Laat even weten dat
u weg gaat!"
Museumwinkel grote
trekpleister
pagina 4
FLITSEN
Bij het afscheid herhaalt Erna van Scherpenseel nog eens:
"Ons grootste probleem is dus, dat de mensen ons niet waar
schuwen als ze weg zijn.De cheffin van de telefooncentrale
in het hoofdkantoor van Ahold repte al eerder over dat pro
bleem. "Voor onszelf is dat niet zo erg hoor, maar op degene
die belt maakt het zo 'n rare indruk - vooral wanneer hij al een
paar keer heeft gebeld - dat wij niet eens weten waar iemand
zit. Terwijl dan later blijkt, dat die persoon een week weg is. Ik
noem maar een voorbeeld. Ja, enkelen geven altijd alles keurig
door en laten ook meestal weten waar ze zitten, maar de
rest
IN TOERIS TENSEIZ OEN
Erna van Scherpenseel
Ineke Mooy
één lampje brandt is het niet mogelijk
om te zien hoeveel inkomende gesprek
ken er staan te wachten. Het kunnen er4
of 48 zijn.
Een collega-telefoniste ziet evenmin
welk toestel in gesprek is, en zo kan het
gebeuren dat iemand nét een gesprek
heeft aangenomen en prompt daarop
van een andere telefoniste moet horen,
dat er interlokaal op de lijn zit.
Het aantal internationale gesprekken is
zeer groot en de telefonistes vinden het
dan ook heel gewoon om b.v. Australië
aan de lijn te krijgen.
Alles weten is alles begrijpen, wordt
vaak gezegd. Voor zo'n telefooncentrale
geldt dat misschien nog harder. Eigen
lijk zou iedereen 'n uurtje temidden van
dat "gekakel" moeten verkeren, om te
snappen dat telefonistes wel eens wat
kortaf kunnen reageren. De psychische
belasting is hoog en meer dan eens
blijken jonge meisjes niet tegen die
spanning opgewassen. Een iets langere
pauze tussen het werk - om even bij te
komen in de frisse lucht - beschouwt
Erna van Scherpenseel dan ook als een
soort fata morgana. Het is waarschijn
lijk nooit te realiseren, dat weet ze best,
maar telefonistes zijn nu eenmaal het
visitekaartje van de zaak, en daarom zou
het misschien geen kwaad kunnen deze
dames op tijd ontspanning te gunnen.
inwerken
Nieuwe aanwinsten hebben het sowieso
al moeilijk. Een rondleiding door het
bedrijf, laat staan een soort stage op
verschillende afdelingen, is in de prak
tijk domweg niet haalbaar. Meestal
"Ik geniet hier". Met deze woorden zette een hoogbejaarde heer, gekleed in zwart
pak, overhemd met gesteven boord, zich neer in de winkel en bleef drie kwartier met
grote belangstelling rondkijken. Het moet duidelijk z|jn, dat dit voorval zich niet
afspeelde in een moderne supermart. Het deed zich voor in het oudste "filiaal" van
ons bedr|jf, in de Museumwinkel in de historische buurtschap de Zaanse Schans te
Zaandam. Een w|jkje waar de traditionele Zaanse houtbouw voor het nageslacht
levend wordt gehouden. De huizen worden overigens normaal bewoond.
"We krijgen hier vaak bejaarde men
sen," vertelt mevr. L. Mallon-van
Schaik, die met de eveneens part-time
werkende dames M. de Goede-Visser,
T. Bakker-Padhuis en N. Amons-
Weggemans (invalster) de museumwin
kel bemant.
Het winkeltje is een zo getrouw mogelij
ke weergave van de zaak, waarin de heer
Albert Heijn aan het einde van de vorige
eeuw in Oostzaan de basis legde voor het
concern van nu.
Dat er vaak bejaarden, niet zelden
grootouders met kleinkinderen, komen,
vinden de dames wel begrijpelijk: "Zij
zien in deze winkel iets van hun jeugd
terug. Artikelen die men nu niet meer
kan kopen zijn hier aanwezig, de winkel
inrichting is van de vorige eeuw, kortom,
voor deze mensen herleeft iets wat zij
zelf gekend hebben". In het toeristensei
zoen (de Zaanse Schans is een grote
trekpleister) komen dagelijks enkele
honderden mensen de winkel bekijken.
Zij betalen hiervoor een kleine entree,
die ten goede komt aan de Stichting De
Zaanse Schans, die het buurtje in beheer
heeft.
gastenboek
In het gastenboek, dat berust bij de
achter de winkel wonende mevr.
Schipper die 13 jaar geleden de ver
zorging van de winkel op zich nam en
enkele jaren geleden afzwaaide - komen
uitsluitend namen van beroemdheden."
Anders zouden we elke dag een boek vol
ontfermt Joke Zweering zich over jonge
dames die de staf van Erna komen ver
sterken. Zitten naast de ervaren telefo
niste en horen wat er wordt gezegd, naar
welke afdeling het gesprek wordt door
verbonden. Na afloop krijgen ze tekst en
uitleg. Pas na zo'n inwerkperiode mogen
ze het diepe in.
Het is er gezellig, en dat zou best ook
eens te maken kunnen hebben met de
plaats waar het telefonisch hart van
Ahold zich bevindt. "We kunnen hier
tenminste nog eens naar buiten kijken",
aldus de cheffin, "en dan zie je nog eens
wat mensen". Tijdens haar relaas wordt
ook menig keer de hand opgestoken.
"We zien dus tóch al vaak wanneer
iemand het gebouw verlaat, maar ja, we
kunnen moeilijk alles zien. Dus daarom
graag even waarschuwen wanneer ie
mand voor langere tijd zijn plaats
verlaat". Het is een verzoek, dat haar
betrokkenheid met Ahold duidelijk illu
streert.
hebben!" Prins Claus kwam al een kijkje
nemen, evenals - toen - koningin Ju-
liana.Maar ook de Emir van Kano uit
Nigeria zette zijn handtekening. Zeker
de helft, misschien wel iets meer, van de
bezoekers zijn buitenlanders. Zij krijgen
in Frans, Duits of Engels uitleg van wat
er allemaal te zien is. Voor Spaans-spre
kenden is er een bandje, dat wordt
afgedraaid. Taalproblemen zijn er dan
ook vrijwel niet. Japanners (of andere
Aziaten) verstaan en spreken vrijwel
altijd Engels.
Soms komen er vrij grote groepen op
bezoek, kinderen op schoolreisjes, be
jaarden tijdens het jaarlijkse uitstapje.
Mevr. Mallon herinnert zich als iets heel
bijzonders het "kijkje", dat een groepje
blinde kinderen kwam nemen. "Toen
heb ik deze jongens en meisjes allerlei
artikelen en voorwerpen laten zien door
het hen in handen te geven. Ze namen
alles heel intens in zich op"
artikelen
In deze tijd van supermarts met voorver
pakte artikelen is het interessant te zien
hoe er vroeger werd gewerkt. Peul
vruchten per kop, stroop per kannetje,
genever per maatje. Met verbazing kijkt
men naar artikelen als vetkaarsen,
zoethout, suikerbroodjes, naar de "boe-
renhoek", waarin Albert Heijn de Oost-
zaanse plattelanders kop- en spantou
wen verkocht (en nog veel meer), naar de
twee soorten klompen, "zwarte klompen
voor de kerk en witte voor het werk."
Naar inventarisstukken als de kaas
schaaf, de koffiemolen, de weegschalen,
de eierklok (waarin de eieren groter
lijken dan ze zijn!), naar de handge
maakte papieren zakken. Albert Heijn
had toen al de hygiëne zo hoog in het
vaandel staan, dat hij een blaasbalgje in
de winkel plaatste voor het opblazen
ervan. Elders deed men dit nog "monde
ling"
Er wordt ook nog verkocht, een beperkt
assortiment, maar zeer in de belangstel
ling staand: kandij, Zaanse koeken,
stroopballetjes, suikerbroodjes( waar
schijnlijk als enige winkel in Nederland),
en ansichtkaarten. Maar al is de slagzin:
"Alle prijzen die u ziet zijn die van
vroeger," dat geldt niet voor deze arti
kelen. Maar dat zou u ook niet hebben
verwacht!
Een hoogtepunt in de activiteiten van de
Museumwinkel is de jaarlijkse Folklore-
dag, dit jaar zaterdag 16 augustus
gehouden. Dan staat er een kraam voor
de winkel en komt men de hele dag (het
aantal bezoekers is meestal boven de
100.000) handen tekort. Een aantal
dames van het HK verleent dan ook
assistentie.
Foto boven v.r.n.l.: Diny Laduc, Joke
Zweering, Wilma Fluri, Erna van Scherpen
seel, Elly ter Beek en Marion Moeliker.
Links Mevrouw L. Mallon-van Schaik
Erna van Scherpenseel is officieel chef
fin, maar laat zich op die titel niet
voorstaan. "Ach", zegt ze relativerend,
"cheffin, cheffin we zijn allemaal
gelijk eigenlijk, maar nou ja, ik zit hier
het langst. Ik ben in 1953 aan de
Westzijde begonnen. We hadden toen
10 lijnen en 100 interne nummers. Nu
hebben we 107 lijnen en 1200 interne
nummers. Zij kwam er in 1954 bij". Die
zij is in dit geval Diny Laduc, verant
woordelijk voor de gang van zaken bij de
tweede ploeg. Want de telefonistes van
ons hoofdkantoor werken in twee ploe
gen, van kwart voor acht tot half zes, en
overlappen elkaar nauwelijks. Ze verzor
gen niet alleen de gesprekken voor het
HK aan het Ankersmidplein, maar ook
die van het DC Zaandam, Marvelo,
kantoor Westzijde, terwijl er tevens 2
rechtstreekse lijnen met DC Tilburg
zijn.
Acht posten heeft de centrale in Zaan
dam; zes voor het inkomende telefoon
verkeer en twee voor de belletjes naar
buiten. Zestig procent van het personeel
kan rechtstreeks naar buiten bellen,
althans voor wat betreft het binnenland,
dus kan inderdaad met die twee posten
worden volstaan. Er zijn negen telefo
nistes - achtentwintig jaar de jongste -
die samen voor achtendertig man-, sorry
vrouw-uren per dag zorgen. Zestien- a
zeventienhonderd telefoontjes komen er
dagelijks binnen en daarnaast moeten
de dames zo'n zeshonderd uitgaande
gesprekken zien te regelen. En voor dat
alles zijn momenteel honderdzeven lij
nen beschikbaar.
uitbreiding
Volgens de PTT is dat te weinig. Een
uitbreiding van vijfentwintig buitenlij
nen staat dan ook op het programma
voor 1981. Vijftien voor het inkomende
verkeer, tien voor het uitgaande. Tegen
die tijd komen er honderd interne
nummers bij, terwijl het hoofdkantoor
van Ahold nu reeds twaalfhonderd tele
foonnummers telt. Logisch dat ze die in
de telefooncentrale niet allemaal uit hun
blote bol kennen. Daar hebben ze het
interne telefoonboekje voor. Er staat ook
een praktische metalen klapper-op-sta
tief naast elke stoel, waarin veel ge
draaide buitennummers, van alle filialen
bijvoorbeeld, staan.
Het heeft Ahold indertijd 1,7 miljoen
gulden gekost om deze telefooncentrale
ingericht te krijgen, en bovendien vergt
het onderhoud ook nog eens zo'n negen
tig mille per twee maanden. "Inclusief
het abonnementsgeld voor de personeels-
nummers hoor", zwakt Erna van Scher
penseel af. Ze vindt het kapitale bedra
gen.
stalen zenuwen
V
Anneke van Butson
Telefoniste zijn is anders een vak apart,
een roeping welhaast. Je moet stalen
zenuwen hebben, om het voortdurende
geknipper van al die lampjes urenlang
te kunnen aanzien. Een ander pro
bleem, zo blijkt uit de toelichting, is het
voortdurende gepraat van de andere
dames in de kamer. Toch zou een
geluidsisolerende kabine geen oplossing
betekenen, omdat er voortdurend over
en weer contact moet zijn. Dat is er
trouwens tóch al te weinig, want
doordat er op het "dashboard" maar
Lenie Schotsman