je COFMJelatie CENTRAAL GESTELD 9 g nv pÉ J. Ph. Ypma bij zijn afscheid: een pleidooi voor wederzijds vertrouwen Nieuwe wet, nieuwe namen iuwe en Ik OR-lid? Nee, dank u. De COR-leden wensen al de medewerkers van Ahold pret tige Kerstdagen en een Geluk kig Nieuwjaar. pagina 7 «maarden, werkover- jen en dergelijke. Ook ien afspraken moeten iktie van de O.R. niet ondernemingsraden is rgestelde wetswijzigin- :s dan op bijvoorbeeld ie maatschappij noop- i. Dit zal ongetwijfeld daar voor het zover is, uitgangspunt moeten wie wij als O.R.-leden lan. de Raad van Bestuur ans tussenliggende nivo ndelsdivisie - geleidelijk •okken funktionarissen vereist is voordat het i. n, alsmede belangrijke ir rapporteren, zal de ere eisen gaan stellen, het oog gericht moeten nemerschap bij Ahold. ■ale Ondernemingsraad het voornemen van de te gaan tot uitbreiding :den, te weten: de heer D. Vethaak, en smede irtendijk per 1 januari ze kopij is het overleg in beslissing omtrent het rden opgenomen, chterban noodzakelijk, n via de kommunikatie- de hoogte te stellen, gende Flitsen op dit Op 30 oktober heeft de heer J. Ph. Ypma formeel afscheid genomen van de Centrale Ondernemingsraad waarvan hij lange tijd sekretaris is geweest. Een reden voor de redaktie van COR-Relatie om hem een aantal algemene vragen te stel len die betrekking hebben op de OR als insti tuut en over de problematiek van het OR-lid zijn. Vraag Wat was uw eerste indruk toen u de nieuwe wettekst las? Antwoord Het feit dat er al een nieuwe wst met uitgebreider bevoegdheden voor de OR op stapel stond vóórdat de OR m.i. al voldoende was ingespeeld op de bevoegdheden die de wet van '71 hem toekent, achtte ik niet gelukkig. Mede daardoor werd de herziene wet in sterke mate bepaald buiten de bestaande OR'en om en zonder voldoende ervaring. Dit zeker bij de eerste opzet. Vraag Wat zijn volgens u de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe wet? Antwoord Niet in eerste instantie het feit dat de ondernemer geen lid meer is van de OR. Het informele bestaan van een aparte voorvergadering heeft m.i. aan de vorm niet zoveel gewijzigd. Veel meer het feit van de veel uitgebreider informatie en bevoegdheden; een ontwikkeling die zelfs verder gaat dan de OR zelf. De grote openheid werkt door in allerlei bedrijfsverhoudingen. Het adviesrecht in veel nieuwe zaken betekent dat de OR zelf meer informatie zal gaan vragen en er veel dieper op ingaat, wil hij een verantwoord advies uitbrengen. De uitbreiding van het instemmingsrecht betekent een volgende stap op weg naar meer zeggenschap, met name op die terreinen waar de OR zich thuis voelt, m.a.w. met kennis van zaken kan meepraten (en mee beslissen). Vraag Wat betekent deze wet voor de OR-leden? Antwoord Voor OR-leden betekent dit in eerste instantie een taakver zwaring. Ik zie dit in het licht van de totale maatschappij ontwikkeling, waarbij via onderwijs en vorming alle werk nemers beter voorbereid worden op zelfstandigheid, kritisch denken over de maatschappij (en hopelijk over zichzelf), waardoor ze in kunnen spelen op deze ontwikkeling. Kort gezegd: mensen worden sneller volwassen en krijgen kansen om mee te groeien met deze taakverzwaring. Vraag Acht u het risiko van vervreemding tussen ondernemingslei ding en ondememingsraadleden aanwezig? Zo ja, hoe kun je het voorkomen? Antwoord Vervreemding is er als in dit geval twee partijen bestaan waarvan de ontwikkeling niet parallel loopt. M.a.w. als een ondernemer behoudend is en blijft en OR-leden ontwikkelen zich snel, dan ontstaat vervreemding. Omgekeerd krijgen we hetzelfde effekt als OR-leden, door over alles te willen meepraten, de slagvaardigheid van de onderneming in gevaar brengen door beslissingen op te houden. Samengevat: kansen tot vervreemding zijn er voldoende maar het hoeft beslist niet. De basis voor vervreemding ligt m.i. bij gebrek aan wederzijds vertrouwen. Vertrouwen moet gekweekt worden, net zo goed als wantrouwen gekweekt kan worden. Als dit laatste gebeurt en sukses heeft zal er zeker vervreemding ontstaan. Daar zijn we zelf overigens bij en wij alle medewerkers van Ahold - kunnen dit voorkomen. Vraag Zal de nieuwe wet het kontakt met de achterban ten goede komen? Antwoord Eerlijk gezegd m.i. zeker niet direkt. Door een voorsprong in kennis en inzicht, die OR-leden op de achterban zullen moeten verwerven, zal eerder de afstand tot en het kontakt met de achterban moeilijker worden. Dat is niet leuk, maar wel een logische konsekwentie. Vraag In de nieuwe opzet krijgt de OR meer bevoegdheden en dus meer informatie. Dit betekent meer tijdbeslag. Denkt u dat het normale werk en het OR-werk nog steeds goed te kombineren zijn? Antwoord De kombinaties van het normale werk met het OR-werk is ook nu al soms moeilijk. Heeft iemand tezamen met anderen een uitvoerende taak dan is het probleem meestal wel on te lossen. Heeft iemand een koördinerende taak waarin vele lijnen samenvloeien, veel kontakten nodig zijn en relatief veel bespekingen moeten worden gevoerd, dan wordt het heel wat moeilijker. Omdat medewerkers, die een taak resp. funktie hebben van het tweede soort, voor de OR ook zeker belangrijk zijn moet per geval een oplossing gevonden worden. Alleen de richting kunnen we aangeven, nl.: - eigen taak analyseren en aan de hand daarvan bepaalde werkzaamheden overdragen; - OR-werk verdelen over meerdere (zo mogelijk alle) leden zoals dit nu gebeurt via de werkgroepen. Het vrijstellen van OR-leden is géén oplossing, omdat het kontakt met de achterban dan fundamenteel verandert. Dit was overigens ook de vraag niet! Vraag U hebt in de loop der jaren een indrukwekkende ervaring opgebouwd over het OR-werk in het algemeen. Welk advies aan de ondernemer en aan de OR-leden zoudt u willen geven m.b.t. het overleg in de OR in de nieuwe situatie? Antwoord Voor de ondernemer geldt m.i. dat niet alleen zijn opstelling t.o.v. de OR maar zijn instelling t.o.v. zijn medewerkers en de OR tijdgebonden is en mee moet groeien. Dat geldt ook voor zijn opstelling t.o.v. de maatschappij buiten de onderneming. Ahold nv is nauw betrokken bij deze ontwikkeling op allerlei manieren en zou niet meer bestaan als deze aanpassing niet voortdurend had plaats gevonden. Wel moet de ondernemer zich realiseren dat tussen het gesprek met zijn direkte medewerkers en het gesprek met de OR duidelijke verschillen in acht dienen te worden genomen. De direkte medewerkers kunnen op diverse vakgebieden de ondernemer steunen op grond van minstens gelijkwaardige kennis over de te bespreken onderwerpen. De OR beheerst de onderwerpen veel minder. De ondernemer zal daarbij dus veelal de steunverlener moeten zijn ten aanzien van vakkennis en ervaring. Dit eist van hem geduld en het vermogen zich in voor de OR begrijpelijke taal uit te drukken. In het algemeen zal dit bij Ahold geen probleem zijn. Het bespreken van de rapporten van in- en externe deskundigen zal extra aandacht vragen. OR-leden moeten m.i. - zoals ik al eerder gesteld heb - ook kritisch t.o.v. zichzelf staan. Hun wordt wel vaak kritiek leveren op anderen aangeleerd - en dat mag ook - maar het moet niet eenzijdig zijn. Evaluatie van eigen funktioneren is helemaal niet zo moeilijk waar te maken. Daarvoor zijn diverse kursussen. Het OR-lid zelf heeft er zijn leven lang (ook na en naast het OR-werk) voordeel van. Ik zou hier veel dieper op in kunnen gaan, maar dit gebeurt in feite al in de OR-kursussen en in het werk zelf, al dan niet onder de oppervlakte. OR-leden kunnen daarbij veel steun aan elkaar hebben. Deze steun richt zich dan konkreet op de eigen situatie en de eigen doelstelling. Steun van buitenaf kan uitgaan van andere doelstellingen en dan loopt het OR-lid gevaar gebruikt te worden. De COR-pagina's komen tot stand onder ver antwoording van de COR en vallen dus buiten de verantwoording van de redactie van Flitsen. Reacties met betrekking tot COR-Relatie dienen dus niet opgestuurd te worden naar de redactie van Flitsen, maar naar de heer R. S. Cascone, secretariaat COR Antwoordnummer 97 te Zaandam. Een klacht die ik bijna overal hoor is dat zo weinig mensen bereid zijn in de OR zitting te nemen. De personen in kwestie geven daarvoor allerlei redenen op maar ik denk dat de belangrijkste beweegreden is: het gevoel dat de leiding van de onderneming op dit werk neerkijkt, het eigenlijk flauwe kul vindt in vergelijking met het werk waarmee zij zelf bezig zijn. Wat ik merkwaardig vind is dat het omgekeerde zelden of nooit wordt aangetroffen, n. I. een situatie waarin de mensen het gevoel hebben dat het OR-werk waaraan zij meedoen even belangrijk is als het "andere werk", dat als vanouds "des ondernemings" is. Zeker bij het merendeel van de OR-voorzitters wordt OR-werk wel als "des ondernemings" ervaren, mede doordat zij het van nabij meemaken. Maar hoe is het met al die overige lijn- en staffunktionarissen? Vinden die het zinvol als een werknemer van zijn afdeling aan het OR-werk deelneemt of vinden ze het alleen maar lastig. Misschien kent u die reakties wel zo in de geest van: "Moet ie weer zo nodig gewichtig gaan doen?" of "Gaan kletsen en sigaren roken in plaats van te werken?" En zijn zij soms al niet, bewust of onbewust, bezig met het zoeken naar een oplossing voor de plaats van dat OR-lid in zijn afdeling. Een plaats immers die zo dikwijls onbezet is, zodat anderen met de narigheid komen te zitten? Als men het OR-werk positief ziet en daartoe is er alle reden, zal men veeleer het tegenovergestelde doen en er voor zorgen dat het OR-lid op de afdeling waar hij zijn funktie als werknemer uitoefent het gevoel krijgt dat men het op prijs stelt dat hij in de OR zit en dat men de daardoor optredende ongemakken onder ling wel zal opvangen. In dat geval zal men bij promoties e.d. niet met een boog om het OR-lid heenlopen. De OR die dan ontstaat, en alleen die ondernemings raad, kan naar mijn mening een waardevol orgaan worden voor de onderneming in al haar doelstellin gen. R.S. Cascone. Vanaf 1 september 1979 is de nieuwe Wet op de Ondernemingsraden in werking getreden. Voor de Centrale Ondernemingsraad betekent dit o.a. dat twee verschillende soorten vergaderingen belegd zullen worden, namelijk: de COR-vergaderingen (alleen gekozen leden) de Ahold Overlegvergaderingen (COR en bestuurder tesamen) De verslagen van de Ahold Overlegvergaderingen zult u op de COR pagina's blijven aantreffen. Omtrent de verslagen van de Centrale Ondernemingsraad vergaderingen zal de COR zich intern nader beraden, maar we hopen vóór 1 mei met een definitief voorstel te komen. "Zeg COR-collega, ik heb zoveel moeite met alle afkortingen binnen dit concern. Kun jij mij misschien vertellen van AH betekent.

Personeelsbladen | 1979 | | pagina 7