Fustwasserij produceert 2000 schone kratten per uur "Men is fustbewust geworden" Het hoe en wat van het HOPE-systeem aan de redactie pagina 4 FLITSEN De kratten die gebruikt worden voor het goederenvervoer bij Ahold, moeten eens per twee weken gewassen worden. Dat ge beurt in het DC te Zaandam in de fustwasserij. Sinds 2'A jaar staat daar een kratten wasmachine met een capaciteit van 2000 kratten per uur. Voor het schoonmaken van de honderd duizenden kratten is een ploeg van 25 man in tweeploegen dienst dagelijks volop in de slag. Onder leiding van afdelings chef J. Bouweriks en zijn assistent H. Woering beijveren zij zich om tegemoet te komen aan de hoge eisen die aan de hygiëne gesteld worden. Kunst in filiaal "Groenhof" Van 16 augustus tot en met 13 september wordt in het AH-filiaal "Groenhof", 1162 in Amstelveen een tentoonstelling gehouden van schilderijen en grafieken van Kees van Scherpenzeel, part timer in dit filiaal. Hij volgt een opleiding aan de Gerrit Rietveld Akademie in Amsterdam. Vorig jaar werd dezelfde tentoonstelling een groot succes, zodat we ver wachten dat er dit jaar weer veel belangstelling voor zal bestaan. In de fustwasserij wordt elke morgen om half zeven gestart met de voorverwar ming van het water van de machine. Om zeven uur kan dan de lopende band in werking gesteld worden. Voordat de kratten echter via de band de machine in glijden, moeten er men senhanden te pas komen om ze te ontdoen van achtergebleven vuil. Dat kan variëren van krentebollen tot vellen papier, maar in ieder geval haalt men er dagelijks tien kubieke meter vuil uit die de wasmachine niet zou kunnen verwer ken. Dit is vuil dat in de filialen al verwijderd had kunnen worden. Omdat dit niet gebeurt, kan in het DCZ het ontstapelen niet automatisch gebeuren. Kon dit wel, dan zou dat per jaar een besparing van 200.000,- opleveren. Veel tijd zou ook bespaard kunnen worden als de kratten al in het filiaal per formaat apart gestapeld werden. Nu moeten ze in het DCZ eerst gesorteerd worden, omdat de wasmachine op een bepaalde hoogte ingesteld wordt. Een krat die via de lopende band de machine ingaat, wordt daarbinnen eerst omgekieperd en zo ontdaan van nog aanwezig los vuil. Dan volgt de gang onder de warmwatersproeiers. Als ze weer in de juiste stand gebracht zijn, komen ze in de automatische pallet-sta pelaar terecht. Een probleem waar men nog mee worstelt, is dat ze nog zo lang nat zijn. Officieel zouden ze acht uur na de wasbeurt droog moeten zijn, maar het blijkt langer te duren. Daar wordt momenteel aan gesleuteld, en eind dit jaar zal een drooginstallatie in het systeem worden opgenomen. De problematiek rond de kratten wordt op dit moment bestudeerd door de heer P. Herwig, die speciaal hiervoor is aan getrokken. J. VAN HENSBERGEN OVER HET STANDAARDFUST In vijf, zes jaar tyd zyn de gele kratten een begrip geworden bfj Ahold. In het omvangrijke gebeuren van het goederenvervoer zijn ze niet meer weg te denken. Standaardfust is de vakterm voor dit verpakkingsmiddel. De kratten die gebruikt worden, zijn allemaal even breed en lang. Slechts in de hoogte bestaan een paar variëteiten: 7, 11, 23 en 34 centimeter. Dit vaste formaat vormt het grootste verschil met de vroegere kartonnen verpak king, die immers aan de inhoud werd aangepast. Een groot voordeel van het vaste bodemformaat, 40 bij 60 centimeter, is dat zeer efficiënt ge stapeld kan worden. De kratten kunnen zonder enig ruimteverlies op elkaar gezet worden. Op een pallet gaan gemiddeld zeventig kratten, en dat betekent per pallet een inhoud van twee kubieke meter. Een voordeel van dit standaardfust is ook dat er sneller mee gewerkt kan worden, zowel in het DC als in de filialen: de kartonnen verpakking vergt meer handelingen, bij het inpakken en bij het uitpakken. Praktisch alles kan in de kratten vervoerd worden. De vaste maten hebben daarbij het nadeel dat enig ruimteverlies voor lief genomen moet worden, maar dit weegt ruimschoots op tegen de reeds genoemde voorde len. Aanvankelijk konden de kratten in de winkel ook nog in veel gevallen als display-materiaal gebruikt wor den, maar daar komt men enigszins van terug. '600.000 stuks' In 1973 werden bij de Franse fabri kant Alibert 400.000 kratten van geel poly-ethyleen besteld. Het jaar erop kwamen er nog eens 100.000 bij. Momenteel zijn zo'n 600.000 kratten in omloop. Een krat is gemiddeld tien dagen onderweg in z'n gang van de fusthal via leveran cier,DC en filiaal terug naar de DC. Elk krat maakt zo jaarlijks 25 rondjes. Omdat dc gele kleur "beschermd"" is, en omdat de naam Albert Heijn in de kunststof is geperst, raken weinig kratten kwijt. Worden ze een keer ontdekt op een plaats waar ze niet thuishoren, dan stapt de fustbeheer der er onvervaard op af. Deze houdt zich dan ook aanbevolen voor tips in die richting. Het beheer van de kratten gebeurt door de mensen van Logistiek. Daar regelt men ook de uitgifte aan de leverancier. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat die een reserve voorraadje inslaan ieder niet ge bruikte krat kost geld. Daarom gaat men regelmatig bij die leveran ciers kijken of de aangevraagde aantallen daadwerkelijk gebruikt worden. Logistiek houdt zich nu een jaar of drie met het standaardfust bezig, en sindsdien is het jaarlijks verlies teruggebracht van 8 naar 3 procent. "Men is fustbewust gewor den" wordt daarom tevreden gecon cludeerd. Begin vorig jaar is men in een aantal Albert Hey'n filialen gaan werken met het Hope-systeem. Dit is een Amerikaans computersysteem. In Amerika is het ingevoerd in 700 grote supermarkets, terwyl men er ook in Canada en Zweden mee werkt. Andere landen tonen veel interesse voor de resultaten die ermee geboekt worden. Wat is Hope? Eerst even de letterlijke betekenis van de afkorting: Higher Operating Profit through Efficiency. Het systeem houdt zich bezig met: 1. de ruimte die per artikelgroep in de winkel nodig is. 2. plaats van de artikelgroep in de winkel. 3. met de artikelpresentatie. Dit alles afgestemd op de omzetsnelheid van de artikelen van het specifieke filiaal. Een mond vol. Het komt er op neer dat men met het HOPE-systeem over gege vens gaat beschikken die het mogelijk maken om elk filiaal de indeling en de bevoorrading te geven die het best past bij het filiaal. De oude systemen WORP en SLIM werkten met landelijke gemid delden, maar omdat er grote onderlinge verschillen tussen de filialen bestaan werd de behoefte aan een systeem dat de omzetsnelheid van de artikelen per filiaal als basis had steeds groter. Een voorbeeld: er zijn twee filialen met elk 100 meter stelling; ze hebben bij WORPSLIM alle twee drie meter beschuit; als nu blijkt dat in 't ene filiaal veel meer beschuit verkocht wordt dan in 't andere, wordt daar bij de verdeling van de meters stelling rekening mee gehouden in het HOPE -systeem. Bij WORPSLIM was het zo dat de indeling van de artikelengroepen cen traal stond aangegeven op een schets. Bij HOPE krijgt de computer via de bestelling van de filialen alle informatie die nodig is om stickers te maken waarmee per filiaal de ideale opstelling gebouwd kan worden. Op dit moment werken 17 SM's en 7 ZB's met dit systeem. Nog dit jaar komen er 20 SM's en 17 ZB's bij. Binnen één a 2 jaar moeten alle filialen omgeschakeld zijn. Het HOPE-project wordt vanuit Zaandam geleid door de heer J. Snater samen met de heren N.Th. van de Velde en AC Koning. Deze heren houden zich nu ook intensief bezig met de indeling van de aangesloten filialen, in overleg met de zone-managers, groepsleiders en be drijfsleiders. Als HOPE eenmaal uit de project-sfeer is, gaat de begeleiding over in handen van de groepsleiders en zone managers. praktijk Hoe werkt HOPE nu in de praktijk? Als een filiaal voor 't eerst met dit systeem gaat werken, gaat het een maandag dicht. De winkel wordt helemaal leeg gehaald en met een ploeg mensen omge bouwd. De volgende dag kan de klant er weer terecht. De berekening van het aantal bevoorra dingen gebeurt o.a. op basis van de gegevens die de computer verschaft. Daarbij gaat men er van uit dat de voorraad van het filiaal in de winkel in de schappen staat. Winkeldochters komen niet meer voor, de grootte van de voorraad is aangepast aan de omzetsnelheid. In 't filiaal wordt dus besteld "vanuit het vak". Dat maakt bestellen een stuk eenvoudi ger, omdat men ook geen rekening meer hoeft te houden met evt. magazijnvoor- raden of goederen die nog niet zijn ontvangen. De HOPE-gegevens wijzen uit op wat voor momenten en met welke frequentie bevoorraad moet worden. Daarbij wordt gewerkt met een cyclus van zeventien dagen. Drie keer per jaar komen de rapporten op tafel, en worden de gege vens geanalyseerd. Dan wordt ook beslo ten of er aanpassingen in de winkel moeten plaats vinden. Tussentijdse aanpassingen blijven mo gelijk, met name als het gaat om nieuwe artikelen en speciale campagnes. Een voordeel van deze individuele bena dering van elk filiaal is dat beter tegemoet wordt gekomen aan de eisen van de klant. Nee-verkopen zal prak tisch niet meer voorkomen. De winkel ruimte wordt efficiënter gebruikt. Het vullen is eenvoudiger: wat binnenkomt, kan men direct in de vakken kwijt; de klant kan de artikelen gemakkelijker vinden. Mijne Heren, Rijdend op de autobaan Apeldoorn-Amersfoort zagen wij het wegrestaurant "Tolnegen" en namen het besluit daar wat te gaan eten. Als we ergens spijt van hebben gehad dan was het niet van dat besluit. We konden kiezen uit het zelfbedienings gedeelte of het gezellig uitziende "St. Hubertushof". Door dat laatste lieten we ons verleiden. Eerst een gezellige borrel: goed en koud geserveerd. Daarna besteld: menu du Chef voor m 'n vrouw en onze vrienden en voor mij Toumedos-Stroganoff. De vis kwam eerst en de kwaliteit van de verse groenten en de, van veel smaak getuigende opmaak, waarderen wij met een 9. Als vergoeding voor het wachten op de toumedos werd mij een glas wijn aange boden, een geste die men nog maar zelden tegenkomt. De Stroganoff kwam toen ook, zag er goed uit en smaakte uitstekend. De kwaliteit van het vlees liet niets te wensen over. De saus was smakelijk, had wat meer knoflook kunnen verdra gen en was helaas niet geflambeerd, hetgeen niet wegneemt, dat de kok Ton de Wit, die ons diner heeft toebereid, van ons alle lof krijgt die hij eerlijk verdient. C. Ritter AH-medewerker Den Haag

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 4