwen. Maar, daar valt op dit moment nog weinig over te melden. Wij houden u via de INFO bulletins op de hoogte van de gang van zaken. Toch wil ik hier al wat kwijt van wat er op 19 juni en 6 augustus jl. in de ORCD heeft plaatsgevonden. Een opsomming: De Ondernemingsraad Centrale Diensten is als volgt samen gesteld. Voorzitter de heer J.W. Dekker HK 324, tel. 2276. Sekretaris de heer A.L.A. de Heij HK 321, tel. 2294. (tevens sekretaris Overlegvergadering). Kommissie Funktioa de heer F.J. Petra K de heer R. Bouman de heer J. de Wildt de heer A. Bruinink Kommissie Personee mw. S.E. de Vries-d de heer H.W.M. Jan! de heer P. Schipper! de heer G. van DonJ mw. A. Jongkind-OÜ Kommissie Ondernel de heer R. Kaaijk V'i de heer L.H. Caarlsj de heer A. Bosman ll de heer P. Groenesclj mw. A. Jonkers-v.d.i Totaal gezien bestal Eigenlijk hadden dati dus nog een vakatu| Kantoordiensten Difl jammer. Als afgevai mingsraad heeft de Ol H.W.M. Jansen. Va zitting in andere Kommissie Klachten LTP (lange termijn pl een drietal leden deell Ik hoop dat u door mil heeft gekregen in 1 nemingsraad Centrale 1040 personen is gaan die achterban, en rs bulletins, hopen wij ORCD in de komendi Daarnaast verwachtei zal schromen om uw u suggesties, vragen ol 4 juni jl. door u geko:

Personeelsbladen | 1980 | | pagina 6