ZOMAAR LiVANDEI
678 FILIALEN
pagina 12
FLITSEN
'Ik word al ziek als ik naar een vergadering moet.
Stilzitten kan ik niet. Hier is het elke dag anders. Het
contact met de mensen is het belangrijkste. Je hebt er als
bedrijfsleider niet echt de tijd voor, maar je maakt je effe
los. Ik ben een echte kruidenier". De heer M. J. Hesper
voelt zich in de kleine, maar kraakheldere Simon
Zelfbediening aan de Rotterdamse Schieweg prima op
zijn plaats. Hij heeft z 'n stad nooit willen verlaten.
bevoorraden. Zijn militaire dienst
bracht hij door in Indonesië. In het
gewone leven keerde hij terug met
een vakdiploma en een
middenstandsdiploma. Hij nam de
zorg voor zijn moeder op zich en
werd tweede verkoper in een filiaal
van Simon de Wit. Driejaar later
kon hij zich waarmaken als
waarnemend bedrijfsleider. "In die
tijd moest je een borgsom van
500,- storten en minstens drie
De vrachtbrief heet 'schipperslijst"
en de chauffeur van de vrachtauto
"schipper". Een benaming, die nog
stamt uit de tijd, waarin de artikelen
met de boot kwamen. Als de
winkelvoorraad gebracht is, staat de
stoep voor de winkel vol met pakken
en dozen. "Het is klein werk", zegt
de heer Hesper, "en dat is wel eens
benauwend". In razende vaart
worden de spullen uitgepakt en in de
winkel gelegd. Opslagruimte is er
nauwelijks. Een keukentje doet
dienst als kantoor en
personeelskantine. Aan de
keukentafel praten we over het vak.
Uit alles blijkt, dat bij de heer
Hesper het sociaal contact op de
voorgrond staat. "Het is hier zuiver
een buurtwinkel. Ik praat graag met
de mensen. Ér wonen veel bejaarden,
als er problemen zijn babbel je even
en ze gaan weer opgewekt de deur
uit. Als echte kruidenier houd je van
het gesproken woord. Ik mag graag
nog eens achter de kassa zitten. Als
er iemand ziek is, vervang ik hem
zelf, ik help in alles mee. Zelfs het
schoonmaken van de winkel is me
niet te min. Doordatje zoveel in de
winkel bent, houd je het contact
goed, ook met je personeel".
Bedrijfsleider Hesper
Als veertienjarige begon hij te
werken. Eerst als brood- en
banketbakker. "Daar werd ik zo
bleek en mager van", zegt hij. Later
kwam hij terecht in de zuivelwinkel
van z'n tante en na arbeidsdienst in
de oorlog vond hij een baan bij een
kruidenierswinkel van Zijlstra.
Stroop scheppen, bonen wegen,
goederen van de boot halen en soms
met een scheepje grote zeeschepen
geweest ben, weet ik niet". Veel
jongeren hebben onder de hoede van
de heer Hesper de praktijk van het
vak opgedaan. Verschillenden zijn
bedrijfsleider geworden. Lichtelijk
verontwaardigd zegt hij, dat sommige
jongere bedrijfsleiders niet eens de
prijzen van hun artikelen kennen:
"Terwijl dat een eerste vereiste is".
Het opleiden van jongeren, vooral de
jongens, voelt hij als een plicht. "Ik
probeer ze zoveel mogelijk te
stimuleren en een zekere geest mee te
geven. "De meeste meisjes trouwen.
We zullen ze maar mee balansen,
denk ik altijd. Ze horen er bij".
De Simon Zelfbediening aan de
Schieweg heeft drie vaste
personeelsleden en twee part-time
caissières. Ze zijn unaniem van
mening dat het bij de heer Hesper
gezellig werken is.
M. J. Hespcr
goede balansen draaien voordatje
chef werd. Het was hard werken in
die tijd. We maakten lange dagen."
Als bedrijfsleider werd hij
geconfronteerd met het trendmatig
verdwijnen van de buurtwinkels. Hij
maakte het aan den lijve mee.
Maar ondertussen floreert de Simon
aan de Schieweg, hoewel er weinig
kans is op een verbouwing, die voor
meer ruimte zorgt. Sinds de heer
Hesper in '76 naar de Schieweg
kwam, is de omzet verdubbeld. De
balanstekorten zijn verdwenen. De
sfeer onder het personeel is optimaal
en de klanten komen graag. De heer
Hesper veronderstelt, dat het juist
het sociale contact is, waardoor de
omzet met sprongeivomhoog ging.
"Ik heb 22 jaar voor mijn moeder
gezorgd. Ze had een moeilijk leven
achter de rug en was erg nerveus.
Daardoor heb ik geleerd naar
problemen te luisteren. Mijn moeder
is een aantal jaren geleden gestorven.
Ik ben niet getrouwd, ik heb er dus
wat meer tijd voor. Dat geldt ook
voor het personeel. Ik sta naast m'n
mensen, alleen als het nodig is, klim
ik er boven. Daardoor hoor je veel
meer. Als ze eens obstinaat zijn,
begrijp je dat. Die menselijkheid
moet er zijn, vind ik".
Terwijl we zo aan de keukentafel
babbelen is er voor ieder, die binnen
loopt, vrachtrijder of caissière, een
vriendelijk woord of een grapje.
"Soms bestempelen ze me als een
moeilijke figuur, hoor", zegt de heer
Hesper. "Hoewel ik de laatste tijd
complimenten krijg dat ik ten goede
ben veranderd, wat ik ten kwade dan
Links Tonny Kinnegin met Marja Man-
naart bemannen de kassa's.
René de Bruin
René de Bruin is er het langst. Vier
jaar geleden kreeg hij de balen van
de detailhandelsschool. Van de ene
week op de andere was hij er weg. De
Simon Zelfbediening kon hem goed
gebruiken. Hij was er een halfjaar
eerder dan z'n huidige baas. René is
opperheer van het 'zuivelmeubel', de
bestellingen lopen via hem. Als de
bedrijfsleider een vrije dag heeft,
neemt René zijn taak over. Hij heeft
kortgeleden het C.O.L.-examen
gedaan, maar is jammer genoeg
gezakt. "Ik heb er niet hard genoeg
aan getrokken", zegt hij. Hij denkt
nu over de assistentencursus. Als hij
de kans krijgt, wil hij weieens naar
een andere winkel. Haast heeft hij
niet, want aan de Schieweg is het
"jovel". "Je kan hier goed met
Wanten omgaan, dat vindt de chef
ook belangrijk. Het moet
harmonieus verlopen en dat doet het
gelukkig ook"! Bij zijn collega's staat
hij bekend als de clown. De hele dag
maakt hij grapjes en geintjes.
Ondertussen werkt hij wel hard door.
Zelf zegt hij: "Ik was de clown. Ik ga
nu wel aan de toekomst denken.
Maar een geintje moetje wel kunnen
maken. Dat kan ook als je het maar
bij de juiste mensen doet. We
kunnen hier wel lachen".
Peter Lammering
Peter Lammering vormt samen met
René een paar apart. Wat grappen
en grollen betreft, zijn ze tegen
elkaar opgewassen. Ze zijn de jolige
noot in dit opgewekte bedrijf. Peter
haalde zijn MAVO-diploma en zocht
een beetje leuke baan. Eerst voer hij
op een bunkerboot in de
Rotterdamse haven. Dat was erg vies
werk. Daarna probeerde hij het op
kantoor en kwam uiteindelijk bij een
supermarkt terecht. Hij deed daar de
groente- en vleesafdeling. Hij heeft
zijn militaire dienst erop zitten.
Vanaf januari werkt hij bij Simon.
Als je hem vraagt wat hij doet, zegt
hij: "Ik doe van alles. Ik ben een
soort klussiesman; winkel bij
houden, een beetje administratie en
zo". De groenteafdeling valt onder
zijn beheer. "Maar het is voor mij
niet blijvend". Hij zoekt naar iets,
waar hij meer eigen baas is.
Misschien meldt hij zich aan voor de
politie, of misschien gaat hij wel de
cursus vervangende bedrijfsleiding
doen. "Na school wachtje tot je
René de Bruin links, en Peter Lammering
amuseren zich kennelijk kostelijk.
diensttijd en daarna weetje het nog
niet". In ieder geval wil hij meer
verantwoordelijkheid. In zijn vrije
tijd is hij een fervent tennisspeler.
Tonny Kinnegin
Tonny Kinnegin werkt sinds een jaar
als caissière. Ze is direct van de
huishoudschool in de Schieweg
terecht gekomen. Naast het werk aan
de kassa helpt ze ook met uitpakken.
Prijzen doen we niet", zegt ze. "We
hebben omstreeks de duizend artike
len en die doen we uit ons hoofd. De
aanbiedingen weet ik zo. Ik hoef 't
maar één keer langs te krijgen! Ze is
van plan om het kassadiploma te
gaan halen, maar daarvoor moet ze
nog een keer naar de info-dag. In het
begin van het jaar is ze er al een keer
geweest.
Ze heeft het best naar haar zin. De
meeste klanten zijn ook erg aardig.
"Het zijn veel oude mensen.
Sommigen komen elke dag een paar
keer, want ze kunnen niet alles
tegelijk dragen". Over haar collega's
is ze dik tevreden. "D'r is altijd lol.
Sinds ik hier ben, heb ik de hele dag
pijn in mijn mond van het lachen".
Marja Mannaart
Maija Mannaart is één van de twee
part:timers. Ze werkt elke dag van
tien tot half vijf. Daarnaast doet ze
het huishouden. Bij Simon zit ze
achter de kassa en helpt met
uitpakken. Ze had al driejaar met
plezier bij Simon gewerkt, toen er
een collega kwam-met wie ze niet
goed kon opschieten. Een jaar lang
werkte ze voor een uitzendbureau. In
die tijd vertrok de collega en "de
chef" vroeg of ze weer terug wilde
komen. Ze is er wat blij mee. "Ze zijn
allemaal zo vriendelijk hier", vindt