Drs. L. Coren licht jaarcijfers 1978 toe O Uit de COR Ahold stort f 2,1 miljoen voor VUT-regeling Sluiting Jobby-vestigingen ter discussie Vervroeging winkelsluiting beïnvloedt cadeaubonnen- regeling Miro flitsen Interne vakatures Buitenlandse aktiviteiten Mejuffrouw Childs afgetreden Pagina 2 FLITSEN Ten tyde van de COR-vergadering op woensdag 30 mei j.I. had de OR Miro noe geen advies uitgebracht over het voornemen van de leiding om de Jobby-vestigingen |doe-het-/.elf-sector| te sluiten. Het advies van de bonden was wel binnen. Het oordeel was niet positief ten aanzien van een sluiting. Door tijdnood had de heer drs. L. Coren in de vergadering van de Centrale Ondernemingsraad op woensdag 18 april 1979 niet de gehele presentatie van het jaarverslag kunnen afwerken. Het vervolg kreeg de COR op woensdag 30 mei j.I. voorgeschoteld. In de COR was wel enige teleurstelling over het feit, dat er dit keer geen commissarissen bü aanwezig waren. Dit is wel voorgeschreven voor de behandeling van jaarstukken. Naar aanleiding van een vraag in de vorige vergadering stelt de voorzitter in de COR-vergadering op 30 mei j.I.: Uitgangspunt is bekendmaking van een vakature in alle groepen en bedrijven waar in belangstelling voor de open plaats kan bestaan. Af en toe zal dit wel eens mis gaan. Hij voegde er aan toe, dat de instelling van een "vakaturebank" voor alle vestigingen veel tijd en man kracht zou vergen. Toch wil men wel eens bekijken of er in die richting wat te doen is. Dat zal dan in de COR worden behan deld. De heer P. van Dijk vroeg of vakatures ook gemeld moeten worden en of er sancties zijn wanneer dit niet gebeurt. De heer Heijn wist dit niet. In elk geval is het wel zo dat wanneer iemand zich constant niet aan de spel regels houdt, hij wel op het matje geroepen zal worden. Ahold stort dit jaar ingevolge de afspraken met de vakbonden ongeveer 2.1 mifjoen in een "pot" voor de aanvullingsregelingen [suppletie-regelingen] by vervroegde uittreding [VUT] en gedeeltelijke uittreding. De afspraken betreffen die personeelsgroepen, waarvoor Ahold rechtstreeks met deze bonden overlegt. Binnen het concern gelden daarnaast VUT-regelingen van diverse CAO's van b.v. de voedingsbonden. De storting gebeurt aan de hand van een bepaald percentage van de loonsom. De heer A. Heijn, voorzitter van de COR, had hier overigens wel een verkla ring voor. Omdat het een vervolg was van de toelichting op de jaarstukken in de vorige vergadering is aan dit punt geen aandacht geschonken. Ook de gekozen COR-leden hebben noch in de vorige vergadering noch bij de agende ring hierbij stilgestaan. Hij hoopte dat volgend jaar een behandeling in twee etappes niet nodig zou zijn. De heer Coren ging in zijn toelichting uitvoerig in op de ontwikkeling van het concernresultaat. Hij toonde een aantal cijfers, waaruit de arbeidsproduktiviteit (liever sprak hij over loonproduktiviteit) bij Ahold naar voren kwam. Er bleek een daling in te zitten en men is momenteel bezig deze te analyseren. Wanneer men daarmee klaar is zal het resultaat eerst in de Raad van Bestuur worden besproken en daarna bij de directies van de werkmaatschappijen. Het leek de heer Heijn zinvol dit ook in de COR te doen. De heer Coren had zich bij de presenta tie van lichtbeelden laten ontvallen, dat het "plaatje" van de toekomst er niet bij was. De heer C.R. Koom haakte er prompt op in. "Ik mis het plaatje dat we niet gezien hebben!" De heer Heijn wilde er graag wat over zeggen, maar merkte wel op, dat er geen bijzondere dingen die men niet zou mogen weten op dat plaatje hadden gestaan. "Het gaat om het behoud en versterking van onze concurrentiepositie in Nederland, uitbouw van CadaDia (eventueel in de discount-sector) met eigen DC voor het kunnen bereiken van inkoopvoordelen, opening dit jaar van 10 supermarkten bij Bi-Lo, verbetering resultaten restaurants in Nederland en België, verbeteren van de resultaten in sectoren waarin deze achterblijven, in vesteringen in produktiebedrijven", zo deelde de COR-voorzitter mee. De heer C. Schoon wees nog op ontwik kelingen in Zaandam, waar een ander concern plannen heeft voor een ZB-wa- renhuis. Ahold wilde al jaren geleden in de Zaanstreek een Miro openen, maar die was er nog steeds niet. "Wij hebben de gemeente inmiddels wel aan onze vroegere gesprokken over een Miro herinnerd," vertelde de heer Heijn. De heer Schoon had ook opgemerkt, dat "concurrenten" bezig zijn met o.a. kleinschalige warenhuizen. "Hoe zit dat bij Ahold?" De heer A. Heijn: "Wij zijn bezig te bekijken welke andere detailhandelsvor men mogelijk iets voor ons zijn". Uit de woorden van de heer Coren viel nog op te maken, dat Ahold het als concern in vergelijking met soortgelijke ondernemingen in Nederland en andere landen zeker niet slecht doet. "Enkele doen het beter en dat betekent, dat er voor ons nog iets na te streven is," vond hij. De regeling is aangegaan voor een periode tot 31 december 1982, aldus de heer P.J. van Dun, direkteur Personeels zaken. Naar zijn mening zal dit bedrag wel zo ongeveer voldoende zijn om alle aanspraken op suppletieregelingen te kunnen betalen. Overigens weet men niet precies hoeveel mensen van de regeling VUT gebruik zullen maken. Naarmate dit er meer zijn komt het moment naderbij, zo merkte de heer Van Dun in de COR-vergadering van 30 mei j.I. op, dat van de mensen ook een eigen bijdrage wordt gevraagd. Anders komt men er financieel niet mee uit. De leeftijd waarop VUT mogelijk is heeft men op 62 jaar gesteld. Wanneer er afspraken zijn voor eerdere pensio nering (voor een aantal bedrijfsleiders geldt nog de leeftijf van 60 jaar) dan is VUT niet van toepassing. De heer Van Dun deelde ook mee, dat de personeelsfunctionarissen in de be trokken bedrijfsonderdelen volledig op de hoogte zijn van de VUT-regeling. Zij kunnen derhalve ook informatie ver schaffen. Voor de personeelsleden, die qua leeftijd in aanmerking komen voor deze regelingen, zullen voorlichtingsbij eenkomsten worden gehouden. Hij wees er met nadruk op, dat de VUT is overeengekomen met de vakbonden bij de CAO-onderhandelingen. De COR heeft in deze geen bevoegdheden. Het is te verwachten, dat het aantal mensen dat van de mogelijkheid tot vervroegde uittreding gebruik maakt, geleidelijk zal stijgen. Een ervaringsge geven bij andere bedrijven is, dat in het eerste jaar bijna de helft van de daarvoor in aanmerking komende personen ook inderdaad van de VUT-regeling gebruik maakt. In het tweedejaar zou dit ruim de helft zijn en daarna nog oplopen tot 70 - 80%. "Het hangt o.m. af van de voorwaarden waarop VUT kan geschieden", dacht de heer Van Dun. De heer R.S. Cascone wilde weten of er ook controle was op de bepaling, dat men niet bij anderen gaat werken. De bedoeling van VUT is het vrijmaken van een arbeidsplaats voor een jongere en dat gebeurt dan niet. De heer Van Dun vertelde, dat de wijze van controle ook overeengekomen is met de dienstenbon den. Een waterdicht systeem is niet te vinden. Derhalve zal er een stuk ver trouwen moeten zijn. Volstaan zal wor den om jaarlijks een verklaring door betrokkenen te laten invullen. Misbruik kan leiden tot uitsluiting van de rege ling. De heer Van der Tuin (PZ-afdeling) verwachtte, dat in het eerste jaar plm. 46 mensen vervroegd zouden kunnen uit treden. Elk volgend jaar zal dit aantal met 15 - 10 stijgen. Precies is dit niet te zeggen. De status van degene die vervroegd is uitgetreden komt overeen met die van een gepensioneerde. Hij heeft dezelfde rechten en eventuele plichten als een gepensioneerde. De vervroeging van de winkelsluiting op zaterdagmiddag betekent, dat nieuw aan te stellen zaterdaghulpen b(j de Miro niet meer in aanmerking komen voor cadeaubonnen van 12,--, maar slechts voor bonnen van 6,--. [Inmid dels respectievelijk 14,- en 7,-]. De grens ligt bü 32 uur per periode en daar komen deze zaterdaghulpen niet meer aan toe. Aan oude rechten wordt niet getornd, zodat degenen die al in dienst waren en een cadeaubon van 12,- (inmiddels f 14,--) ontvingen deze nog steeds krij gen, ondanks de verkorting van de werk week. Dit betekent echter wel, dat twee hulpen die hetzelfde werk doen een verschillend bedrag aan cadeaubonnen kunnen krijgen. Dat hangt af van de datum van indiensttreding (voor of na de Dit deelde de heer Heijn in genoemde bijeenkomst van de COR mee. Op een vraag van de heer Chr. van Dongen stelde hij. dat de sluiting van Jobby formeel geen zaak is van de COR, maar dat hij er geen bezwaar tegen had er toch informatief over te praten. De heer Chr. van Dongen stelde, dat feitelijk iedereen er al van overtuigd is dat de sluiting doorgaat, zonder dat de nodige adviezen zijn uitgebracht. Dat kwam bij hem wat vreemd over. De heer Heijn verduidelijkte, dat het niet gewenst is bepaalde ontwikkelingen lang geheim te houden. Dan komt er vaak toch iets in de krant. Het is dan beter zelf tijdig een bericht te laten uitgaan en daarin precies te zetten wat er aan de hand is. Dan voorkomt men indianenverhalen" In november 1978 heeft de COR hierover een rapport voorgelegd aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hebben naar aanleiding daarvan advies inge wonnen bü Mr. P.C. van den Hoek. Het door de heer v.d. Hoek uitgebrachte advies is inmiddels aan de COR-leden toegezonden en de COR-commissie zal te zjjner tüd haar reactie hierop aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen doen toeko men. Wegens verandering van werkkring heeft mej. S.C. Childs (Geleen) haar zetel in de COR namens AHSM moeten verlaten. De heer Heijn zei te hopen, dat er toch weer een vrouwelijk COR-lid voor in de plaats komt, want in een bedrijf met zo veel vrouwelijk personeel zou een Cen trale Ondernemingsraad met uitsluitend mannen toch wel een tekort aan repre sentativiteit betekenen. invoering van de vervroegde sluitings tijd). In de COR-vergadering van 30 mei j.I. sprak de heer C.R. Koom van een stukje "discriminatie". Hij vond het jammer, dat de goed in de markt liggende secundaire arbeidsvoorwaarde van de cadeaubonnen zo wordt toegepast. De heer drs. Van Dun zag dat niet helemaal zo, omdat iedereen die in dienst komt te horen krijgt, dat hij (of zij) een cadeau bon van 7,— ontvangt. Er is voor deze groep derhalve geen sprake van verwor ven recht. De heer A. Heijn vond het een moeilijk punt, omdat het wat gevoelsmatig ligt. Hij wilde de kwestie daarom toch nog wel eens met zijn broer, de heer G.J. Heijn bespreken. Deze zal het punt dan verder in de DDN aan de orde stellen. Van Dongen: "Maar als er in de adviezen andere mogelijkheden worden aangedragen, wat gebeurt er dan?" De heer Heijn: "Als het goede ideeën zijn. zou je gek zijn als je die niet zou bekijken en bestuderen. Het kan ook zijn, dat voorgestelde alternatieven al zijn bekeken en dat de voornemens tot sluiting ondanks de adviezen gehand haafd blijven". Hij benadrukte dat het voor de betrokken mensen gewenst is de periode van onzekerheid zo kort moge lijk te doen zijn. De heer Petra merkte op, dat men algemeen aanneemt, dat de doe-het-zelf- markt aan het plafond zit. Toch komen er op tal van plaatsen nieuwe zaken bij, vaak grootschalige. Is die mogelijkheid ook voor Jobby bekeken? Hij vond het toch wel wat angstig, dat Ahold dit "zijlijntje" afkapt, want dat is al meer gebeurd met bepaalde ontwikkelingen, die later door anderen niet zonder succes werden voortgezet. Antwoord van de heer Heijn: "Naar onze mening zit de dhz-markt aan een plafond, vooral voor vestigingen tussen groot en klein in, zoals Jobby. Terug naar klein is moeilijk en plaats voor grotere vestigingen is moeilijk te krijgen. Als je zo'n vesti- gingspunt kunt krijgen zetten we er liever een supermarkt neer. Die kunnen we zeker rendabel maken en dat weten we van een Jobby niet". Op een vraag van de heer W.H.N.M. van Casteren antwoordde de COR-voor zitter, dat het best mogelijk is, dat niet alle Jobby's met verlies werken. Het totaal is echter negatief. Er is over diverse mogelijkheden gesproken om daar verbetering in te brengen - o.a. door samenwerkingsvormen met ande ren -, maar men zag het toch niet zitten. De heer A.J. Plagge had het betreurd, dat hij over de sluiting al in het "Nieuwsblad van het Noorden" iets had gelezen voordat hij door Ahold was ingelicht. "Dat is nu eenmaal niet te voorkomen," vond de heer Heijn. "Wanneer een bepaalde beslissing is genomen is het soms het beste meteen de pers in te lichten om onjuiste bericht geving te voorkomen. U zult er aan moeten wennen dat u - net als ik - niet met van alles wat er bij Ahold gebeurt op de hoogte kan zijn". Hij voegde er aan toe, dat desondanks niet alle "gekke" berichten zijn te voorkomen. Als voor beelden noemde hij recente verhalen als zou Ahold 15.000 flessen Cruyff-wijn gaan verkopen en een belang nemen in de Amerikaanse voetbalonderneming The Aztecs. "Daar heb ik toch wel om moeten grinniken," zei hij. De heer C.R. Koorn had het "ontzet tend vervelend" gevonden, dat in de laatste Filtsen nog een "enthousiast stuk" over Jobby Uden was geplaatst, terwijl kort daarna de sluiting bekend werd. De heer Heijn vond dat ook jammer: hij achtte dit een gevolg van een op dat moment niet optimale communicatie tussen Flitsen en de lei ding. Instelling groepsondernemingsraden voorlopig van de baan Binnen Ahold is op korte termijn geen behoefte aan de instelling van groeps ondernemingsraden (GOR). Dit stelde de heer Heijn vast aan de hand van de binnengekomen standpunten van de ondernemingsraden binnen het concern. Enkele OR'en hebben helemaal geen behoefte aan een GOR, andere zijn wel voorstander, maar dan op langere ter mijn. De heer J.C.M. de Groot (Zaandam) merkte op, dat het vooral de veranderin gen zijn in de Wet op de Onderne mingsraden, die maken dat men nog niet aan een GOR toekomt. "Anders gingen we er met forse pas op aan," zei hij. Personeelsblad Ahold N.V Juli 1979 36ste jaargang no. 6 verschijnt 10x per jaar Oplage: 27.000 Redactiesecretariaat: Ankersmidplein 2, Kamer 1701 1506 CK ZAANDAM Tel. 075-593026 Hoofdredactie. Mevrouw T. Plooijer Redactieleden: J. Breeschoten W. Haeser Mej. T. Harder J G. Jager B. van der Knaap M. Kohnstamm J. Kragten A. W. Kuipers H. Malag C. D. Menne A. de Roo D. RövekamD Redactie en vormgeving in samen- werking met PR Bureau Van Hulzen, Voorschoten

Personeelsbladen | 1979 | | pagina 2