elatie COF^Relatie COgjjJelatje
et de Werkgroep "Funktioneren
e Ondernemingsraad (COR)
noet in COR aan zijn
en komen
Presentatie halfjaarcijfers
Rondvraag overleg
vergadering
N "VOORVERGADERING"
pagina 7
[kgroep op dit moment onder
(togen die plaats vinden als
je ondernemingsraden.
van kracht geworden. Wy
intensief bezig met het
{Ondernemingsraad onder de
ingvan de ondernemingsraden
haar leden een veel grotere
,de COR een eerste aanzet
in werkgroepen, die met of
o uitwerken en initiatieven
muit de achterban of COR-
iep bezig met het samenstellen
itrale Ondernemingsraad,
n het Bureau Ondememings-
j de beschikking over voor-
en van het FNV.
rug op het oude COR-regle-
naast de wet op de ondeme-
j in overeenstemming met de
an de COR.
dat dit reglement niet de
geit. Deze staan in de wet.
verdere aktiviteiten
Naast de samenstelling van het reglement dienen wij ons ook
te buigen over afspraken die er met de Raad van Bestuur
gemaakt moeten worden.
a) over de gang van zaken bij de overlegvergadering; (met
overlegvergadering wordt bedoeld het overleg dat plaats
vindt tussen de COR en de Ondernemingsleiding)
b) over het aantal uren per jaar voor beraad van de COR;
c) toekenning van een budget;
d) afspraken over het aantal dagen dat de COR kan besteden
aan scholing en vorming.
Naast dit aktuele onderwerp houdt de werkgroep zich nog
met vele andere zaken bezig die niet alle te maken hebben
met het funktioneren van de COR, maar ook de OR-en en
haar achterban raken.
De relatie en kommunikatie van de COR met de OR-en en
haar achterban is wel een van de belangrijkste onderwerpen
waar wij ons mee bezig houden.
De ontwikkeling hiervan zit nog in een beginstadium en het
zal nog heel wat tijd vergen om tot een goede kommunikatie
met onze achterban te komen.
Deskundigen zijn het er over eens dat dit één van de
moeilijkste taken is van OR- en COR-leden. Een eerste
aanzet hopen wij gegeven te hebben door het vullen
van twee pagina's in Flitsen.
Onze zorg is nu, om via de pagina's onze achterban op de
hoogte te houden van datgene waarmee de COR bezig is en
op de hoogte te houden van de meningsvorming in de COR.
ïigen standpunt
lis voorzitter van de voorvergadering bleef
le heer Petra toch ook lid van de COR, met
ilzijn persoonlijke meningen en gedachten.
'Dat is zo. Ik heb wel eens het verwijt
jehad dat ik bij sommige onderwerpen
eveel mijn eigen standpunt inbracht, dat
erwijt zal dan wel terecht zijn geweest. Het
s ook moeilijk om van aktief lid naar een
oorzittersstoel over te stappen. Maar ik
leb wel de gewoonte om een vergadering
en dag later voor mezelf nog eens de revu
e laten passeren.Waar ik denk dat het mis
s gegaan neem .ik me voor het een volgende
;eer anders - en hopelijk beter - te doen."
)e heer Petra meent, dat het in gevallen
raarin een voorzitter sterk bij het onder
werp is betrokken, aanbeveling verdient
ijdelijk van voorzitter te wisselen. De
'echte" voorzitter kan dan als lid meepra-
en. "Van die mogelijkheid hebben we
nisschien te weinig gebruik gemaakt. ;t is
let is een leerproces".
^ren. Dat woord komt meermalen terug,
let leren van vergader- en discussietech-
ïiek op diverse cursussen, maar vooral ook
n de praktijk: "Je moet er erg attent op zijn
rie mee wil praten en dat in de juiste
'olgorde laten doen. Ik vind dat wel
>elangrijk voor de goede sfeer."
stijgende lijn
loewel Frans Petra nog niet zo lang
neeloop tin het (QOR-werk meent hij toch
vel te kunnen stellen, dat het peil van de
'ergaderingen in stijgende lijn is. "De club
n de COR lijkt me wat hechter dan in het
'erleden wel eens het geval is geweest,"
nerkt hij op. "Bovendien is het opstarten
'an de werkgroepen voor de voorbereiding
'an een aantal onderwerpen een geweldige
'ooruitgang. Een COR-lid hoeft niet meer
illes zelf te bekijken, maar kan een deel aan
de werkgroepen overlaten. Bovendien kan
en mag men ook meer gebruik maken van
aanwezige deskundigheid, zowel binnen als
buiten Ahold." Een toch wel aanwezig
probleem voor veel OR- en COR-leden is de
tijd die voor een en ander nodig is. Frans
Petra stelt echter met nadruk "dat gelukkig
bij Ahold op dit punt veel mogelijk is."
Hem zijn geen gevallen bekend van gemiste
promoties, omdat iemand door OR-werk
minder tijd aan zijn dagtaak kon besteden.
Wel is hij ervan overtuigd, dat sommige
mensen afzien van een kandidatuur uit
vrees dat het teveel tijd gaat kosten.
bevoegdheden
Wanneer hij zijn visie geeft op de verdere
ontwikkeling van het OR-werk in zijn
algemeenheid, dan gelooft hij dat het niet
meer is weg te denken uit de bedrijfsvoe
ring. "Er zijn nu meer bevoegdheden
toegekend. Daar moet gebruik van worden
gemaakt. En dan kan het wel eens voorko
men, dat men het onderling niet eens is.
Denk maar eens aan kwesties van centen/
procenten bij de winstverdeling e.d. De
mensen zijn en blijven verschillend, naar
aard, naar opleiding, naar achtergrond,
naar functie. Maar iedereen moet aan het
woord kunnen komen. Het onderling over
leg moet niet ondergeschikt worden ge
maakt aan de besluitvorming in een strak
vergaderschema
En zijn laatste stelling: "Het werk staat of
valt met goede en eerlijke informatie, zowel
vanuit de achterban als van boven af. Deze
informatieverschaffing beweegt zich de
laatste jaren in een stijgende lijn bij Ahold,
maar is nog niet het maximale. Als OR
lid wil je voldoende en tijdig geïnformeerd
worden en wat noem je dan tijdig.
We zijn naar mijn mening op de goede weg,
'n weg naar volwassenheid."
funktioneren COR-leden
Het COR-lidmaatschap kan niet beperkt blijven tot het
oppervlakkig meepraten over de aan de orde zijnde
onderwerpen.
Van OR-en en COR-leden wordt verwacht dat zij de te
behandelen onderwerpen onderzoeken en zonodig diepgaand
bediskussiëren.
Daarvoor is het nodig dat de leden, willen zij meer kennis
vergaren, deelnemen aan opleidingen en vormingskursussen
voor OR-leden.
Dit houdt niet in dat de leden dan een paar dagen, of een
week, "op vakantie gaan", zoals door veel kollega's gezegd
wordt, maar dat zij bezig zijn over o.a. wetskennis,
vergaderoefeningen, hoe de achterban benaderen, kennis
vergaren over organisatie en financiën en noem nog maar een
aantal voor het funktioneren van de leden belangrijke zaken
op.
Opleiding en vorming dragen bij tot een beter funktioneren
van de COR en daarom zal ook elk jaar door ons een keuze,
in overleg met de leden, gemaakt dienen te worden welke
onderdelen van opleiding of vorming wij moeten volgen.
Een andere taak van onze werkgroep is voorbereidingen te
treffen voor COR-verkiezingen. Daaronder valt ook de
indeling van de vaste kommissies. Voorlopig houden wij ons
met de verkiezing niet aktief bezig omdat de COR nog
bijna 2 jaar voor de boeg heeft. Wel zijn wij aan het
onderzoeken wat de voor- en nadelen van getrapte verkiezin
gen voor de COR zijn.
Getrapte verkiezingen houden in dat er maar een gedeelte
van de COR-leden zou moeten aftreden, in tegenstelüng tot
nu, waar de gehele COR aftreedt. Te zijner tijd zal in de
COR en in deze rubriek nog aandacht aan dit onderwerp
besteed worden.
Op 30 mei heeft de COR het besluit genomen om
werkgroepen te gaan instellen en in de vorige Flitsen is dit
aan de orde geweest.
Met het instellen van werkgroepen alleen kom je er niet, het
belangrijkste is deze in hun funktioneren te begeleiden en te
koördineren. Knelpunten komen vroegtijdig naar boven en
er kan dan meteeen gewerkt worden aan een oplossing.
geen gemakkelijke taak
De werkgroep "Funktioneren COR" heeft geen gemakkelij
ke taak, maar deze is wel afwisselend, aangezien er telkens
nieuwe zaken zijn die het funktioneren van de COR en het
OR-gebeuren raken.
Wij denken hierbij aan de diskussie die in de COR gevoerd is
over de groepsondememingsraden, die in het licht van de
nieuwe wet ongetwijfeld weer aktueel zal worden.
Onze werkgroep is met haar taak begonnen. Volgend jaar
gaan wij bekijken wat er van onze taakstelling en
funktioneren terecht is gekomen.
We gaan er van uit dat positieve resultaten niet uit zullen
blijven.
Werkgroep "Funktioneren COR".
De Werkgroep Arbeidsvoorwaarden van de COR is nog niet
gereed met het definitieve voorstel betreffende de viering van
de zakenjubilea. Voordat een en ander in de overlegverga
dering wordt gebracht zal nog de mening van de onderschei
dene ondernemingsraden worden gevraagd.
De heer Heijn had tot zijn genoegen gezien, dat de uitreiking
van medaille en diploma van de Nederlandse Maatschappij
voor Nijverheid en Handel gehandhaafd zal blijven, want
dat was in de laatste "normale" COR-vergadering besloten.
Ook commissaris K. Fibbe, in de overlegvergadering van
woensdag 19 september aanwezig, was daar verheugd over:
hij is namelijk landelijk voorzitter van "de Maatschappij".
De heer F.J. Petra wees er wel op, dat de werkgroep van de
COR wel graag zou zien, dat diploma en medaille met een
meer persoonlijk tintje zullen worden overhandigd.
In een brief aan de heer A. Heijn in zijn kwaliteit als
President van de Raad van Bestuur van Ahold nv heeft del
Centrale Ondernemingsraad (COR) zijn bezorgdheid uitge
sproken n.a.v. het aanstaaftde vertrek van enkele mensen uit
de top van de Detailhandelsgroep en van een lid van de Raad
van Bestuur.
De heer Heijn deelde mee, dat er geen aanleiding is tot
ongerustheid. De heer Scholte is afgekeurd voor zijn
functie, wat zowel voor hem persoonlijk als voor het bedrijf
zeer te betreuren is. Het is een man met een veelzijdige
ervaring, die niet gemakkelijk is te vervangen. De heer
Stoelenga heeft een fraaie positie aangeboden gekregen bij
Hagemeijer. In de vacature zal worden voorzien. Het vertrek
van de heer D. Vethaak uit de Raad van Bestuur is het gevolg
van zijn leeftijd.
De bewuste brief kwam ter sprake in de eerste Ahold-over-
legvergadering. Deze werd bijgewoond als gaste door mej.
M. Rozenmeijer, studente aan de Sociale Academie, in het
kader van haar stageperiode.
By een geiykbiyvend winstbedrag van Ahold zal de
winstuitkering in procenten van het periodesalaris enigszins
teruglopen. Dit vertelde drs. L. Coren woensdag 19
september in de AJiold-overlegvergadering by de presentatie
van de halfjaarcyfers. De verwachting van de Raad van
Bestuur is, dat de nettowinst over geheel 1979 niet veel zal
afwyken van die van 1978.
De heer Coren zette uiteen, dat twee factoren werken in de
richting van een verlaging van het winstdelingspercentage. In
de eerste plaats is het in de onderneming werkzame eigen
vermogen hoger dan een jaar geleden, waardoor ook de
vergoeding voor het gebruik van dat eigen vermogen - zulks
ingevolge de bepalingen van de winstdelingsregeling - hoger
uitvalt. Daarnaast zijn de salarissen hoger dan een jaar
geleden en dan komt men bij een gelijkblijvend bedrag ook
op een lager percentage uit. Dan is er dit keer nog een derde
factor: de winstdeling heeft alleen betrekking op de in
Nederland gemaakte winst en die is lager uitgevallen.
Overigens is pas bij de afsluiting van het boekjaar te
berekenen hoe een en ander er precies komt uit te zien.
Uit de toelichting op de cijfers bleek, dat de prijsstijging van
het assortiment mede door de sterke concurrentie zeer
beperkt is gebleven (in kruidenierswaren 1,7%). In hoeveel
heden is het marktaandeel op peil gebleven.
De heer A.J. Plagge (AHSM) wilde weten of Ahold niet op
dezelfde wijze als bijv. postorderbedrijven tot kredietverle
ning aan de klant kon overgaan. De heer Coren zag hier niet
veel in, het is een kostbare zaak. Commissaris K. Fibbe, die
met mede-commissaris mr. G. van 't Hull in deze
vergadering aanwezig was, stelde, dat de kredietverlening in
het postorderbedrijf in hoofdzaak betrekking heeft op
artikelen die geen service nodig hebben. Anders blijf je er
met service achteraan lopen tot de laatste termijn betaald is.
Voorts moetje er op bedacht zijn, dat dergelijke kredietverle
ning "als kool" groeit, met alle gevolgen voor de registratie.
"Je hebt er een heel apparaat voor nodig, het is een
gigantisch en kostbaar karwei."
De heer Heijn herinnerde er aan, dat dezelfde punten aan de
orde waren geweest bij de ontwikkeling van de PMC. "We
vonden het toen niet tot onze taak behoren en we blijven er
daarom liever van af," zei hij. De heer P. van Dijk
(Restaurants) meende, dat men er in de restaurants via de
"credit-cards" toch wel enigszins aan meedoet. De heer
Fibbe was van mening dat dit wel klopt maar geschiedt op
beperkte schaal: de organisaties die op grote schaal met
credit-cards werken doen dit om enige tijd over (grote)gelds-
bedragen te kunnen beschikken om ze te kunnen uitlenen.
Wie credit-cards gebruikt moet dan ook een deposito
storten.
De heer J.W.M. Nijssen (DO had graag alle door de heer
Coren verstrekte detailcijfers op papier voor bespreking in de
Commissie Financieel-Economisch Beleid van de COR. "Dat
zou ik graag doen," aldus de heer Heijn," Maar ik mag
bepaalde groepen mensen volgens de voorschriften van de
Vereniging voor de Effectenhandel niet méér cijfers verstrek
ken dan wij naar buiten publiceren." Een en ander heeft
echter wel de aandacht en zal nader besproken worden.