CgF^Rejaljg COgjtejgJjg QOgjtejatje CEfÜRAAL GESTELD Vrouwen en Ahold (deel 2) WINS Hoe staat Ahold tegenover het OR-werk Kerstpakketten MENSI SCH O pagina 6 Onder verantwoording van de CQR Om duidelijk te maken hoe Ahold over het OR-werk denkt heeft de RvB [Raad van Bestuur] een verklaring [Intentieverklaring op papier gezet, die in alle OR-en besproken is. De reakties van de OR-en worden binnenkort in de COR besproken. Om een ieder op de hoogte te brengen drukken wij hier de Intentieverklaring af. De leiding van Ahold stelt zich op het standpunt, dat de OR-funktie onderdeel behoort te zijn van het werk binnen de onderneming. De ondernemingsraad moet het forum zijn waar leiding en medewerkers over en weer kunnen kommuniceren over al datgene wat een effektieve werkwijze kan bevorderen. Daarom wil zij nadrukkelijk stellen dat zij uitgaat van het vertrouwen dat het groeiproces moet worden bevorderd. Daartoe zal zij naar vermogen zowel financiële middelen als tijd ter beschikking stellen voor het OR-werk. Dit met het doel om het mogelijk te maken dat medewerkers zich ook daadwerkelijk kunnen inzetten voor het OR-werk. Hiertoe dienen afspraken te worden gemaakt met betrekking tot de uitvoering van zijn werkzaamheden, zodat zoveel mogelijk belemmeringen worden opgeheven ten aanzien van hun karrière-mogelijkhe- den en hun relatie met leiding en kollegae. Dit mag zich echter nooit ontwikkelen in de richting van de volledige vrijstelling van het OR-lid. Voor het goed funktioneren van het OR-werk blijft immers een band met de werksituatie onontbeerlijk. Daarnaast dient de organisatie van het OR-werk zodanig gestalte te krijgen, dat de OR-leden in hun relatie tot de achterban en andersom goed kunnen funktioneren. Hierbij doet zich de spanning voor tussen het wenselijke en het haalbare. Zo zal in ieder geval de regionale spreiding van het personeel en het verloop - ook onder OR-leden - een gegeven zijn. Met het inachtnemen hiervan en de specifieke geaardheid van iedere ondernemingsraad zal, in passend overleg worden gezocht naar oplossingen, waarbij het duidelijk is dat variaties per ondernemingsraad mogelijk moeten worden. Voor de leiding van Ahold geldt in het algemeen, dat overleg - in welke vorm dan ook - op het ondernemingsdoel gericht moet zijn. Het mag geen doel op zichzelf worden. Daarnaast moet de leiding vanuit haar eigen bevoegheden en verantwoordelijkheden slagvaardig kunnen blijven reageren op veranderende omstandig heden. Dit wordt getoetst aan: a. een betere kwaliteit van de besluitvorming b. een grote akseptatie en naleving van de genomen besluiten. Door het inbrengen van argumenten van de medewerkers kan de kwaliteit van de besluitvorming verbeterd worden. Wanneer uitvoerenden zich mede-verantwoordelijk voelen voor het resultaat van, in of na overleg met hen, genomen besluiten, wordt de akseptatie en naleving daarvan groter. De gedachten hierover zijn tot uitdrukking gebracht in de uitgangspunten personeelbeleid en zullen verder gestalte krijgen in het kader van werkoverleg. De neerslag wordt zichtbaar in het funktioneren van de OR, waar dan niet alleen formele zaken aan de orde komen, maar ook onverplichte informatie wordt uitgewisseld, die past bij een effektieve werkwijze van de organisatie. Zo wordt een basis van vertrouwen gelegd, die het mogelijk maakt in voorkomende gevallen beslissingen te nemen, die in de OR meegedeeld worden, ook als informatie vooraf formeel nodig zou zijn. De leiding van Ahold heeft de intentie het werk van de OR in de geschetste richting te ontwikkelen en daarvan zowel in de werksituatie als bij opleidingsaktiviteiten te doen blijken, ook bij de selektie van kader zal deze opvatting een rol van betekenis spelen. De heer F. Huizingh. OR Meester Wijhe De heer G. A. Tompoh, OR Meester Wijhe De heer C. Smit, OR Verbruma Zaandam, HK 19.30 uur. Op het moment dat ik aan dit artikel begin is een aantal dames bezig met schoonmaak- werkzaamheden. Stofzuiger aan, stofzuiger uit. Een vertrouwd en vaak voorkomend beeld. Plotseling vraag ik me af of het juist is dat een man voor de tweede keer een artikel gaat schrijven dat eigenlijk door een vrouw ge schreven had moeten worden. En hierop aansluitend: "Waarom wordt er aan vrouwen gedacht als je over het schoon maken spreekt en aan mannen als je het over een bedrijfsleider hebt In het Flitsen-nummer van februari maakten wy melding van dit punt, aangedragen door de OR Vers Vleesgroep. De vragen waren: a. Wat is de mening van de diverse OR-en m.b.t. de inhoud van het pakket. b. Maak een apart pakket voor de Mohammedaanse werknemers of pas het pakket zo aan dat de Mohammedaanse werknemers zich er in kunnen vinden. In de COR-vergadering van 21 februari j.l. is dit punt aan de orde geweest. De COR kwam al snel tot de konklusie dat een dergelijk probleem wel op alle OR-en betrekking had, maar dat het beter per OR verschillend opgelost zou moeten worden. In de ene OR geldt het probleem van sherry en varkensvlees wel en in de andere OR geldt dit niet, omdat Mohammedaanse werknemers meer in het ene bedrijfson derdeel zitten dan het andere. Bij een besluit in de COR zou voor één van de twee groepen gekozen moeten worden. Inmiddels bleek dat Grootverbruik, de verzorger van de pakketten, best bereid was om op verzoek van een bepaalde werkmaatschappij hun pakketten aan te passen aan speciale wensen, desnoods voor een groep (b.v. Mohammedanen) binnen die werkmaatschappij. De COR heeft dan ook gemeend om deze vraag nu door te spelen naar elke OR en vanuit die OR via hun bedrijfsleiding kontakt op te laten nemen met Grootverbruik om de pakketten eventueel aan te laten passen. De COR-pagina's komen tot stand onder ver antwoording van de COR en vallen dus buiten de verantwoording van de redactie van Flitsen. Reacties met betrekking tot COR-Relatie dienen dus niet opgestuurd te worden naar de redactie van Flitsen, maar naar de heer J. Nijssen, secretariaat COR, Antwoordnummer 97 te Zaandam Een antwoord hierop is moeilijk te geven. Dit heeft eigenlijk met zoveel dingen te maken. Opvoeding, het gezin, het onderwijs, vriendenkring, dus alles wat onder het mom van maatschappelijk leven wordt verstaan. Het is duidelijk, dat de bedrijfsleiding, ook als zij zou willen, niet alle maatschappelijke faktoren in positieve zin kan beïnvloeden. De sexe-differentiatie, daterende uit de opvoeding in het gezin en de vorming in het onderwijs, werkt door. Jaar in, jaar uit. Ik denk niet dat de leiding bij Ahold voorkeur aan sexe geeft. Maar hoe staat het in de praktijk? In de praktijk moeten wij helaas konstateren dat wel sprake is van voorkeur. De oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat leidinggevenden niet doordrongen zijn en in elk geval niet voldoende op de hoogte zijn van hetgeen de hoogste leiding (RvB) in beginsel bij werving, aanstelling, beloning en loopbaanbegeleiding nastreeft. Dit alles in het bijzonder in relatie tot het voorkomen van verschil in behandeling van medewerkers berustend op sexe. Ik denk dat het een goede zaak zou zijn als de Raad van Bestuur zijn visie hieromtrent zou formuleren. Dit betekent overigens niet dat dan alles goed zal gaan. Dit wil ik met nadruk stellen, omdat de eerder genoemde mentaliteits- en akseptatiefaktoren (erfenis van o.a. opvoeding/onderwijs) alleen te beïnvloeden zijn door hernieuwd onderwijs en door voorlichting. Naast deze RvB-visie over gelijke kansen en gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen denk ik, dat een tweede punt aandacht verdient namelijk het methodisch bewustmaken van leidinggevenden van onbewuste vooroor delen. Naast de hoogste leiding vervult bij dit bewustmakingsproces de personeeldienst een belangrijke rol. Een derde aandachtspunt en mijns inziens een van de meest belangrijke is het openstellen van interne opleidingen, die voorheen als een mannenaangelegenheid werd beschouwd, voor ieder en tegelijkertijd de leiding te stimuleren om vrouwen meer mogelijkheden te laten benutten. De RvB heeft een jaar geleden het volgende gesteld: "Daarnaast vereist onze direkte relatie met de klant, die onze onderneming in stand houdt, dat onze medewerkers een duidelyke positieve motivatie dienen te hebben en dit uitdragen. Dit kan alleen als men erin slaagt deze medewerkers voldoende te motiveren. Het spreekt namelijk vanzelf dat iedereen (dus ook Ahold-medewerkers) in zyn gedragingen ten opzichte van anderen iets doorgeeft van de wyze waarop hij/zij zelf behandeld wordt of zich behandeld voelt." Dit lijkt mij een goed vertrekpunt om de diskussie rond de positie van de vrouw bij Ahold te starten. De heer N. J. Zo, de eerste Flitsen i was me even zweten.I te vullen als je er nel Dan staan er twee pi By het schrijven van agendapunt hoop je c aan heeft. De vraag, heeft het zii iets? komt altyd weer Flitsen openslaat. CORRELATIE is kommunikatie met e Schrijf eens COR-pagina denkt, verbeterd of verande Ik hoop met dit stulq komen. Het versturen er van U neemt een envelop COR-Sekretariaat Redaktie Flitsen Antwoordnummer 9" Zaandam. Postzegel hoeft niet. Schrijf eens a's u du OR-werk, geen automatisme In de Ahold Ovei nuari j.l., werd n van Bestuur de i die in 1977 door a dernemingsraad is de jaren 1977 t/m lengen. Derhalve zelfde winstdeling, ons liggende 3 jare De uitkering volgens geschiedt op basis van p COR, nadat de OR-en z goedgekeurd. De Centrale Ondernemin standpunt gesteld, dat bi; procenten/centen kwestif In de winstdelingsregeli wijzigingen aangebracht, op een tussentijdse m winstdelingspercentage f december van het voorafg Ook de uitkering aan gewijzigd. Deze wijziging Centrale Ondernemingsr tot kontinuering van de I Op 21 februari j.l. heeft van de Raad van Bestu kwestie door de wir bestudeerd, waarna aa uitgebracht. De Centrale beslissen of inbreng van o noodzakelijk is. Terugki dient dan echter wel te g( zorg en met informatie konsekwenties die even brengen. De ondernemingsraden

Personeelsbladen | 1980 | | pagina 6