Open brief aan
twee OR-leden
Resultaten eerste 7 perioden 1978
ter discussie in de COR
Nieuws van de Commissie
Profiel Commissarissen
flitsen
Kanttekeningen
Bureau Ondernemingsraden
pagina 2
FLITSEN
De vergadering van de Centrale Ondernemingsraad
(COR) van woensdag 20 september stond voor een be
langrijk deel in het teken van de bespreking van de cijfers
over de eetste zeven perioden (28 weken). De heer D. Vet-
haak, lid van de Raad van Bestuur, gaf een uitvoerige
toelichting op enkele ontwikkelingen.
Met name viel daarbij het oog op de
omzetstijging - exclusief Bi-Lo in de
Verenigde Staten - van 6.7%. Dit is
een lager stijgingspercentage dan in
voorgaande jaren. Tevredenstellend
was daarentegen de verbetering van
liet bedrijfsresultaat tot 1.78% (vorig
jaar 1.55%) van de omzet, welke
verbetering geheel is te danken aan
de Detailhandelsgroep Nederland.
(In deze percentages is.de invloed
van Bi-Lo eveneens niet meegere
kend.)
"Toch krijg ik een beetje een zenuw
achtig gevoel," merkte de heer Chr.
van Dongen op. "De stijging in
omzetten lijkt er wat uit te zijn en een
aantal onderdelen doet het niet zo
goed. Dit jaar komen we er nog wel,
maar er zijn hier en daar toch ook
problemen. Hoe is de lange termijn
visie?"
groeimogelijkheden
"Wat dit laatste betreft, die komt
nog wel aan de orde", antwoordde de
heer A.Heijn. "Maar u reageert toch
iets te negatief op de cijfers. In
diverse sectoren van ons concern zijn
nog groeimogelijkheden, ai zijn er
uiteraard ook wel problemen op te
lossen. Daar wordt druk aan gesleu
teld en er is al veel gedaan op het
gebied van prijsstelling, margebewa-
king, kostenbewaking. Wij hebben
zeker vertrouwen in het Nederlandse
deel van het bedrijf, maar zo'n groei
als we in het verleden hebben gezien
is niet meer te verwachten.
Dat is ook de reden geweest om
expansie in het buitenland te zoeken.
Maar natuurlijk zuilen we ook in
eigen land de kansen grijpen waar
die zich voordoen."
cijfers
Commissaris de heer mr. G. van 't
Hull - die met zijn collega de heer J.
van der Velden de vergadering bij
woonde - stelde:
"De cijfers bevestigen de juistheid
van de beslissing in het buitenland te
kijken om de binnenlandse vestigin
gen een steun in de rug te geven".
Aanvulling van de heer Vethaak:
'Dat we geen spectaculaire groei in
De Commissie Profiel Commissarissen bracht in de COR-vergadering van 20
september verslag uit van een onderlinge bespreking, waarin tal van punten in de
relatie ondernemingsraad - Raad van Commissarissen aan een beschouwing waren
onderworpen.
Deze commissie - die zich gaarne
herdoopt zag worden in een "Kommissie
Kontakten Kommissarissen" - bestond
uit de heren C.R. Koorn, A.J. Stobbe
laar, T. Verhoef en J.Ph. Ypma (secre
tariaat). Besproken onderwerpen waren
onder meer geweest: procedure benade
ring nieuwe commissarissen, herbenoe
ming van de heren J. van der Velden en
mr.H.N. Wakkie in 1979, overleg com
missarissen met COR-commissie over
speciale onderwerpen, profielschets
commissarissen.
Mede door de aanwezigheid van de
heren Van der Velden en mr. Van 't Huil
kon een en ander van diverse kanten
worden belicht.
Personeelsblad Ahold N.V.
November 1978
35ste jaargang no. 9
verschijnt 10x per jaar
Oplage: 27.000
Redactiesecretariaat:
Ankersmidplein 2,
Kamer 1701
Zaandam
Tel. 075-593026
Hoofdredactie:
Mevrouw T. Plooijer
Redactieleden:
J. Breeschoten
W. Haeser
Mej. T. Harder
H. Heeroma
B. van der Knaap
M. Kohnstamm
J. Kragten
A. W. Kuipers
H. Malag
C. D. Menne
A. de Roo
D. Rövekamp
M. de Ruyter
M. D. A. Sneijder
Redactie en vormgeving in samen
werking met
PR Bureau Van Hulzen,
Voorschoten
De heer A. Heijn deelde mee, dat de
door de commissie aan de Raad van
Commissarissen gestuurde brief over een
eventuele herbenoeming van de heren
Van der Velden en Wakkie in de
vergadering van commissarissen - 's
morgens gehouden - aan de orde was
geweest. Namens de Raad van Commis
sarissen kon hij zeggen dat het de
bedoeling is de twee in 1979 aftredende
heren opnieuw te benoemen.
Bij vier COR vergaderingen in 1979
zullen steeds twee (andere) commissaris
sen aanwezig zijn.
benadering
De heer Van der Velden ging in op de
procedure rond de benadering van kan
didaten voor een commissarispost. Hij
achtte dit soms een moeilijke zaak.
"Moet je iemand benaderen wanneer
alles rond is of moet je eerst vragen of
iemand in principe bereid is een benoe
ming te aanvaarden?
Zijn standpunt:
a. pas dan benaderen als er overeen
stemming is over een mogelijke be
noeming.
b. deze benadering te doen plaatsheb
ben vanuit de Raad van Commissa
rissen zelf, daar deze het benoemen
de orgaan is. De COR, aandeelhou
ders en Raad van Bestuur kunnen
alleen kandidaten voordragen en
eventueel bezwaar maken tegen een
benoeming.
Het leek de heer Van der Velden
derhalve niet juist wanneer een door de
COR voorgedragen kandidaat zelf van
uit de COR zou worden benaderd.
profiel
"Het gaat ons ook om het profiel van de
man of vrouw die commissaris zou
moeten worden," merkte de heer Koorn
(lid van de profielcommissie) op. "Dat is
inderdaad belangrijk", vond de heer
Van der Velden, "het moet iemand zijn,
die kan bijdragen tot een goede gang van
zaken in de Raad van Commissarissen.
Nodig is dan een algemeen profiel,
ongeveer als volgt vast te stellen: welke
kwaliteiten zijn al in dé Raad van
Nederland meer verwachten wil niet
zeggen, dat de winst zal dalen. Met
een redelijke winstgroei zullen we
best tevreden zijn. In sommige on
derdelen van ons bedrijf zijn daar
beslist mogelijkheden voor. "Desge
vraagd voegde hij er aan toe, dat de
winstontwikkeling enigszins "boven
de plannen" lag. De heer Heijn deed
de toezegging, dat bekeken zal wor
den in hoeverre het mogelijk is bij
een volgende resultatenbespreking
ook de planmatige prognoses in de
vergelijkingen te betrekken.
Ahold Espana
De heer F.J. Petra informeerde naar
de oorzaken van de voortdurende
stagnatie in de opening van nieuwe
filialen van Ahold Espana. Volgens
de heer Heijn waren dit in hoofdzaak
plaatselijke politieke problemen,
waarbij de autoriteiten wat huiverig
zijn "onvriendelijke dingen" te doen
ten opzichte van de middenstand.
Men verschuilt zich dan achter aller
lei wettelijke voorschriften en als
gevolg daarvan komen de vereiste
vergunningen niet tijdig af. Er begint
echter een kentering in die houding
te komen. De centrale overheid
geeft alle medewerking, maar die
kan ook niet veel doen in verband
met de gemeentelijke autonomie.
Hopelijk zal er dit jaar nog een
(mogelijk twee) filiaal worden ge
opend. "Er begint weer beweging in
te komen," aldus de heer Heijn.
Commissarissen aanwezig, welke niet en
uit het ontbrekende kan een profiel
worden geschetst van de persoon die
men wil hebben.
Wanneer dit gebeurd is kan men kandi
daten zoeken die bij het profiel passen.
Op die manier komt men tot enige
namen, waaruit men dan een keuze kan
maken." Hij herhaalde dat hij het
principieel juist achtte de benadering
van de kandidaat vanuit de Raad van
Commissarissen te regelen.
'superdirectie'
Voor wat betreft de contacten met de
Raad van Commissarissen wilde hij toch
een waarschuwend geluid laten horen:
"men moet niet denken dat deze een
soort "superdirectie" is. De logische
gesprekspartner voor de COR is de Raad
van Bestuur. Die is verantwoordelijk
voor de lijn die gevolgd moet worden en
de Raad van Commissarissen "kijkt" of
dit goed wordt gedaan."
De heer R.S. Cascone wilde nog weten
waarom de commissarissen het sociale
verslag niet hadden ondertekend. De
heer Van der Velden: "De wet kent
alleen het financieel jaarverslag, niet het
sociale jaarverslag. Wij hebben niet het
recht een sociaal verslag te onderteke
nen".
De heer Van 't Huil: "Dat is zo, maar
het interesseert ons natuurlijk wel in
hoge mate hoe het sociale beleid wordt
gevoerd.
Het sociale verslag is door commissaris
sen ook besproken. Misschien wordt het
nog wel eens in de wet opgenomen, dat
commissarissen het ook moeten onderte
kenen."
Een niet alledaags gebeuren. Een open brief van een OR-lid aan twee andere
OR-leden van dezelfde raad die door middel van het personeelsblad Flitsen
geprobeerd hebben de OR als instituut in een duidelijker licht te stellen en
tevens een beroep hebben gedaan op hun achterban tot het geven van steun en
bijstand aan OR-leden.
Een moedige daad die zeker als waardevol beschouwd moet worden, maar
welke tegelijkertijd ook de stempel draagt van de "onmacht", waarin wij,
OR-leden, zijn geraakt inzake het tot stand brengen van een dialoog met
degenen, die wij nota bene in die raad vertegenwoordigen.
Waarom is mijn reaktie een open brief geworden? Er waren naar mijn mening
twee mogelijkheden om te reageren, nl.
1. Met het artikel in de hand naar jullie toekomen en er met jullie over
praten. Nadeel hiervan is, dat van de discussie dan weinig naar buiten
treedt.
2. Mijn reaktie in de vorm van een open brief aan de redaktie van Flitsen
geven met het verzoek tot publikatie. Hierbij wil ik opmerken dat in dit
geval een onderling gesprek ook mogelijk is maar dat tevens de kans
bestaat dat ook de achterban en of andere OR-leden zich in de discussie
kunnen mengen.
Vandaar dat ik gekozen heb voor deze tweede mogelijkheid.
Voor jullie optreden heb ik veel sympathie maar jullie aanpak van het
onderwerp wordt naar mijn mening getypeerd door een te eenzijdige
benadering.
Hier zijn enkele passages uit het interview:
We horen vaak te weinig
Het is een tweezijdig communicatieprobleem
De achterban is vaak onwetend over de punten die in een OR-vergadering
op de agenda staan.
Drempelvrees bij de achterban.
Toen ik deze opmerkingen had gelezen, vroeg ik mijzelf af:
"Wat doet de OR om meer te horen?"
"Wie maakt de agenda, de ondernemer of de OR?"
"Indien de OR het doet, waar komen de agendapunten vandaan? Van de
achterban of zijn ze a titre personnel opgevoerd?"
"Lijdt de OR ook aan drempelvrees?"
En als laatste
"Menen jullie het echt wanneer er gezegd wordt, dat de, achterban nog niet
weet met wat voor soort vragen ze wel dan niet terecht kan bij de OR?"
Ieder voor zich zal deze vragen moeten beantwoorden.
Als OR-leden weten jullie net als ik, dat het scala van onderwerpen voor de
OR in beginsel onbegrensd is.
De Wet op de Ondernemingsraden stelt: "Alle aangelegenheden de
onderneming betreffende, ten aanzien waarvan de ondernemer dan wel de OR
overleg wenselijk acht" zijn bespreekbaar. Het is duidelijk dat niet alle
punten in een OR-vergadering thuis horen maar het zou kunnen zijn dat jullie
woorden als een beperking worden ervaren wanneer gezegd wordt, dat eerst
de "normale lijn" geraadpleegd dient te worden.
Overigens ben ik van mening dat een OR die met een ongeïnteresseerde
achterban zit, een extra reden heeft om voor ieder probleem open te staan.
Trouwens waarom een ongeïnteresseerde achterban? Jullie noemen o.a.
"Onwetendheid, gebrek aan openheid van de OR, drempelvrees. Maar zou
het niet zo kunnen zijn dat de achterban op grond van eerder opgedane
ervaringen met de personeelsvertegenwoordiging minder geneigd is om nu de
OR als een volwaardige vertegenwoordiging te beschouwen? Ik geef jullie dit
ter overweging. Misschien is de achterban wel benieuwd te weten hoe haar
vertegenwoordigers denken over: Personeelsbelangenbehartiging en bedrijfs-
belangenbehartiging en hoe deze twee faktoren zwaar - even zwaar - minder
zwaar ten opzichte van elkaar wegen bij het nemen van beslissingen.
Of heeft de achterban misschien interesse om te weten op welke wijze haar
vertegenwoordigers zich onafhankelijk opstellen t.o.v. de leiding van de
onderneming. Met andere woorden: de tijd is aangebroken voor een
ombuigingsoperatie [om met actuele woorden te spreken) inzake denken en
handelen van OR-leden.
Geef de OR de juiste dimensie door o.a.:
a. zoeken naar de achterban
b. de achterban vragen welke resultaten zij bereikt wil zien in en door middel
van de OR
c. over haar wensen met haar en de ondernemingsleiding praten
d. het naar buiten treden als raad met eigen mededelingen onafhankelijk van
de ondernemingsleiding.
Jullie concluderen dat: "Het keerpunt voor het welslagen van het OR-werk de
aktiviteit van de achterban is".
Hier ben ik een andere mening toegedaan, namelijk dat aan de OR-leden een
verborgen plicht is opgelegd, welke jammer genoeg nergens in de wet terug te
vinden is, omdat de werkgever het een "vanzelfsprekend iets" vond: de
verantwoordingsplicht. Hier moeten wij beginnen en ik wens ieder veel succes
toe.
R.S. Cascone.
Bij de start van het OR-werk was de OR
min of meer een klachtenbus, waarin
men achteraf reageerde op genomen
maatregelen. De OR is nu de plaats,
waar maatregelen vooraf worden be
sproken aan de hand van voorstellen, die
vrij uitvoerig aan OR-leden worden
voorgelegd.De achterban is dan nog niet
geïnformeerd en kan dus moeilijk rea
geren. Als de OR over zijn besprekingen
verslag uitbrengt, kan de achterban dat
wel en bij moeilijke beslissingen worden
de besluiten meestal genomen nadat
enkele besprekingen hebben plaats ge
had, zodat de achterban toch haar kans
krijgt.
Daarnaast zijn de leden van de achter
ban meer geinteresseerd in hun indivi
duele problemen terwijl de OR vooral
het groepsbelang vooropstelt. Voor indi
viduele problemen is dan ook de eerste
gang naar de eigen chef. Pas als het
overleg op een bepaalde wijze niet loopt,
komt de achterban in beweging. Dat
gebeurt ook als er geruchten ontstaan.
Het is zinvol de achterban te stimuleren
punten voor de agenda te bedenken
maar des te zinvoller om bestaande
onrustgevoelens e.d. te signaleren. Als
we de agenda's van onze OR'en
zorgvuldig nakijken gebeurt dat ook
regelmatig. Gebeurt dit vaak genoeg?
Wie zal het zeggen?
Om "te weinig betrokken bij" en "on
geïnteresseerd" op één lijn te stellen,
gaat te ver. De groepsgerichtheid van de
OR en de zeer individuele gerichtheid
van de achterban kan tot langs elkaar
heen denken leiden maar meer ook niet.
Dat de OR "gericht op het belang van de
onderneming" meer aspekten betrekt bij
zijn beslissing dan het individuele per
soneelslid, ligt voor de hand mede op
grond van vollediger informatie. Boven
dien is ook de ondernemer lid van de OR
en deze heeft zijn inbreng.
De OR nieuwe stijl, zonder ondernemer,
zal evenzeer uit moeten gaan van "on-
dernemingsbelang" en "werknemersbe-
lang in het bijzonder".
Er kan sprake zijn van tegenstelling.
Het is ook juist dat de OR zijn
beslissingen motiveert, zeker als andere
belangen dan de direkte personeelsbe
langen zwaar hebben gewogen.