COF|-Relatie CO^Relatie CO^Relatie
Het woord aan Jos Nijssen, de
nieuwe sekretaris van de COR
"Wat behandelt de COR en wat
behandelt de OR'
Kerstpakketten
welkom
keer
etale
weer
;en om
deling
raten
Vrouwen en Ahold
COR en RvB verdeeld over het vraagstuk:
pagina 7
roensdag 23 januari
0 de heren P. Maas
rOS]; de heer Maas
inctie, terwijl de heer
an de OR van ETOS
loudt om ook nog in
len werden uitgeluid
larnemend voorzitter
heer A.He(jn was
ezig te zijn] en F.J.
De laatste deed z(jn
1 geschenkbon.
had uitgemaakt van
rd, dat hij altijd met
g had deelgenomen:
nissen." In de COR
gen voorgedaan. De
gens verandering van
heer P. van Dijk
dienst heeft verlaten
I) die het voorzitter-
rd.
es voorzien. Nieuwe
Salverda (DC), H.
rs (AHSM Sittard).
jeten nog een COR-
is door de COR
ger van de heer R.S.
van functie - hij is op
i dienst getreden - de
Nijssen was enige
j heeft de toezegging
pma (oud-sekretaris
iir daarvan) van alle
vervulling van zijn
me heeft op dit punt
king toegezegd. De
beslissen over haar
heer Cascone werd
ntie een standpunt te
lelingsregeling. Deze
van Bestuur stelde in
ij monde van plaats
in voor de bestaande
:n. De COR voelde er
litspraak over te doen
n op terugkomen,
ring van 1 december
rincipiële discussie te
van winstdeling in
nten aan de hand van
elingscommissie
deed de regeling met
yan Bestuur voelt niet
e periode in verband
economie, mogelijke
sdeling (VAD) e.d. -
ster) met de vraag wat
bestaande regeling te
assen na de te houden
r aan, dat de kwestie
eden al speelde. De
iinstdelingscommissie
al verzameld en via de
w worden besproken,
liggende voorstel van
:n besproken. Eind
ng over zijn, maar de
wel voor de vakantie
laid.
1 februari 1980 gaat
In de COR-vergadering van 23 januari j.l.
werd ik officieel aangesteld als sekretaris
voor de COR. De eerste vraag die dan ge
steld wordt is, wil je even een stukje over je
zelf schrijven, zodat een ieder weet wie de
sekretaris is.
Jos Nijssen: Kommunikatie met achterban is van wezenlijk
belang
Nou, daar zit je dan. Schrijf maar even op. Wat moet ik nu
over me zelf vertellen. Dat ik 33 jaar ben en dat ik 9 jaar bij
Ahold werk. Dat ik sinds het begin op het hoofdkantoor zit
waar ik begon bij de Vrienden van de Goede wijn en
van daaruit ben overgestapt naar de afdeling Logistiek, en nu
werkzaam ben op de afdeling die zich bezig houdt met de
distributie van Non Food voor AHSM.
Dus afkomstig uit de ORDC (Distributie Centrum).
Ik heb het gevoel dat als men dit leest nog niemand weet wie
de sekretaris van de COR is en dat het een hele hoop mensen
eigenlijk ook niet interesseert.
Die vragen zich het nut af van zo'n COR. Die zien dat niet zo
zitten. Zo'n inspraakorgaan waar je als medewerker in het
bedrijf toch niet veel aan hebt en als je ze nodig hebt zijn ze
niet te bereiken, dan vergaderen ze.
Misschien is dat ook wel zo. Toen ik 2 jaar geleden voor het
eerst in de ORDC kwam dacht ik er precies zo over.
Alleen ben ik van mening dat wanneer je iets niet goed vindt
je daar niet alleen op moet schelden maar er ook iets aan
moet proberen te doen.
Dan kom je er achter dat het niet zo eenvoudig is als het aan
de buitenkant lijkt. Dan word je gekonfronteerd met zaken
en problemen waar je advies of instemming over moet geven.
Iets wat je nog nooit hebt gedaan.
Dan moet je nadenken over zaken en problemen. Je moet je
achterban raadplegen om tot een goed advies te komen.
Tenslotte is de OR een vertegenwoordigingsorgaan van alle
medewerkers, en het is de bedoeling dat uw stem doorklinkt
in ons advies.
Dat alleen al geeft voldoende werk en kan een OR-lid lang en
veel bezig houden.
Ik heb ik de afgelopen 2 jaar ervaren dat het laten door
klinken van uw stem (kommunikatie met de achterban) een
van de grootste problemen voor een OR is.
Als je kijkt naar de COR dan is dat probleem nog groter.
Ik hoop dat in de komende jaren hier iets aan gedaan wordt.
Als sekretaris van de COR zal ik proberen dat te stimuleren
want de wettelijke mogelijkheden zijn ons geboden, laten we
er optimaal gebruik van maken.
Vanuit de OR Vers Vleesgroep is een agendapunt
ingediend m.b.t. kerstpakketten.
Een aantal mensen was teleurgesteld in het feit dat er
geen presentje in het pakket zat.
Men vond zo'n presentje onlosmakelijk verbonden
met het kerstpakket.
Kritiek werd ook geuit op de aanwezigheid van
alcohol (sherry) en varkensvlees (ham) in het pakket.
Vooral omdat buitenlandse werknemers, die het
mohammedaanse geloof belijden, dit niet mogen
gebruiken.
De OR Vers Vleesgroep is van mening dat het pakket
zou moeten worden aangepast.
Aangezien dit een zaak van meer OR'en betreft
hebben zij aan de COR gevraagd:
a. De mening van alle OR'en te vragen over het
presentje in het kerstpakket.
b. Het verzoek te doen aan de samenstellers van het
kerstpakket een apart pakket voor mohamme
daanse werknemers te maken of een zodanig
pakket voor iedereen, waarin de mohammedaanse
werknemers zich kunnen vinden.
De COR zal met elkaar over dit punt diskussieren en
aan elk COR-lid verzoeken deze twee vragen mee naar
de OR te nemen en hun mening daar over vragen.
Denk al vast na over deze vraag, die u via uw OR-lid
kunt verwachten.
In de afgelopen eeuw en met name in de jaren zestig en
zeventig heeft de positie van de vrouw in de samenleving
stormachtige ontwikkelingen ondergaan.
Het rolpatroon waarin de gehuwde vrouw slechts tot taak
heeft voor de kinderen te zorgen en dat de man/kost
winner thuis verzorging en opvang kr(jgt, lykt zo lang
zamerhand te worden doorbroken. De vrouw maakt
duidelijk dat zjj verder wil kijken dan haar huisvrouw-neus
lang is.
Tot deze verlangens dragen verschillende faktoren bij. De
mens wordt steeds ouder, de gezinnen kleiner, de kinderen
gaan op jongere leeftijd het huis uit enz.
Scholing speelt een steeds belangrijker rol. De vrouw wordt
mondiger en zelfstandiger. Zij wil opgenomen worden in het
arbeidsproces en zie daar: het beeld van de geëmancipeerde
vrouw zoals dat in de laatste vijftien jaar is ontstaan.
In alle lagen en schakeringen van de maatschappij treedt de
vrouw met meer zelfvertrouwen en zelfbewuster naar buiten
dan ooit tevoren.
Is dit bij Ahold ook het geval?
Het is heel moeilijk om hierop een antwoord te geven doordat
informatie en gegevens er niet zijn. Wel kan worden
vastgesteld dat aan deze belangrijke groep te weinig
aandacht is besteed. Deze konklusie komt o.a. mede tot
uitdrukking in het advertentiebeleid, en aansluitend hierop
in de werving- en selektie-procedure en in de loopbaanbe
geleiding.
Dit laatste onderwerp is heel makkelijk te onderkennen als je
ziet hoeveel vrouwen leidinggevende posities binnen Ahold
bekleden.
De reële positie van de vrouw bij Ahold komt ook tot
uitdrukking in de overlegstruktuur en dus de vertegen
woordiging in ondernemingsraden. Het meest sprekende
voorbeeld is de Centrale Ondernemingsraad waar geen
vrouwen zitting in hebben.
In dit artikel ben ik vrij algemeen gebleven. Het lag ook in
mijn bedoeling.
Mijn doel is de aandacht even op deze situatie te vestigen en
eventuele reakties uit te lokken. Dit met het oog op het
voornemen van de COR om binnenkort een werkgroep op te
starten die ook de toepasselijke naam "Vrouwen en Ahold"
zal krijgen.
Hebt u hiervoor belangstelling?
Neemt u dan kontakt op met het sekretariaat COR of schrift
u aan Antwoordnummer 97, Zaandam. R. S. Cascone
Wat behandelt de COR, wat behandelt de OR? Dit vraagstuk
is in de Ahold overlegvergadering van 23 januari 1980 nog
niet tot een oplossing gekomen. De standpunten van "de
ondernemer" en van de COR bleken namelijk uiteen te
lopen.
Een werkgroep van de COR had dit vraagstuk onder de loep
genoemen, mede naar aanleiding van een opmerking van
commissaris J. van der Velden in de Overlegvergadering van
21 november 1979.
De heer Van der Velden had toen gesteld, dat naar zijn
mening zaken die meer dan één OR aangaan in de COR
zouden moeten worden behandeld. De heer A. Heijn had
daar onmiddellijk op ingehaakt door te zeggen, dat hij het
daar niet geheel mee eens was.
De werkgroep van de COR kwam met de volgende suggestie:
het is een aanvaardbaar uitgangspunt om zaken, die meer
dan één OR aangaan én waarvan de betrokken OR'en het
tevens op prijs stellen als die problematiek in COR-verband
behandeld zou kunnen worden, dat deze zaken dan wel
degelijk "des COR's" zijn.
De COR verzocht de ondernemer deze visie over te nemen,
want daardoor is het mogelijk de daarvoor in aanmerking
komende onderwerpen ook in de Ahold Overlegvergadering
te behandelen. "Dit schept meer duidelijkheid voor de
toekomst," zo werd daar aan toegevoegd. De heer G.J. Heijn
deelde mee, dat de "ondernemer" van mening is het voorstel
van de werkgroep niet over te moeten nemen. "Het zou naar
onze mening ook geen goede zaak zijn dit te doen," zo stelde
hij. "In de eerste plaats zegt de wet, dat een onderwerp in de
COR behoort te komen wanneer het de helft of meer van de
concern-ondernemingsraden aangaat. Bij Ahold zou dit
neerkomen op negen OR'en."
Een verdere overweging was, zo zei hij, dat men het werk van
de OR'en zou uithollen. Juist de OR'en vormen z.i. echter de
kern van het totale OR-werk in Ahold. Ook zou het gevaar
kunnen ontstaan, dat de COR als beroepsinstantie, wellicht
bevoogdingsorgaan, van de OR'en zou gaan functioneren.
Ook zou men in de knoop komen met het adviesrecht: als dat
in de wet aan de OR is toegekend kun je dat niet weghalen en
bij de COR leggen. Ook ontstaat er wellicht een spannings
veld in de COR als deze tussen de standpunten van meerdere
OR'en moet kiezen. De COR komt dan in een scheids-
rechtersrol, een bevoogdingsrol en dit was volgens de heer
Heijn een slechte zaak. Een pasklare oplossing voor de
behandeling van onderwerpen waar meerdere OR'en bij
betrokken zijn had hij overigens niet. Je kunt diverse kanten
op: Bijv. de OR'en bij elkaar halen of een commissie uit de
desbetreffende OR'en de zaak laten voorbereiden. Voor een
dergelijke commissie moeten dan wel de bevoegdheden goed
worden vastgesteld. De heer D. van Eik (Simon) zag het
gevaar van bevoogding niet direct. "Een onderwerp kan
alleen in de COR komen wanneer de daarbij betrokken
OR'en eenstemmig de zaak naar de COR willen verwijzen,"
betoogde hij, "Is die eenstemmigheid er niet, dan gebeurt
het ook niet."
De heer Heijn vroeg zich echter af of het toegestaan is, dat
een OR afstand doet van bij de wet toegekende rechten.
Zekerheid daarover had hij niet, maar hij twijfelde er wel
aan. Hij deed de toezegging dit nog te zullen nagaan. Een
ander punt was, dat men volgens de heer Heijn de klok terug
zou draaien van het leggen van decentrale accenten in het
concern, wanneer men de COR voor allerlei punten zou gaan
inschakelen. "En ik wens u tenslotte niet toe, dat de COR in
een scheidsrechtersrol komt, dat zou erg vervelend zijn,"
merkte hij nog op.
De heer R.S. Cascone vond, dat - daar de wet de
bevoegdheden aan de OR toekent - men dit onderwerp in de
OR'en zou moeten bespreken en daarna weer in de COR.
De heer J.Ph. Ypma (adviseur COR) verduidelijkte, dat men
eigenlijk de bedoeling heeft te komen tot een coördinatie
tussen OR'en, die bij eenzelfde onderwerp betrokken zijn."
De heer Heijn bleef van oordeel, dat de mening van de RvB
nog de beste was, met name gezien de vraag of een OR
vrijwillig afstand kan doen van wettelijke rechten. Dat wilde
hij wel eens navragen. En wat de uitlating van de heer Van
der Velden betreft: "Hij sprak niet namens de Raad van
Commissarissen, of de ondernemer, maar gaf een privé-
mening."