recht komt hier sterk de hoek kijken I. P. L. VAN DER VLIET: 99 Nieuwe winkelsluitingswet 1 november van kracht pagina 7 maar in Frankrijk wordt er nog de hand mee gelicht doordat daar bijvoorbeeld een plaatselijke burgemeester aan een wijnboer ontheffing verleent van de geldende regels. Voortdurende attentie is dus geboden. Neem nu het Jam en Limonadebesluit, dat bepaalt dat een aanduiding niet meer keren in een vreemde taal op het etiket voorkomt dan in het Nederlands en bovendien niet met een grotere letter. Zo maar wat zaken, waarbij normaal gesproken geen mens zou stilstaan, maar waaraan men zich wel degelijk dfent te houden om niet in conflict te komen met de gangbare richtlijnen. De heer Van Ewiik waakt daarvoor. [>ese organisaties, van zo'n functie wordt ip Europees niveau een ismiddelenjuristen", de •oit de 1'Alimentation, iwijk lid is. Men houdt zig met de juridische delen. Ewijk zich in dit kader ook verdiept in de Warenwet en etiketteringsvoorschriften. Zo is sinds 1 september 1976 de etikettering van wijn bij EEG-verordening nauwkeurig geregeld, waardoor het uitge sloten is dat er iets anders in de fles zit dan het etiket aangeeft. Vroeger kwam het nogal eens voor, dat niet bestaande namen van chateaux een kwaliteitswijn voorga ven, terwijl het om een eenvoudige tafelwijn ging. Dit is nu in Nederland door strenge voorschriften onmogelijk gemaakt, Van links naar rechts: de heren A. Th. van Ewijk, P. L. van der Vliet, R. Wijburg en P. P. J. Butzelaar. 'dert mei 1977 bij van der Vliet op m kent een duide- ting van de dage- eidssfeer. De heer hij toch zeker vijf md te behandelen g lijkt maar gere- '.dewerkers (inclu- telt, niet opzien- et in zaken als deze niet t dit veel te veel tijd zou nenkomt, treedt hij in treffende geval namens :t verdedigen en is dus - ent de sluis tussen die old doet in deze zaken eidsrecht gespecialiseer- a der Vliet adviezen aan gegaan kan worden tot er beter een ontslagver- Arbeidsbureau) aange- >eidsrecht een vrij ge compliceerde materie is, is dit een terrein dat de heer Van der Vliet allerminst vreemd is, want tijdens zijn studie aan de Universiteit van Amsterdam had hij arbeidsrecht als keuzevak en in zijn vorige betrekking behandelde hij eveneens de ontslagzaken. merkgebruik Een ander keuzevak, dat van de intellectuele en industriële eigendom en vooral het merkenrecht, komt hem in zijn huidige baan ook goed van pas. Door de enorme achterstand op het gebied van het merkenbestand vanwege het vertrek van voorganger Mr. M. den Besten, kon de heer Van der Vliet ook wat dit betreft met kennis van zaken aan de slag. Een voorbeeld van zo'n merkprocedure is het volgende: Op een gegeven ogenblik heeft Alberto een kruidenbitter op de drankmarkt gebracht onder de merknaam Griinwald. Niets aan de hand, maar de ellende begon toen er werd geadverteerd met dit merk onder de toevoeging "type Jaegermeister". Er kwam een aanklacht tegen dit foutieve merkgebruik, die uitmondde in een schikking. In een volgende advertentie werd gemeld "Griinwald, nét als Jaegermeister - zo'n lekkere kruidenbitter". Wéér mis. Er volgde opnieuw een schikking en de moeilijkheden behoren pas tot het verleden sinds de gewraakte samenhang achterwege wordt gelaten. Op zaken als deze moet de afdeling Juridische Zaken en dan met name de heer Van der Vliet zeer attent zijn. Zo hanteert hij ook waar mogelijk de juiste toepassing van de wet beperking cadeaustelsel. De heer Van der Vliet: "Gesteld dat men een glas cadeau wil doen bij aankoop van een fles wijn. Dat mag, maar het is bijvoorbeeld niet toegestaan om er een speelgoedautootje bij te geven dat duurder is dan vijftig cent. Dat zijn nu eenmaal de regels en die worden per januari 1979 alleen nog maar strenger. In soortgelijk vlak heeft de heer Van der Vliet zelfs te maken met de wet op de kansspelen. Wanneer, om een voorbeeld te noemen, het Genootschap voor de Vrienden van de Goede Wijn een bepaalde prijsvraag uitschrijft, dan moet het antwoord "jureerbaar" zijn. Het is per slot van rekening denkbaar dat tien mensen dezelfde slagzin hebben bedacht. Wie valt dan in de prijzen? Dat kan alleen een jury eerlijk bepalen. Anders wordt het een loterij en dan is het "naar de letter van de wet" een verboden kansspel geworden. OR-opleiding In zijn korte Ahold-loopbaan heeft de heer Van der Vliet zich inmiddels ook beziggehouden met de opleiding van nieuwe OR-leden. De praktijk had geleerd dat, zodra de begrippen wet en recht aan de orde kwamen, men geneigd was in z'n schulp te kruipen. Via zelfwerkzaamheid op deze opleidingsdagen gingen deze dingen voor de mensen leven, doordat ze plotseling interessant werden én men kwam tot de ontdekking, dat vermeende rechten inderdaad maar dan ook Alléén aan de wet zijn te ontlenen. Nu men daarmee weet om om te gaan, is het gevolg dat er meer "tegengas" kan worden gegeven dan tevoren. Overigens is deze taak nu grotendeels overgenomen door het opleidingscentrum van de Woodbrookers in Korte Hemmen bij Drachten, waardoor Ahold in aanmerking komt voor subsidie. Maar, de heer Van der Vliet geeft nog steeds instructies, hoe de OR-leden op dit specifieke vlak het beste kunnen worden "geschoold". Het is maar een greep uit zijn wetmatige bezigheden, die niettemin aantoont dat het bedrijf zijn inbreng niet kan De Staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Th. M. Hazekamp heeft medegedeeld, dat de nieuwe Winkelslui tingswet thans definitief op 1 november 1978 in werking zal treden. Met ingang van die datum zal het verboden zijn een winkel voor het publiek geopend te hebben, indien niet bij iedere voor het publiek bestemde ingang van die winkel op goed zichtbare wijze een door of namens Burgemeester en Wethouders gewaarmerkte aankon diging is aangebracht, waarop de toege stane openingstijden van die winkel zijn aangegeven. Deze gewaarmerkte aan kondiging geeft de uren aan waarop de winkel open mag zyn en is slechts bedoeld voor wettelijke controle. Als mededeling aan het publiek is de aan- kondigingskaart minder geschikt. Op de aankondiging moet worden inge vuld een maximum aantal van 52 uur per week, waarop men de winkel ge opend wenst te hebben. Deze 52 uren mogen worden gekozen: op maandag tot en met vrijdag in het tijdvak van 5.00 tot 18.00 uur, op zaterdag in het tijdvak van 5.00 tot 17.00 uur, op de koopavond (donderdag of vrij dag) in het tijdvak van 18.00 tot 21.00 uur. De keuze van de openingsuren mag telkens na een kwartaal worden gewij zigd. Enige andere belangrijke punten uit de nieuwe wet. 1. De verplichte halve dagsluiting en de verplichte vakantiesluiting komen te vervallen. 2. De gemeenteraad is verplicht één avond per week, hetzij donderdag, hetzij vrijdag, als koopavond (18.00- 21.00 uur) aan te wijzen. 3. De winkels zullen gesloten moeten zijn op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 18.00 uur, op Tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op Tweede Pinksterdag, op 24 december na 18.00 uur, op Eerste en Tweede Kerstdag, op 31 december na 18.00 uur en op Koninginnedag. 4. Extra koopavonden zijn voorzien op 5 avonden, voorafgaande aan 5 december en op 3 avonden vooraf gaande aan 24 december (met uitzon dering van de zaterdag). 5. Op grond van plaatselijke omstandig heden kan het gemeentebestuur vrij stelling verlenen van de in de Wet opgenomen verboden. Hierbij kan worden gedacht aan bloemenverkoop bij begraafplaatsen en ziekenhuizen, aan winkels op kampeerplaatsen en grensovergangen en tenslotte aan hotel- en avondwinkels. Het standpunt van de DDN t.a.v. de openingstijden luidt als volgt: in principe de toegestane 52 uur de winkel openhouden, halve dagsluiting (nodig i.v.m. uren) in principe op maandagmorgen, koopavond bij voorkeur op donder dag, de winkels van maandag t/m vrijdag in principe open tot 18.00 uur, op za terdag tot 17.00 uur.

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 7